geilheid gevendat men nader met de volkswenscheu officieel
bekend wordt, en kau daardoor welligt ook eenigszins het
beslechten van 't hoofdvraagstuk van Sleeswijk-Holsteiu be
vorderd worden.
De heer Sehroeder, een aauzieulijk ingezeten van Rends-
burg, heeft zich bekend gemaakt als een der onderteeke
naars en verspreiders van 't adres aan keizer Napoleon
waarin deze wordt gevraagd zijn invloed te willen bezigen,
ten einde te voorkomendat Noord-Sleeswijk van Denemar
ken geseheiden blijft. Do politie heeft hem daarvoor zonder
vonnis 9 dagen op water en brood gezet. De Börsenh. be
weert, dat Napoleon voor de onderteekenaars van 't adres
te Berlijn is in de bre3 gesprongenen dat dit gunstig
zal werken voor hen.
De reis van keizer Napoleon naar Algerie is wederom
eenige dagen uitgesteld.
Abd-el-Kader wordt eerstdaags te Parij3 verwacht. Het
gerucht, dat hij deu keizer naar Algerie zal vergezellen,
wint veld.
De onderkoning van Egypte zal Europa niet bezoeken.
Zijn sterrekijkers hebben zich tegen de reis verklaard.
Tusschen Nieuw Grenada en Frankrijk zijn over de wei
gering, om Eransche troepen over de laudengte van Panama
te doen trekken, kleine moeijelijkheden gerezen. Op de
verloogen, te Bogota ingediend, heeft de president niet toe
gegeven.
ÏTI B~TT~ wlST IJ D I~ÏT~g S1T.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord enz. 28 April 1865.
Bij de hedenten overstaan van den Luitenant Kolonel
Eerstaanwezend Ingenieur alhier, plaats gehad hebbende aan
besteding, waren de minste inschrijvers voor:
1°. Het dénjarig onderhoud van aardewerkende heer
J. E. Janzen voor f 5980.
2°. Het éénjarig onderhoud van kazerne en magazijnen
enz., de heer H. J. Rippens voor f3140.
3°. Het éénjarig onderhoud van de metsel- en timmer
werkende heer H. J. Rippens voor f4730.
Met assistentie van Texelaren is hier Woensdag jl.
binnengebragt het stoomschip Amatelkapt. Weiman na
in de eijerlandsche gronden gestoten te hebben.
Dit stoomschip is gisteren van hier door het Noordhol.
kanaal, naar zijne bestemming, Amsterdam vertrokken.
Z. M. heeft bepaald, dat in dit jaar de commissie tot'
het afnemen van het eind-examen der adelborsten 2® kl. bij
het instituut voor de marine alhier, zal bestaan uit den
heer J. M. Obreen, pres. dercomm. tot het examineren der
zee-officieren, als voorz.de kapts-luits. t/z. P. Toutenhoofd,
1° officier op het wachtschip alhier, II. A. Modderman en
J. A. van de Velde, beide non-actief, en den luit. t/z. 1® kl.
jh. H. O. Wichers, adj. van den min. van marine, als leden.
Het 1° bataillon 7° regiment Infanterie, onder bevel
van den Majoor J. van den Hummelis gisteren morgen
te 6 ure, van hier vertrokken op marsch naar Haarlem.
Niettegenstaande het vroege uur, werd het uitgeleide ge
daan door eene onafzienbare menigte vrienden en vriendin
nen waaronder men opmerkte den Burgemeester dezer ge
meente, den Wethouder Reeringh vele officieren van de Ar
tillerie, eenige der Marine en een aantal burgerheeren.
Het genoegelijk en aangenaam gezellig verkeer der H. II.
officieren en het ordelijk gedrag der manschappen zal hier
nog lang in aangename herinnering blijven.
Gisteren middag 2 uur is, ter vervanging van genoemd
bataillonalhier gearriveerd het 4° bataillon 7e regiment In
fanterie, onder bevel van den Majoor Jhr. II. G. E. Leijsius,
met de namen van de overige officierenreeds in ons vorig
nommer vermeld, waar wij nog hebben bij te voegen, die
van den officier van gezondheid 3e kl. G. K. Sterkeerst
onlangs bij dit bataillon geplaatst.
Men schrijft ons van Texel, dd. 25 April het vol
gende: Met genoegen kuunen wij berigten dat heden te
dezer plaatse reeds eene bijeenkomst is gehouden, door
eenige der voornaamste ingezetenen dezer gemeente, ten
einde eene commissie te benoemen ter daarstelling en verdere
leiding der feestelijke viering op den 18 en 19 Junij e. k.
van den 50jarigen gedenkdag der overwinning op Waterloo's
velden behaald. Zeer juichten wij dat denkbeeld toe, en
vertrouwen dat ieder Texelaar gaarue het zijne ruimschoots
zal bijdragen om de commissie in staat te stellen de vele
bezwaren te kunnen overwinnen, die eene dergelijke taak
medebrengt.
Mogt ieder vreemdeling die op 18 en 19 Junij ons
eiland bezochtkunnen getuigen "Texel bleef niet ten
achterenmaar vierde waardiglijk feest.
Wij vragen.
Wat zal men aan den Helder doen?
