uu een enkel staaltje van de //wapenen1' waarmede men den lieer T. bestrijdt, men leze slechts de beoordeeling van de Amsterdamsche Courant over verschillende wetteu door den heer T. als minister voorgedragen. liet zijn alle slechts imitatien van de Belgische wettenniets is er volgens het oordeel van de A. C. als eigen werk des ministers te be schouwen Als of het een minister verboden ware datgene uit den vreemde overteuemen, wat voor ons land dienstig en bruikbaar is; als of men het goede in een ander rijk bestaandeniet mag toepasselijk maken op ons land. Eu nog weinige dagen geleden beloofde de Belgische minister aan de Kamer der vertegenwoordigers eeue wet op de Mi litie, geschoeid op den trant der onze. Zal men daarvan dien staatsman een verwijt maken, en hem verpligten geene bepalingen uit onze wet over te nemen, ook wanneer ze dienstig zijn voor onze naburen P Niemanddie niet met opzet zoekt met 't doel om ten minste tocli iets te vinden, zal zulks beweren. Een tweede argument dat men op dit oogenblik tegen den heer Thorbecke wil aanvoerenis het gebeurde met een Oostenrijksch schip te Paramariboeen feit voor hetwelk de toenmalige gouverneur is afgetredenom aan het verlangen van het Oostenrijksch gouvernement te voldoen. Ter ver zwaring van dit feit haalt men //de Annuaire des Deux Mon- des" aan, om aan te toonen dat deze daad zelfs de afkeu ring van het buitenland erlangde. Doch men vcrgete bij dergelijke insinuatiën van onze conservative organen niet dat die buitenlandsche beoordeelingen in het binnenland en wel grootendeels in de .Residentie worden ontworpen, en dat dus wel verre dat zulk een oordeel het gevoelen vau de Redactie van de Annuaire zou uitdrukken, het slechts het bijzondere oordeel van den Correspondent van dit tijd schrift aangeeft, die daarin gewoonlijk zijn eigen politiek gevoelen voor het ware aanneemt, of datgene mededeelt wat het meest met zijne finantiele belangen strookt. De onjuistheid der beschouwing van het feit zelf, springt daarenboven dadelijk in het oogdaar voormelde zaak ze kerlijk niet bij Binnenlandsche Zaken te huis behoordeen hoe homogeen een Kabinet ook wezen moge, kan meu den Voorzitter van den Ministerraad niet verantwoordelijk stellen voor misslagen door een zijner ambtgenooten begaan. Is een dusdanige mislag eenmaal een fait accomplidan behoort de Ministerraad al datgene te bewerken, wat zonder 's laiids eer en veiligheid in den waagschaal te stellenkan geschie den, om den minder gunstigen indruk daar over weg te nemenen wij meenen dat wanneer onze conservatieve bla den vau dat standpunt waren uitgegaan, ze tot ecu geheel ander resultaat zouden geraakt ziju, dan tot dat waartoe ze thans wilden komen. "Wij geloovcn dan ook dat dergelijke beweringen zonder eenigen invloed blijven, op een ieder die niet blindelings aan couranten-artikelen geloof slaatwelke niet in het be lang van het Rijk, maar uit personele beweegredenen of finanticle bijoogmerken worden geschreven. Welke pogingen men ook moge inspannen, zal, de ge schiedenis der gansche wereld bewijst het, eenmaal het li- beralismus zegepralen over dat stelsel van eigenbelang en baatzucht, waaraan men den naam van conservatief gegeven heeft. Ook Nederland zal, naar wij vastelijk vertrouwen, spoedig weder onder het bestuur zijn van den man, aan wien het zijne meeste liberale instellingen te danken heeft, die reeds jaren geleden de eerste impulsie, de eerste schok heeft gegeven, om der Nederlandsche natie de regten tc doen verkrijgenop welke ze door hare ontwikkeling en beschaving gerustelijk aanspraak mogt maken. Jpülitidi Obcï5i0t. 11e ministerieële crisis schijnt langzamerhand hare ontkuoo- ping nabij te komenhoewel op het oogenblik nog niets met zekerheid te zeggen valt. Het Kieuw Dagblad van V ITuge, meldt dat het ministerie aldus zal zijn zamenge- stcldde heer Thorbecke, minister van Binnen], zaken; v. Hcukelom, Koloniën; Jolles, Olivier, Meeusseu of van der Linden, Justitie: de lieer Betz, Finantiëu; barou Stra- tenus, Buiten], zaken; de generaal-mnjoor Knoop, Oorlog; de lieer v. Kattendyke, Marine. 