Jtë 144.
Tweede Jaargang.
1862.
J
IjefÖer, JTieutoeÖicp, Wiffemsoorö, eiift.
WOENSDAG
15 OCTOBER.
DE VOOROESTELPË BEUSTIMl 01' DE kOFFIJ.
NIEUWE COURANT
VAN DEN
Verschijnt "WOENSDAG cn ZATERDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post „1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven frunco aan denTJitgever S. Gii.tjes.
De prijs der Aijvf.utentien van 14 regels is 40
Centen voor c-lkeu regel meer 10 Centen. Zcgelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur, gelieve men de Advertcnticu intezenden.
Ingezonden stukken een dag vroeger.
Volgens de ingediende Staatsbegrooting voor 1868heeft
de Regering bet plan eene belasting te belten op de koftij
van 10 centen per kilo of 5 centen op de 5 ons. De
Minister van Finantiën noemt een matig regt op de koflij
ongetwijfeld eene der minst drukkende belastingen.
Eene belasting op de kofllj is ten allen tijde in Nederland
als drukkend beschouwd, zij werd slechts geheven in tijden
van nood. Eerst in 1691 treffen wij zoodanige belasting
het eerst aan, zij werd toen ingevoerd //ten einde in de
zware kosten van den oorlog te voorzien." In 1694 afge
schaft, werd zij in 1699 op nieuw ingevoerd, en daarna
in 1715 door eene nieuwe ordonnantie vervangen. Eindelijk
in 1750 kreeg de belasting een nieuwen vorm, want zij kon
niet meer geheven wordeu van ieder, omdat het volk er ou
der gebukt ging; men maakte er een soort van inkomsten
belasting van, door ieder naar zijne inkomsten of vertering,
koffij-geld te doen betalen. Gogel, de minister van finantiën
onder Lodewijk Napoleonnoemde eene belasting op de kofl'ij
allcrnadeeligst >oor den handel. Eerst in 1819 trachtte men,
door een accijns op de kofl'ij te heffenin den nood dei-
schatkist te voorzien. Zij werd ingevoerd bij de wet van 21
Mei van dat jaar en provisioneel gecontinueerd bij de wet
van 28 December van hetzelfde jaar, doch zij moest reeds
bij eene wet van 26 Augustus 1822 worden afge
schaft. In 1830, toen de behoeften steeds klommen,
voerde men de kofi'ij-belastiug op nieuw in. De wet van 3
Juuij 183U bepaalde, dat van alle ingevoerde kofl'ijdie
tot bintienlandsch verbruik zou overgaan, betaald zou wor
den f 10 van de honderd pond, behalve de opcenten en het
collectief-zegel. Ook bij deze wet trachtte de toenmalige
Regering te doen, wat ook de tegenwoordige verlangt: dat
is de bezwaren wegnemendie den handel bij zoodanige
heffing treffen zou. Alle mogelijke bepalingen werden te dien
aanzien gemaakt. En wat is nu het lot van deze wet ge
weest? Dat zij nimmer in werking is kunnen gebragt worden.
Het verzet daartegen was zóó sterk, van de zijde der natie
als van die van den handel, dat men terugdeinsde voor de
uitvoering. De wet van 3 Junij 1830 bleef eene doode letter.
De geschiedenis der koffij-helasting wederspreekt het ar
gument van den Minister van Finantiëndie eene zoodanige
heffing "ongetwijfeld eene der minst drukkende belastingen"
noemt. Wij twijfelen er aanof de Kamers zijne voordragt
tot eene wet zullen maken.
POLITIEK OVERZIGT.
Men verwacht de bijeenkomst in het volgende jaar van
een congres van gekroonde hoofden te Weenen.
Mazzini verloochent in dc Unita Italiana zeer naïf zijn
bondgenootschap met Garibaldi; evenwel ontveinst dat hoold
der italiaansche revolutionnairen niet dat zijne blikken nog
steeds naar Venetië gerigt zijn. Wie weet overigens welk
ccn net van combinatiën onder zijne partij verholen is ge
weest en welligt thans verscheurd is door de inhechtenis
neming van de personen, die op 1 Octobcr de mo,ordtoo-
neelen te Palermo hebben aangerigt; want, volgens de Llalïa,
moeten deze zeer gewigtige feiten aan het licht hebben gebragt.
Onder het opschrift Victor Emmanuel of een president
heeft de lieer Alph. Assolant in den Courrier du Dimanchc.
eenigc politieke beschouwingen geleverd, die aldus aanvangen:
"Visschen, zcide de visscher, met welke saus wilt
gij gegeten worden. Wij willen niet gegeten worden.
Gij gaat van de zaak in quaestie af, zeide de visscher.
Nu past Assolant deze gelijkenis toe op de Italiaansche
quaestie, en hij verandert de zamenspraak op deze wijze:
//Romeinen, wilt gij onderdanen zijn van den Paus of van
Victor Emmanuel? Wij willen noch het een, nocli het
ander wezen. Gij gaat van de zaak in quaestie af." De
steller van het artikel, meer humorist dan politicus, zegt
ten slotte: "De opvolger van Pius IX moge Garibaldi,
Mazzini of wie ook wezenik voor mij zal gaan roepen
als de overheid het vergunt: Leve de Romeinsche republiek!
Maar de overheid zal het niet vergunnen.
La France meldt dat Garibaldi aan eene Eugelsche
deputatie heeft verklaard, dat hij niet voornemens was
van een zijner plannen af tc zien, en dat hij daarom een
manifest gereed maakt, waarin eenige belangrijke, onweder-
legbare feiten aan den dag zullen worden gebragt.
Men verzekert dat de, te Palermo gearresteerde personen
die van moord verdaclit zijnbelangrijke mededeelingen aan
dc justitie hebben gedaan. Dc Gazella van Turijn bevat
een brief van Coiiforti, waarin hij verklaart, dat zijne reis
naar Frankrijk en Italië geen politiek doel beeft en hij met
geene zending van het gouvernement belast is. De kamer
van koophandel te Messina heeft besloten het gouverne
ment een stoom-oorlogsfregat ten geschenke aan te bieden.
De Times berigt het volgende: Den soldaten is ver
boden morgen Hydepark te bezoeken. Een proclamatie van
Richard Mayne verbiedt het houden van meetings en het
uitspreken van redevoeringen in dc parkenen waarschuwt
het volk geen deel te nemen aan zulke bijeenkomsten, om
dat de noodige maatregelen genomeu zijn tot handhaving
van de openbare rust en orde.
La Monde zegt Garibaldi protesteert tegen de am
nestie, hem verleend; hij houdt zich niet voor schuldig;
dientengevolge wil hij geen pardon. Als men de zaak uit
een Garibaldiaansch en Piëmouteesch oogpunt beschouwt,
dan zeker, is Garibaldi niet schuldig; hij kan het niet zijn
in de oogeu van den heer Ratazzi, die naar Rome en Venetië
wil gaan even als Garibaldi, die de éénheid van Italië even
zeer wenscht als Garibaldidie met Garibaldihet regt der
Italianen erkent om Rome te hebben als hun hoofdstad.
Garibaldi's protest tegen de amnestie, stelt de zwakheid van
het Piemontcesch gouvernement in nog sterker daglicht; het
brengt den heer Ratazzi in eene nieuwe verlegenheid, maar
de heer Ratazzi telt de bezwaren gering, als hij zijne por
tefeuille cn zijn politiek te verdedigen heeft.