zorgen leniging van liunne ellende te erlangen. Zij hopen
dat paal en perk worde gesteld aan die overdreven concur
rentie waardoor hun het weinigedat zij nog verdienen
geheel wordt ontnomen. Naar men zegt heeft nagenoeg een
twee duizendtal werklieden dit adres onderteekeud.
Aan boord van de tusschen Glasgow en Havre varende
stoomboot Athanasian heeft dezer dagen in laatstgenoemde
haven een bedroevend ongeluk plaats gehad. Terwijl men
met lossen bezig wasschoot een vat met benzine uit de
kraanketting en de vloeistof verspreide zich over de lading.
Het volk staakten den arbeid en hervatte dien des avonds
bij kaarslicht; plotseling ontstond eene vervaarlijke ontplof
fing door het vlamvatten der benzine, waarbij de vlammen
als uit een vuurberg door het groote luik opstegen. Zoodra
de brand gebluscht wasdeed men onderzoek naar den toe
stand der arbeiders van welke drie dood en een ernstig ge
brand gevonden werden. Kort daarna wilde men den arbeid
hervatten, toen een tweede losbarsting, en weder twee per
sonen deerlijk werden geblakerd. Het schip heeft weinig
geleden, doordien het van ijzer was.
De vrouw van een rijtuigmaker te Gemazac is voor
spoedig bevallen van drie levende kinderen. Diezelfde vrouw
heeft in zes jaren tijds dertien kinderen ter wereld gebragt
waarvan thans negen nog in leven zijn.
In Noord-Amerika is door de republikeinen eene ra-
dikale hervorming in de speelkaarten uitgedacht. De harten
en ruiten zijn vervangen door roode vaandels en sterren
de klaveren en schoppen door arenden en schilden; de hee-
ren zijn kolonels, de boeren majoors en de vrouwen vrij
heidsmaagden met phrygische mutsen op.
Een nieuw soort van hulpmuddel bij het zakkenrollen
werd dezer dagen in de Parijsehe omnibussen in toepassing
gebragt. De voornaamste, hoewel onschuldige medewerkster,
was een prachtige angorasche kat. Twee meisjes, die elkander
niet schijnen te kennen en zeer ordentelijk gekleed ziju, ne
men te gelijk plaats in eene omnibus. Een van haar
heeft de kat op de schoot. De andere begint er een
gesprek over en aait het dier, dat zich gewillig daartoe
leent. Andere dames willen nu ook de kat liefkozen en deze
maakt de rond door de omnibus, maar bij het aannemen en
overreikenledigen de meisjes behendig de zakken der da
mes. Zij waren echter dom genoeg om hetzelfde middel
een geruimen tijd toe te passen. Daardoor liepen zij in het
oog en dezer dagen werden ze op heetcr daad betrapt. De
meisjes zijn veroordeeld; de kat is onmiddelijk op vrije'
pooten gesteld.
Dikwijls heeft men bij het branden van petroleum en
photogene hinder, dat er zich korsten vormenwaardoor zij
slecht branden. Dat schijnt te komen, dat het katoen
vochtig is voor het in de olie gedaan wordt. Wil men dit
voorkomen, dan moet men het katoen eerst goed op den
kagchel droogen en dan dadelijk in deu ballon met olie
doen. Is het katoen eenmaal goed doortrokken dan behoeft
men voor geen vocht meer te vreezen.
- Bij eene instorting in de steenkolenmijn te Salt Wells
(Engeland) zijn 6 personen omgekomen.
Van 3 tot 7 Febr. heeft te Weenen het examen plaats
gevonden van 48 voor de lokale telegraafdienst opgeleide
jonge dames. De aspiranten moesten bewijzen geven van
hare bekendheid met de inrigting en het gebruik van den
toestel van Morse, met de leer der telegrafische verbindingen
en met de orthographie. Het examen leverde zoo vol
doende resultaten opdat niet alleen alle aspiranten geschikt
werden bevonden, maar zelfs de meest vleijende getuigenis
sen ontvingen. Er zullen, behalve deze 40 nog 35 worden
aangesteld.
