Schipbreuk-Redding. 1861. fjcfiler, JlictttucDicji llMemsoarÖ, C115. JTo 50. Eerste Jaargang. WOENSDAG 20 NOVEMBER. NIEUW VAN COURANT DEN Abonnementsprijs per kwartaal ƒ1.30. Franco per post»1.50. "Verschijnt WOENSDAG en ZATÜRDAG. Brieven franco aan jfen Uitgever S. GILTJES. Prijs der Advertentién 10 Ct. per regel, behalve 35 Ct. Zegelr. voor elke plaatsing. (INGEZONDEN) De vreesselijke storm van den 14den was den volgenden morgen reeds geheel bedaardtoen men van den wal en bijzonder van den vuurtoren te Kijkduin een schoener of kof zag zeilendie blijkbaar uit den koers was geraakten waarvan de bemanning onbekend was met het vaarwater, want het schip zeilde in de rigting van een der ge vaarlijkste punten van de zandbanken, die. ten N\V. van Huisduinen en ten ZW. van Texel gelegen zijn. Wat door vele deskundigen voorspeld werd, geschiedde: het schip stootte, raakte vast op de ondiepte, en deeene stortzee na de andere sloeg over het vaartuig. Met liet gewapend oog was het duidelijk te zien, dat de bemanning in het want eene schuilplaats zocht, en dat die ougelukkigen daar door wuiven om hulp smeekten. Van 10 uur des morgens tot 3 uur des namiddags, hiel den eenigen het daar vol; doch toen sloeg het vaartuig uit elk anderen niet één van hen die vijf uren langin] het gezigt van den wal, en met den dood voor oogen, naar redding hadden uitgezien, bleef behouden. Was redding dan onmogelijk? Wij durven het tegendeel' niet beweren. Met gewone mid delen zal het wel niet mogelijk geweest zijn, want het ontbreekt onzen loodsen en sloeperlieden daartoe niet aan kennis en zekerlijk niet aan moed. Getuigen zijn daarvan de vele medailles en vereerende getuigschriften, die velen hunner kunnen vertoonen. Deskundigen beweren ook niet, dat de reddingsboot, hoe goed ook bemand, het wrak zou hebben kunnen bereiken, maar door sommigen wordt de vraag gedaan, of het niet mogelijk geweest zou zijn, dat de stoom-sleepboot de reddingsboot op sleeptouw had genomen, en die buiten om in de nabijheid van de schipbreukelingen had gebragt, om dan van daar door onze wakkere varensgasten te doen beproeven of de redding wel geheel onmogelijk ware. Ons is ten minste ter oore gekomen dat eene loodsboot reeds op die wijze tot op betrekkelijk korten afstand de in nood verkeerenden was genaderd, maar helaas, te laat, want voor dat zij reddiDg koude aanbrengen sloeg het wrak uit elkander. Doch tot het nemen van zulke buitengewone en kostbare maatregelen, als het gebruiken van eene sleepboot, alsmede voor de zamenwerking van velen tot één doel, is noodig ééïl persoon, die alles regelt en bestuurt, en volmagt heeft om onder latere verantwoording, des noods, geene kosten te ontzien. Maar wie zal dat thans doen De Directeur van het Loodswezen, de Burgemeester-Strandvonder of de Com missaris voor de Beddingsboot De een wacht op den ander, en geen hunner waagt het groote onkosten te maken, om nog het uiterste te beproeven, want wie zal de ge maakte onkosten betalenvooral indien geen gelukkige uitslag het werk bekroont Dat de geldkwestie hierbij wel degelijk veel goeds kan belemmeren, blijkt nog uit het volgende, dat dienzelfden dag plaats had. Eenigen van de opvarenden van eene Engelsche sloep die hier op de kust gestrand was, werden gered door eenige sloeperlieden, die de geredden geleidden naar den Heer T., Vice-Consul voor Engeland, en aldaar 0111 beloo ning vroegen voor gedane moeite en besteden tijd. De Heer T. verklaarde, dat hij als Consul wel de noodige gelden moest voorschieten, die voor de verpleging enz. van de schipbreukelingen werden vercischt, maar dat hij niet gemagtigd was om de kosten te vergoedendie voor de redding gemaakt waren en verwees de belanghebbenden naar den Burgemeester, die, hoezeer het hem leed deed, geene ge noegdoening kon verschaften aan de billijke eischen van de belanghebbenden. Die sloeperlieden hebben eene edele daad verrigtmaar dat bewustzijn, hoe streelend ookverschaft geen brood aan .bet gezin, geen turf aan den haard. Hadden die meuschen, welligt met minder moeite, een balk uit zee opgevischt en aaugebragt, dan hadden zij een derde van de waarde voor hunne moeite ontvangen; maar nu zij meuschen hebben gered uit levensgevaarvragen zij te vergeefs om eenige belooniug Wat zal er later gebeuren als menschen op zee in nood verkeeren, maar dat er te gelijker tijd balken en wrakhout drijvende worden gezien Nog eene enkele vraag. Zou men aan de reddingboot geene betere plaats kunnen aanwijzenvan waar zij spoediger en gemakkelijker te water kon worden gelaten? Nu zij binnenduins is geplaatst, ver- eischt het vervoer noodeloos tijd en kosten. Wij hebben op bovengenoemde feiten de aandacht ge vestigd en hopen dat belangstellenden medewerkenom van de Hooge Begering te vragen dat zij orde aaubrengemagt verleene en geld beschikbaar stelledaarwaar het meer malen gebleken is noodig te zijn. De Maatschappij lot redding van drenkelingenzoo lof waardig door het vele goede, dat zij gedaan heeft en nog doet, kan niet alles doen, om, waar Schipbreuk plaats heeft, de meest mogelijke Redding te verzekeren. Wij hebben gemeend dit ingezonden stuk, dat volkomen onze zienswijze over dit onderwerp uitdrukt, onder de hoofd artikelen te mogen plaatsen. Wij hopen van harte, dat de opmerkingen van den geachten inzender, in aanmerking zullen worden genomenen dat er langs den een' of ande ren weg maatregelen zullen worden beraamd, om, in eene gemeente als de onze, waar zulke omstandigheden zich meermalen kunnen voordoen, te zorgen, dat zoowel de uit voerende magt aan een bepaald persoon zij toevertrouwd, als dat de hulpmiddelen, tot redding van ongelukkigen benoo- digdin een staat verkeerendie toelaat dadelijke hulp aan te brengen. Het onderwerp is van zulk een' practischen aard dat alle bespiegelingen hierover, overbodig kunnen ge acht worden. {Red.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1861 | | pagina 1