(gjeföer, JïieumeÖiep, WiffcmsoorÖ, enj.
M 354.
Vierde Jaargang.
1864.
WOENSDAG
19 OCTOBER.
BEKENDMAKING.
De discussiën over het adres van
antwoord op de Troonrede.
in.
NIEDWE COURANT
VAN DEN
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post „1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
De prijs der Advertehtien van 14 regels is 40
Centenvoor elke regel meer 10 Centen. Zegelrcgt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur, gelieve men de Advertentién intczenden,
Ingezonden stukken een dag vroeger.
Door Burgemeester en Wethouders dezer gemeente wordt
het navolgende gepubliceerd
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
Ileldermaken bij deze bekend, dat, even als vroeger, van
den 1G dezer tot en met den 15 April 1865 de quarantaine
zal gelioudon worden achter in het JVieuwediep hij hetlVïeu-
wewerken dat alle vroegere bepalingen opzïgtelijk het stop
pen of ankeren en in quarantaine liggen in den mond van de
Havenvan volle kracht blijvenzullende de schepen aldaar
de eerste visitatie moeten ondergaanna welke visitatie de
visiteur der quarantaine, indien daartegen geene bedenkin
gen bestaan vrijheid verleend om naar het Nieuwewerk te
verhalen of te zeilendoch ingeval er onverhoopt ziekte of
besmetting aanwezig of te vermoeden iszoodanige schepen
zal gelastenom in den mond der haven aan den Stcenendam
te meerenalwaar zij tot nadere orders van Hoogcrhand
steeds zullen bewaakt worden.
Het zal echter aan schepenwelke slechts aan visitatie zonder
quarantaine ondex-worpen zijn, vrijstaan, om de visitatie op
de reede af te wachten, indien het met hun belang in strijcl
is om in het Nieuwediep te komen.
Ieder xvordt ernstig gewaarschuwd om zich zonder schrif
telijke vergunning van den heer Directeur en Iiommandaut
der Marine, aan boord van quai-autaine schepen te begeven;
ten einde zich te vrijwaren voor de toepassing der zware
sti-affen, welke op de overtreding zijn vastgesteld.
Helder, den li October 1864.
Burgemeester en lVethonders voornoemd,
STA KMA N BOSSE, Burgemeester.
L. VEllHEY, Secretaris.
Zoo als wij reeds zagen werd eene kalme en rustige voort
gang op liet ingeslagen pad van wijze en regtvaardige her
vorming door de kamer gewensclit; niet alles op óe'nmaal,
want niet in een kort tijdsverloop kunnen de Javanen, tot
hiertoe als lastdieren gebezigdtot menschen hervormd worden;
niet op eenmaal kan het bezit der gronden, der buigzame
bevolking door eene overheerschende magt ontweldigd, naar
regtvaardige en billijke regelen worden in orde gebragt. Even
min kunnen de cultuur- en heeredienstenwaaronder de
bevolking gebukt gaat in een enkel oogenblik verminderd
worden. Daartoe wordt tijd gevorderd; dat doel kan alleen
bereikt worden op de wijze als in 't adres is uitgedrukt.
Zoo als men weet waren er ook ongunstige geruchten in
omloop omtrent den aanleg der staatsspoorwegen in Indie.
Voornamelijk de menigvuldige geschriften van den heer Stiel
tjes gaven daartoe aanleiding; die ambtenaar, vroeger met
den aanleg dier spoorwegen belast, werd door de regering
ontslagenen heeft zich na dien tijd uitsluitend onledig ge
houden met het betoog van het ondoelmatige en zelfs onmo
gelijke van het regeringsplan. Uit de verklaringen des mi
nisters in de Kamer is echter gebleken dat die aanleg geregeld
zijn gang gaat en dat er geen de minste reden bestaat om
aan het tot stand komen dier wegen te twijfelen.
