J
1T IS -J 7?" S 2 S XT 3-3 1T.
ring bewandelen kan, namelijk: zelf aftetreden dan wel
over te gaan tot eene ontbinding van de Kamer.
De stemmingen over de verschillende hoofdstukken zullen
het publiek doen zienin hoeverre de verslagen der Afdee
lingen de uitdrukkingen zijn van het gevoelen der meerder
heid; mogt het blijken dat deze slechts het uitvloeisel zijn
van persoonlijke gevoelens van ecnige leden der Kamer,
(zooals beweerd wordt) dan wordt daardoor noch het prestige
vau onze coustitutionele instellingen vermeerderd, noch de
achting voor ons wetgevend ligchaam vergroot.
[Bij het ter perse gaan van dit opstel ontvangen wij
het verslag van de zitting der Kamer van gisteren, waarvan
wij hier beneden een kort uittreksel geven, ook deze zit
ting bewijst genoegzaam hoe weinig overeenstemming er
lieerscht tusschen de regering en de vertegenwoordiging,
zoodat eene aftreding van het Ministerie of eene ontbinding
der Kamer onvermijdelijk schijnt.]
Tweede Kamer der Sta ten-Generaal.
Gisteren zijn te 's Hage de beraadslagingen aangevangen
over de Staats-begrooting. Het geheele ministerie was aan
wezig. De Hr. Dirks bespreekt de redevoering van den
Minister van Finantiën, gehouden tijdens de aanbieding der
begrooting, en het koloniaal batig slot. De Hr. Wichers
stelt vertrouwen in het gouvernement en beaamt niet het
oordeel, door de Rapporteurs in het voorloopig verslag
uitgebragt. De Hr. Wintgens houdt eene uitvoerige rede
waarin hij de regering van beginseloosheid besclmldigd. De
Minister van Justitie beantwoordt dien spreker omtrent
eene door hem gebezigde uitdrukking over de wet op de
regterlijke organisatie, hij meent dal die spreker minder let
op de beginselen der wet dan op het belang van zijne beurs.
De kamer geeft algemeen hare afkeuring over dit gezegde
te kennen; de Hr. Wintgens repliceert den Ministerdoch wil
in geene nadere discussie treden wegens den onpassenden en
ouparlementairen toon door hem aangeslagen. De Hr. de
Poorter bespreekt het belasting-stelsel; de Hr. v. Lijnden
betreurt den ouparlementairen strijd zoowel in de gewisselde
stukken als in de kamer zelve gebezigd, en verlangt van de
regering inlichting over de aftreding van den Hr. v. Zuylen.
De Minister van Finantiën geeft de verlangde inlichtin
gen, die door den hr. Schimmelpenninck onvoldoende worden
bevondenspreker verlangt meerdere en duidelijkere op
helderingen of zal genoodzaakt zijn tegen alle hoofdstukken
le stemmen. Nog voeren de heeren Zijlker en Hoffman het
voord; de rede des eersten is op de tribune onverstaan
baar; de tweede verklaart zijne stem afhankelijk van het
antwoord op de vraag: Welke koloniale poletiek voortaan
zal gevolgd worden.
Heden ten 12[- ure voortzetting der discussien, daar de
Kamer 's morgens de Crediet-wet voor Buitenlandsche zaken
(Hoofdstuk III) in de afdeelingen zal onderzoeken,
ÜPaïttM ëtocisuit.
In de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn de be
raadslagingen over de begrootingswetten aangevangen, die,
naar ineu algemeen verwacht, hevig en langdurig zullen zijn.
Reeds in ons vorig nommer hebben wijnaar aanleiding der
beantwoording van den Minister van Justitie op 't verslag
der Kamer, aangemerkt dat er volstrekt geene overeenstem
ming tusschen het Kabinet en de Volksvertegenwoordiging
schijnt te bestaan. Na dien tijd zijn de memoriën van be
antwoording op de Hoofdstukken V en X (Binnenl. zaken
en Oorlog) in het licht verschenenhet antwoord van den
Minister van Biunenl. zaken op 't rapport der Afdeelingen
overtreft al de anderen, door hevigheid en scherpte, en zal
zelden in regerings-stukken zóódanig worden aangetroffen. De
repliek door de Kamer uitgebragt, wijkt dan ook van den
tot nog toe gebruikelijken vorm af, en in het eindverslag
verklaren de rapporteurs //dat de inhoud van het verslag als
de getemperde uitdrukking van het gevoelen, in de Afdee
lingen der Kamer geopenbaard" moet worden beschouwd.
