v§ •geföer, ffieumeötep, WiffemsoorÖ, cnj. sas:! .M 310. Vierde Jaargang. WOENSDAG 18 MEI. U";.: NIEUWE COURANT VAX DEX Verschijnt WOENSDAG eu ZATURDAG. Abonnementsprijs voor 8 maandenf 1.30 Franco per post 1.50 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes. De prijs der Advertentien van 14 regels is 40 Centen voor elke regel meer 10 Centen. Zegelregt voor élke plaatsing 35 Centen. Voor des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur, gelieve mende Adverteutièn iutezenden Ingezonden stukken een dag vroeger. De fmantiële plannen van den Minister van Finantiën. Het is onbetwistbaar dat de hervorming van het belasting stelsel of 't belastingwezen een van die onderwerpen is, die door de geheele natie met gespannen verwachting worden te gemoet gezienimmers iedereen heeft daarbij belangde rijke zoowel als de minste ambachtsman is daarbij geïnteresseerd, en wel voornamelijk de laatste die op de vermindering van lasten hoop heeft, wien men gouden bergen van die hervormings plannen heeft beloofddoch die zich in die verwachting deer lijk zal teleur gesteld zien. Bij de aanbieding der staats-begrooting voor 1863beloofde de Minister van Finantiën eene algemeene herziening van het bestaande belastingstelseldaaraan lag het denkbeeld ten grondslag om de belasting op de diensboden en de paarden van 's rijks wege te laten varen, ten einde daardoor aan do gemeenten de heffing van directe belasting gemakkelijker te maken en haar gelegenheid tot afschaffing van plaatselijke verbruiksbelastingen te geven. Bij het door den Minister aan de Staten-Generaal aange boden ontwerp betrekkelijk de personele belasting, worden echter die beide grondslagen van bet personeel voor het rijk behouden, en het heil der gemeente gezocht in de haar te geven bevoegdheid tot opdrijving der opcenten op het, ten behoeve van het Rijk geheven, personeel. Verschillende punten die vroeger door den Minister werden geacht in strijd te zijn met de leer der staathuishoudkunde, worden des niette genstaande wederom in het ontwerp opgenomenterwijl over het algemeen geen vooraf beraamd plan in een zaak van zulk gewigt schijnt te zijn vastgesteld. In één woord er heerscht over het algemeen zulk een' twijfelzulk een' wankelmoedigheid in de inzïgten der Regering dat de Kamer het 't beste middel acht om alle de nog te verwachten wets-voorstellen betrekkelijk de herziening van het stelsel, aan haar voor te leggen, alvo rens tot de beraadslaging over dén derzelve over te gaan. Het is hier de plaats niet om in bijzonderheden te treden no pens de inzigten der Regering voor zooverre die uit de met de Kamer gewisselde stukken is op te maken. Zeker is het dat de indruk die ze te weeg brengen ongunstig is. In eene der afdeelingen der Kamer toch meenden men »dat door die fi- nantiële plannen onrust in de gemoederen wordt verwekten dat daardoor meer opschudding door het geheele land ver oorzaakt wordtdan in verband vooral met de te verkrijgen resultaten wenschelijk is." Men opperde daar de vraag »of bet uit een politiek oogpunt raadzaam is, juist waar 't be- belasting geldtop welk punt de meesten zoo kitteloorig zijn allerlei standen en klassen van ingezetenen in het harnas te jagen". Het is eene reeds lang algemeen erkende waarheid, dat het vigerende belasting-stelsel herziening behoeft; van alle kanten is daarop reeds sedert langen tijd aangedrongen; de wet heeft vele en groote gebreken. Doch is de Regering in het wegnemen daarvan geslaagd Algemeen wordt dit door de Kamer ontkend, terwijl er zelfs in de aangeboden ont werpen wat de eenvoudigheid en bevattelijkheid betreft kennelijke achteruitgang te bespeuren is. Immers eene groote grief was de ongelijkmatige druk der