<gefÖerJïieuioeÖiep, IMfcmsoorÖ, enj.
m\mvoois n zeemilitie.
.M 295.
Vierde Jaargang.
1864:
ZATURDAG
26 MAART.
KENNISGEVING.
NIEUWE COURANT
VAIV DEN
Verschijnt WOENSDAG eu ZATUJRDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post 1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
De prijs der Advertenties van 1—4 regels is 40
Centenvoor elke regel meer 10 Centen. Zegelrcgt voor
elke plaatsing 35 Centeu. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur, gelieve men de Advertentièn intezenden.
Ingezonden stukken een dag vroeger.
Door liet Gemeentebestuur van den Helder wordt het
navolgende gepubliceerd
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
HELDER noodigen bij deze uitde lotelingen van de ligting
van dit jaar, die verlangen bij de Zeemilitie te dienen, om
zich daartoe vóór den eersten April aanstaandeter Secretarie
dezer gemeente aan te meldenop een werkdagtusscben des
voormiddags 9 tot I ure.
De Zeemilitiens ontvangen vier jaren na den dag hunner
inlijving een bewijs van ontslag uit de dienst, en worden,
wanneer zij een behoorlijk paspoort hebben ontvaDgen iu tijd
van vrede, van de dienst bij de Schutterijen vrijgesteld.
De Zeemilitie wordt bestemd tot bemanning van de ver
dedigingsvaartuigen voor de binnenlandscbe dienst en langs
de kusten. Zij wordt niet naar de Koloniën en Bezittingen
van bet Rijk in andere werelddeelen gezondentenzij, ingeval
van zeer buitengewone omstandigheden, eene nadere wet
daartoe magtiging verleent.
Aan hen, die verlangen navolbragten oefeningstijd in wer
kelijke dienst te blijven of te komen, zonder zich als vrij
williger te verbinden, wordt zulks vergund.
Aan hendie zich met verlof bevindenworclt in gewone
tijden vergunning tot uitoefening van de Buitenlandscbe Zee
vaart en Visscherij verleend.
Aan lotelingen die vóór hunne inlijving bij de Landmilitie,
hun beroep van Buiteulandselie Zeevaart maakten, en zich
voor de Zeemilitie hebben aangeboden doch daarbij niet hebben
kunnen worden aangenomen, wordt, wanneer zij zich met
verlof bevinden, mede in gewone tijden vergunning tot uit
oefening van de Buitenlandscbe Zeevaart verleend.
In gewone tijden kunnen de manschappen der Zeemilitie
vergunning bekomen tot bet aangaan van een huwelijkwan
neer zij hun derde dienstjaar hebben volbragt.
Voor lotelingen die hun beroep van de Buitenlandscbe
Zeevaart makenis het alzoo van belang dat zij zich op den
boven bepaalden tijd voor de Zeemilitie aanmeldenomdat
zij anders bij de Militie te land ingelijfd worden en gedurende
hun diensttijd, geen vergunning verkrijgen om hun beroep uit
te oefenen.
Helder, den 3 Maart 1864.
jBurgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN' BOSSE, Burgemeester.
L. VERHEYSecretaris.
Het GEMEENTEBESTUUR van DEN HELDER vestigt,
ten gevolge eener ontvangene Circulaire, de aandacht der
Ingezetenen op eene door Z. Exc. den Minister van Financiën
uitgevaardigde en in het tweede bijvoegsel tot de Nederland-
sclie Staatscourant van den 12den dezer, No. 10, geplaatste
aankondiging, waarbij alle houders van Muntbiljetten/uit
gegeven krachtens de Wetten van 18 December 1815 [Staatsbl.
No. 90) en 17 September 1849 Staatsblad No. 46), worden
uitgenoodigd, om zicli den nieuwen en laatsten termijn thans
tot verwisseling van die Biljetten verleend, ten nutte tc
makendoor hunne Biljetten ten spoedigste ter verwisseling
aan te bieden of te doen aanbieden ten kantore van den
Betaalmeester in hunne woonplaats of bijaldien aldaar geen
Betaalmeester aanwezig is, ten kantore van den Ontvanger
der Directe Belasting in de Gemeente.
Uit aanmerking van deze laatste bij de Wet opengestelde
gelegenheid om de voormelde Muntbiljetten tegOll de
waarde te verwisselenworden de ingezetenen aan
de bovenbedoelde aankondiging, die ter Secretarie dezer Ge
meente ter lezing ligtherinnerd en aanbevolenom zich niet
op den betrekkelijk langdurigeu termijndie de wet verleent,
te verlaten, maar door spoedige aanbieding van hunne bil
jetten, zichzelven en hunne nablijvende betrekkingen voor
onherstelbare verliezen te vrijwaren.
Helder, den 19 Januarij 1864.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
L. VEltHEY, Secretaris.
POLITIEK OVERZIGT.
Het plan tot eene conferentie is thans weder geheel on
zeker geworden, daar Frankrijk moet verklaard hebben dat
het alleen wil toetreden wanneer de Duitsche bond deelneemt
aan de conferentie, op welk denkbeeld, naar men beweert, de
hertog van Coburg te Parijs bij het Fransche kabinet heeft
aangedrongen. Engeland daarentegen moet reeds aanstonds
de stelling hebben voorgestaan, dat de bond niet zou worden
toegelaten eu alleen de mogendheden, die het Londensche
tractaat hebben onderteekend.
Van eene andere zijde wordt gemeld dat Frankrijk zich
bereid verklaard heeft het Eugelsche kabinet ter zijde te
staan, maar niet zoolang het zamengesteld was uit mannen,
die zoo blijkbaar den keizer vijandig zijn.
Volgens de Oest.-Ztg. hebben Oostenrijk en Pruisen het
voorstel tot het hóuden eeucr conferentie over de Deensche
kwestie aangenomen, zonder basis en zonder wapenstilstand.
Van het oorlogstooneel zijn de berigten schaarscli. Prui
sen werkt het verspreiden van berigten zooveel mogelijk
tegenmen leidt hieruit af dat de geallieerden weinig vorde
ringen maken.
Men beweert ook dat de Pruisische marine niet opweegt tegen
de Deensche, en juist daarin ziet men een groot bezwaar
voor de vermeestering van Alsen. Zij achten die onmogelijk
wanneer de. Pruisische schepen niet talrijk en krachtig genoeg
zijn om een Deensch eskader uit de wateren van Alsen ver
wijderd te houden. Drie Deensche vaartuigen zijn voldoende
om elke brug te vernielen die van Sundewitt naar Alsen
mogt worden gelegd; bovendien is de kust van dit eiland
veel hooger dan die van Sundewitt, wat het leggen van eene
brug nog zeer zou bemoeijelijken.
Do bevordering van een kapitein tot schout-bij-nacht doet
vermoeden dat Pruisen het premie-stelsel ten opzigte van
zijne marine toepast, en iu dien zin moet misschien de be
noeming als prijs van aanmoediging worden toegepast. Over
het algemeen is het gouvernement vrijgevig met onderschei
dingen een aantal officieren zijn in den adelstand verheven
wat in het Pruisische leger vooral van belang is met het oog