Tweede Jaargang. 1862. «fjeföcr, 3tieumeÖiep, lïïiffemsoorö, eii^. WOENSDAG 4 JEN IJ. Eene gewaagde stelling. J\p. 106. NIEUWE COURANT VAN DEN Verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30 Franco per post „1.50 Men abonneert zich bij alle Doekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan deiiTJitgever S. Gii.tjes. De prijs der Advkktentien is van 14 regels 40 Cents; voor eiken regel meer 10 Cents. Zcgelrcgt voor elke plaatsing 35 Cts. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12uur, gelieve mende Advertentien intczenden. Ingezonden stukken een dag vroeger. In ons vorig nommer gaven wij de redenen op, waarom wij bij de aanstaande verkiezingen voor de Kamer het wen- schelijk zouden achten, ons district vertegenwoordigd te zien door een inwoner dezer provincie, die met hare belangen en behoeften speciaal bekend is. Een aantal kiezers had daartoe 't oog gevestigd op den heer Kikkert, sedert verscheidene jaren lid der Provinciale Staten van Noordhollandvan wien men dus kan aannemen dat hij aan de gestelde vereischten voldoet. Wanneer wij dien heer den voorrang toekenden boven onzen tegenwoordigen afgevaardigde, den heer Poort man geschiedde zulks alleen op dien gronden het was ons voornementhans de redenen op te gevenwaarom wij meen den dat die heer in staat zoude zijn //met waardigheid eene plaats in 's lands vergaderzaal in te nemen". Wanneer wij daarvan thans terugkomen, is 't om het oog te vestigen op eene stelling voorkomende in de Ileldersche- en Nienwedieper Courant van Zondag jl.eene stelling ge opperd door een zestal ingezetenen dezer gemeentewier oiiderteekening op den uitslag der aanstaande verkiezing van eenigen invloed zoude kunnen zijn. "Wij vinden daar namelijk tot de kiezers de vraag gerigt: //Wilt gij het tegenwoordig Ministerie ondersteu nen of tegenwerken? Zij die liet laatste willen, kunnen omtrent de personen hunner keus verschillen, naarmate van het verschil der rigting, waaruit zij het Ministerie verlan gen bestreden te zienvoor hen die zich over de optreding van het tegenwoordig Ministerie verheugen en zijne rigting in de Kamer wenschen te zien vertegenwoordigd, behoort geen verschil omtrent den persoon te kunnen ontstaan". Deze stelling is het, die wij, met alle bescheidenheid met den naam van gewaagd bestempelen. Niemand heeft zich meer dan wij over de optreding van dit Ministerie verheugd en men vergunne ons dit aan te toonen uit de verschillende stukken door ons vroeger over dit onderwerp geschreven: In ons N°. 70 toch, vindt men het navolgende geschre ven: vóór de benoeming van het tegenwoordig bewind //Daarom gelooven wij ook dat de eenige weg die over blijft, is: een Ministerie Tiiorbecke een Ministerie waarin de man weder zitting heeft die de symphatie van 't meeren- dccl der natie bezit, en die slechts door iutrigues en kui- -perijen zijne portefeuille crloordoch die de teugels des bewinds met vaste hand wist te voeren. De conservatieve partij zelve, ziet wel in, dat dit vroeg of laat de uitslag en de uitkomst wezen moet, en tracht daarom alles in het midden te brengenwat waar of onwaarecht of valsch gebeurd of verzonnenslechts dienen kan om zijne verdien sten in de publieke opinie te verminderen of te verkleinen". //Welke pogingen men ook moge inspannen, zal, de ge schiedenis der gansche wereld bewijst het, eenmaal het li- bcralismus zegepralen over dat stelsel van eigenbelang en baatzucht, waaraan men den naam van conservatief gegeven heeft. Ook Nederland zal, naar wij vastelijk vertrouwen, spoedig weder onder hel bestuur zijn van den man, aan wien het zijne meeste liberale instellingen tc danken heeft, die reeds jaren geleden de eerste impulsie, de eerste schok heeft gegeven, om der Nederlandsche natie de regteu te doen verkrijgen, op welke ze door hare ontwikkeling en beschaving gerustelijk aanspraak mogt maken". IuN°. 72. "Wij voor ons houden het optreden van dit kabinet en van den uitstekenden staatsmandie sedert negen jaren door kabalen en intrigues van het staats-tooneel verwijderd werd gehouden, als een geluk voor Koning en Vaderland". Eu in N°. 98. //Geene quaestie kan er dus overblijvenof, de eerste zamenkomst verkreeg een' voor 't Ministerie en de liberale partij, schitterenden uitslag, daar ze voldingend bewees dat de meerderheid volkomen vertrouwen stelde in de Regering en in de personen der Ministers. Teregt wilde de meer derheid de daden afwachten en niet personen veroordeelen alleen omdat ze minder bekend waren, doch geene blijken van ongeschiktheid of practische onbekwaamheid hadden gegeven. Zoo kunnen wij thansde toekomst met gerust heid te gemoet zien, en hopen dat de zoolang geduurd hebbende overgangs-periode eindelijk voorbij zijen de op treding van dit bewind zal strekken tot bloei en tot heil van het dierbaar vaderland". En waarlijk ook zal niemand die liberaal denkt, en wezenlijken vooruitgang in de vrijzinnige rigting wenscht, er aan denken, het tegenwoordig Ministerie te bestrijden of tegen te werken; in zooverre houden wij de hiervoren gemelde stelling voor juist maar minder aannemelijk komt het ons voor, dat er onder hen //die de rigting der Regering in de Kamer wenschen vertegenwoordigd te ziengeen verschil omtrent den persoon bestaan kan", wanneer namelijk die personen dezelfde rigting zijn toegedaan. De heer Poortman was sedert jaren een ijverig verdediger der beginselen door den heer Tiiorbecke voorgestaan, maar dit alleen kan geene reden wezen voor de kiezers van ons districtom juist dezen afgevaardigde te herkiezenwanneer cr een te vinden is met liberale begrippen, doch door zijne langdurige betrekking als lid der Staten, meer met de be langen van dit gewest bekend. Dat er altijd een verschil omtrent de keuze van personen zal blijven bestaan is onwo- dersprekelijkhoe zou men anders de keuze van den heer Poortman, tegelijker tijd met die van den hccrvAN Eoreest, door de kiezers van hetzelfde district, in overeenstemming brengen Hoe dus de stelling, //dat elke aanbeveling van anderen, dan van den heer Poortman, eene aanbeveling is tot be strijding van het tegenwoordig Ministerie" (gelijk in 1t. aan gehaalde stuk gezegd wordt)zou kunnen verdedigd worden is ons niet duidelijk. Wanneer b. v. de heer v. Hoeveel, als afgevaardigde van Almelo aftradem men dezen in ons district candidaat stelde, zou zulks dan moeten beschouwd worden als eene bestrijding van het gouvernement Door zoodanige redenering zou het bestaan of niet bestaan van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 1