Zonder scherpte, maar met meer waardigheid, is het ver
slag van den Minister van Oorlog gesteld. Z. Exc. begint
met de verklaringdat hij het overbodig achttelken reize
de eiken jare wederkeerende aanmerkingen der Kamer op
nieuw Xp wederleggen; hij vraagt de sommen aan, die hij
voor ieder jaar in 's lauds belang noodig acht, zonder zich te
verbindendeze laterzoo de omstandigheden dit noodzake
lijk mogten maken, niet te zullen verhoogen; hij geeft de
reden aan waarom het cijfer der begrooting voor het jaar 1862
kon verminderd worden, zonder nogthans te beloven dat dit
in volgende jaren niet verhoogd zal worden.
Ook bij ouze naburen, de Belgenhebben hevige debat
ten plaats in de Kamer der Vertegenwoordiging, over de
erkenning van Victor Emmanuel als koning van Italië.
Natuurlijk strijdt deze tegen de principes der Ultramon-
tanendie zich dan ook krachtig verdedigen, doch zich te
veel door driften en hartstogten laten wegslepen, zoo zelfs
dat de heer Dumortier, een der bekende leiders vau de reg-
terzijde, herhaaldelijk tot de orde moest worden geroepen,
wegens het gebruiken van onvoegzame uitdrukkingen tegen
een met Belgie bevriend Souverein. Ook de Belgische re
volutie is bij deze gelegenheid niet onaangeroerd gebleven,
en op verschillende wijzen besproken en beoordeeld.
Uit Frankrijk verneemt men allerlei berigten omtrent de
optreding vau den heer Fould, als Minister van Finantien,
en nopens de plannen die hij in het werk zou stellen om
de geldmiddelen in beteren toestand te brengen. De con-
cessien door keizer Napoleon verleend, schijnen echter in
het buitenland weinig vertrouwen te verwerven, daar men
aan het gezegde: '/1'empire c' est la paix" weinig of geen
geloof slaat; de grootere Engelsche bladen betoogen dan ook
bijna algemeendat de zoogenaamde vermindering der armee
slechts een voorwendsel is, om aan andere, meer gewigtige
bezwaren, goedschiks te kunnen toegeven. De kuiperijen,
door handlangers der Fransche regering en bezoldigde agen
ten bedreven zouden door de Oostenrijksche regering ont
dekt zijndie daarvan aan de groote mogendheden zou
hebben kennis gegeven, en deze zouden besloten hebben
keizer Napoleon een ultimatum te stellen, daarin bestaande:
dat hij zijne geheime kuiperijen zou doen ophoudendan
wel dat de groote mogendheden zich gezamentlijk tegen
Frankrijk zouden verbindenwat er van deze beweringen
waar is, valt moeijelijkte beslissen,
Helder, Nieuwediep, Willemsoord26 November 1861.
Jl. Zaturdag is op het strand voor Huisduinen aan
gespoeld de campagne van een groot schip, waarin zich
bevonden 10 nieuwe sabels van Duitseh fabrikaat, gemerkt
61. Men veronderstelt dat dezelve afkomstig is van een
Pruissisch oorlogschip.
Zaturdag morgen jl, is hier een marinier verdronken.
Hij was belast eten te brengen aan een sergeant, die
het toezigt had over een op stroom liggend vaartuig
met kruid; om daar heen te komen, moest hij gebruik
maken van eene vlet, doch door onbedrevenheid, geraakte
hij, alsmede de sergeant te water, laatstgenoemde heeft
zich weten te redden door zwemmen.
Gisteren is door aanvaring een lek ontstaan in de
gasbuis die tegen over de fabriek in het Ileldersche ka
naal is gelegen, onmiddelijk heeft men zoo veel mogelijk,
de noodige hulpmiddelen aangebragt, die het gebrek wel
gedeeltelijk, doch oogenblikkelijk niet geheel kon herstel
len zoo vdat in een groot gedeelte dezer gemeente het
gas zeer flaauw en ook in het geheel niet brandde.
Door de aanwending van doeltreffende maatregelen is het
gelukt, heden avond het gas weder op alle punten der ge
meente te doen ontbranden.
Men verzoekt ons te vermelden, waaraan wij met ge
noegen voldoendat op Vrijdag a. s. des avonds ten 7 ure
eene voorlezing zal worden gehouden, in het daartoe be
stemde gebouw iu de Nieuwstad, door den heer II. J Sehnijt.
Z. M. heeft benoemd tot ridder 4de kl. van de Mili
taire Willemsorde, den marinier 2lIe kl. J. P. A. Slools.
Naar wij vernemen is eenenog na den onlangs ge
woed hebbenden storm, van Amsterdam naar Stettin ver
trokken stoombootvergaanslechts 3 mcnschen hebben
het leven kunnen redden.
Men schrijft ons van Texel, dato 21 Nov.
Heden nacht strandden in de Eijerlandsche gronden nog 3
schepen, waarvan de bemanningen, zoo ver men weet, niet
gered ziju. De schepen zijn verbrijzeld.