$efDer, JlieumeDtep, IMfemsoorÖ, eiift. J\o 151. Vijfde Jaargang. ZATURDAG A A 15 J U L IJ. NADER ONDERZOEK der Miliciens-Verlofgangers. h COURANT "-Vs VAN DEN Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. Abonnementsprijs voor 3 maanden.ƒ1.30 'Franco per post V 1.50 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes. 2A1-'- és De prijs der AdvertenTïEn van 14 regels is 40 Genten voor eiken regel meer 10 Centen. Zegelrcgt voor elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur gelieve men de Advertentiën intezenden. Ingezonden stukken ininsteus één dag vroeger. Door hét Bestuur dezer gemeente wordt het navolgende gepubliceerd BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDERbrengen ter openbare kennis Dat het NADER ONDERZOEK van de VERLOFGAN GERS van de Militie te land, bedoeld bij art. 138 der Wet op de Nationale Militie voor deze gemeente is bepaald op DINGSDAG den 18 JULIJ 1865, des voormiddags ten negen urevoor het Raadhuis te Alkmaar. Aan dat onderzoek moeten deelnemen de verlofgangers die in deze gemeente verblijf houden en behooren tot de ligtingen van 1861, 1862, 1863 en 1864, voor zooverre zij vóór 1 April 1865 in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, die niet bij liet- eerste onderzoek zijn tegenwoordig geweest en zij, wier kleeding- of uitrustingstukken niet in behoorlijke orde zijn bevonden. De belanghebbenden worden herinnerd aan de volgende wetsbepalingen Art. 140. De vcrlofgaugcr verschijnt bij het onderzoek in uniform ge kleed en voorzien van de kleediug- en uitrustingstukkgnhem bij zijn vertrek met verlof medegegeven vau zijn zakboekje en vau zijn verlofpas. Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of liet naastbij- zijnde huis van bewaring of arrestdoor den miïicie-commissaris worden opgelegd aan den verlofganger le. die zonder geldige redenen niet bij het onderzoek verschijnt; 2c. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige redenen, niet voorzien is vau de in liet voorgaand artikel vermelde voorwerpen 3o. wiens kleediug- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat w orden bevonden 4o. die klceding- of uitrustingstukkenaan ecu ander toebelioorendc als dc zijne vertoont. Art. 142. Is dc verlofgangerwicn krachtens liet voorgaand artikel ar rest is opgelegd bij liet onderzoek tegenwoordigdan kan hij dadelijk ouder verzekerd geleide in arrest worden gebragt. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opge legde straf, dan wordt hij op schriftelijke aanvrage vau den milicie-comniis- saris, te rigtcn aan den Burgemeester der woonplaats vau dien verlofganger, nangelioudeu en ouder verzekerd geleide naar de naastbijgelegen provoost of liet naastbij zijnde huis van bewaring of arrest overgebragt. Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 vermeld, is dc verlofganger verpligt, op den daartoe door deu militie commissaris te bepalen tijd cu plaats, en op de in art. 140 voorgeschrevene wijze voor hem te verschijnen om te wördeQ onderzocht. Art. 144. De verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aan het feit sub 4o. van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor <len milicic-doinmissaris vcrscliijut, of, aldaar verschenen zijnde,, in liet geval verkeert, sub 2o. en- 3o. van art. 141 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen eu van drie tot zes maauden gehouden. Art. 145. De verlofganger der militie, die niet voldoet aan ecne oproe ping voor de werkelijke dienst, wordt als deserteur behandeld. Art. 130. liet Crimineel Wetboek en liet Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op dc mauscliappen der milicic tc land, die zich onder de wapenen bevinden, van toepassing cu met opzigt tot de ver schillende gevallen vau desertie op al de bij dc militie te land ingelijfde. Die manschappen worden geacht onder dc wapenen te zijn lo. zoo lang zij zich bij hun corps bevinden 2o. gedurcudc den tijd, dien het in art. 138 bedoeld onderzoek duurt 3o. in het algemeen, wanneer zij in uniform ziju gekleed. TIelder den 12 Julij 1865. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder STAKMAN BOSSEBurgemeester. L. VERHEY, Secretaris. POLITIEK OVERZÏGT. Men mag veronderstellen/dat Oostenrijk even als Rusland spoedig zijne toestemming zal geven tot een Europeesch congres, al ware het alleen/om de valsche positie tegenover Pruisen jf te doen ophouden. De vraag doet zich evenwel wederom voor, of Engeland aan het congres zal willen deelnemen. De waarschijnlijkheid is er voor: Frankrijk zal niet ten tweeden male een voorstel doen, wanneer het thans geene zekerheid had, dat het zal worden aangenomen. Bovendien zijn er zoovele kwestiön hangende, waarbij Engeland zijde lings belang heeft, met name: de oplossing van het oostersehe vraagstuk, de verhouding van den Sultan tot den onderkoning van Egypte, de stand van zaken in de Donau-vorstendommen, do toestand van Griekenland, de crisis in Spanje en vooral de laatste gebeurtenissen in Italië, dat men grond beeft te vermoeden, dat ditmaal Groot-Brittaunie de onverschilligheid zal laten varen|die bet in den laatsten tijd, tot groote schade voor de rust van Europa, aan den dag heeftgelegd. De reis van keizer Napoleon naar Plombières geeft aan leiding tot verschillende politieke beschouwingen; maar al leverde zij daartoe ook geen grond op, liet lijdt geen twijfel/ of men zou ze er aan vastknoopendaar op dit oogenblik alle politiek nieuws van ecnig gewigt uitblijft, uithoofde der sluiting van bijna alle parlementaire vergaderingen. Men moet zich dus wel met de vorsten bezig houden, die op hunne beurt hunne residentien verlaten hebben en wier audientien en beleefdheidsbezoeken/ nu de stof moeten leveren voor verschillende geruchten waarmede de dagbladpers bet publiek bezig houdt. Zoo leest men in de Koln. Zeit.-. De keizer gaat naar Plombièresjen dat is het broeinest der Napoleontische plannen. Daar kwam die gewigtige overeenkomst met Cavour tot stand, waarbij Frankrijk brak met zijne aloude politiek ten opzigte van Italië. Plombières ligt echter digter bij Duitsohland dan bij Italie/en de Lotliaringsche badplaats is bij uitsték geschikt voor de zamenkomst eu het geheim overleg van Duitsche stammen en staten. Er is dan ook in Duitschland stof ge noeg voor de politiek van keizer Napoleon: de weigering van eenige middenstaten om Italië te erkennen; dc spanning tusschen de beide groote mogendhedende laatste levens teekenen van den Frankforter bondsdag; de krisis in Oosten rijk en wat dies meer zij. Dat troebele water belooft een rijke vischvangst/eti zoo de telegram uit Londen waarheid bevat, dan blijkt er uit/dat Napoleon dit zelf inziet n De vraaghoe de sleeswijk-holsteinsclie aangelegenheden tot een eiud zullen worden gebragt, beeft zelfs het geduld van den geduldigstcn lezer uitgeput. Om de belangstelling daarvoor weder eenigermate op te wekken, doelen nu ver scheidene Duitsche dagbladen mede, dat Oostenrijk zich ge neigd heeft verklaardom den hertog van Oldenburg als vorst te erkennen, wanneer hij zich tot hetzelfde verbond als de hertog van Augusteuburg. liet zou zich evenwel niet kunnen vereenigen met de eischen/door Pruisen gesteld ten opzigte van dc afhankelijkheid der hertogdommen van dezen staat. i:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1865 | | pagina 1