Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Zoo als wij reeds in ons vorig nommer hebben vernield
zijn de Hoofdstukken II en III der staats-begrootingin
de zitting van Maandag met overgroote meerderheid van
stemmen aangenomen, en zijn Dingsdag de algemeene be
raadslagingen aangevangen over Hoofdstuk IY (Departement
van Justitie.) In deze zitting was tevens ingekomen een
voorstel van de HH. Delprat, Poortman, Blussé, Dullert
en ter Bruggen Hugenholtz tot het houden van eene enquête
over den toestand onzer zeemagt.
De Hr. Cool wenscht als eerste spreker te handelen over
het gevangeniswezen, doch na de opmerking van den Voor
zitter dat thans de algemeene beraadslagingen aan de orde
zijn, stelt hij zijne voordragt uit tot later; de Hr. IVester-
hoff zal, wegens het hooge eindcijfer, tegen de begrooting
stemmenook wenscht hij de opheiling van het Hoog Mi-
litair-Geregtshof, en verklaart zich tegen alle niet noodza
kelijke uitgaven. De Hr. van Zuylen van Nyevelt brengt
den strijd terug op politiek terrein; hij zegt dat de Minister
in een kabinet is getreden welker gevoelens hij niet deelen
kandat hij daarvan aan de Kamer verantwoording schul
dig is.
De heer IVintgens bespreekt in eene uitvoerige rede het
politie-wezenvoornamelijk de Bijks-politieterwijl de Hr.
Hoijuck van Papendrecht, in zijne rede over de Zondags
wet betoogt dat zij in strijd is met de grondwet en inet
de vrijheid van godsdienst.
'Nadat nog andere leden het woord hebben gevoerd, be
antwoordt de Minister do verschillende sprekers; over het
gevangeniswezen zal hij ter bestemde plaatse spreken, en den
Hr. van Zuylen niet antwoorden op zijne politieke rede;
het Hoog Militair-Geregtshof meent Z. E. moet blijven be
staan, en uit de staatskas bezoldigd worden, zoolang het
niet wettelijk is afgeschaft; vervolgens treedt Z. E. in be
langrijke en uitvoerige beschouwingen over de Rijks- en
Gemeerde politie: de wet die noodig is, zegt de Minister
moet liet organisme van de Rijks-politie brengen in verband
met de verhouding der Gemeente-polïtiewat de afschaffing
der Zondags-wet aangaatdie z. i. niet overeenkomstig is
met den geest der Grondwet, meende Z. E. dat daartoe"
de tijd nog niet gekomen was; zelfs de jagtwetten door de
Ministers Thorbecke en van der Brugghen in 1S52 en 1S57
voorgedragenbehelsden het verbod om op Zondag te jagen
en toen later een amendement werd voorgesteld om dit
verbod opteheifen, werd het met 38 tegen 13 stemmen
verworpen. Na den Minister voeren verschillende sprekers
het woord, onder deze ook de Hr. Delprat, die het punt
behandelde der teregtstelling van een' kweekeling van de
Militaire-Academiespreker meent dat eene nadere regeling
omtrent het onderteekenen der krijgs-artikelen door de kweeke-
lingen noodig is.De Minister van Justitie repliceert dat
deze quaestie hem onbekend is, maar dat ze door hem zal
worden onderzocht. Verschillende sprekers voeren nog het
woord, waarna de algemeene beraadslagingen worden gesloten
en de afzonderlijke artikelen in behandeling genomen.
In de zitting van Woensdag zijn de discussien over de
begrootiug van Hoofdstuk IV (Justitie) ten einde ge-
bragt, en is die begrooting aangenomen met 51 tegen .12
stemmen. De beraadslagingen leverden weinig belangrijks
op; een amendement van den heer Dullert, oni de begroo
ting met ƒ2400 (bestemd tot verhooging van traetement
van eenige ambtenaren) te verminderen, werd aangenomen;
daarentegen werd een voorstel van den heer Cool, om den
aanbouw te beletten van een nieuw huis van bewaring te 7leider,
verworpen met 30 tegen 28 stemmen. Op Donderdag is
Hoofdstuk V (Binnen!. Zaken) aan de orde.
1? I E TJ W 3 T IJ D 11T C- E IT.
Helder, Nienwediep, Willemsoord6 December 1SG1.
Met zekerheid kunnen wij meldendat het door de
meeste dagbladen en ook door de Heldersche en Nieuwe-
dieper Courant, medegedeeld berigt, als zou Z. M. besloten
hebben, den duur van den Cursus der adelborsten bij 't
K. Inst. voor de Marine alhier, met een jaar te verlengen,
en den ouderdom der adspiranten met een jaar te verhoogen,
van allen grond is ontbloot.
