,M 349.
Vierde Jaargang.
18641
^eföcr, JlteumeDiep, WiffemsoorÖ, enj.
ZATURDAG
1 OCTORER.
1TIB TT TT SS* IJ DI1T3 3IT.
NIEUWE COURANT
VAN DEN
Verschijnt WOENSDAG cu ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post u 1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
De prijs der Advertentien van 14 regels is 40
Centenvoor elke regel meer 10 Centen. Zegelrcgt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur,gelieve mende Advcrtentiènintczenden.
Ingezonden stukken een dag vroeger.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 30 September 1864.
In den loop der volgende week wordt alhier Z. Ex. de
Minister van Marine verwacht, naar men verneemt om de
dokwerken te inspecteren.
De inschrijvingen bij de op gisteren door de Directie der
Marine alhier gehouden aanbesteding van het daarstellen van
bazaltmuren en het vernieuwen van beschoeijingenis ge
weest als volgt, door de heeren":
W. van der Wooning f20,000, B. Swets Az. f19,900,
W. J. Vermaes f18,100; T. van der Vlies f18,000, R. Vos
f16,910, S. Gooien f16,900, M. Deutekom f16,499, P.
Spruit f15,400, M. F. Wallin f15,200, J. B. Janzen
f14,940, A. W. Schouten 14,485, A. Bas f14,339, J. Bos
f13,950, Gebr. Janzen f13,780, J. H. Visser f13,700.
Aan de Tweede Kamer is op nieuw aangeboden het
in de vorige zitting onafgedaan gebleven wetsontwerp tot
verhooging van het VI hoofdstuk der staatsbegrooting voor
1864, met een som van f 135,000 zijnde de helft van de
gevraagde som, tot herstelling van het nieuwe drooge
dok alhier.
In den toestand van zaken is, sedert de eerste aan
bieding, geen de minste verandering gekomen, zegt de
regering, ja sedert de vorige indiening doet het gemis van
een tweede droog dok zich reeds meer gevoelen. De mo
gelijkheid en uitvoerbaarheid der herstelling van het dok
is, naar het oordeel der regering, door het bevolen on
partijdige onderzoek volkomen bewezen.
De offic. van gez. 3e kl. J. J. Borst is, na afgelegd
examen aan 's Rijks Marine hospitaal alhier bevorderd tot
offic. van gez. 2e kl.
De luit. t/z. le kl. J. L. Klijnsma, behoorende tot
de rol van het Wachtschip alhieren de offic. van admin.
2° kl. W. H. F. Vogel, dienende op de korvet Prins Mau-
rits der Nederlandenwordeneerstgenoemde met den laat-
sten dezer en laatstgemelde met den lOden October a. s. op
non-activiteit gebragt; terwijl met den llden dier maand
op laatstgenoemden bodem geplaatst wordt de offic. vanadm.
der 2" kl. J. C. L. K. van Welij, thans non-actief.
De officieren van gez. 3° kl. F. J. C. Boers en E. M.
van Lier, thans non-actief, alsmede de offic. van gez. 3°
kl. M. C. Buyze, dienende op het wachtschip te Hellevoet-
sluis, worden met den llden October a. s. gedetacheerd bij
het hospitaal der Marine te Willemsoord.
Op het door den kerkeraad der Herv. Gemeente to
's Hertogenbosch geformeerde zestal predikantenkomt o. a.
voor Ds. Pareau, predikant iu den Anna Paulowna Polder.
Van Padang dd. 22 Julij schrijft men
Op Poeloe Kondore is een poging aangewend tot ver
giftiging der Europeanen. De baas timmerman van bet
correktiehuis wilde 's avonds een glas water drinken, toen
één der gevangenen het hem uit de haud rukte. Nadat de
timmerman op eene verklaring van deze handelwijze had
aangedrongen, werd hem bekend, dat het water en de voe
dingsmiddelen der Europeanen vergiftigd waren door 4 boos
wichten, wier namen genoemd werden.
Deze beleden dan ook hun misdaad. Bij het verhoor
sneed één hunner zich de keel af met een mesdat hij
zorgvuldig verborgen had, en een ander slikte glas in, ten
gevolge waarvan hij eenige dagen later ouder lievige pij
nen stierf.
In de Indische bladen leest inen aangaande de tus-
sehen 15 en 28 Junij 11. plaats gehad hebbende expeditie
naar Ceram het volgende:
De troepen ten getale van 9 officieren van de infanterie
1 officier van gezondheid 1 der militaire administratie en
1 der artillerie, 4 hospitaal-soldaten en 50 man schutterij,
ouder het kommando van den lnitenant-kolonel der infante
rie, militair kommandant der Moluksche eilanden, H. II.
J. Lalinkwerden met Zr. Ms. stoomschip n ArdjoenrP en
den gouvernement» stoomer Telegraaf" naar Lissabatta
(noordkust van Ceram) overgevoerd en aldaar in de meest
gewenschte orde ontscheept.
Den 17den van daar naar hel in verzet zijnde Marahoe-
noe oprukkende, werden van die zijde de vijandelijkheden
geopend, zoodat van minnelijke schikking noch van vrijwil
lige onderwerping meer sprake was.
Na zware en vermoeijende marsohen over steil gebergte
en diepe ravijnen werd die sterkte deu daaropvolgende dag
genomen en de vijand op de vlugt gedreven, die de wijk
nam naar de mede versterkt bevonden negorijen Karloetoe
en Koelooiwelke de eene op den 19e en de andere op
den 22e dier maand door de troepen werden veroverd en
mede in de asch gelegd.
Yan onze zijde sneuvelde op die expeditie 1 inlandseli
soldaat; 2 personen vau de Alfoersche hulpbende werden
gewond en van de manschappen en bannelingen, die aan
den togt toegevoegd warenbekwamen verscheidenen rand-
joe-wondeu
Het verlies van deu vijand, hoewel niet bekend, moet
naar gissing vrij belangrijk zijn.
De bevolking beeft de wijk genomen naar de zuidkust
van het eiland en haar verlangen te kennen gegeven om
zich aan de baai van Elpapoetih te vestigen.
In het raadhuis (baileo) te Marahoeno werden 350 men-
schenhoofden aangetroffen strekkende tot een even treurig
als afschuwelijk bewijs, dat die sterkte bij de slrandbevol-
king niet zonder reden gevreesd werd.
Hoewel bet niet op den togt zelf mogt gelukken, de in
verzet gekomen hoofden gevangen te nemanwerden echter
op 2 Julij jl. per gouvernements stoomschip Telegraaf"
te Amboina gevankelijk aangebragt:
Poteka, radja van Marahoenoe; Toeale, Tóesiwa, Telean,
Inane, kapiteins van Marahoenoe; Solita, Soelitakzonen
van den radja van Marahoenoe; en Nanaroewa, gewezen
kapala-soa van.de negorij Waraka en voornaamste bongenoot
van Marahoenoe, die in het gebergte, nabij het veroverde
Koelooi, eene versterkte negorij had aangelegd.
Het was den adsistent-resident vau Saparoea en Ilaroekoe
gelukt dezen radja en zijn gevolg, nadat zij door de onzen
uit Koelooi, hunne bijna ongenaakbare laatste schuilplaats,
verjaagd en naar da zuidkust van Ceram waren geweken,
aldaar, uitgeput van gebrek cu vermocijenis ten gevolge