^tngesanbeu ^tuftUcn.
Be Redactie onderschrijft niet altoos de gevoelens der inzenders.
Aan de redactie van de Nieuwe Courant van
den Helderenz.
Met aandrang en nadruk, maken wij bij herhaling open
bare melding van het ingeslopen misbruikdat en onderwijzers
en leerlingeu vroegtijdig de school verlatenom zich in het
siaatsenrijdeu te oefenen. Wij meenen dat het ten 4 ure tijd
genoeg is om die zoo noodzakelijke kunst aan te leeren
voorloopig herinneren wij aan de omstandigheid dat de inge
zetenen de kosten van het onderwijs gezameutlijk dragen, en
zich bijgevolg niet behoeven te rigten naar de exceptionele
bepalingen der autoriteiten en voegen hier andermaal bij
dat elke onderwijzer zijn tijd best noodig heeft om degelijk
onderwijs te geven in het zoo noodwendige lezen, schrijven,
rekenenom niet van de vele andere vakken te gewagen.
Wij hopen dat onze stem niet die is eens roependen in
de barre woestijnen dat men niet spitsvondige drogredenen
aanvoere ter verontschuldiging.
Een voorstander van het onderwijs der jeugd.
Correspondentie.
Alvorens het artikel van den geachten inzender te Texel te plaatsen ver
wijzen wij ZEd. naar de ingezonden stukken voorkomende in de nommers
350 en 352 van dit Blad ter aantooning dat daar reeds hetzelfde onder
werp hrced%perig is behandeld. Wij moeten veronderstellen dat ZEd. daar
mede niet bekend is.
Voor bet geen verder door den inzender beloofd wordt houden wij ons
bijzonder aanbevolen.
Kinderziekte en Koepok-Inenting.
Onder dit opschrift bevat het Volksblad van 9 Febr. de
navolgende regelen. Wij geven er een plaatsje aan iD dit
blad, daar de zoogenaamde kinderziekte ook in deze gemeente
heerscht en 't zijn nut kan hebben dat zij die nog altijd
bezwaar hebbenzich of hunne kinderen te laten vaccineren
bij tijds gewaarschuwd worden en op die wijze er toe mogen
medewerken om de verdere verspreiding der gevreesde ziekte
zooveel mogelijk te voorkomen.
Nog altijd zijn er velen, die uit vooroordeelen weigeren
hunne kinderen te laten vaccineren en daardoor schuldig
wordendat hunne kinderen vroegtijdig door de gevaarlijke
ziekte worden ten grave gesleept of wel voor altijd de tée-r
kenen dragen van het ouderlijk verzuim. Hun die de koepok
inenting wenschen te bevorderen, kunnen wij zeer aanraden,
de lezing te verspreiden van het opstel van Dr. Pous Kool
haas in het laatste No. van de Schat der Gezondheid18G4, ter
wijl wij inzonderheid de aandacht vestigen op de volgende woorden:
«Hun die hunne redeneringen gronden op hunne denkbeelden
van het ongeoorloofde der koepok-inenting als zoude deze een
daad van ongodsdienstigheid zijnkan misschien geen beter
geschrift worden in handen gegeven dan het in 1857 verschenen
woord van Ds. Gunning; door dat «woordof door in
denzelfden zin gesproken woorden kan misschien nog menigeer
die nu tegen de vaccinatie is, een voorstander derzelve worden
Ds. G. noemt de koepok-inenting een «van God verordend
middel", tooDt aan dat betamelijke voorzorg geen vooruit-
loopen is en *dat «al wie weet en erkent, dat God dit middei
gegeven heeft en dan toch zijne kinderen de pokken (koepokken?)