11e Utrechtse/ie Courant voegt hier bij, volgens eene particuliere correspondentie, dat het zeer onzeker is of de heeren Kattendyke en Knoop de hun aangeboden portefeuilles zullen aannemen, terwijl ook de heer Betz nog moet weifelen. De buitenlaudsche berigten bepalen zich bijna uitsluitend tot het bespreken der ieterventie van Frankrijk, Engeland en Spanje iu de Mexicaansche aangelegenheden; N.Amerika heeft geweigerd deel te nemen aan die expeditie, terwijl de Mexicaansche generaal Juarez in eene proclamatie heeft te kennen gegeven, dat het land dat hij bestuurt, zich nooit aan de Spanjaarden zal onderwerpen. De Constitutionnel berigt dat de Mexicaansche generaal Almonte zich in België bevindtwaar hij onderhandelt om den aartshertog Maxiini- liaan van Oostenrijk in Mexico een koningstroou te ver schaffen. De verhouding tusschen Oostenrijk en Sardinië wordt hoe langer hoe koeler. Wel is waar meent men dat de eiseh van Oostenrijk tot ontwapening vau Sardinië onwaarschijn lijk is, doch tevens dat thans de toestand van eerstgemeld rijk gunstiger is om een' oorlog te beginnen dan in 1S59. Ook wordt medegedeeld dat Italië zelf toebereidselen maakt tot een' oorlog. Wat hiervan ook zij, de wederzijdsche positie is in hooge mate gespannen, en men zal langs den een of anderen weg, eeue uitkomst moeten zoeken. "liet te Verona verschijnende blad drukt den wensch uit, dat het spoedig oorlog moge worden, om er met Piemont eeu einde aan te maken. De troepen concentreren zich reeds aan den oever van de Garigliano, op de Napelsche grenzen. Ook de heer v. Rechberg heeft zich in scherpe bewoordin gen beklaagd over de revolutionaire kuiperijen vau Piemont in Venetie, en men was te Parijs overtuigd, dat eene crisis naderde, waarvan men vreesde dat een oorlog het ge volg zou wezen. Uit Engeland schrijft men dat het gerucht van de aan staande aftreding van koningin Victoria, steeds meer en meer waarschijnlijk wordt geacht. II. M. zou door het overlijden van Prins Albert zoodanig geschokt ziju, dat zij wenschte, na de meerderjarig verklaring van den Prins van Wales aan dezen den troon overtedragen. Ook Eugelauds eerste minister, lord Palmerstonverkeert in een' gevaarlijken toestand, zoo dat men voor zijn leven vreest. BERIGT. Met 1 Februarij a. s. zal het formaat van dit blad vergroot worden, zonder prijsverhooging. 1T I 3 TJ 11T 3 T IJ D 11T 2- E 1T. Helder, Nieuwedicp, Willemsoord, 28 Jauuarij 1862. Naar wij vernemen heeft de heer J. Papineau zijn ontslag als lid van de Schoolcommissie bij den gemeente raad ingediend. Zondag avond jl. had alhier eene buitengewone ver gadering plaats van het gezelschap Ernst en Schertswelke door eeu groot aantal leden en enkele geïutroduceerden werd bijgewoond. Zoowel de ernstige als de boertige stuk ken droegen de goedkeuring van het publiek weg; ook werden verschillende werkende leden bij herhaling ge- applaudisecrd en teruggeroepen. Na den afloop der werk zaamheden droegen enkele leden nog grappige verzen voor, terwijl ook de Ilr. B. Polak door zijne komische voordragt aller lachspieren in beweging bragt. Wij wenschen dus deze bijeenkomsten voor het vervolg hetzelfde genoegen toe, ten einde den leden een' wezenlijk aangenamen avond te verschaffen. Even als zulks bij de Infanterie geschiedde, hebben ook de manschappen der Artillerie alhier in garnizoen, een tooneelgezelschap opgerigt, waarvan op Zondag jl. de tweede voorstelling heeft plaats gehad, bestaande in De Vadervloek of de Verzoeningvrij bewerkt door den kanonnier J. J. Spijkerman, gevolgd door de Jagerde Huzaar en 7 Oes termeisje, en tot slot een ballet-pantomime Pi/vt, Barbier en Bakker. Ook werden dichtregelen voorgedragen door den kanonnier Tortike, door hem zeiven vervaardigd. Een tal rijk publiek, waaronder de meeste officieren der Artillerie, woonde deze voorstelling bij, die algemeen bijval verwierf en de goedkeuring vau 't publiek in ruime mate wegdroeg.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 2