(geföer, ïïieuroeöiep, IMfemsoorÖ, enj.
M 380.
Vijfde Jaargang.
1863.
WOENSDAG
18 JANUARIJ.
KIEZERSLIJSTEN.
REKENDMAKING.
NIEUWE COURANT
VAN DEN
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post u 1.50
- Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
De prijs der Advertentien van 14 regels is 40
Ceutenvoor elke regel meer 10 Centen. Zegelrcgt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur,gelieve mende Advertentienintezenden.
Ingezonden stukken een dag vroeger.
Door het Bestuur dezer gemeente wordt
het navolgende gepubliceerd
De VOORZITTER VAN DEN RAAD der gemeente
HELDER, gelet hebbende op het bepaalde bij artikel 7
der Wet van 4 Julij 1S50 Staatsblad N° 37) betrekkelijk
het opmaken der lijsten aanwijzende de personendie tot het
kiezen van leden van de Tweede Kamer van de Provin
ciale Staten, en van den Gemeenteraad bevoegd zijn.
Noodigt de inwoners der gemeente uitom zoo zij elders
in de directe belastingen zijn aangeslagendaarvan vóór den
15 Februarij aanstaande te doen blijken.
Helder, den 7 Januarïj 1S65.
He Voorzitter voornoemd,
STAKMAN BOSSE.
De BURGEMEESTER der gemeente HELDER maakt
bij deze aan de daarbij belanghebbenden bekend dat het
Kohier der Grondbelasting op de gebouwde en ongebouwde
eigendommen over het jaar 1865, den 5" dezer door den
Heer Commissaris des Kouings in deze provincie is invor
derbaar verklaard.
Helder, den 13 Januarij 1865.
He Burgemeester voornoemd,
STAKMAN BOSSE.
POLITIEK OVERZIGT.
De Sleeswijk-Holsteinsche kwestie blijft in Duitschland
ook voor Oostenrijk, de meest belangrijke en schijnt geheel
en al het Italiaansche vraagstuk te doen vergeten, dat nogthans
voor laatstgemeld rijk van blijvend gewigt is, en ten opzigte
waarvan nog geenerlei verandering heeft plaats gehad na de
September-conventie, die voor Oostenrijk zoo dreigend werd
geacht. Van het begin af zag het kabinet der Tuilerien de
noodzakelijkheid in om het keizerrijk gerust te stellen ten
opzigte van de onderhandelingen met Rome gevoerd, en
menige nota en conferentie werd daaraan gewijd. Met geen
enkel woord werd daarin echter zelfs de mogelijkheid be
sproken van een afstand van Venetie, evenmin van eenige
schikking, waarbij het voortdurend bezit onder zekere voor
waarden aan Oostenrijk werd verzekerd. Van de andere zijde
is er ook geen enkele stap gedaanom Oostenrijk tot ccne
erkenning van Italië te bewegen; integendeel schijnt Frans
Jozef nog altijd hoop te koesteren weder in het bezit van
Lombardije te geraken. Het gerucht looptj thans dat eene
poging daartoe zou worden gewaagd, dat Pruisens hulp
daarbij toegezegd zou zijn als belooning voor Oostenrijks
houding in het Sleeswijk-Holsteinsche geschil. Juist dat
zwijgen over eene zaak, die toch zoo onvermijdelijk op den
voorgrond moet tredenversterkt zoodanig vermoeden en
nu men in de officiële kringen van Italië eveneens Venetie
schijnt vergeten te hebben, moet men onderstellen dat ook
daar redenen bestaan om aan eene oplossing te gelooven,
waartoe het initiatief door Oostenrijk zelf zou worden ge
nomen, in dien zin, dat het om Lombardije een oorlog
begon, waarvan de afstand van Venetie het gevolg zou wezen.
Zoowel het verlaten van Turin als andere verschijnselen wijzen
op een krijg, terwijl Italië toch al den schijn heeft aan geen
oorlog te denkeu.
Men leest in de Frankforter Postzeitung
Naar hetgeen men verneemt omtrent de onderhandelingen
tusschen de middenstateu, bestaat ten opzigte der gemeen
schappelijk te volgen staatkunde nog slechts overeenstemming
tusschen BeijerenSaksenhet groothertogdom Hessen en
het hertogdom Nassau. Wurtemberg moet zich nog niet ge
noegzaam verklaard hebben, maar zich weinig geneigd be-
toonen zich aan genoemde staten aan te sluiten. Hanover
en Keurhessen houden zich op een afstand en men heeft zelfs
reden te gelooven, dat in de meeste kwestien deze staten
gemeene zaak met Pruisen zullen maken. In allen gevalle
vermijden zij, zich op eenige wijze te verbinden. Wat
Baden betreftin de hoofdpunten der Sleeswijk-Holsteiusche
kwestie is dit het met Beijeren en Saksen eens maar ver
der gaat zijne adhaesie niet, en men weet nog niet, of,
in het beslissend oogenblik, de Badensche politiek niet naar
Pruisen zal overhellen. De kleine staten worden bf geheel
beheerscht door Pruisens invloed bf nemen eene terughou
dendheid in achtdie belet te voorzien naar welke zijde zij
zullen overhellen. Uit dit overzigt volgt duidelijk, dat
men in eene niet ver verwijderde toekomst niet kan rekenen
op een gemeenschappelijk initiatief der derde groep Duitsche
staten. Pruisen is in de eerste plaats voor eene bondslier-
vorming naar de strijdkrachten van eiken staat, een plan
dat voor Oostenrijk verleidelijk is. Zoo dit plan niet slaagt
zal Pruisen het op de algeheele ontbinding van deu bond
toeleggen. Het slagen van een van beide plannen zou in
hooge mate de verwezenlijking begunstigen van Pruisens
hegemonistische neigingen. Alleen Oostenrijk is in staat
dit. plan de campagne te dwarsbooinenhet is echter zeker
dat het er gereedelijker toe zou overgaan en met meer
kracht en goed gevolg zou kunnen optredenzoo het van
den bijstand en de medewerking der andere staten verzekerd
ware. Daarin ligt de moeijelijkheid.
1TIB TI W T IJ D 11T 3 S 1T.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord enz. 17 Januarij 1865-
De Heldersche en Nieuwedieper Courant komt nog
weder terug op de openstelling van de bassinbrug, die
echter tot tin toe nog niet opengesteld is; wij zouden
daarvan geen notitie genomen hebben ware het niet dat zij
zijdelings ons vorig berigt tracht tegen te sprekenen dat
nog wel met zoo groote nonsens als men zelden in een be-
rigtje van vijf regels heeft aangetroffen. Zij zegt dat de inge
bruikstelling van die brugzoo als zij in haar vorig nom-
mer heeft berigtvoor voetgangers en rijtuigen merkelijk
heeft plaats gehad, maar dat de passage voor het publick
eerst over eenige dagen kan geschiedenwij vragenwanneer