DE NAAMLOOZE ZANGER.
gewaagd om en corps te deserteren, doch daarentegen is
hunne kavalerie tot op ongeveer vier mijlen afstands van
Knoxville voortgerukt, waarbij die korpsen zich van een
honderdtal wagens en andere goederen, benevens een aan
merkelijk aantal stuks vee hebben meester gemaakt. Boven
dien zijn zij er in geslaagd zich met hunne batterijen zoo
danig te posterendat de vaart op de Mississippi bij Granvelle
en Milleken's bend geheel in hunne magt is. Gelijk overigens
per telegraaf werd gemeld, is hun generaal Longstreet ten
gevolge van toegezonden versterkingen, in staat gesteld tot
meer krachtige operatiën, tengevolge waarvan reeds het ka-
valleriekorps der Noordelijken in Tenessee is teruggeslagen.
Daarentegen zijn de zuidelijke troepen onder Johnston,
volgens berigten uit Chattanooga naar liet zuiden geretireerd.
De krijgstoerustingen der insurgenten in Polen duren
voort en zelfs in de nabijheid van Warschau, digt bij den
spoorweg, vertooneu zich afdeelingeu insurgenten te paard
van 50, 100 a 200 man, die in de dorpen invallen doen,
onder de boeren recruten aanwervendeze medevoeren cn
dan snel verdwijnen.
Zaturdag morgen zijn te Warschau de aanvoerder der in
surgenten Jankowski en de gendarm der nationale regering
Schindler opgehangen en een donsch kozak wegens desertie
gefusileerd. De teregtstelling van Jankowski heeft veel in
druk gemaakt.
Bijna alle Italiaansche bladen, van welke rigting ook,
dringen bij de regering er op aan om van het tegenwoor
dige gunstige oogenblik partij te trekken en Oostenrijk aan
te vallen. Intusschen mag men niet uit het oog verliezen
dat het van Oostenrijksche zijde ook niet aan uittartingen
ontbreekt. Zoo heeft de bevelhebber van Mantua voor eenige
dagen eene opgewonden aanspraak tot de officieren gerigt
en hen aangemaand zich tot den oorlog bereid te houden.
De Italiaansche minister van oorlog heeft in antwoord hierop
onmiddelijk 2000 man der gendarmerie en karabiniers naar
het zuiden gezondenom het grootste deel der aldaar aan
wezige troepen af te lossen.
1TI3 TT TT S IJ D I1T3 3 1T.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 16 Februarij 1864.
Naar men verneemt zullen tot officiers van gezondheid
2e kl. bij Zr. Ms. zeemagt worden bevorderdde officieren
van gezondheid 3e kl. J. J. Dekkers, E. X. J. Opdorp,
T. J. J. Gori en B. H. Thomson, allen tot dusverre ge
detacheerd bij 's rijks marine hospitaal alhier.
Men schrijft ons van de Zijpe het volgende:
Met zeer veel genoegen kan ik UEd. mededeelen (om
standigheden hebben mij belet dit eerder te doen) dat de
poging, der alhier gevestigde rederijkerskamer Kunst kweekt
kennisom te woekeren met hare talententen behoeve
van de diaconie-armenmet den gunstigsten uitslag is be
kroond geworden. De buitengewone vergadering in Januarij
jl. gehouden, heeft opgebragt de betrekkelijk zeer aanzienlijke
som van circa f 300.Ik vermeen dat dit wel waardig is
om openlijk vermeld te worden. Is het eene hulde, gebragt
aan den loffelijken ijver en weldadigheidszin der kamerleden,
het moge tevens strekken tot een voorbeeld, velen ter na
volging waardig.
Een 17tal bierbrouwers in de provinciën Zuidholland,
Noordholland en Utrecht, heeft zich tot de Tweede Kamer
gewend met een adres, waarin bezwaren worden ontwikkeld
tegen het bij die Kamer ingediende ontwerp van wet tot
verhooging van den accijns op de bieren. Adressanten uiten
den wensch, dat het der Kamer moge behagen, zoodanige
stappen te doen, als leiden kunnen tot eene algeheele af
schaffing van den accijns op de bieren, een maatregel, die
huns inziens, de voortreffelijkste resultaten zou opleveren.
•■Veertig jaren lang (aldus besluit het adres) hebben de
bierbrouwers hier te landemet volhardenden m'oed gearbeid
ouder eene wet, die alle ondernemingszucht moest uitdooven
even als zij alle ontwikkeling en verbetering belemmerde
en onmogelijk maakte. In een zoodanigen vooruitgang als
onder vrijheid van handelen hun deel geweest zou zijn,
hebben zij zich, het behoeft kwalijk gezegd te worden, niet
mogen verheugen. Toch hebben zij hunne industrie welen
staande te houden; ja zelfs, zij hebben zich gewaagd, in
Neêrlands koloniën met vreemd produkt te concurreren.
Thans, nu 's lands financiën, de regering beweert het tegen
deel niet, ook zonder de opbrengst van dit onbeduidend
middel in voldoenden staat zijn worde eindelijk ten nutte
van het algemeen, aan hun nijverheidsziu de onmisbare
vrijheid gelaten.
Terwijl men reeds jaren lang met het plan gespot
heeft Parijs tot een zeehaven te maken, komt men nu met
nog reusachtiger ontwerp voor den dag, een kanaal van
Marseille naar Saone bij Chalous daar te stellen. Bij deze
plaats zou het zich in twee armen splitsenwaarvan de eene
naar St. Nazaire en de andere naar Duinkerken zou leiden.
