|etÖer, JïteutoeÖiep, IMfemsoorÖ, enj. JY». 89. Tweede Jaargang-. 1862. y ZATURDAG 5 APRIL. WAARHEID,REGTVAARDIGBEID, ONPARTIJDIGHEID. NIEUWE COURANT VAN DLi\ Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30 Franco per post #1.50 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes. De prijs der Advertenties is van 14 regels 40 Cents; voor eiken regel meer 10 Cents. Zegelregt voor elke plaatsing 35 Cts. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12uur, gelieve mende Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken een dag vroeger. Vervolg van N". 87). In het land, waar de fabel voorvalt, die we verhalen zul len, schijnt, de manuscripten bewijzen het, de monarchale regerings-vorm de heerschende geweest te zijn, echter zoo danig dat het volk eenigeu invloed op 't bestuur uitoefende, daar het afgevaardigden naar de vergadering zondom tegen willekeurige of tyrannieke handelingen te waken en voor deszelfs vrijheid te zorgen. Ook de regering wist reeds wat Xenophon ons in zijne Oyropaedie mededeelt, dat het heer- schen van weinigen of van de voornaamsten niet bestand was tegen den weerstand van anderen en dat altijd waar zoo danige vorm van bestuur bestond, ze vernietigd werd door het volk. Met leede oogen zagen wel is waar die aristocra ten hunne oppermagt beperkt, wel trachtten ze door alle middelen het gezag en den invloed dien ze vroeger bezaten te herwinnen, wel spaarden ze noch laster, noch onedele middelen om den Heerscher (Monarch) te overtuigen dat hij alleen moest heerschen (tyranneren), maar èn de stem des volks èn de wijsheid van zijn staats-minister, deden die aan slagen mislukken, en de weinigen moesten zich bepalen met in stilte en in duisternis te complotteren. Ook de afzonderlijke steden kozen hun eigen bestuur; dit was zamengesteld uit de wijste en aanzienlijkste mannen der plaats die alleen voor haar heil moesten zorgenen bezweren dat heil slechts op het oog te hebben. Men noemde ze "de wijzen"; ze beraadslaagden in een tempel die voor een ieder open moest staan, opdat ieder burger zich aan de bron hunner wijsheid zou kunnen laven. IVel is waar, vergaderden ze soms afzonderlijk in eeue geheimzinnige grot, waar ze vooraf de zaken bespraken, die ze later aan het volk zouden opdis- scheumaar ook dit geschiedde slechts tot heil en in het belang van 't algemeenen kwam er soms al eens een betweter of ontevredene (want deze waren er oudtijds ook) dan liet men dezen zeer eenvoudig praten en ging onge stoord zijn' gang. Wetten hadden ze, en goede ook; maar hoewel 't de bedoeling der wetgevers geweest was, dat de wijzen deze bij hunne handelingen zouden in acht nemeu en zich daar naar gedragengebeurde 't dikwijls dat ze begrepen deze te moeten ter zijde leggen om er auderenvan lrau eigen maaksel voor in de plaats te stellen, of wel willekeurig te moeten handelen. Voornamelijk in geval eigenbelang 't noodzakelijk maakte, traden zij ze, openbaar met de voeten, en mogt deze of gene opposant zich daarover beklagen dan wisten ze hunne uitspraken, even als die van 't beroemde orakel te Delphi, zóó interigten dat het regt altijd aan hunnen kant bleef en den lastigen tegenspreker bleef niets over dau zich in zijn lot te schikken en de Goden te danken dat zijne belangen aan zulke wijze en onbevooroordeelde man nen waren toevertrouwd. Of de geschiedenis in Athenena de wetgeving van Draco, voorvalt is niet met zekerheid uittemaken, maar eene enkele wet, die wel is waar niet met bloed geschre ven op perkement stond, doch zeker in al hare gestreng heid werd toegepast, schijnt zulks te kunnen doen vermoe den. Wij vinden namelijk in het manuscript de navolgende artikelen, welke wij letterlijk overnemen: Art. 1173. Een ieder die het zal wagen de uitspraken van den Raad der wijzen of zijn bestuur te beoordeelen tegen te sprekenaf te keurenof zelfs niet volmaakt te verklaren, is een slecht burger, en zal als zoo danig worden prijs gegeven aan de algemeene verachtiug en zooveel mogelijk worden vervolgd. Art. 1174. Ook zal hij, die iets openbaar maakt wat den wijzen, of hun bestuur onaangenaam is, of die hen stoort in de rust waarin ze de stad houden: hetzij door klagtenbekendmaking aan 't volk of an- derzintsof ook die zal toelaten dat enkele daden van achteloosheid van't bestuur aan't licht komen, insgelijks gestrengelijk worden gestraft. Art. 1190. Mogten in den raad der wijzen, enkele leden, het niet eens zijn met het bestuur van dien raad, dan is 't gevoelen der bestuurderen dat van de Godin der wijsheid. Art. 1191. Het volk zal slechts dit als wijs mogen aanne men en moeten zorgen dat die tegenstrevers zoo veel mogelijk worden verguisd, beschimpt, bespot, hatelijk en belagchelijk gemaaktteneinde het volk later menschen in den raad brenge die door Minerva met het licht van het bestuur van dien raad be schonken zijnwant hun gaf 1'allas Athene slechts daarom haar goddelijk verstand, opdat ze uitste kend zouden zijn boven alle andere medeburgers. Het is te begrijpen dat 't volk, dat voor een groot ge deelte van de wijzen op de eene of andere manier afhankelijk was, deze wetten striktclijk opvolgde; en daaraan was het toeteschrijven dat die raadsledendie op het volk geen' mid- delijken of oumiddelijken invloed uitoefenden, gemakkelijk werden gehoond en verguisd, terwijl de anderen door allo mogelijke middelen het volk trachtten te overtuigen dat slechts hun belang bij hen op den voorgrond stond. De plaats waar "de wijzen" hunne voorloopige bijeen komsten hielden, was gelegen in eene diepe spelonk, in welke geen meuschelijk oog door de diepe duisternis kon henen zien. Slaven hielden de wacht en beletten eiken on- bescheidene een' blik te werpen in de grot, of te trach ten op sliuksche wijze die vergaderingen bij te wonen. De dood wachtte ecu ieder die beproeven zou de ondoordring bare sluijer opteligten, die hunne handelingen bedekte; en het volk, overtuigd van de vrecselijke magt van het be stuur was bevreesd zelfs tot de minste verdenking aanlei ding te geven, om de zware straf daarop gesteld, te ontgaan. In een' donkeren nacht waren de wijzen bijeengekomen om hunne voorloopige maatregelen tot het algemeen welzijn te nemen; het spreekt van zelfs dat H plebs niet tot het algemeen gerekend werd, want dit domme, onbeschaafde deel der bevolking bragt wel belastiugen op, en arbeidde van den ochtend tot den avond om de noodige penningen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 1