M 72.
Tweede Jaargang.
1862.
$efÖer, JïieumeDtep, lïïtffenisoorö, 015.
WOENSDAG
5 FEBRUADIJ.
De
uitslag-
der Crisis.
NIEUWE COURANT
VAN DEN
Verschijnt WOENSDAG en ZATUliDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post „1.50
Alen abonneert zicli bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjks.
De prijs der A dvertkntik.v is van 1l regels 40
Cents; voor eiken regel meer 10 Cents. Zcgelrcgt voor
elke plaatsing 35 Cis. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12uur gelieve men de Advcrtontien intezendeu.
Ingezonden stukken ecu dag vroeger.
Bijna allo bladen, zoo groote als kleine, liberale als con-
servative, treden na de officiële medcdeeling van Zaturdag jl.
in de Slaats-Courantin beschouwingen en bcoordeclingen
omtrent het niéuwe Kabinet, dat zij verguizen of ophemelen,
naar hunne eigene zienswijze, of naar de partij waartoe zij
behooren.
Wij hebben reeds in een vorig nommer ontwikkeld om
welke redenen wij het optreden van een zuiver liberaal
Ministerie niet alleen voor wenselielijkmaar zelfs voor
noodzakelijk hielden; en waarom een gemengd Kabinet te
genover de Kamer geen stand kan houden. De laatste be
raadslagingen over do Staats-begrooting stellen zulks buiten
allen twijfel; een Ministerie zonder kleur is zonder aanhang,
heeft geeue kracht en geene meerderheid; een Bestuur, welks
rigting geprononceerd is zoo als b. v. ook met een Ministerie
Groen zoude zijn weet of die rigting al of niet het ge
voelen der Kamer uitmaakt, en heeft juist daardoor steun.
Van het geheele Kabinet zijn slechts twee Ministers, die
van Marine en Iierv. Eeredienstaangeblevenen slechts
ongaarne heeft men het officieel bevestigd gezien, dat aan
sommige anderen het eervol ontslag, op hun verzoek
is verleend. De hr. Godefroij, heeft als Minister van Jus
titie, en vroeger ook als lid der Kamer, door werk
zaamheid en kunde, de algemeene achting en het publiek
vertrouwen in groote mate verworven, en velen zullen het
betreuren dat de staatkundige gevoelens van dien Heer het
hem onmogelijk makenin een Ministerie Thorbecke zitting
te nemen, doch indien wij wel onderrigt zijn, heeft voor
melde Minister daarvoor reeds vóór het jaar 1S53 bedankt.
Ook zou men waarschijnlijk gaarne den heer de Casem-
broot als Minister van Oorlog behouden hebben. Die Mi
nister toch, heeft gedurende zijn bestuur zoovele bewijzen
gegeven van te handelen naar overtuiging, en zonder zicli
door iets te laten weerhouden of afschrikken, om datgene
te volbrengen wat hij nuttig of noodig achttezoodat zijn
aftreden zeker door velen zal worden betreurd. Tot op het
laatste oogenblik, bleef de generaal de Casembroot aan zij
ne overtuiging getrouw, en nam zijn ontslag omdat hij
weigerde de organisatie van 't leger bij do wet te doen re
gelen, iets dat de heer Thorbecke als eeue //conditio sine
qua non" stelde, voor de deelneming in het Kabinet,welks
zamenstcller hij wezen zoude.
Eene dergelijke reden, de Indische Comptabiliteit, was
de oorzaak van liet aftreden van den heer Koudon, hoewel
hij onwederspreekbaar het vertrouwen genoot van de meer
derheid der Kamer; doch het votum van wantrouwen, dat,
hoewel in gcheimzinnigen vorm gehuld, over het Ministerie
•werd uitgesproken, was noch tegen den Minister van Justitie,
nbcli tegen dien van Oorlog, noch tegen dien van Koloniën
gerigt, zoodat indien geene individuele redenen het belet
'jiadden, die Ministers wel degelijk deel hadden kunnen
<itm; xén van het nieuwe Kabinetzonder van inconsequentie
rikunneu worden beschuldigd.
De weigering dier drie Ministers, om in het nieuwe ka
binet zitting te nemen, maakte alzoo eene bijna geheele
vernieuwing van bestuur noodzakelijk, en liet is dan ook
niet te verwonderen dat de zamenstcller daarbij bepaalde
lijk trachtte een bewind aan het roer van den staat te
brengen, dat met hem homogeen was, dat met hem een
stemmig zoude denken en handelen. Neemt men hierbij
in aanmerking, dat sedert het jaar 1S53, velen die vroeger
met den heer Thorbecke zitting haddenlater in andere
ndnistericn eveneens portefeuilles aanvaardden en dus
niet standvastig bij hunne beginselen gebleven zijn, dan is
het geenszins te verwonderen dat de formatie van het
nieuwe kabinet aan groote moeijelijkhedcn en bezwaren onder
worpen was, doch de lange duur alvorens die zamen-
stellingtot stand kwam, kan daarom geenszins worden be
schouwd, als oen bewijs van zwakheid der liberale partijzoo
als de conservatieve bladen zulks hebben beweerd.
liet betreft op dit oogenblik, naar ods inzien,minder eenstrijd
vóór of tegen personen, dan wel een strijd van den vooruit
gang tegen de Reactie. Het is niet de heer Thorbecke,
dien de conservatieve partij vreest, maar den invloed zijner
beginselen. De liberale partij wil de vooruit-, de conser
vatieve de achteruitgang. Niet alleen door geheel Europa,
maar zelfs in andere werelddeelenheeft dezelfde strijd plaats,
hoewel bijna overal onder geheel andere omstandigheden dan bij
ons; doch bijna overal zegepralen de liberale begrippen boven die
der behouds-partijomdat de eerste meerendecls uit over
tuiging, de laatste grootendeels slechts in eigenbelang hunnen
oorsprong hebben. Men beschouwe slechts Italië en den
Paus, om zich van de waarheid dier beweringen te over
tuigen doch dóór, even als overalzal weldra de vrijheid do
bovenhand behouden op den dwang, het licht over de
duisternis.
Indien wij nu de verschillende bcoordeclingen nagaan,
door de verschillende bladen gegeven, omtrent de optreding
van een Ministerie Thorbecke, dan staat men verbaasd over
de scherpe contrasten die men er in aantreft. Men leze
slechts de llaagsche correspondentie van de Arnhemmer en
de hoofdartikelen van het Kieuw Dagblad van 's Ilage.
Terwijl de Arnhemmer een te Deum laudanies" aanheft,
kan 't Kieuwe Dagblad zijne spijt niet verbergen; voorspelt
reeds, als een tweede Cassandra, den ondergang van het
land, zoo dit Ministerie lang het roer van den staat in
handen houdt, doch stelt gelukkiger wijze de natie gerust
door hare verzekering dat dit kabinet niet lang stand kan
houden, als hebbende noch de sympathie der natie,
noch die der kamer; ja, dat blad vond zelfs, in hetzelfde
nommer waarin het de officiële benoeming uit de Slaals-
Courant overnam, reeds gelegenheid den heer Thorbecke te
beschuldigennu reeds het protectie-sijsteem te hebben toe
gepast en eindigt met den uitroep! «Zie daar nu, Neder-
landsclie natie, wat gij thans te wachten hebt." In het
nommer van Zondag on Maandag vindt men dan ook in
ellenlange redeneringen bewezen dat liet optreden van dat
Ministerie eigenlijk eene nederlaag is, voor den heer Thor
becke en de liberale partij.