Vijf Russische walvischvaarders, die bij de opening
der vaart uit de Witte zee vertrokken waren, hebben in
den zomer van 1863, in de wateren van Nova-Zembla de
kusten geheel vrij van ijs en de temparatuur zoo zacht ge
vonden dat de matrozen hunne pelsen moesten afleggen.
Eenige schepen gingen tot 77 graad noorderbreedte vooruit,
en de loodsen meenden dat men nog hooger had kunnen
komen zonder op hinderpalen te stuiten. De vijf schepen
vingen 250 zeehonden, 60 walrussen en 5 ijsbeeren,
Te Kopenhagen zijn vier Pruisische koopvaardijschepen
in beslag genomen en in de haven te Aalborg mede twee
schepen, terwijl de Esbern Suure in den nacht van den 4U
Eebr. een schip genomen en opgebragt heeft. De Esbern Suure
is de gepantserde schoener, die 2» dezer uit de haven van
Eckernförde is verjaagdnadat enkele schoten met veldgeschut
door de Pruisische troepen waren gelost.
Volgens Courrier ilu Ildvre heeft men thans in de
oude en nieuwe wereld te zamen genomen 8258 vrijmetselaars
loges met ongeveer 500,000 werkelijke leden. Het aautal
niet actieve en afgetreden leden bedraagt daarentegen nage
noeg 3 millioen. Daaronder zijn zeker ook de dooden begrepen.
De kardinaal-aartsbisschop van Bordeaux heeft om
zijne achting jegens den overleden opper-rabbijn te betuigen,
bij diens begrafenis, zoolang de stoet zich door de straten
bewoog, de klokken van al de catholieke kerken doen luiden.
Als een ander bewijs van verdraagzaamheid, deelt een
Pransch blad mede, dat de Pruisische minister van oorlog
aan de zusters van liefdadigheid te Trier verzocht heeft, om
de gewonde militairen in Sleeswijk te komen verplegen.
Achttien geestelijke zusters hebben terstond toestemming
erlangd van de bestuurderes der instelling om te voldoen
aan deze uitnoodigingdie haar door een protestantsch
gouvernement gedaan was.
Als een bewijs van vooruitgang en beschaving moge
dienendat te Jerusalem het Londensche stelsel van pijpen
onder de straten voor gas, water en rioolen zal ingevoerd
worden. De bevolking dier stad bedraagt thans 20,330 in
woners en men heeft berekend dat voor de daarstelling
van een hoofdriool, de herstelling der waterbakken, het
draineren, en het herstellen der waterleiding van Herodes
uit Salomo's putten niet meer dan 8,479 zou worden
vereischt, terwijl het voornaamste gedeelte dier werken voor
4,986 zou kunnen gedaan worden.
Te Blidah is voor eenigen tijd zekeren Boudière ge
fusilleerd; de 14 man soldaten raakten door aandoening zoo
slecht, dat slechts 4 kogels trollen, doch geen van allen doode-
lijk. Boudière wierp zich op den grond de sergeant zette
toen de tromp tegen het oor van den ongelukkige, het ge
weer ketste; Boudière sprong op, om zijne kameraden hunne
onhandigheid te verwijten; hetzelfde tooneel herhaalde zich
nogmaals; op nieuw weigerde het geweer; er werd toeneen
ander geladenen de geregtigheid werd voldaande toe
schouwers waren innig getroffen. Maar hoevele honderden
vallen thans onschuldig en nog ongelukkiger gemarteld in
den jammerlijken Deenschen oorlog
Naar 't Hoogduitschdoor Yerual Jr.
Vervolg van No. 182.
"Hoe dikwijlssprak nu Amantiadie tot dusver gezwe
gen had»hoe dikwijls luisterde ik op mijne wandelingen naar
het heerlijke vioolspel van uwen vriend. In de open lucht
spelen de toonen met de luchtjes om het verlangende hart."
"Maar de nijdige luchtjes," sprak de zanger met een gloei-
jenden blik zich in Amantia's oogen spiegelende, "moetende
muziek slechts als dienende geesten tot de ziel dragen. O, ge
lukkig de kunstenaar, wiens toonen niet alleen het oor maar
ook het hart streelen Doch hoe zelden hooren en oordeelen
de menschen naar het hart."
»Hoe kan", sprak de baron, »een wereldberoemd kunstenaar
als gij zijt, zulke woorden uiten? "Wordt gij niet eiken avond
als ge optreedtdoor eene menigte menschen als 't ware aan
gebeden Wordt niet elk hart aan u geboeid, wanneer gij
uwe goddelijke stem doet hooren
"Oals ge wisthernam de zanger »hoe onverschillig de
geest bij zulk een zegepraal blijftWat beteekent hetwan
neer het publiek roept: de groote zanger! Als hij heden
sterftwordt hij met pracht en praal ten gr ave gedragen
doch morgen treedt zijn opvolger op, die men bewierrookt,
aanbidt als eens genen en voorbijvoorbij klinkt het in 't
graf van den vergeten kunstenaar. Ohoe anders is het met
het lied, dat het eene hart 't andere wijdt! Al is het ook
reeds lang gezongen en verdwenenzoo leeft toch de geest in
het minnende hart en klinkt eeuwig in de oudehemelsche
melodie