De machinisten 1« klasse der Marine C. G. van
Langeveld, E. Tegel, J. P. A. Graat en J. C. Annokkée,
zullen in de laatste helft der maand April a.s. met het
koopvaardijschip de Kandanghauerkapt. Zeelt, van hier
naar Oost-Indie vertrekken.
In de laatste dagen is de verzending van visch, van
Zwolle over den centraalweg zeer toegenomen.. Duizende
ponden worden tot hooge prijzen opgekocht en naar Duitsch-
land en België verzonden tot groot voordeel der vischhandelaars.
De gemeenteraad van Kampen heeft besloten f 5000
beschikbaar te stellen voor de feestviering bij de aanstaande
opening van den spoorweg van Kampen op Zwolle.
Men meldt het volgende uit Assen
Er is vermoeden gerezen van een vreeselijk feit, dat,
onder den schijn van vriendschap en gastvrijheid, met ver
raderlijk opzet den dood van een onschuldig slagtoffer heeft
ten gevolge gehad, zoo het vermoeden althans bewaarheid
wordt. Een jongeling van Koekange, had verkeering met
een meisje van Ruinerwold. De ouders van eerstgenoemden
waren tegen het huwelijk. De jonge dochter werd voor
eenige dagen te gast verzocht, kreeg bij het teruggaan on
derweg een geweldige buikpijn en stierf. De gastvrouw had
haar vóór het weggaan nog een ferm kop koffij gezet, met
wie weet wat er in. Dit althans is zeker, dat dit plotseling
sterven de ergste vermoedens heeft opgewekt, tengevolge
waarvan er Vrijdag eene geregtelijke lijkschouwing heeft
plaats gehad en de ingewanden vervolgens naar Assen zijn
getransporteerd.
Als eene zeldzaamheid moet worden vermeld, dat in
de nabijheid van Delfzijl, bij het gebruik van mosselenon
derscheidene paarleu zijn ontdekt van verschillende grootte.
Bij het Huis der Afgevaardigden te Berlijn is eene
petitie ingediendstrekkende om eene belasting te doen leg
gen op alle ongehuwde mannen, die zekeren leeftijd hebben
overschreden. Die petitie wordt krachtig ondersteund door
de ongehuwde meisjes.
Te Wiesbaden heeft zich een comité gevormd met
Nassausche generaals aan het hoofdom schikkingen te ma
ken tot viering van het gedenkfeest van den slag bij Wa-
terlooen het oprigten van een gedenkteeken voor de Nas-
sauers, welke daar, gedeeltelijk in Nederl. dienstsneuvelden.
In Londen hebben zich voor eenigen tijd een aantal
jongelieden van aanzienlijken huize tot een vrijwillig corps,
van brandspuitgasten vereenigd, waarvan de jeugdige hertog
van Sutherland het hoofd is. Dat vrij-corps van brand-
blusschers heeft reeds onderscheiden malen, bij gelegenheid
van zware branden, welke er in Engelands hoofdstad ge
woed hebben, allergewigtigste diensten bewezen. Het Hof-
llad van Londen verhaalt daarvan weder eene nieuwe proeve.
Bij een brand, die er was uitgebarsten in Saville-IIouse was
het corps der adelijke brandspuitgasten weder op de gevaar
lijkste punten aanwezig. Ook de Prins van Wallis, die
mede tot het corps behoort, kwam op het terrein van den
brand, zette onmiddelijk zijn muts als brandspuitgast op
en trad het brandend gebouw binnen.
Onlangs heeft te GJeiwitzeene stad in 't regering
district Oppeln (Pruisen) een vreeselijk ongeluk plaats gehad.
In het magazijn van O. had mengedurende de afwezigheid
des eigenaars, buskruid ter verzending gereed gemaakt, toen
men plotseling eene geweldige ontploffing vernam. Het
buskruid ontvlamde. Of dit door de wrijving der pakjes is
geschied, dan wel door eenige andere oorzaak, is voor als
nog onbekend.
De boekhouder en de vrouw van O. werden met brandende
kleederen door de deur heen op straat geworpen. Ofschoon
al spoedig hulp opdaagde en de brandende kleederen werden
gebluschtzijn de brandwonden nogtans zoo belangrijk dat
het leven der ongelukkigen in gevaar verkeert. De koop
man R., die in het zelfde huis zijn winkel hield, spoedde
zich, op 't geroep van brand, naar zijn lokaal, waarschijn
lijk met het doel om zijne boeken te redden. Doch in
denzelfden oogenblik bad de ontploffing plaats, en zag men
het gehccle gebouw, onder een geweldig gekraak, op ver
schillende plaatsen barsten en splijten. Een gedeelte van
het dak stortte donderend naar beneden. Eene ijzeren geld
kist in den winkel van O. werd met zooveel hevigheid op
genomen en in het aangrenzende magazijn van R. geslin
gerd, dat deze daardoor getroffenbijna dood op de plaats
nederzonk. Vervolgens werd hij door het nederstortend
gruis en puin als bedolven. Toen men hem daaronder uit
trok, haalde hij nog eenige malen adem, en gaf daarop
den geest. Zijn schedel was gespleten, en zijn geheele lig-
chaam met vreeselijke wonden overdekt. De meesterknecht
van R. en de broeder van O. werden beiden eveneens ge
vaarlijk gekwetst.
De Pruisische regering heeft bij den heer Arman te
Bordeaux tien oorlogschepen besteld.
