B E R I G T.
KENNISGEVING.
M 374.
Vierde Jaargang.
186&Y
^cföer, JïieumeÖiep, WiffcmsoorÖ, enj.
WOENSDAG
28 DECEMBER.
S. GILTJES.
NATIONALE MILITIE.
OPROEPING TER INSCHRIJVING.
NIEUWE COURANT
VAN DEN
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maanden ƒ1.30
Franco per post „1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
De prijs der Advertentien van 14 regels is 40
Centenvoor elke regel meer 10 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur,gelieve mende Advertentiënintezenden.
Ingezonden stukken een dag vroeger.
liet nommer van Zaturdag a. s. zal niet op
Vrijdag avond, maar op Zondag morgen 1 Janu-
arij a. s. worden uitgegeventen einde de hieronder
bedoelde naamlijst te kunnen bevatten. Dit ge
schiedt ter besparing van kosten in bet belang der
behoeftigen.
Het Nommer van 1 Januarij a. s. wordt weder be
schikbaar gesteld tot bet opnemen eener Naamlijst,
van al diegenen, die bunnen Nieuwjaarsgroet
opentlijk wenschen uit te brengen aan Familie,
Vrienden, Bekenden, Begunstigers, enz.
Voor de plaatsing van iederen naam wordt ge
vraagd 50 Centen, ten voordeele van de verschillende
Armbesturen dezer gemeente, na aftrek van onkos
ten, ingeval die niette vermijden zijn.
Na afloop zal de rekening en verantwoording der
gelden in clit blad worden opgenomen.
Exemplaren der Courant, waarin de Naamlijst
voorkomt, zijn te bekomen tegen betaling van 10
Centen, mits vóór bet afdrukken aan te vragen.
Men wordt beleefd verzocht vooral voor duide
lijke opgaven te willen zorgen, en zich vroegtijdig
franco te willen adresseren bij den Uitgever
Door liet gemeentebestuur wordt het navolgende gepubliceerd
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente
HELDER
Gezien de artt. 15 tot 20 der Wet betrekkelijk de Nationale
Militie van den 19 Augustus 1861 Staatsblad No. 72.)
Brengen de navolgende wetsbepalingen ter kennis van de
ingezetenen:
Dat alle mannelijke ingezetenen, die op den 1 Januarij
aanstaande hun 19de jaar zullen zijn ingetredenverpligtzijn
zich ter inschrijving voor de Militie aan te geven tusschen
den 1 en 31 Januarij aanstaande. Zij die zich na den
31 Januarij, doch voor den 31 December 1865, ter in
schrijving aanmeldenworden alsnog ingeschreven doch ver
beuren eene boete van ƒ25 tot ƒ100. En dat zij, die eerst
na het intreden van hun 19de jaardoch vóór het volbrengen
van hun 20ste jaar, ingezetenen worden, eveneens tot die
aangifte verpligt zijn, zoodra zij de hoedanigheid van inge
zeten verkrijgen.
Dat voor ingezeten wordt gehouden:
lo. Ilij, wiens vader, ol', is deze overleden, wiens moeder, of ziju
heiden overleden wiens voogd ingezeten is, volgens de wet van
28 Julij 1850 (Staatsblad No. 44) luidende artikel 3 dier wet aldus:
„Gevestigd of ingezetenen zijndie binnen het Rijk in Europa
„hebben geAVoond
2o.
3o.
Dat
aGedurende de drie laatste jaren.
bGedurende achttien maanden na aan het Bestuur hunner woon—-
„plaats het voornemen tot vestiging te hebben verklaard.
„Nederlanders zijn gevestigd of ingezetenendie gedurende
„de laatste achttien maanden hunne woonplaats binnen het
„Rijk in Europa hebben gehad.
„Nederlanders, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd
„land wonen worden voortdurend als ingezetenen beschouwd.
„De bepalingen van ingezetenschap, in bijzondere wetten
„voorkomendegelden alleen voor zooveel betreft de ouder-
werpen in die wetten behandeld."
Hij, die geene ouders of voogden hebbende op 1 Januarij a. s.
gedurende de laatste achttien maanden in Nederland verblijf zal
hebben gehouden.
Hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten al is zijn
voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk verblijf hondt.
voor ingezeten niet gehouden wordt de vreemdeling,
belioorende tot een Staatwaar de Nederlander niet aan de
verpligte krijgdienst is onderworpenof waar ten aanzien der
dienstpligtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen.
Dat voor de Militie niet wordt ingeschreven:
lo. De in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van ecu ingezeten
die geen Nederlander is;
De in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van
eca vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten;
De zoon van den Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in
Js Rijks overzeesehc bezittingen of koloniën woont.
Dat de inschrijving behoort te geschieden:
lo. Van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of is, deze
overleden, de moeder, of zijn beide overleden, de voogd woont.
Van een gehuwde en van een weduwnaar, in de geraecute waar
hij woont.
Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft, of door dezen
is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in
de gemeente, waar hij woont.
Van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlanderdie
ter zake van 's lands dienst in eon vreemd land woont, in do
gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland ge
woond heeft.
En worden diensvolgens bij deze opgeroepen alle mannelijke
ingezetenen dezer gemeentedie in dezen jare den 18jarigen
leeftijd hebben bereikt, of nog zullen bereiken, en mistdien
degenendie geboren in den jare 1816op den eersten Janu
arij 1865 hun 19de jaar zullen zijn ingetreden, om zicli ter
inschrijving voor de Militiebij benBurgemeester en Wet
houders aan te geven in liet Raadhuis der Gemeenteop den
2den of een der volgende dagen van de maand Januarijdos
morgens tussclien 9 en 12 ure, zullende zij, die eerst na bet
intreden van hun 19de jaar, doch voor het volbrengen van
bun 20ste, ingezetenen worden, en dus mede verpligt zijn
zoodra zij die hoedanigheid verkrijgen, zich ter inschrijving
voor de Militie aan te geven de aangifte kunnen doen tel
en uur hierboven omschreven.
2o.
3o.
2o.
3o.
4o.
Burgemeester en Weth. verwittigen verder de ingezetenen
Dat, welke aanspraak op vrijstelling van dienst iemand
ook zoude vermeenen te hebben, de aangifte ter zijner in
schrijving niettemin behoort te geschiedenterwijl bij onge
steldheid, afwezigheid of ontstentenis, zijn vader, of, is deze
overleden, zijn moeder, of, zijn beiden overleden, zijnvoo»d
tot het doen van aangifte gehouden is.
Datter voorkoming van onaangenaamhedenwelke voor
de ingeschrevenen volgen moeten uit eeno verkeerde spelling
van naam of uit eene onjuiste opgave van den dag der ge
boorte, de belanghebbende moeten medebrengen een Extract
uit hunne geboorte-acte, hetwelk kostelooskan worden verkregen.
Verzuim van aangifte ter inschrijving wordt gestraft volgens
lle