Zitting van den Gemeenteraad,
op Bingsdag 28 Januarij 1862.
Voorzitter Mr. K. J. C. Stakman Bosse.
Secretaris de heer L. Verliey.
Afwezig de .heer Haremaker.
He notulen der vorige vergadering worden gelezen en
goedgekeurd.
1). Borglogl en beëediging van den Ontvanger J. A. S.
de Vege van Buuren.
He Secretaris leest op verzoek vau den Voorzitter den
borgtogt, waaruit blijkt, dat die gesteld is op van de
ontvangsten, die op ƒ110,000 geraamd ziju. Hc borgtogt
bestaat alzoo in eene inschrijving van ƒ18,000 2 j- pCt. N.W.S.
Baarna verscheen de beuoemde op uitnoodiging van
den Raad iu de vergadering en legde de gevorderde eeden
af in handen van den Voorzitter, die hem daarna geluk
wensehte en waarop de lieer v. Buuren een woord van dank
betuiging tot den Raad sprak voor het in hem gestelde
vertrouwenen onder hooger opzienverklaarde, alles te
zullen aanwendenom zich dat vertrouwen waardig te ma
ken. Hiermede de beëediging geëindigd zijnde verliet de
Ontvanger do vergadering.
Be Voorzitter zegt dat B. en AV. gemeend hebben dat het
wenschelijk is dat de Ontvanger ziju kautoor lioude in het
midden der gemeente; dat de Ontvanger volgens zijne in
structie wel gehouden is zelf in een lokaal te voorziendoch
dat zulks vele moeijclijkhcden veroorzaakt, dat hij daarom aan
den Raad voorstelt om den Ontvanger een gedeelte vau het
AVerkhuis iu gebruik af te staan tot het houden van kantoor.
He heer Reeringh zegt dat dit voorstel hem zeer onverwacht
voorkomtdat de Ontvanger een oogenblik te voren beëedigd
is op bepaalde instructiënwaarop hij meent dat vooralsnog
geen inbreuk gemaakt mag worden. Ook is het AVerkhuis
geprojecteerd tot andere doeleindenals ZiekenhuisApotheek,
AYoning voor den Opzigter, enz.; hij ziet er bezwaar in, nu
direct hierover een besluit te nemen en wenscht het voorstel
te verdagen.
He heer Strootman meent, dat in het ontwerp der in
structie, het nu voorgestelde reeds was opgenomen, doch dat
men toen oordeelde dat het beter was om het er uit te
ligten en voegt er nog bij, dat het geheele Werkhuis al ligt
spoedig voor Ziekenhuis benoodigd kan zijn.
Be Voorzitter zegt dat meest overal het kantoor van den
gemeente-Ontvanger in gemeente-gebouwen gehouden wordt;
dat het moeijclijkhcden kan veroorzaken wanneer de gemeente
gelden zich in een gebouw van particulieren bevindenzoo
als met den vroegeren Ontvanger is ondervonden.
Be lieer Boomsma maakt de opmerking, dat het niet iu
de instructie staat, dat de Ontvaugcr iu een gehouw voor zijn
kantoor moet voorzien, maar wèl dat het lokaal teu genoege
van B. en AV. moet zijn.
Be heer Strootman stemt dit toe, doch gelooft dat het
niet twijfelachtig is dat de bedoeling en de geest der in
structie isdat de Ontvanger zelf voor een kantoor moet
zorgen.
Be heer de Breuk vraagt of in deze een middenweg niet
wenschelijk is; hij heeft vroeger voorgesteld om het tracte-
ment van den Ontvanger met 200 te verhoogeu, ten einde
het kantoor in het midden der gemeente zoude kunnen worden
gehoudenhij stelt voorprovisioneel den Ontvanger te
vergunnen, zijn kantoor in het werkhuis te houden en wel
voor den tijd van twee jaren.
Be heer Reeringh persisteert bij zijn voorstel tot verda
gen, en zegt, dat wanneer men over eene zaak beslist dieniet
aan de orde is, en die niet op het oproepings-bricfjc vermeld
staat, men dan geheel van den weg afwijkt en in strijd
handelt met de gemeente-wet; hij wil dus liever het kantoor nog
eene maand iu het tegenwoordige lokaal laten en het
voorstel in eene volgende vergadering behandelen.
Be Voorzitter ziet niet in, dat deze zaak van zooveel be
lang is, dat een uitstel noodig zoude zijn.
Be heer Reeringh repliceert hierop, dat het wèl van be
lang is, om reden hot de finantien betreft.
Be lieer Strootman vereenigt zich met het aangevoerde
vau den heer Reeringh, en voegt er nog bij, dat wanneer
men den Ontvanger eenmaal toestaat om aldaar kantoor te
mogen houden, het hard zoude vallen hem die vergunning
later te ontnemen.
Be heer Znrmuhlen zegt dat het burgerl. Armbestuur
vergadert in hetzelfde gebouw; de benoemde Ontvanger is
Secretaris van het Armbestuur, hij kau zijn kantoor dus
in dezelfde kamer houden.
Hierop wordt geantwoord dat de nevenbetrekkingen van
den Ontvanger niet in aanmerking genomen kunnen worden.
