|efÖer, JTieatoeÖiep, IMfemsoorÖ, eiij}.
•M. 96. Tweede Jaargang. I862\Vï
WOENSDAG
De bijeenkomst der Tweede Kamer.
50 APRIL.
rr v-.
NIEUWE COURANT
VAN DEN
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post „1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
Met grootc cn gespannen verwachting zag het Nederland-
sche volk de eerste zamenkomst der Regering met de Tweede
Kamer der Staten-Generaal te gemoet. Veel, zeer veel, was
in dien tijd door de organen der verschillende partijen ge
schreven. Terwijl sommigen de optreding van dit Ministerie
beschouwden als de eeuige wijze om aan 't uitgedrukt ver
langen der natie te voldoenmeenden anderen dat 't aldus
zamengesteld Kabinet noodwendig den achteruitgang van
's lands belangen en voornamelijk het verlies onzer Kolo
niën moest tengevolge hebben. Wij zullen ons in geene
bijzonderheden begeven omtrent den strijd door de organen
dier beide rigtingen gevoerd, sedert het optreden van het
Kabinet tot de bijeenkomst der Kamer, maar ons alleen
bezig houden met enkele quaestien, die thans zullen beslist
worden.
Het was eene vraag die overal gedaan werd//zal het Mi
nisterie in de eerste zitting een politiek programma geven,
cn zijne beginselen, voornamelijk op Koloniaal gebied, ont
wikkelen". Sommigen meenden daartoe reden te vinden,
anderen daarentegen achtten 't overbodig.
liet is bekend, dat de heer Thorbecke de zamensteller van
dit Kabinet geweest is, en hieruit volgt van zelf, dat zijne
rigting en zienswijze ook door de overige Ministers gedeeld
wordt. Die rigting en beginselen nu zijn overbekend en
daarom kon de heer Thorbecke gerustelijk beweren, dat een
programma van grondstellingen door niemand zoude worden
verwacht, noch voor zich zelv1, noch voor zijne ambtgenoo-
tcn, die hunue portefeuilles aanvaard hadden, nadat vooraf
de heer Thorbecke reeds als Minister was benoemd, of ze
bleven behouden, toen die staatsman tot hoofd van het De
partement van Binnenl. Zaken was aangesteld.
Zoo zeide dan ook de hr. v. Goltstein //ik weet niet of 't
in het plan ligt van 't nieuw opgetreden bewind, om de
noodige inlichting te geven over de vorming en de rigting
van het nieuwe Kabinet", waaruit van zelf volgt: dat ook die
spreker de absolute noodzakelijkheid daarvan niet inzag, hij
beschouwde het als eene zaak die de Regering doen konde,
doch geenszins verpligt was te doen.
Dat in den tijd tusschen het scheiden en weder bijeenkomen
der Kamer, door de Regeringof door de hoofden der
departementen geene wetten van gewigt gepubliceerd, of daden
van belang verrigt kunnen zijn, valt iedereen in 't oog die
niet door partijzucht verblind, daaruit een wapen tegen de
Regering tracht te maken. Zien wij echter hoe 't Kabinet
reeds vóór den aanvang der discussiën door een onzer reac
tionaire organen wordt beoordeeld:
„Aan dc groene tafel in de groote zaal van het Binucuhof zit een be
wind van zonderlingen aard. Dc meeste zijner leden zijn voor het land
onbekende mannen en voor zoo ver hunne namen niet onbekend zijn ver
bindt zich er de herinnering aan van eene hartstogtelijke oppossitie tegen
al wat in de laatste jaren den naam droeg vanRegering.
Een Minister van Finantiëndoor de coterie der Nieuwe Rotterdamsche
Courant vooruitgeschovenzonder andere antecedenten dan van een ondoor
De prijs der Advertenties is van 14 regels 40
Centsvoor eiken regel meer 10 Cents. Zegclregfc vooi
elke plaatsing 35 Cts. Vóór des Dingsdags cn Vrijdag;
middag 12uur, gelieve mende Advcrtcuticn inlezenden.
