dan* de inzigten van dit Kabinetwaarin door de optreding
van dezen Minister geene wijziging gekomen isook wat be
treft het cultuur-stelsel, voor iemand een raadsel?"
»Bij vroegere discussiën, hebben de strijdvoerende partijen
elkander over en weder wel eens het verwijt gedaan van het
gouden kalf te aanbiddenik beslis niet of dat verwijt ge
grond ismaar aangenomen eens dat het gegrond wareaan
genomen eens dat beide partijen, met regt bij twee secten
van aanbidders van het gouden kalf konden vergeleken worden
dan geloof ik zou men het neutrale standpuntdat de Re
gering tegenover die beide secten wenscht in te nemen, niet
juister kunnen aanduiden, dan door hare leer te noemen eene
gouden-kalfs-aanbidding boven geloofsverdeeldheid.
»Ik ben er van overtuigddat zoodanig stelsel van neutra
liteit zoodanig stelselwaarbij men particuliere industrie
toelaat, zonder de gouvernements-cultures prijs te geven,
gaarne door de Regering als het hare zal worden erkend,
en dat niemand mij van eene overdrevene of verkeerde schil
dering van de bedoelingen en voornemens van het Kabinet
zal kunnen of willen beschuldigen, Welnu, dat systeem, dat
schijnbaar onschuldig en aanbevelenswaardig systeem, acht ik
in alle öpzigten verderfelijkverderfelijk voor de schatkist,
voor de inlandsche bevolkingvoor het moederlandvoor Java
een systeemin één woorddat zich uit geen enkel oogpunt
aanbeveelt, en dat bovendien nog in strijd is met de wet,
met het regerings-reglement."
De heer v. Foreest motiveerde zijne beweringen en eindigde
met de woorden(5)
»Ik wensch dat aan hendie het Kabinet meenen te moe
ten ondersteunen of eene afwachtende houding te moeten aan
nemen, de oogen voor de gevaren, waarmede de liberale po
litiek ons in Indie bedreigtvéor het te laat is zullen open
gaan en dat het hun niet aan de noodige geestkracht en
zelfstandigheid moge ontbreken onf de belangen van den staat
boven partijbelangen te willen. Geschiedt dit niet, dan vrees,
dan voorspel ik dat het nageslacht over vijftig jaren niet,
zoo als wij onlangsjubelen zal en dat het halve eeuwfeest
dat wij dezer dagen hebben gevierd in de geschiedenis zal
worden aangeschreven als het oogenblik waarop de welvaart
en bloei van het herboren Nederland haar toppuntmaar ook
haar keerpunt hadden bereikt".
Laat ons thans zien wat de eigenlijke strekking dezer rede
is en nagaan op welke gronden de heer van Foreest de ko
loniale politiek van het kabinet en daarmede het geheele
kabinetbestrydt.
(1) Zitting van 19 October. Bijbl. bl. 56 57.
(2) Zitting van 20 November. Bijbl. 134.
(3) Zitting van 28 November. Bijbl. 217.
(4) De geheele redevoering, van den heer van Foreest is te vinden in 't
Bijbl. bl. 352 etc. Zitting van 16 December.
(5) Zitting van 10 December. Bijbl. 354.
POLITIEK OVERZIGT.
Omtrent de conferentie-zitting van Zaturdag verneemt men
liet volgendeHet eerst was er sprake van verlegging der wa-
peuschorschingof liever hare verandering in een wapenstil
stand met vierwekelijksche opzegging. Lord Russell beweerde
dat men van de üeensche kroon niet vergen kon, dat zij
in de verlenging van den wapenstilstand op den ouden grond
slag toestemde. De heer Quaade, Deensch gemagtigde, zeide,
dut de regering van de. onhoudbaarheid van dien grondslag
overtuigd was en in deze zaak slechts het alternatief kon
stellen: hervattender vijandelijkheden en dus de heropening
der blokkade aan de. Pruisische Oostzeé-havensof ontrui
ming van Jutland door de Pruisische troepen. Bernstorff,
Pruisische gemagtigde, gaf te kennen dat in beginsel tegen
eene ontruiming van Jutland zeer weinig bezwaar bestond,
maar dat dan ook de Denen de tot Sleeswijk behoorende
eilanden moesten ontruimen. Hieromtrent had de hr. Quaade
geene instructiën hij zou die dus aanvragen. Daarna hebben
de Duitsche magten de volledige afscheiding der hertogdommen
van Denemarken onder Augustenburg voorgedragendit
plan is door Denemarken verworpen. Lord Russell ver
klaarde, dat dit voorstel voor Denemarken onaannemelijk
was en dat men eene middelweg moest inslaan. Een gedeelte
van Sleeswijk moest aan Denemarken blijven en er bij worden
ingelijfd. Er ontstond eene vrij levendige discussie over de
grensscheidingwaarbij Lord Russell de Schley en Danne-
wirke noemde. Ten slotte kwam men overeende grensrege
ling-kwestie nog te laten rusten, en iu beginsel de ver
deeling aan te nemen. De Russische gevolmagtigde alleen
zeide, dit nog in overweging te moeten nemen, en de Deen-
sche gevolmagtigden gaven te kennen, dat zij nog instructiën
moesten aanvragen.