Antwoord: vlaggen uitsteken, dat kost niets voor velen die
nog een oude vlag hebben liggen. Wij raden daarom die
ingezetenen dezer gemeente, die het Neêrlandsch bloed
nog warm in de aderen vloeit, om den 18 en 19 Junij
aanstaande maar met kaptMetsook een volbloed oranje
klant die Neêrlands driekleur wel in top zal hijschen, naar
onze buren over te steken om daar als broeders, één van
zingedachtenis te vieren aan de talrijke zegeningen die ons
vaderland heeft te danken aan de glansrijke overwinning bij
Waterloo behaald, en bezegeld door het bloed van zoo vele
dappere zonen van Neerland en Oranje,
Door de regering daartoe uitgenoodigd, hebben de
commissarissen des konings in onderscheidene provinciën de
burgemeesters der gemeente aangeschreven meer algemeen de
voorwaarden te doen kennen, gesteld voor de aanwerving
voor de militaire in de overzeesche bezittingen.
Eeu persoonII. M.thans te Breda gedetineerd
die vroeger criminele gevangenisstraf, geeseling en brand
merk onderging en te zamen 14 jaar in den kerker wa3
opgesloten, stond den 4 April op nieuw voor de regtbank
te Breda teregt, wegens diefstal bij nacht. Het openbaar
ministerie eischte voor den beklaagde zes jaren gevangenis
straf. II. M. was kort geleden uit de criminele gevangenis
te Leeuwarden ontslagen.
Het Belgisch gouvernement heeft besloten, dat een
monument zal worden opgerigt ter nagedachtenis, van Mar-
nix van St. Aldegonde. De vervaardiging is opgedragen
aan den heer Simouis, denzelfden beeldhouwer, van wien
de Godfried van Bouillon op de grande plaee te Brussel
afkomstig is.
Men heeft onlangs bij de opening van het nieuwe
rioolstelsel in»Londen, den prins van Wales en eenige an
dere regeringspersonen uitgenoodigdom die plegtigheid bij
te wonen. Om den prins een bewijs te geven van de voor
treffelijkheid der nieuwe riolen, had men het hoofdkanaal
gesloten gehouden tot aan zijne komst. Zoodra hij echter
met zijn gevolg op het feestterrein aangekomen waswerden
de belemmeringen weggenomen, en nu stroomde de afschu
welijke inhoud met geweld in de nieuwe riolen. De prins
en al de aanwezigen wisten niet hoe haastig zij zich met
den zakdoek voor den neus van de plaats zouden verwij
deren tot groot leedwezen van een van de leden der com
missie, die voornemens was, op dat pleglige oogenblik een
gepaste toespraak te houden.
Men schrijft uit BerlijnDe afscheidsvoorstelling van
den heer Carré, die met zijn circus naar Nederland vertrekt,
werd door de hooge tegenwoordigheid van .den koning ver
eerd. Z.M., die in den loop van het saizoen deucircus zes>
malen bezocht, deed den heer Carré, door den--geheimen
hofraad Borck, als erkenning voor zijne artistische verdien
sten, een kostbaren, met brillanten versierden rijzweep aan
bieden. Z. M. maakte ook van de gelegenheid gebruik om
deu heer Carré eenige vleijende woorden toe te voegen. Het
talrijk publiek bragt ook het vertrekkende personeelinzon
derheid den heer en madame Carré, een warme hulde en
overstelpte hen als het ware ouder een regen van bloemen
en ruikers.
Twee Noord-Amerikaansche ingenieurs hebben van
den keizer van Mexico concessie verkregen tot het exploi
teren van petroleum-wellen in Tehuantcpec en andere deelen
van Mexico, die eene oneindig groote opbrengst schijnen te
beloven.
De groote wereldtentoonstelling, die in 1866 te Parijs
zal worden gehouden, zal 20 millioen francs kosten. Reeds
is voor een aanzienlijk bedrag ingeschreven.
De prefect van het departem. de la Gironde en de maire
van Bordeaux zijn te Parijs aangekomenom met den prefect
der Seine te confereren, nopens aan te brengen verfraaijingen
in Bourdeaux. Men wil overal in Frankrijk aan de ledige
handen werk verschaffen. De nood is te Lyon nog even
groot. De heer Félicien David zal aldaar een concert geven
ten voordeele der werklieden.
De wraak is zoet, maar 'tis niet altijd even gemak
kelijk om zich te wreken. Yoor eenigen tijd werd door den
kantonregter te Saint Germain Laval een zekere Rousset
veroordeeld, omdat hij zijn buurman Eayet geslagen had. Hij
besloot zich te wrekenen de gelegenheid daartoe bood zich
weldra aan. Hij betrapte Eayettoen deze wild stroopte. Om
het feit te bewijzen, kocht hij den haas op en gaf de zaak
bij den regter aan. Fayet werd nu veroordeeld tot 50 francs
boete, maar wat Rousset niet verwacht had, was dat ook
hij een vonnis tot zijn last kreeg: hij had den haas opge
kocht, wetende, dat hij in verboden tijd was geschoten, en
als medepligtige in het jagtdilict werd nu hem eene boete
opgelegd van 50 francs. Maar dit was het ergste nog niet.
Eayet was onvermogenden Rousset moest nu ook de boete
betalen van medepligtige, dus 100 francs; voorts de kosten