Ingezonden stukken een dag vroeger.
dacht plan van belastingstelsel voor de gemeenten Üau van een wijdloopige
compilatie over onze finantiëndan van ccuige oppositie-redevoeringen tegen
personen en instellingen.
Een Minister van Justitieals repetitor geachtals vindingrijk pleitbe
zorger geroemdmaar missende alle hoedanigheden die in een staatsman
gedischt worden, gelijk zijne korte, doch hartstogtelijke loopbaan vau
Volksvertegenwoordiger voldingend heeft bewezen.
Een Minister van Marinedie dc taakwelke volgens de Grondwet op
hem rust als den verantwoordelijken persoon voor den oiischcmlbareu Ko
ning niet ongaarne overdroeg op de schouderen van anderen doch sedert
zijn bestuur nog geen enkel blijk van werkzaamheid of zelfstandigheid heeft
gegeven.
Een Minister van Oorlognis hoofdofficier in een speciaal vak welligfc
gunstig bekenddoch van wiens geschiktheidom te zijn leider en bestuur
der vau ons legernog niets is gebleken terwijl zijne beginselen onbe
kend zijn.
Een Minister van Koloniëndie gedurende een leven aan de wetenschap
der genie gewijdnimmer aanleiding of gelegenheid had om zich toe tc
leggen op de studie van dc raocijelijkc vraagstukken van koloniaal bestuur
eu van koloniale politiek.
Een Minister van Buitcnlandsche Zakendie tot Minister van Buiten-
landschc Zaken gemaakt is. Ziedaar ook alles wat men tot dusver vau
hem zeggen zal
Eu een zoodanig zamengesteld Bewindgrootcndeels bestaande uit onbe-
keude namen durft alléén welligt omdat de heer Thorbecke zich in
hun midden bevindt de natienadat deze drie maanden geduldig had
gewachttoeroepenWij verkondigen v geen programma van grondstel
lingen dat niemand van ons wacht
Het zou niet moeijelijk vallen 't oordeel van 't Nieuw
Dagblad van llage om te keeren en het tegenovergestelde
van dat oordeel te betoogen. Het onhoudbare en onlogische
van de redenering valt echter van zelf in het oog, en moeije
lijk is het te begrijpen, waarom 's lands bewind niet mag of
kan toevertrouwd wordenaan eene Regering, van welke de
meeste harer leden onbekend zijn. Juist dan is 't niet de
tijd om af te keuren of to bestrijden datgene wat ze niet
gedaan heeft, maar te wachten wat ze doen zal. En dan
kan men, naar de rede van den lieer Thorbecke, vele en
gewigtige wetten en discussiën van belangrijken aard iu
deze zitting te gemoet zien.
Van meer gewigt achten wij de ophelderingen die de
heer Thorbecke zal geven op de aangekondigde interpellatie
van den heer v. Goltsteinbetredende 't contra-seign en die
waarschijnlijk spoedig zal plaats vinden. Immers, onmidde-
lijk, nadat de koninklijke besluiten omtrent het ontslag der
afgetreden en de benoeming van de tegenwoordige Ministers
waren gelezenen de Voorzitter had voorgesteld zo voor
kennisgeving aan te nemen, merkte dat lid op: //dat er een
bezwaar was gerezen ter zake van do geldigheid dezer be
sluiten, dat door de Regering zal moeten worden opgehel
derd en toegelichten hij zich voorbehield later op dat punt
terug te komen".
Wij hebben reeds vroeger toen dit vraagstuk was op
geworpen onze gedachte daarover uitgebragt, en aarzelen
niet thans mede te deelen, wat reeds door ons in No. 79
dezer Courant (dd. 1 Maart) omtrent dit feit werd geschreven:
In onze vorige nommers hadden wij ruime gelegenheid nategaan hoo
tegenovergesteld het oordeel der verschillende dagbladen over een en het
zelfde onderwerp waswij deelden toen aan onze lezers de gevoelens van
eenige hoofdorganen onzer vaderlaudsche journalistiek medenopens do
Zie de Nos. 76, 77 cn 78 dezer Courant.