M 551.
Vierde Jaargang.
1864.
$efï)er, JlteumeÖiep, IMfemsoorÖ, enj.
ZATURDAG
8 OCTOBER.
BEKENDMAKING.
De discussiën over het adres van
antwoord op de Troonrede.
NIEDWG COURANT
VAN DEN
Verschijnt WOENSDAG cu ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post 1.50
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
De prijs der Advertentien vau 1—4 regels is 40
Centenvoor elke regel meer 10 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur,gelieve mende Advertentiënintczenden.
Ingezonden stukken een dag vroeger.
Door de Burgemeester dezer gemeente wordt het na
volgende gepubliceerd
De BURGEMEESTER der Gemeente HELDER maakt
ter voorkoming van ongelukken bij vernieuwing aan de
Ingezetenen bekend, dat de Schietoefeningen door bet
alhier garnizoen houdende bataillon Infanterie en het korps
Mariniers dagelijks plaats hebben op het terrein
in de duinen, bezijden het fort Kijkduin, in eene
rigting nagenoeg vau het Noorden naar het Zuiden, zoo
mede in eene Noordwestelijke rigting zeewaarts, en dat alzoo
dit terrein met het strand aldaar, tot op ongeveer
15 ;i 20 minuten van het fort Kijkduin, onveilig is,
telken reize en zoolang van de omliggende hoogten de roode
vlag waait.
Helder, den 4 Oetober 1864
De Burgemeester voornoemd,
STAKMAN BOSSE.
ii.
Slaan wij nu een blik op de discussiën gevoerd over de
koloniale aangelegenheden. Dat deze hevig zonden zijn, dat
de partij der reactie alles zou aanwenden om die paragraaph
te doen afstemmendaar zij eene goedkeuring inhield van
het regerings beleid van dezen zoo gehaten Minister van
Koloniën, was duidelijk. Deze paragraaph luidde aldus;
"Met smart slaan wij de verwoestingen gadedoor de
heerscliende ziekte op Java aaDgerigt. Met Uwe Majesteit
zien wij verlangend uit naar de tijding dat zij eindelijk heeft
uitgewoed. Onze belangstelling in de lijdende bevolking doet
ons gedenken aan Nederlands heiligen pligt, om het lot dei-
onderdanen, aan zijne overzeesche heerschappij toevertrouwd
gestadig te verbeteren en hun welzijn met kloek overleg te
behartigendoor kalm en rustig voort te gaan op het ingeslagen
pad van wijze en regtvaardige hervorming."
Wij herinneren onze lezers dat de paragraaph in de troon
rede zelveop welke deze 't antwoord bevataldus luidde
«Hoewel de toestand van Oost-Indië in vele opzigten be
vredigend is, heeft echter, tot mijn groot leedwezen, eene
hevige ziekte Java geteisterd. Het ophouden daarvan spoedig
te vernemen, is mijn levendige wensch."
Die phrasc in de troonrede dat de toestand van O.-Indio
iiih vele opzigtenbevredigend is, maakte op velen, en ook
op onseen ongunstigen indruk. "In welke opzigten die toe
stand echter niet bevredigend is" (zoo schreven wij in ons
No. van 21 September) daarvan vinden wij geen enkel
woord vermeld. De discussiën over het adres van antwoord
op dit staatsstukzullen echter weldra licht over dit punt
verspreidenwij zullen dan ook weten wat er is van de cultuur
wet en van den spoorwegvan Samarangnaar de Vorstenlanden."
Wij zouden meenen onzen lezers geone dienst te doen met
de beraadslagingen punt voor punt na te gaanmaar bepalen
ons tot de mededeeling der resultaten der discussie over de
bovengemelde onderwerpen.
Vooreerst merken wij op dat het laatste gedeelte der pa
ragraaph is, eene hulde gebragt aau dou Minister van Koloniën.
