NIEUWE COURANT M 572. Vierde «laargang. 186|. •gefDer, JlteumeÖtep, IMfemsoorD, enj. WOENSDAG .21 DECEMBER. S. GILTJES. BEKENDMAKING. VAN DEN Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.30 Franco per post 1.50 Men abonneert zich bij alle Boekhaudclaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes. De prijs der Advertentien van 14 regels is 40 Centen voor elke regel meer 10 Centen. Zegelregt voor elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur, gelieve mende Advertentièn intezenden. Ingezonden stukken een dag vroeger. Die zich, ingaande met 1 Januarij a. s., op dit blad willen abonnerenkunnen de nog in deze maand verschijnende nommers gratis bekomen. Het Nommer van 1 Januarij a. s. wordt weder be schikbaar gesteld tot het opnemen eener Naamlijst, van al diegenen, die hunnen Nieuwjaarsgroet opentlijk wenschen uit te brengen aan Familie, Vrienden, Bekenden, Begunstigers, enz. Voor de plaatsing van iederen naam wordt ge vraagd 50 Centen, ten voordeele van de verschillende Armbesturen dezer gemeente, na aftrek van onkos ten ingeval die niet te vermijden zijn. Na afloop zal de rekening en verantwoording der gelden in dit blad worden opgenomen. Exemplaren der Courant, waarin de Naamlijst voorkomt, zijn te bekomen tegen betaling van 10 Centen, mits vóór het afdrukken aan te vragen. Men wordt beleefd verzocht vooral voor duide lijke opgaven te willen zorgen, en zich vroegtijdig 1 franco te willen adresseren bij den Uitgever lioor liet gemeentebestuur wordt het navolgende gepubliceerd Het GEMEENTEBESTUUR van den HELDERbrengt ter kennis van de daarbij belanghebbende ingezetenendat op Vrijdag den 30 December 1864:, des morgens tusscben elf cn óe'n ure, aan het Raadhuis der Gemeente, eene vergade ring van Kiesgeregtigden zal gehouden worden voor de keuze van een LID DER ALHIER GEVESTIGDE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN, in de plaats van den Heer Mr. Cu. BOSCH REITZ, die voor de benoeming tot Lid dier Kamer beeft bedankt. Helderden 16 December 1S64. Het Gemeentebestuur voornoemd STAK MAN BOSSE, Burgemeester. L. VER1IEY, Secretaris. De aanneming van liet Marine-Budget. In het laatste onzer vorige artikelen over de begrooting van het Departement van Marine, beloofden wij onze lezers op dit onderwerp te zullen terugkomen wanneer de beraad slagingen daarover in de Tweede Kamer der Staten-Generaal zouden zijn afgeloopen. Dit is in de vorige week geschied, >en wij willen daarom kortelijk bij de algemeene discussie blijven stilstaan. Wij mogen ondertussclien kort zijn en ons bij enkele pun ten bepalenwant in het algemeen was de discussie niet zeer belangrijk. De meeste onderwerpen die ter sprake werden gebragtwaren reeds sedert jaren lang herhaaldelijk behan deld of kwamen hoofdzakelijk neder op datgene, wat reeds in de gewisselde stukkenvan welke wij vroeger den hoofd- zakelijken inhoud mededeeldenwas te berde gebragt. Eene enkele opmerking vooraf. Gelijk men weet, ver klaarde de Kamer in haar voorloopig verslag, dat de meer derheid der leden geen vertrouwen kon de stellen in het re geringsbeleid des Ministers, wiens stelselloosheid, gemis aan eigen oordeel en wankelbaarheid, het noodig maakten het opperbestuur der Marine aan krachtiger handen toe te ver trouwen. Wat zien wij ondertusschen gebeuren Wij zien dat niettegenstaande die verklaring van de afdeelingenhet ontwerp werd aangenomen met de aanzienlijke meerderheid van 47 tegen 19 stemmen. Hetzelfde verschijnsel zagen wij bij de stemming over de begrooting van Oorlog en bij de discussie over de doorgraving van llolland. Het valt dus in het oog lioe weinig vertrouwen in de voor- loopige verslagen valt te stellenmaar het prestige der Kamer gc. X door dergelijke handelingen verloren, en de onpartijdig- heici en goede trouw, zou door deze langzamerhand kunnen worden in twijfel getrokken. De verklaring van het verschijnsel is evenwel niet moeije- lijk te geven. Bij de behandeling van het ontwerp in de sectienhadden vele liberale leden zicli tegen hetzelve ver klaard, en van daar dan ook liet gerucht dat de begrooting kans liep te worden verworpen. In de afdeelingen verklaar den zich ook vele conservative leden tegen, doch bij de eind stemming stemde de geheele conservative partij als één man vóór, ten einde het gewaande doel der antagonisten te ver ijdelen. Daar nu slechts enkele liberalen tegenen de overigen met de conservativen vóór waren, was het natuurlijk gevolg dat het ontwerp met overgroote meerderheid werd aange nomen. Hetzelfde geschiedde bij het achtste Hoofdstuk (Oorlog) Het blijkt hieruit helaas dat de partijen in de Kamer meer liun eigene zege, dan wel de behandelde ontwerpen op het oog hebben, en dat ze hun stem wijzigen en uitbrengen niet naar liet algemeen belang, maar naar het doel dat zij zich voorstellen te bereiken. Gerust durven wij dan ook voor spellen dat geen enkel lid der conservatieve partij zal stem men vóór de begrooting van den Minister van Koloniën, wiens aftreding zij door alle middelen zoekt te bewerken. Het is echter te hopen dat ook dit doel zal worden verijdeld. Zoo als wij reeds zeiden, was de beraadslaging zelve niet bijzonder belangrijk. Immers over het eindcijfer werd niet bepaald gesprokenmaar wel naar aanleiding der gewisselde stukken, over de bestemming onzer marine, over het stelsel dat aan die bestemming de beste uitvoering kon gevenover de vraag in hoever de Minister, in verband met vroegere verklaringen of te kennen gegeven voornemenseen vast stel sel had cn daaraan getrouw dacht te blijven. Voornamelijk verklaarden de heeren Blussó en Storm van 's Gravesandc zich tegen het regeringsbeleid des Ministersals in strijd met vroegere verklaringen, welk beweren echter door den heer Hugenholtz werd bestreden. Deze heeft den gang der zaken en de genomene maatregelen verdedigddaarbij wijzende op de moeijelijklieid voor een staat als Nederland, om zich op dat gebied te meten met andere mogendheden waar zelfs de oihciële erkentenis bestaat, dat, door de elkander opgevolgd hebbende stelsels en door de telkens veranderde eisclien en uitvindingenevenzeer onzekerheid is en vroeger toegestane gelden als 't ware niet aan het doel hebben beantwoord. De heeren Hugenholtz, Limburg Brouwer en van Swieten gingen na wat de bestemming der marine moest wezenen kwamen tot hetzelfde resultaat als de Minister in zijne me morie van beantwoording. Deze was hoofdzakelijk: bescher ming van onzen handel, verdediging van onze kusten' en zeegatenhandhaving van ons gezag in ïndië. Dit weinige is de hoofdinhoud der gevoerde discussien.die

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1864 | | pagina 1