In de zitting der Tweede Kamer der Staten-Generaal
van woensdag jl. zijn de benoodigde gelden voor den aan
bouw van een nieuw huis van bewaring alhier, toegestaan,
en zal daarmede spoedig een aanvang gemaakt worden.
Dit gebouw zal geplaatst worden op het terrein naast het
W eeshuis.
Bij de op 3 December jl. door de Directie der Ma
rine alhier plaats gehad hebbende aanbesteding van verseh
rundvleesch, ten dienste der equipagien van Zr. Ms. sche
pen en vaartuigen van Oorlog alhier, gedurende 1862 was
de laagste inschrijver de Hr. A. L. Leuw Jr. a ƒ54.45
per 100 Nederl. ponden.
Bij de aanbesteding op 4 December ten behoeve van
's Rijks Marine Hospitaal alhier, is voorloopig toegewezen
te leveren, het verscli vleesch tegen ƒ0.42 per Nederl. 't6
aan den Hr. A. L. van Gelder.
De aardappelen tegen ƒ3.375 per 50 Nederl. ponden aan
den Hr. P. van 1'wisle.
Het bier tegen ƒ8.45 de 100 kan aan Mej. de Wed.
Möller.
En het witbrood tegen ƒ0.223 per Nederl. 1B aan den
Hr. C. Breet Az.
En bij de aanbesteding gehouden op hedenvan soep
groenten ten dienste der epuipagicn van Zr. Ms. schepen
en vaartuigen van Oorlog alhier, gedurende 1862, is de
Hr. II. I. Bekema bevonden de laagste inschrijver te zijn.
Zoo als uit het hierachter gemeld berigt blijkt, heeft
zich ook hier ter plaatse een sub-commité gevestigd tot
het oprigten van een standbeeld voor den onstcrfelijken
dichter van G ij s b r e c h t van Amstel en Palame
des. De HH. Slakman Bosse, Grap Hellingman en Sonstral
hebben zich daartoe op verzoek van 't Hoofd-bestuur bereid
verklaard. Wij hopen en vertrouwen dat onze. plaatsgenoo-
ten door ruime bijdragen zullen blijken geven, dat ook
onze gemeente de groote mannen die ons vaderland heeft
opgeleverd, vereert en er prijs op stelt hunne verdiensten,
al zij het na eeuwen, door een standbeeld te helpen ver
eeuwigen.
- Uit Middelburg schrijft men van 3 Dec.
Omtrent de gisteren medegedeelde arrestatie van den hr.
J. P. Sen diens zoonscheepscommissionairs te Ylis-
singen, vernemen wij thans, dat de reden daarvan zoude
bestaan, in handelingen door hen gepleegd, bij gelegenheid
van het stranden van het brikschip llollard, dat geladen
met stukgoederen van Antwerpen naar Buenos-Ayres be
stemd was.
Een vreesselijk drama heeft in de afgeloopene week
de Belgische gemeente Offagne in rep en roer gebragt.
Twee reizigers, uitmuntend gekleed en van een voornaam
uiterlijk, zijnde eene vrouw tnsschen de 25 en 30 jaren
oud en een man naar gissing 40 jaren oud, onbekend te
Offage en in de omstreken, hadden den nacht in een lo
gement doorgebragt. Na des ochtends te hebben ontbeten
vertrokken zij na de waardin toegevoegd te hebben //Vaar
wel mejufvrouw, weldra zult ge van ons hooren." Eu
inderdaad eenige oogenblikken later, hoorde een jager in
de nabijheid van Oifagne eene dubbele ontploffing; op het
schot afgaande vond hij twee verschrikkelijk verminkte en
onkenbare lijken: het waren de twee vreemdelingen die
door zelfmoord een einde aan hun leven gemaakt hadden.
De brand te Antwerpen van Maandag avond j.I. in
het Entrepot, is zeer noodlottig geweest, daar het geheelo
Entrepot in de asoh is gelegd. De brand ontstond, om
half zes urein de suikerraffinaderij ten zuiden van het dok
en een uur daarna deelden de vlammen zich mede aan het
nieuwe uitgestrekte Entrepot St. Felix. Twee uren latei-
was van het geheele Entrepot niets over dan een puinhoop.
Bij het nederstorten van den gevel der raffinaderij zijn
eenige menschen omgekomeu. De pakhuizen van de heeren
Simons en Bankaert zijn door de spoedige hulp bewaard
gebleven. De schade wordt op 10 a 15 millioen frs. be
groot. Gebouwen en goederen zijn bij de Antwerpsche as
surantie-Maatschappij verzekerd. De wind was noordelijk
anders hadden de schepen in het dok groot gevaar geloo-
pen. De hitte was zoo verzengend, dat de matrozen het
in dc masten niet konden uithouden.