«teenglooijiugen aldaar. 4. het verdiepen vau deu Middelvliet, ter lengte van 6150 ellen. 5. het verdiepen van de Zaud- vaart, ter lengte van 8800 ellen. Aanwijzing op 31 Maart des morgens 9 ure, te beginnen aan den Koegraszeedijk. Den 16 dezer zijn te Wognum in een boelhuis twee porseleine stellen verkocht voor elf honderd gulden; het eeue was zelfs niet eens geheel gaaf. Eene zonderlinge vergissing had, naar men berigt, eenige dagen geleden in het ziekenhuis te Culemborg plaats. Er waren namelijk twee dooden op een dageen man en eene vrouw. Het lijk der vrouw zou des middags begraven worden door haren echtgenoot, bloedverwanten en vrienden, die zich daar toe naar gemeld huis begaven. Alvorens echter het lijk werd weggedragenbegeerde de man zijne vrouw nog eens te zien en vond toen in de kist niet het lijk zijner vrouw, maar den andere doode, den man, welke men meende des morgens begraven te hebben. Men had toen het ver keerde lijk genomen. Een gewezen marinierte 's Hage woonachtig, wenschte als vrijwilliger dienst te nemen bij de koloniale troepen, waarschijnlijk om in het bezit te komen van het daaraan verbonden handgeld, ad f150. Er bestond echter een hin derpaal, hierin bestaande, dat daarvoor vereischt wordt een certificaat vau goed gedrag, en dat kon hij niet overleggen omreden hem zulks, toen hij uit de marine-dienst gepas- porteerd was, geweigerd werd. Hij zocht toen een ander middel om in zijn bezwaar te voorzien. Zijn broeder wilde insgelijks als koloniaal dienst nemen en had reeds de ver- eischte documenten in zijn zak, toen hij deu anderen, den gewezen marinier, ontmoette, die hem op borreltjes trac- teerde, waarvan het gevolg was dat hij niet alleen dronken, werd, maar ook zijne papieren kwijt raakte. Hij had toen niet het allerminste kwade vermoeden op zijn broeder, doch deze had er zich meester van gemaakt, is daarmede ver trokken naar Delft en vervolgens naar Harderwijk, heeft zich den naam toegeëigend van zijn broeder, met diens naam de acte van engagement valschelijk onderteekend en de f 150 handgeld ontvangen en verteerd. Toen hij nu, als ko loniaal gekleed zijn broeder op nieuw ontmoette, begon deze laatste te begrijpen waar zijne papieren gebleven warenen het gevolg hiervan was dat hij tegen zijn broeder eene ge- regtelijke aanklagt deed, en deze voor het Hof in Zuid holland daarvoor veroordeeld werd tot eene correctionele gevangenisstraf voor den tijd van twee jaren. Het Hof was met den advokaat mr. J. J. van Geuns van oordeel dat ten deze verzachtende omstandigheden aanwezig waren. Tc Amsterdam circuleert onder de burgerij een adres aan de Tweede Kamer, waarbij de afschaffing der doodstraf gevraagd wordt. In Sleeswijk-Holstein hebben bijeenkomsten van scheeps- reeders en kapiteins plaats gehad, ten einde gemeenschap pelijke stappen tegen de invoering der geprojecteerde vlag voor de hertogdommen te doen. Daar het hun bij onder vinding bekend is, dat zij op verre buitenlandsche reizen ouder die vlag geen bescherming kunnen vinden, verlangen zij de Pruisische vlag te mogen voeren en wijzen er o. a. op, dat gedurende den oorlog van 1848 tot 1850 in eene Chinesche haven gelijktijdig een schip uit Altona en een uit Kiel lag, die geen lading konden bekomen, omdat de vlag van hun land door de kooplieden als eene roofvlag werd beschouwd. Ter wille van de zoo belangrijke koop- vaardijvaart der hertogdommen achten zij eene spoedige re- geliug dezer zaak zeer wenschelijk. Terwijl de groothandel tegen de vlag opkomt, waarmede men hem wil begiftigen blijkbaar weder zonder zijn advies te vragen klaagt de kleine handel, dat alles stilstaat. De scheepvaart op de Slei en de handel op de Deensche eilanden heeft bijna geheel opgehouden, daar de Denen verklaard hebben, uit vaderlandsliefde een einde te maken aan de handelsbetrekkingen met de hertogdommendie vaderlands liefde wordt gesteund door het eigenbelang, daar, nu de hertogdommen weer tot het buitenland behooren de inko mende regten, tollen als anderzins ook op deze worden toegepast en de prijzen verhoogen. De Duitschers te Tondern klagendat de Denen nog maar altijd Deenschgezind blijven. Vooral de predikanten zijn onverbeterlijk. Tot dusverre heeft die van Tondern nog altijd den koning van Denemarken in zijn gebed herdacht. Dit is hem nu verboden. Hij heeft bekend gemaakt, dat hij den koning niet meer noemen zoumaar in zijn gebed aan hem zou denken zijne gemeente uitnoodigende, dat voor beeld te volgen. Men verwacht thans een verbod van het provisioneel bestuurom aan den koning van Denemarken te denken. In het belang van den openbaren gezondheidstoestand schijnt het noodig te zijn het uitgekomen werk van het leven van Cesar scheikundig te laten onderzoeken. Immers men 'las dezer dagen in La France de navolgende doodadver- tentie: Donderdag avond las de heer de Brotonne zeer laat de geschiedenis van Julius Cesar en den anderen [ochtend