H$t protestantsche blad Le Litn over de scheiding
der kerk en staat sprekende, behandeld, in verband daar
mede, de traktementen der geestelijken. In die landen,
zegt het blad, waar kerk en staat niets met elkander te
maken hebben, is de finantiële toestand van de kerk ook
veel gunstiger. Men zie slechts wat in Amerika plaats
heeft. Daar worden bij voorbeeld jaarlijks de zitplaatsen in
de kerken bij opbod verkocht en die verkoop levert voor
de kerk de grootste inkomsten. De duurste bank in de
Plymouth Church in Nieuw-York, werd in .1864 voor
f8000 toegewezen. In 1865 werden er 16 verkocht voor
f700 het stuk, 12 voor f1000 en voor f1300. De kerk
wordt langs dien weg zeer rijk, en daar zij als de oorzaak
van dien rijkdom te regt den predikant beschouwt, Henri
Ward Beecher, den broeder der schrijfster van de Negerhut,
heeft men deze ook een zeer aanzienlijk traktement toegelegd.
In 1864 bedroeg dit f20,000. Voor 1865 is het verhoogd
tot f 40,000. Een vreemdeling die aan den kerkeraad de
opmerking maakte dat zulke traktementen toeh buitenge-
gewoon hoog warenkreeg het echt amerikaanseh antwoord
//Als de heer Beecher in eeue andere betrekking overging
zou hij evenveel of nog meer kunnen verdienenhet is dus
billijk dat wij hem zijn tijd naar dezen maatstaf betalen."
De jaarwedde is vooral belangrijk wegens den tegenwoor-
digen finantiëleu toestand van Noord-Amerika.
Vrijdag morgen jl. is de Hertog de Morny te Parijs
overleden. Men geeft van hem de volgende biographie:
Jules de Morny, geboren op 23sten October 1812,
te Parijs, was de natuurlijke zoon van koningin Hor-
tense, de gemalin van Bodewijk Napoleonen van haren
opper-stalmeester graaf Elahault de la Billarderie.
[Die mededeeling wordt in de dagbladen opgenomen zonder
eenige bijvoegingdie het feit bemantelt of nog maar de
gelegenheid Openlaat om althans te geloovendat men zich
bedriegen kan. Koningin Hortense, de moeder van den
regereuden keizer der Eranschen, heeft overspel gepleegd
met een harer hovelingen Dat wordt nu met zooveel
woorden rond gebazuinden niemand schijnt er ergenis
in te vinden. Wat eene blijvende en onuitwisehbare smet
zou wezen voor elke burgerfamilie, en een diep geheim blijft,
is hier eene publieke zaak; en de zoon der schande wordt
door zijn broeder tol de hoogste staatsambten verheven.]
De kinderlooze graaf de Morny, uit Isle de France,
nam het natuurlijke kind tegen eene som van 800,000 fr. als het
zijne aan. De jonge de Morny, in het huis van mevr. de Souza,
de moeder van Elahaultmet groote liefde opgevoedwas
reeds als knaap een lieveling van Talleyrand, die reeds toen
voorspelde dat hij eenmaal minister worden zou. In 1832
trad hij als onder-officier in het le reg. Uhlanen, dat te
Fontainebleau garnizoen hield. Later bekwam hij verlof zich
naar het Eransche leger in Afrika te begeven waar hij
deelnam aan den togt tegen Mascara en aan de belegering
van Constantine. Bij Mascara volbragt hij gelukkig het
waagstuk om alleen door het geheele leger van Ab-el-Kader
heen te rijden en op die wijs zich bij het Eransche leger
aan te sluiten. Bij Constantine werd hij door vier kogels
gewond enna den afloop van den veldtogtontving hij
het kruis van het Legioen van Eer, doordien hij, onder de
muren der belegerde stad met eigen levensgevaar den ge
neraal Trezel redde. Koningin Hortense die op 5 Oct.
1837 overleed, vermaakte haar natuurlijken zoon eene rente
van 40,000 francs jaarlijks. De levenslustige Uhlanen-offic.
leefde van dat inkomen tot 1838, toen hij uit de dienst
trad en zich te Clermont in Auvergne als beetwortelsuiker-
fabriekant neerzette. Vier jaren later werd hij door Puy-
de-Döme tot lid van de Kamer van Afgevaardigden gekozen,
waar hij intusschen eene zeer onbeteekenende rol speelde. In
1849 had de Morny door industrieële speculatien en door
dagelijksch hoog spel, zóó veel verloren, dat hij zich in
groote geldelijke verlegenheid gewikkeld zag. De staat
kundige omwenteling van dien tijd baande echter voor hem
spoedig eene nieuwe toekomst. Reeds lang een trouwe aan
hanger van Bodewijk Napoleon was hij in den strijd tus-
schen uitvoerende en parlementaire magt, de man, aan wien
de prins-president het vermetele plan van den coup détat
van 2 December toevertrouwde. Tot min. van binnenl.
zaken benoemd, werd hij, onder den nieuwen keizer, een
der meest gewigtige personaadjen van Frankrijk. Na den
Parijschen vrede ging de Morny naar Petersburg om de
Eransche regering bij de krooning van den Czaar te ver
tegenwoordigen. Daar met groote onderscheiding ontvangen,
poogde hij de betrekkingen tusschen deze twee groote mo
gendheden naauwer toe te halen en bij deze gelegenheid vroeg
en verkreeg hij de hand van de jeugdige prinses Trubctzkoi,
die aan eene zeldzame schoonheid, een onmetelijk fortuin
paarde. In Frankrijk teruggekeerd, werd de Morny tot graaf
verheven en benoemd tot lid van den geheimen raad en tot
voorzitter van het wetgevend ligchaam. welke beide betrek
kingen hij tot aan het einde van zijn leven vervulde. Vooral