In Amerika wordt de strijd tusschen Lee en Grant voort
gezet. Lee is iu aftogt. Toen hij Grant 48 uren tijds
vroeg om zijne doodeu te begraven, antwoordde deze: //lk
heb geen tijd om de mijne te begraven." Dit antwoord
hoe verschikkelijk ook, geeft den toestand juist aan. Grant
moet vooruit door en ondanks alles, zoo hij wil overwin
nen. Een dag teruggaan ware zijn ondergang. Grant is
onversaagd genoeg geweest regtstreeks den weg naar Rich-
inoud te kiezen en dien bijna in regte lijn te volgen. Hij
staat tegenover een veldheerdie sedert drie jaren de geheele
reeks positiën voor Richmond bestudeerd en versterkt heeft
hij moet voortdurend Lee van stelling tot stelling terug
drijvenzonder hem een rust te gunnen. Lee is een zeer
bekwaam veldheer, zijne terugtogten zijn bewonderenswaardig;
van de Rapidan naar Wildernessvan Wilderness naar Spottsyl-
vaniavan daar naar de Noord- en Zuid-Annaheeft hij
zich achtereenvolgens geposteerd en slag geleverd. Zijn plan
is waarschijnlijk Grant telkens tegen te houden en diens
leger te decimerenopdat hijzoo hij al Richmoud bereikt,
er slechts zoo verzwakt aankomt, dat hij door eene laatste
poging geheel ten onder gebragt kan worden. Richmond is
naar de regelen der nieuwere wetenschap versterkt. Het
schijnt tusscheu beide legers slechts om tijd te doen te zijn.
Grant moet met spoed vooruit, zoodat hij door versterking
en met behulp der andere legers, die zijde operatiën onder
steunen, voor Richmond kan komen met voldoende magt
om het te nemen. Voor Lee is de kwestie niet zoozeer Grant
te overwinnendan wel om hem voet voor voet en duur
de overwinning te betwisten. Voor Grant ligt alles in het
woord: voorwaarts! en voor Lee in het woord: verzwakken.
Tot dusverre schijnen beiden te slagen. Grant gaat voor
waarts maar zijne krachten verminderen. Hij heeft wel
50000 man versterking ontvangenmaar zijne verliezen zijn
ontzaggelijk en ook Lee wordt ondersteund.
ITIETTITSTIJDXITC-EIT.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 3 Junij 1864.
Ds. E. Haverschmidt, predikant bij de Hervormde ge
meente alhier, is als zoodanig beroepen te Schiedam.
-Bij de heden aan het Raadhuis dezer gemeente plaats
gehad hebbende aanbesteding, van de uitdieping, enz. van
het Heldersche kanaal, zijn 11 inschrijvingbiljetten inge
komen, als van de heereu M. Schouten, f79,631; A. Seret,
f72,000; W. v. d. Wooning, f70,000; S.Gooien, f69,800;
R. Vos, f69,418; W. Jb. Vermaas, f66,900; J. C. van
Hattem, f66,300; J. B. Janzen, f65,000; H. J. Janzen,
f 64.666; G. Dekker, f 63,500; J. H. Visser, van Sliedrecht
f61,000.
Eu tot het verrigten van eenig verw- en behangers-
werk, zijn 4 biljetten ingekomen, als van de heeren
II. T. Duinker, f620; K. Pronk, f615; J. de Vries,
f610; J. Hoogerduijn, 605.
Door de vrijzinnige kiesvereeniging Eendragt maakt
Magtalhier, is in de vergadering van üingsdag jl. tot
Candidaat gesteld voor het lidmaatschap der Tweede Kamer,
de heer J. L. KIKKERT.
Eergister is Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Zeeland
kommandant kapt-luit. t/z. G. C. C. Pels Rijckenalhier
binnengeloopenonder het lossen van de gebruikelijke sa-
lutschoten die door het Oostenrijksche linieschip Kaiser wer
den beantwoord.
Het ctat-major van genoemden bodem is, behalve den
komm.zamengesteld als volgt: kapt.-luit. t/z. C. J. üamme,
le offic.; luits. t/z. le kl. A. A. A-. Gaijmans, E. J. van
der Sleijden, J. A. Greve; luits. t/z. 2e kl. A. J. A. Kell-
ner, A. J. Visser, D. J. A. D. van den Steen, R. H.
Jarman; adelborsten le kl. A. van Linden van den Heuvell
II. A. Schippers, H. G. Hildebrandt, J. Pichet, G. H. van
Steijn, J. Dalen, Ridder J. W. P. Huijssen van Katten-
dijke, W. P. Wesselink, P. G. M. van der Wijck, C.
Adriani, D. L. M. E. Keus, P. M. W. T. Kraijenhoff van
de Leur, C. H. Cornelissen, A. W. Vinkhuijzen, C. J.
Damme; offic. v. gez. le kl. P. W. I. Meijer; offic. v. gez.
2e kl. H. L. Reeder; offic. v. gez. 3° kl. J. P. Manikus;
offic. machinist G. B. Hardes; offic. van adinin. le kl. M.
J. Dnvelaer van Campen scheepsklerken P. W. Merhottein
W. P. MargadantE. Pabius; le luit. der Mariniers W.
L. G. J. P. Cramer von Baumgarten.
De vice-admiraal G. Vogelpoot, opperbevelhebber der
Marine alhier, is gisteren aangevangen met de jaarlijksche
inspectie der zich alhier iu de haven bevindende schepen
onzer Marine. Gisteren is de drijvende batterij Neplunus
en heden het stoomschip Prinses Maria geïnspecteerd.
De officier-machinist H. Hardes, gedetacheerd bij
'sRijks werf alhier, wordt met 15 Junij op non-activiteit
gebragt, en de offic. van gez. 2de kl. bij de zeemagt J. van
IJzeren, thans non-actief, met 6 Junij geplaatst in de rol
van Zr. Ms. wachtschip alhier, en gedetacheerd op het in
structievaartuig Urania.
Op Woensdag 1 Junij is de administratie der tele
graaf van hier tot Amsterdam aan het rijk overgegaan. Het
tarief blijft gedurende deze maand nog onveranderd in wer
king en zal naar wij vernemen iu hét begin der volgende
maand worden gewijzigd.