Be heer Strootman wenscht eene commissie benoemd te
hebbenen ingeval het aan den Ontvanger toegestaau wordt
zijn kantoor in het Werkhuis te houden, alsdan eene herzie
ning der instructiën.
Be heer Boomsma ziet niet in, dat bij eene zoo eenvou
dige zaak eene commissie noodig is; evenmin dat die ver
gunning eene herzieuing der iustructien noodzakelijk maakt.
Na eenige woordenwisseling omtrent de vraag welk voor
stel het eerst in behandeling zal komeu, brengt de Voorzitter
het voorstel van den heer Reeringh, de verdaging, in
omvraag; hetzelve wordt met 10 tegen -1 stemmen aaugenomen.
Tegen de heeren Boomsma, Bakker, de Breuk en de
Voorzitter; ten gevolge waarvan de andere voorstellen vervallen.
2). Benoeming van leden der Plaatselijke Schoolcommissie.
Na de lezing van eene ingekomene missive van de school
commissie, wordt tot de benoeming overgegaan.
Be aftredende leden zijude heeren Papineaudie ver
zocht heeft niet meer in aanmerking te komen, Brutel
de la Rivière en de Cock.
Be voorgedragen dubbeltallen zijn
1. Be heeren Reeringh en Strootman.
2. Be heeren Brutel de la Rivière en van Voornveld.
3. Be heeren de Cock en Verhey.
Be stemmen werden uitgebragt als volgt
Be heer de Coek 13, Brutel de la Rivière 12, van
Voornveld 10, Arerhey 4, Reeringh 2 en Strootman 1;
zoo dat de drie eerstgenoemden bij volstrekte meerderheid
gekozen ziju.
Be heer Reeringh stelt voor, den heer Papineau namens
den Raad dank te betuigen voor het. loffelijk en langdurig
waarnemen van het Voorzitterschap der Pk Schoolcommissie;
zonder stemming wordt dienovereenkomstig besloten.
3). Benoeming van PI. Commiezen.
Be Aroorzitter deelt aan de vergadering mede, dat een der
benoemden, met name Kauuegieter, voor die betrekking
heeft bedankt, en dat de commissie met die regeling belast,
een voorstel doet om in plaats van de nog te benoemen
twee adsistenten, een vast aan te stellen.
Aan de orde is alzoo ten eerste de benoeming van een
commies in de pilaats van Kannegieter. Als dubbeltal is door
de commissie opgegeven J. Moorman en A. Benijs. Eerst
genoemde werd gekozen met 11 stemmen. Benijs bekwam
2 en v. Oostveen ééne stem.
Baarna vraagt de Voorzitter of de leden zich kunnen
vereenigen met het voorstel der commissie om één commies
vast aan te stellen, op eene jaarwedde van 450, in plaats
van de benoeming vau twee adsistenten. Be Raad hierin ge
noegen nemende, wordt tot de stemming overgegaannadat als
dubbeltal wordt opgegeven J. M. van Oostveen en J. Nieu-
wenhuizen.
Eerste stemmingvan Oostvecn 7Nieuwenhuizen 5 en
Benijs 2 stemmen.
Tweede vrije stemming: van Oostveen 7, Nieuwenhuizen
6 en Benijs 1. Bij de daarop gevolgde herstemming tus-
selren van Oostveen en Nieuwenhuizen, bekwam elk 7
stemmen, zoo dat nu het lot moest beslissen dat teu voor-
doele van J. Nieuwenhuizen uitviel.
4). Request Subsidie voor den onderwijzer van de school
aan de binnenhavenden heer Sipkens.
Bit request in de vorige vergadering ingekomen, en daar
na in handen gesteld van de commissie belast met de zaken
vau het onderwijs, is van genoemde commissie terug ont
vangen, met advies, om de gevraagde 300 toetestaan, voor
den tijd van drie jaren, op voorwaarde, dat ingeval
het getal leerlingen meer dan 90 bedraagt, de subsi
die in evenredigheid van het aantal leerlingen verminderd
worde; dat er de vakken, vermeld onder litt. a i bij art.
1 van de wet op het onderwijs, onderwezen worde (ge
woon lager onderwijs)dat de schooluren gelijk gesteld
wordenaan die der openbare scholenen jaarlijks aan
het gemeente bestuur eene opgave worde gedaau van het
getal kinderen enz.
Be heer Zurmuhlen vraagt of het lokaal beantwoordt aan
de tegenwoordige vereischten; waarop de Voorzitter zegt
dat het bij de ingebruikneming door den vorigen onderwijzer,
door den Schoolopziener is goedgekeurd en dat het 120
kindereu kan bevatten.
Be lieer Graat brengt in het middendat wanneer deze
subsidie wordt toegestaande andere bijzondere onderwijzers
iu deze gemeente er evenveel regt op hebbenen 't wel eens
moeijelijk zoude kunnen worden om aau alle aanvragen te
voldoen; hij vermeent ook, dat nu, na de geopende school
in de Nieuwstad, er op een zoo geringen afstand minder
behoefte bestaat aan eene school, waarin toch ook giet dan
gewoon lager onderwijs zou worden gegeven.
Be Voorzitter zegt dat aanmoediging van concurren»