Dat de oppositie deze niet onaangegrepen zou laten bleek
dadelijk, daar de heer Mijer een amendement voorstelde om
dat gedeelte te doen vervallen, met welk amendement zich
de heer v. Nierop vereenigde. Dat lid vond bezwaar tegen
de woorden «het ingeslagen padhij wenschte het verledene
niet zoo onbepaald te sanctionerennoch de toekomst te prae-
judieïeren. Hij had bezwaar tegen het stelsel van dwang-
cultuur op parlementair terrein en tegen hlanco-crediethij
wilde wel het doel der commissie, verbetering van het lot
van den Javaanmaar de middelen om dat doel te hereiken
wenschte hij zich voor te behouden.
Het is niet te ontkennendat, van het standpunt van
dien sprekerdie voor het eerst als lid der Kamer het woord
voerde, het moeijelijk was zich te verklaren voor of tegen
het koloniaal beleid der regeringen die verklaring ligt toch
niet onduidelijk in de bovenvermelde woorden opgesloten. Wil
men voortgaan op een ingeslagen pad dan bewijst dit van zelf
dat men de bewandeling van dat pad goedkeurd, en die er
kentenis wilde de spreker uit Amsterdam niet afleggen.
Ondertusschen het amendement van den heer blijer werd
verworpen met 48 tegen 23 stemmen maar een amendement
van den heer Storm van 's Gravesande, (opposant bij kolo
niale aangelegenheden) had groote kans van te worden aan
genomen. Dat amendement strekte om de woorden "kalm
en rustig voort te gaan op het ingeslagen pad van" te doen
vervallen en werd verworpen met eene meerderheid van slecht»
ééne stem (36 tegen 35).
De vraagook door ons gedaanhij de mededeeling der
troonrede: "in welke opzigten de toestand van lndie niet be
vredigend is", werd geopperd door den heer v. Lijnden. Dat
lid vroeg bepaaldelijk den Minister van Koloniën naar de
verhouding tusschen het gouvernement en de bevolking op
Javawelke verhoudingnaar de oppositie bladenzeer veel
te wenschen zou overig laten.
Wat antwoordde de Minister?
Wij geven het antwoord letterlijk terug, zoo als men het
vindt in het officiële hijblad
"Voor zoover der regering hekend is, bestaat er geenerlei
aanleiding om te veronderstellen dat die verhouding gestoord
is of gestoord zal worden. Ik geef het den geachten spreker
toe, dat men van zoo uitgebreide bezittingen, gelijk die van
onzen Indisehen archipel en ook onze West-Indische bezit
tingen, nooit kan zeggen wat de dag van morgen zal brengen.
Van daar ook dat juist met het oog op hetgeen de geachte
spreker heeft aangehaaldde regeriDg zeer voorzigtig is ge
weest in hare voorstelling, en dat zij den Koning niet heeft
geadviseerd in de troonrede op te nemeneene plirasevoor
eenige jaren gewraakt: de toestand is »in alle opzigten be
vredigend". Maar ik herhaaler bestaat geenerlei reden voor
de regering om te denken dat zelfs in de naaste toekomst
er eenige verstoring van de rust en orde op Java zal plaats
hebben."
Wij mogen niet ontkennen, dat, hoe bevredigend het ant
woord van den Minister ook wezen moge, het uiterst kort
is, en dat de wederlegging van de loopende geruchten (ook
in de Eerste Kamer door den heer Hartsen besprokenmeer
bepaald had kunnen en moeten zijn.
Het is waar, wij erkennen het gaarne, dat juist de zelf-
De lieer v. Nierop vond in die paragraaph „verklaringen of beloften"
niet aan de kiezersmaar .aan het Ministeriehetgeen de heer Groen aan
leiding gaf om het uoord te vragen voor een persoonlijk feit. Iu verband
met onze voorgaande artikelen betreffende de houding van dien heer bij de
verkiezingen, vestigen wij hierop de aandacht onzer lezers. De redevoering
van don heer Groen is to vinden iu het bijl/ad vel 18 bladz. 47.