M 80. |efÖcr, JlteutöeÖiep, RïiffenisoorD, cn,v Tweede Jaargang. I862X te WOENSDAG 5 MAART. \V K>.v NIEUWE COURANT VAN DEN Verschijnt WOENSDAG cu ZATURDAG. Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30 Franco per post „1.50 Men abonneert zicli bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Gij.tjes. De prijs der AdvertenïTEN is van 14 regels 40 Centsvoor eiken regel moer 10 Cents. Zcgclrcgt voor elke plaatsing 35 Cts. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12uur, gelieve mende Advertenticn intczcudeu. Inuezondcn stukken een dag vroeger. POLITIEK OVEUZIGT. De beraadslagingen in den Franschen senaat wekken nog steeds de algemeene belangstelling. In de laatste zittingen is de Romeiusche qusestie behandeld, over welke dc heer Bourqueney 't eerst het woord voerde. Hij sprak ten gun ste van de wereldlijke rnagt van den Paus, terwijl de heer Bonjean ze zeer heftig bestreed. Prins Napoleon en de heer de Laguéronière bespraken insgelijks dit vraagstuk en waren van oordeeldat het zoo mogelijklangs den vredigen weg moest worden opgelost, doch drongen tevens aan op de te rugroeping der Pransche troepen uit Rome, die eene rege ring beschermendie de hunne vijandig gezind is. De Kardinaal Donnet heeft in de senaatszitting de houding van den Paus verdedigd en er op aangedrongen dat de pa- ragraaph betreflende Rome naar de Commissie van redactie ter wijziging zou worden gerenvoijeerd. Daarna nam Prins Napoleon weder het woord, hij hield staande dat het tijd wordt om aan de Romeinscbe quaestie een einde te maken. Hij achtte het noodig, dat de Pransche bezetting uit Rome werd teruggeroepen, omdat die qusestie anders op dezelfde hoogte zal blijven, dewijl het hof van Rome, zoolang het niet reglstreeks iets te vreezen heeft, ook nooit geneigd zal zijn tot toegevendheid. Dat hof zeide hij hoopt niet door tusscheukomst eener Pransche krijgsmagt zijn ver loren terrein te herwinnen; neen, het hoopt op hulp eener andere vreemde legermagt, die na de Italianen en welligt ook de Franschen te hebben geslagendat gebied zal her overen. De Prins las vervolgens een aantal diplomatieke stukken voor, waaronder documenten, tot zelfs van het jaar 1669. Hij zocht daaruit het bewijs te putten, dat het wereldlijk gezag der pauzen altoos een betreurenswaardig verschijnsel is geweest en dat het Romeinsche hof steeds alle raadgevingen van den Keizer in den wind heeft gesla gen. Voorts wees hij op de gematigdheid en het bedaard overleg, door de Italianen bij de qusestie der Italiaansche eenheid betoond, en verklaarde te moeten volharden bij zijn gevoelendat die eenheid zonder het bezit van Rome als hoofdstad van Italië niet mogelijk was. Hij zette ver volgens uiteen, in welk eene onderhoudbare positie het Pransche bezettingskorps aldaar zich bevond, nu het ver- pligt was een gouvernement te beschermen, hetwelk jegens den keizer vijandig gezind is. Dit was eene rede te meer waarom hij verlangt, dat die troepen zouden worden terug geroepen na 't vaststellen van waarborgen eener volkomen onafhankelijkheid voor den paus, ten aanzien van zijn geeste lijk gezag en finantieel beheer. De heer Billault, heeft daarna, tengevolge eener vraag van den lieer Boisy verklaard dat hij later de politiek der regering ten opzigte van Rome nader en breedvoerig zal uiteen zetten en zich nu slechts bepaalt tot de verklaring, dat hare politiek zeer veel verschilt van die, welke hij het zoo even aangewezen doel ontwikkeld is. Het dezer dagen medegedeelde berigt, dat de opstand in Griekenland zou zijn gedempt, bleek reeds voorbarig te zijn geweest, uit de mededeeling in een sedert ontvangen telegram, dat de opstand geene vorderingen maakt. Latere berigten doelen nu mede dat Nauplia nog in het bezit der opstandelingen is. Diezelfde tijdingen wijzen er op dat die stad mocijclijk te nemen is cn, in elk geval, onmogelijk door de troepen waarover het Rijk te beschikken heeft. Bovendien bezit de stad nog mondbehoeften voor eenige maandenen wat meer is de volmaakste orde wordt daar zorgvuldig bewaard. Naar een dagblad van Athene, voorts over den opstand mededeelt, moet de aanleiding daartoe niet anders zijndan een algemeen misnoegen tegen de han delingen van het Gouvernement en van de Kamer, die te veel onder den invloed der bewindslieden is gekozen. Overi gens heeft de opstand niets gemeens met de revolutionnaire plannen van Garibaldi, doch is men zeer verbitterd tegen de in Griekenland verblijf houdende Duitscherszoodat men zelfs op het ontslag aandringt van eenige llof-beambten. De zitting der Belgische Kamer van Donderdag was merk waardig door de hevige discussien die gevoerd zijn tusschen den afgevaardigde Guillcry en den Minister van Binnel. zaken, over het voorstel van eerstgenoemden om eene som van 700,000 francs toetestaan tot verhooging der bezoldi ging der onderwijzerswelk voorstel door den Minister werd bestreden. "Voornamelijk keurde de Hr. Guillery de hooge sommen af, gebruikt voor de verdediging van Ant werpen, terwijl het onderwijs iu ongunstigen toestand ver keerde. De Kanunnik de llaeru heeft lof toegezwaaid aan de wijze, waarop men iu Holland in 't openbaar onderwijs heeft voorzien. Deze lof, door een katholiek priester tot een protestantsch land gcrigt, is allezints opmerkenswaardig. 1TIES TT W S 7 IJ D 11T O 3 II. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, 4 Maart 1862. Naar wij vernemen is de offic. van gezondheid Dr. C. Gutteling, met 1 Mei a.s. overgeplaatst, bij het tegen dien datum alhier verwacht wordende bataillon Infanterie; ZEdg. zal dus niet vertrekken, maar alhier in garnizoen blijven. Gisteren avond had alhier de aangekondigde buiten gewone vergadering, ten voordeele der armen plaatsvan het gezelschap Ernst en Scherts. Deze vereeniging behoort tot de burgerklasse en haar doel is, om elkander onderling van tijd tot tijd eenen genoegclijkcn avond te verschaffen, door het voordragen van gedichten en het geven van tooneelma- tige voorstellingen. Door edele beweegredenen aangespoord, trad dit gezel schap gisteren avond voor de eerste maal voor het publiek op; dat dan ook door eene zeer ruime opkomst een blijk van belangstelling gaf. Wij zijn overtuigd de tolk te zijn, zoo niet van allen, dan toch van zeer velen der bezoekers, met te verklaren dat deze proeve als uitmuntend beschouwd mag worden en verre de verwachting heeft overtroffen. De uitvoeringen van al de stukken van het programma, bestaande uit acht nommers, aanvangende met de voor- dragt van Egmond door L. v. d. Broek cu eindigende met eene Dankzegging met Muziekviel eene levendige tocjui- ging ten deel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 1