niet laat inenten, den Heere zijnen God verzoekt. «Tenslotte
herinner ik hen die in een dwaalbegrip verkeeren aangaande
het verband tusschen ziekte en zonde in het algemeen, en
alzoo ook tusschen kinderziekte en zonde, aan hetgeen on
langs hierover geschreven is door Ds. Ten Kate in zijn boeksken:
«wilt gij gezond worden?" Aldaar leest men (bl. 5) «Beproef
u zeiven, lieve lijder! of ook gij u niet misschien door eigen
schuld deze uwe kraukte hebt berokkend door onmatigheid
of onbedachtzaamheid door toorn of boosheid door jaloezy
of overspanning, door geldgierigheid of eerzucht." En is het
niet onbedachtzaam te weten dat er een voorbehoedmiddel
bestaat tegen eene verschrikkelijke en zeer besmettelijke ziekte,
en evenwel dit voorbehoedmiddel niet te willen aanwenden
OTBimraMKN M ESN HUMZ.
Zestien jaren. Ik zou wel eens willen weten of ieder
jong meisje zooveel plannen vormt voor de toekomst, en dan
nog zulke pleizierige plannen! Ik voor mij geloof wezentlijk
dat men slechts behoeft te leven om gelukkig te zijn. Het
zal zoo heel lang niet meer duren of ik ga van school af;
dan ben ik voornemens veel te lezen en mij toe te leggen op
het huishouden, zoodat, als ik eens getrouwd ben, ik mij
't huis naar den zin kan maken.
Negentien jaren. Al twee winters in de wereld! Een ding
heb ik ten minste geleerd. Ik zie dat de wereld mij schoon,
rijk, noch aangenaam in den omgang vindt; derhalve ben ik
niet veel bijzondersengeloof mijdie ontdekking is lang
niet aangenaam. Maar ik ben er van overtuigd, dat ik ge
zond verstand bezit en dat het hart bij mij op de regte plaats
zit. Het komt er dus maar op aan, wat ik daarmede heb
aan te vangen.
Drie en twintig jaren. Mijn geluk is verdweneneen
geest van rusteloosheid heeft mij bevangen. Dat afmatten en
toch zoo doelloos leven dat ik tot nog toe geleid heb, kan
niet lang zoo voortduren. Wel doe ik mijn best, om geen
enkelen huiselijken pligt te verwaarloozenmaar wij hebben
dienstboden in overvloed om al het werk te doen. Eene
vrouw is toch te beklagen het wordt haar altijd ingeprent
dat haar edelste werkkring zijn moet, de schoot van haar
gezin. Ach, was ik maar een man! Mogt ik werkzaam zijn
in de bedrijvige wereld, al moeten die werkzaamheden uit
sluitend ten doel hebben, rijk te worden. Ik ben niet goed
genoeg om op den duur zulk een kalm, eentoonig leven te
leidenik moet iets hebben om mijn geest bezig te houden.
Ik verlang volstrekt niet van het eene gezelschap naar het
andere te gaanzoo als zoo veel jonge dames doen in de
hoop daar een echtgenoot te bekomen. De gansche inrigting
onzer maatschappij is vernederend voor de vrouw. Volgens
mijue opinie zou het beter zijn zonder omwegen bij een heer
met een liuwelijksvoorstel, voor den dag te komen, dan al
die kunstgrepen in 't werk te stellen, die men nu aanwendt;
namelijk, als een meisje dan absoluut een man wil hebben.
Maar zal zij dan ook gelukkig zijn.? Ik weet het niet.
Zes en twintig jaren. Hoe snel vliegt de tijd toch voorbij
En als men een blik werpt op zijne tot nog toe afgelegde
levensbaanwat beeft men dan ai niet bijgewoond en wat
heeft men al ondervinding verkregen en toch ben ik nog
in het onzekere, hoedanig ik het leven beschouwen moet.
Menig meisje in mijne plaats, zou den heer B. tot man ge
nomen hebben, want hij beminde mij, hoe weinig bekoorlijks