ten 8 ure werd hij dood in zijn bed gevonden. aslsS De Keizerin van Prankrijk zal, in navolging van haren gemaal, als schrijfster optreden; een werk over Maria Antoinette zal van hare hand het licht zien. Onlangs had te New-York de volgende curieuse wed strijd plaats, die echter betreurenswaardige gevolgen had. Op zekeren dag namelijk geraakte 't dak eener woning in brand. Bij 't eerste alarmsein rukten de brandspuit gasten van twee vereenigingen met lofwaardigen ijver op de plaats vau 't onheil aan. Doch wat gebeurde nu? De vereeniging No. 6 beweerdedat het huis tot haar buurt- kriug behoorde en de 41° vereeniging niet het minste regt had, om zelfs een notendop vol water op haar brandenden beschermeling te werpen. De 41e vereeniging hield van hare zijde het tegendeel staande, en het gevolg daarvan was, dat beide partijen evenzeer in vuur geraakten, als het voorwerp huuner zorgen, en spoedig handgemeen werden. Dat inmiddels het dak instorttede vloeren werden verbrij zeld en de brand een grooten omvang erlangde, zal men ligt begrijpen. De strijders letten daarop echter niet. Ein delijk kwamen policemenjoegen de vechtende uit elkander en dwongen hen den brand te blussen? Volstrekt niet verblijf te kiezen in 't policie-bureauals verstoorders der openbare rust. Wij behoeven wel niet te zeggen dat het gebouw intusschen tijd had, om ongestoord tot den grond af te branden. De troostdie den bezitter der puinhoopen thans overblijft is niet zeer benijdenswaardig; zij bestaat namelijk in de wetenschap, dat de vereeniging No. 6 der vereeniging No. 41 een proces zal aandoen, ten einde haar te bewijzen dat het afgebrande gebouw wel degelijk in haar buurtkring was gelegen. lu eene kleine gemeente in België heeft nu kortelings een aller vreemdsoorligste handel plaats gehad. Een ge huwd man heeft zijne vrouw verkocht aan een zijner bu ren die reeds eenigen tijd op haar verliefd was. Na lang loven en bieden is aan den verliefden buur» man het voorwerp zijner liefde met alle lusten eu las ten toegewezen voor den prijs van 126 francs. De veld wachter dier gemeente heeft zich zonder eenig aarzelen belast met het opmaken der koopovereenkomst en die ook mede ouderleekend. De verkochte vrouw volgde zonder eenige bedenking den nieuwen kooperen ongetwijfeld zou den zij thans verkceren in het genot der wittebroodsweken ware het niet dat de regterlijke autoriteit hiervan kennis bekomen hebbende, de gesloten overeenkomst onbetamelijk vond en ze daarom ambtshalve vernietigdezoodat de ver kochte en reeds geleverde vrouw tot haar eersten gemaal moest terugkeeren. Of de buurman zijn geld heeft terug ontvangen, daarvan is nog niets bekend. Voor de jury van liet departement der Beneden-Seine in Frankrijk, werd den 17 Februarij eene zaak behandeld, die de algemeene aandacht trok. Het onderwerp van dit regts- geding is niet meer nieuwhet hangt te zamen met het verlies der sclioonerbrik Clemence Josephineter Welker zake in Augustus 1863, de eigenaars en bevrachters van dat schip voor dezelfde regtbank verschenen. Na langdurige bebatteu werden toenmaals de verschenen aangeklaagden vrijgesproken van de beschuldiging als zouden zij het vaartuig opzettelijk hebben doen zinken. Een dier beschuldigden echter was af wezig en werd derhalvebij verstektot twintigjarigen dwangarbeid veroordeeld Den 17 Febr. verscheel, hij voor de regtbank en verzocht om herziening van het vonnis. Hij heette James Gallheymakelaar in zee-assurantiën te Londen en 49 jaren ond. Hij was een man van eene middelmetigo gestalte en een fatsoenlijk voorkomendrukte zich met .*eel gemak uit en beantwoordde met juistheid de verschillende vragenwelke de voorzitter der regtbank tot hem rigtte. Volgens de acte van beschuldiging had niemand anders dan de makelaar het misdrijf aangelegd aan zijne bemoeijingen zou het te wijten zijn, dat eene e'norm hooge som op het schip werd verzekerd. De in het schip geladen wijn was te naauwernood 30,000 fr. waard en voor 400,000 fr. verzekerd geweest. Het schip had 25,000 francs gekost, en aogthans hadden de eigenaars hetin Frankrijk voor 42,000 fr. doen verze keren. Weldra bleek met welk doel de bodem was bevracht Den 27 September 1861 zeilde de Clemence Josephine de ha ven van Dieppe uitmet bestemming naar Odessa. Zij was eene goed gebouwde brik, en het weder gunstig. Den 29 September zonk zij aan de Engelsche kust. in 't gezigt der bogt van Poole. De maatschappijen betaalden de verzekerde sommen uit, doch bijna te gelijker tijd werd de Justitie te Havre van het schelmstuk onderrigt. Reeds een jaar te voren was, naar men vernam, tot 't in den grond boren der Clemence Josephine beslotenen in Au gustus 1860 stelden de eigenaars en bevrachtersbij gelegen heid van een ontbijt bij Philippe, in de Rue Montorguei'. te Parijs, de uitvoering der misdadige onderneming vast.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1865 | | pagina 2