in bewaring te willen nemen. 15. had tevens drie zijner
makkers genoemd, die hij verdacht hield als schuldig te zijn
aan de plaats gehad hebbende ontvreemding.
De Commissaris van Politie neemt die mannen direct in
het verhoorzij betuigen echter allen geheel vreemd te zijn
aan het voorgevallene; deze en de andere manschappen wor
den echter zeer streng gevisiteerden hunne kisten en kooijen
naauwkeurig doorgezocht, waarmede men een geruimen tijd
is bezig geweestechter alles te vergeefs.
Twee matrozenC. en B.worden bij herhaling ge
visiteerd en op grond van eene verdachte uitdrukking be
sloot de Commissaris van Politie deze beide mannen in ver
zekerde bewaring te stellen.
Later, eerst in de gevangenis, is het gebleken dat de
Commissaris van Politie hier weder zeer juist had gezien.
Bij eene herhaalde visitatie vond men in iederen schoen
van den matroos 15. tusschen de buiten- en binnenzool
in een laag pek verscholen, 12 guinjes, dus te zamen 24,
uitmakende f 288.terwijl hij toen ook bekende het zilver
geld over boord te hebben geworpen.
B. is dezelfde persoon die zijne gelden aan den kapi
tein in bewaring gaf om voor diefstal gevrijwaard te zijn
of liever, om het vermoeden daardoor geheel en al van zich
af te kceren. Hij is echter niet geslepen genoeg geweest
om onzen wakkeren Commissaris van Politie te kunnen
misleiden.
De andere gearresteerde is medejdigtig aan de daad be
vonden.
Op Zr. Ms. Wachtschip alhier zijn Zondag morgen jl.
voor het front van de geheele ekwipage uitgereiktaan den
opperstuurman J. P. Yalter de gouden medaille voor 36jarige
trouwe dienstbenevens de daaraan verbonden gratificatie
van f50; aan den provoost J. P. Winter de gouden me
daille voor 50jarige trouwe dient, benevens f100, en aan
den marinier van ltossein de koperen medaille voor 12jarige
trouwe dienst en f12.
Do medaille voor Winter was echter nog niet gereed, en
is hem voorloopig alleen het brevet uitgereikt.
Z. M. heeft tot belooning dergenen van de landmagt
in Ned.-ïndië, die zich bijzonder hebben onderscheiden bij
de beteugeling van den opstand onder de bevolking te
Binamoe (Torothea-landen)van den 4deu tot en met den
lOden Augustus 1S64, toegekend: de eeresabel aan den kapt.
der Infanterie G. P. de ïtavallet, en benoemd tot ridder
4e kl. van de militaire Willemsorde den korporaal (sedert
20 Sept. 1864 sergeant) der Infanterie G. J. A. de Haas.
Naar wij vernemen zal den 23 dezer des middags de
eerste proefrid plaats hebben op de spoorwegliju van Zutphen
naar Arnhem. De trein zal echter niet verder rijdeu dan de
tweede laan van Presikhaaf. De commissaris des konings in
die provincie cn andere autoriteiten zullen, zegt men, de
proefrid mede maken.
Bij het Instr. Bat. te Kampen zijn wederom 43 ad-
spiranten tot het aangaan eencr dienstverbintenis opgeroepen
waarvan er 20 zijn aangenomen en 3 afgekeurd.
K. te Overveeu is onlangs na langdurige dronkenschap
des nachts blootsvoets door sneeuw en ijs naar buiten gegaan
zoodat hij met bevroren voeten weder t' huis is gekomen
en zijne beide voeten boven de enkels moesten worden afgezet.
Men leest in de Kamper Courant
Het strekt ons tot genoegen te kunnen mededeelen, dat
de door onzen stadgenoot, deu boekhandelaar en uitgever
S. van Yelzcn Jr. voorgenomen uitgave van den onveran-
derden Staten-Bijbel, haar beslag heeft gekregen. Het getal
inteekenaren, aan wier hoofd de namen van Z. M. onzen
geëerbiedigden Koning en Koningin prijkenschijnt talrijk
genoeg om den heer van Yelzen tot deze nieuwe uitgave
van het Boek der Boeken in staat te stellen. Wij hebben
dan dezer dagen ontvangen de. eerste drie vel druks (12
pagina's folio) der beide uitgavenwaarvan de eene met la-
ti]nsche en de andere met duitsehe letter, naar verkiezing
der inteekenarenwaarbij zijn gevoegd twee uitmuntende
staalgravures, de eene voorstellende den platten grond van
Jeruzalem en de andere den tempel van Salomo, de siera
den diens tempels, den hoogepriesterkoning Salomo, enz.
Druk, papier en uitvoering laten niets te wenschen over,
en kunnen wij derhalve deze nieuwe uitgave des Bijbels,
die den inteekenaren op den zeer geringen prijs van f 12.80
te staan komt, met warmte aanbevelen.
Men schrijft van Baardwijk, 21 Januarij. Heden
namiddag arriveerde alhier de regter-commissaris, belast met
de instructie der strafzaken, de officier en griffier uit de
de regtbank te 's Hertogenbosch met twee heeren medicina;
doctoren, ten einde een geregtelijk onderzoek in te stellen
naar het gerucht: //dat de jeugdige hulponderwijzer der
openbare school alhier een kind zoodanig zou hebben geslagen,
dat het binnen twee dagen gezond cn dood was." Of nu de
dood de oorzaak van de mishandeling is geweest, blijft in
het onzekere, maar zeker is het, dat de hulponderwijzer
door den heer kantonregter van Waalwijk voorloopig is
aangehouden.