Slaan wij nu een blik op de stemming over die paragraaph
dan blijkt daaruit dat de koloniale politiek der regering door
eene groote meerderheid in de Kamer wordt beaamd, en niet
slechts door hen die door de conservatieve organen met den
naam van ja-stemmers en ultra-Thorbeckianen worden be
stempeld maar ook door velen der zoogenaamde middenpartij
waaronder wij diegenen verstaan die niet in 't algemeen de
beginselen van het kabinet steunenmaar ook niet tot de
oppositie quand même behooren. Van de 71 stemmen ver
klaarden zich 45 vóór en 26 tegen de paragraaph, en tot de
voorstemmers behoorden o. a. de heeren van Keenen (voorzit
ter), van Bosse, van Muiken, van Nierop, de Kanter, van
Swieten, GodefroiDirks, van Delden, Hollingerus Pijpers
en anderen van het zoogenaamde centrum. Wij mogen het
echter niet onopgemerkt latendat wij onder de tegenstanders
dier paragraaph den heer van Goltstein ontmoeten, die tijdens
zijne candidatuur te Hoorn verklaarde, in koloniale politiek
homogeen te zijn met den heer van Nierop.
Wij kunnen de lange redevoering van den heer Groen bij
de behandeling van het middelbaar onderwijs met stilzwijgen
voorbijgaanomdat deze op het behandelde onderwerp geeno
betrekking had, maar uitsluitend liep over zoogenaamde be
lemmeringen die aan het lager onderwijs zouden worden in
den weg gelegd. De regering, de Kamer en het publiek bui
ten de Kamer, lastig te vallen met onpractische redeneringen,
amendementen in te dienen die hij weet dat niet aangenomen
zullen worden en die hij dan ook lang terugneemt alvorens
ze in behandeling zouden komenis de tactiek van den woord
voerder der anti-revolutionaire partij. Wij achten het dus
overbodig daarbij stil te staan, te meer, daar al die zooge
naamde grieven en bezwarendadelijk werden wederlegd en
in 't ware daglicht gesteld door den heer Vindij Verbrugge.
Wij moeten echter onze verwondering betuigen, dat er van
den kant der oppositie, niemand gevonden werd die protes
teerde tegen »de zegeningen" van de wet op 't middelbaar on
derwijs. Wij hadden verwacht dat deze paragraaph voorna
melijk in betrekking tot de wijze van uitvoering der over-
gangs-bepalingendoor de oppositie zou zijn aangegrepen om
de regering van onbillijkheid en onregtvaardigheid te beschul
digen, welk verwijt, met het oog op de examina voor do
polytechnische school, naar ons iuzien niet ongegrond zou zijn
geweest. De terugwerkende kracht welke door die overgangs
bepalingen aan die wet werd gegeven, komt ons voor in strijd
te zijn met het beginsel een er liberale regering.
De wensch in de Troonrede uitgedrukt dat de wet op bet
middelbaar onderwijs spoedig door die op het hooger onderwijs
zou worden gevolgd, gaf tot geene discussie aanleiding, doch
bij 11 (takken van volksvlijt) heeft de heer Begram een
amendement voorgesteld, om uitdrukkelijk aan te dringen op
wettelijke regeling van de opheffing der tienden. De com
missie van redactie bestreedt het amendementals van oordeel
zijnde dat ze uit de paragraaph zelve genoegzaam bleekdoch
de Kamer gaf met 41 tegen 20 stemmen aan de uitdrukkelijke
vermelding de voorkeur, die des te meer beteekenis erlangt
na het stilzwijgen der Eerste Kamer over dit onderwijs bij
haar adres.
Wij zouden meenen onzen lezers geene dienst te doen met
de bespreking der discussiën die plaats grepen over 12 (op
somming van aangeboden of verlangde wettelijke regelingen).
Deze was naar ons oordeel eene aansporing voor den minister
van Justitie om toch eindelijk eens iets te laten hooren om
trent de vele gewigtige onderwerpen die bij dat departement
in behandeling zijn, doch die reeds sedert jaren in behandeling
blijven. Immers de Kamer drong aan »op do regeling van
verschillende bijzondere onderwerpenwaaromtrent eene bc-