belasting, en de wijze waarop de Regering getracht heeft daaraan te gemoet te komenis verre van aanprijzingswaardze heeft namelijk een deel van den last van de zeer volkrijke gemeenten op dé plattelands gemeenten overgebragt, zoodat nu de plattelands bewoner zal moeten betalen om den lageren middenstand in de groote steden te gemoet te komen. Gelukkige platte lands bewonerHoe zijn uwe belangen bij het ontwerp van den heer Betz behartigd Eene groote en harde onregtvaardigheid treft nog den plat teland bewoner bij uitzondering. De wet neemt aan dat de gebouwen, uitsluitend tot fabrieksnijverheid bestemd» vrij zijn van de belasting op de huurwaarde; derhalve zouden ook de gronden die de landbouwer voor zijn be drijf noodig heeft, bevrijd moeten blijven, want deze zijn zijne fabriekdat is de plaats die hij tot uitoefening van zijn beroep zoo noodwendig noodig heeft, als de fabriekant zijne fabriekedoch volgens het finantiële ontwerpzoo als 't voor •ms ligtzal liij gedwongen zijn daarvoor belasting te betalen, hoewel ene grond bij uitnemendheid strekken moet tot uitoe fening van zijn bedrijf. Het is onbetwistbaar dat het Rijk geld moet hebben. Hoe hard het den armen man ook vallen mogeom van zijne zuur verdiende gelden een gedeelte af te zonderenom daar mede 's rijks- en gemeente belastingen te betalenhet is eene noodzakelijkheid. Maar die noodzakelijkheid in 't oog hou dende en wetende hoezeer de arme man werken moet om zijne belasting te voldoenhad der Regering een spoorslag moeten zijn om niet juist hem overmatig te bezwa ren. Yan deze liberale Regering had men een ander stelsel mogen te gemoet ziendan datwaarbij de arme man bij uitstek wordt gedrukt. Zoo zijn tegenwoordig in groote steden weekhuren tot 2 vrij van belasting. Dit is noodzakelijk. Hij die met zijne familie, soms van acht h 10 personen, zich behelpen moet in eene woning van f 2 per week, is zeker niet in staat nog geld voor belasting af te zonderen; 't nieuwe ontwerp nog- thans bepaalt dat eerst woningen beneden f 1.26 per week, aanspraak op vrijdom zullen geven. Een grondslag, waarop dat cijfer berust, wordt niet aangegeven, doch zeker is het dat door die eenvoudige verandering, die zoo onbeduidend schijnt duizenden en duizenden zullen worden getroffen, op eene wijze, die hem geen lofzang op dit Ministerie zullen doen aanheffen. Eene andere klasse van menschen wordt door het ontwerp Betz, in den broode getroffen. Het zijn de oppassers. Verscheidene leden der Kamer noemden dan ook deze wijze om de schatkist te vullen, teregt »meêdoogenloos". Ze wezen er op dat die lieden toch meestal een kommervol bestaan hadden, en dat de wetenschap, dat men voor hen belasting zou moeten betalentot afschaffing zou nopente meer daar men zich in de meeste gevallen met jongens beneden de 16 jaren zou kunnen behelpen. Wij laten nog daar, dat van zulk een oppasser de belasting niet éénmaalmaar meermalen zou moeten betaald worden, omdat ieder, die vier uren daags binnen s huis werk doetals oppasser wordt beschouwden dat dus een bediende, die voor verschillende heeren werk zaam was, zooveel maal zou moeten belast worden als hij heeren bediende. Dat er vele inquisitoriale maatregelen noo dig zouden zijnom te constateren hoeveel uren daags den oppasser binnen 's huis werkzaam iszullen wij niet behoeven op te merken. Over het algemeen worden dwangmaatregelen in 't ontwerp Betz in ruime mate aangetroffen. Eene enkele juiste opmerking uit het voorloopig verslag der Kamer willen wij hier nog aanstippen. Men wilde de militaire oppassers, ook wegens de karige bezoldiging der officieren, geheel van belasting hebben vrijgesteld. Maar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1864 | | pagina 1