Het lijk van het kind is opgedolven en door de heeren
doctoren geneeskundig onderzocht, terwijl verder niets van de
zaak bekend is.
De Gron. Ct. deelt mede, dat tegenwoordig ook in
ons land agenten der Amerikaansche Unie werkzaam zijn,
om den stroom van landverhuizers, inzonderheid uit Noord-
Braband, weder aan den gang te helpen, en dat de agenten
hun onbedachtzaam zand in de oogen trachten te werpen
door hun groote schatteu te beloven. Het blad waarschuwt
daartegen.
Dezer dagen overleed in het gasthuis te Trévoux (Aiu)
een man met name Moraillon, die in den ouderdom van
104 jaren en 3 maanden bereikt had.
De regterlijke autoriteiten in Pruisen houden zich on
ledig met de vraag: of een kind van zes jaren mag teregt
staan voor het hof van assises. De oorzaak hiervan is deze
Een kleine jongen, zes jaren oud, stak met voorbedachten
rade een huis in brand. Hij legde stroo met vuur en luci
fers vermengd, in het huis neder. De procureur des konings
eischte vervolging, doch de regtbank van eersten aanleg wees
die vordering af, omdat de beschuldigde den ouderdom van
zeven jaren niet had bereikt, en alzoo niet met oordeel des
onderscheids kon gehandeld hebben. Het hof van appèl was
diezelfde meening toegedaan. Het hooggeregtshoi' echter
vernietigde de uitspraak van het hof van appèl en wees de
zaak terug om op nieuw onderzocht te worden.
Do chef van een der spoorweg-station in België heeft
zich uit de voeten gemaakt, menemende de kas, ten be
drage van 2000 francs, doch achterlatende zijne vrouw en
twee kindereu.
Uit Salzburg meldt men, dat binnen eenige dagen
aldaar iemand voor het geregtshof zal staanbeschuldigd
van vergiftiging zijner vrouw en twee volwassene dochters.
11e beklaagde, Johann Obermuller geheetenis een zeer
goed man. Men weet tot heden niet welke de drijfveeren
zijn geweest, die hem tot deze vreeselijke daad hebben gebragt.
Eene dame, dezer dagen te Eiguieres in Spanje over
leden, heeft aan den paus een legaat van fr. 125,000 ver
maakt als ondersteuning ter voorziening in zijn dringendste
behoeften.
Als een bewijs dat mannen, hetzij tijdens hun leven,
hetzij daarnaminder gelukkig zijn dan de vrouwenvooral
wanneer het er opkomt om aan een fortuintje te komen,
wordt door een Italiaansch blad het navolgende feit mede
gedeeld. Een geneesheer, Tagliaferso genaamd, kwam te
overlijden en had gelegateerd eene som van 1500 frs aan
de nagelatene betrekkingen der twee armste mannendie in
het gasthuis te Pammatoue op denzelfden dag van hem
(testateur) zouden komen te overlijden. En hoe toevallig
op zijn sterfdag stierf in dat gasthuis slechts eene vrouw en
den daarop volgenden dag niet minder dan zes vrouwen. Er
was niet één man te vinden, die in die beide dagen daar
wilde sterven
In de vorige week heeft nabij Parijs een tachtigjarige
grijsaard eene poging tot moord gepleegd op eene dame, met
welke hij een huis bewoonde. De grijsaard was gewapend
met een snijdend werktuig, waarmede hij aan de dame ver
schillende wonden toebragtwelke echter niet gevaarlijk
waren. De dame verdedigde zich nog zoo veel mogelijk; het
gelukte haar hem niet alleen het werktuig uit de handen te
rukkenmaar zij wierp hem ook op den grond en ontvlugtte
toen. De grijsaard achtervolgde haar alsnu met een scheermes
en bragt haar wederom verwondingen toe in den halsborst
en armenmaar ziende dat zij nog niet dood wasmaakte
hij zich meester van een ander mes, waarmede hij zichzelf
vele verwondingen toedragt en tengevolge waarvan hij neder-
vielbadende in zijn bloed en kort daarop stierf. Men weet
de beweegredenen niet welke hem geleid hebben tot het
plegen van dit misdrijf, doch men veronderstelt, dat hij
onderden indruk van een vlaag van krankzinnigheid gehandeld
heeft.
In Engeland werd onlangs een paard vertoonddat
in Afrika gewonnen en opmerkelijk is door het algeheele
gemis van haar. De huid had eenige overeenkomst met die
van den olifant en de tint wasvooral wat de pooten betrof,
loodkleurig, zoodat men het aankondigde als het //blaauwe
paard." Deze tint verdwijnt echter van lieverlede, en neemt
eene bonte kleur aan. Het dier nuttigt eene buitengewone
hoeveelheid voedsel, hetgeen men verklaart door de behoefte
om het gebrek aan warmte, door het gemis van haar ver
oorzaakt, te vergoeden.
De bevelhebber der Peruaansche oorlogskorvel Union,
met name Miguel Graois te Plijmouth op bevel der re-