$efÖer, JïteumeÖtep, IMfemsoorÖ, eiift.
Vijfde Jaargang.
1865.
ZATURDAG
25 SEPTEMBER.
J\p 451.
NIEUWE COURANT
VAN DEN
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post y 1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
De prijs der Advertentien van 14 regels is 40
Centenvoor eiken regel meer 10 Centen. Zegclregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur gelieve mende Advertentienintczcnden.
Ingezonden stukken minstens óón dag vroeger.
POLITIEK OVEilZIGT.
Een der Duitsche bladen zegt, dat de Pruisische kamer hare
toestemming niet behoeft te geven tot de inlijving van
Lauenburg, omdat dit zal worden cene bezitting van de
Pruisische, kroon.
Is die verklaring van dat blad juist, dan zien wij we
der een bewijs van de treurige verwarring die er bij den
koning van Pruisen bestaat tusschen hetgeen hem en hetgeen
zijn volk toekomt. Lauenburg is afgestaan aan Pruisen,
niet aan den koning van Pruisen. Het is eene bezitting
zij het ook eene tijdelijke van den Pruisischcn staat, niet
van de dynastie der Hohenzollerii. Het is veroverd door
Pruisisch bloed met Pruisisch geldde koning heeft er geen
enkel regt op. Maar zijne toeëigening zou slechts een nieuwe
schrede zijn op den weg naar den afgrond, dien zijne re
gering hem doet bewandelen. Sinds lang was de constitutie
cene doode letter in Pruisen, waarom zou men ze thans
toepassen, nu, met de kleine ter zijde stelling van het
begiusel, dat de koning geen absolut vorst en eigenaar is
van zijn land en onderdanenzulk een belangrijk voordeel
kan worden behaald.
De vraag in welke verhouding het hertogdom Lauenburg
met zijn vermogen en zijne inkomsten tot het Pruisische
rijk staat, beantwoordt de Nat. Zeitg. op deze wijze:
Lauenburg is, blijkens het vredesverdrag en de preliminairen
door den koning van Denemarken na een ongelukkigen
oorlog aan Pruisen en Oostenrijk afgestaan. Tc Gastein heeft
Oostenrijk zijn aandeel aan Pruisen verkocht. Niet door
middelen van de Pruisische kroon, maar met die van den
Pruisischen staat is die Sleeswijksche oorlog gevoerddien
tengevolge is Lauenburg geen aanwinst voor de Pruisische
kroon, maar voor den staat, en de tegenwoordige overname
kan dus slechts zoo worden verstaau dat de voordeelen ten
gunste van de staats-schatkist komen. De te Gastein bedongen
som zal wel is waar uit de privaatkas des konings worden
betaald, doch dit is slechts een voorschot, dat, nadat het
gebeurde de goedkeuring der kamers heeft verworven, zal
moeten terug betaald worden.
Eene godsdienstige secte in Ierland de wPenians"tracht,
met behulp harer geloofsgenooten uit Amerika, een opstand
in Ierland te bewerken. De bedoeling schijnt te zijn,
zich van de Engelsche regering los te scheuren; op vele
plaatsen hebben ongeoorloofde wapenoefeningen plaatsdie
de regering tot nog toe niet heeft kunnen verhinderen,
uit gebrek aan voldoende militaire magt daar ter plaatse;
men hooptdat daarin spoedig zal worden voorzien en ver
wacht dan eene ernstige botsing.
Als den oorsprong van den naam '/Penians'1 noemt men
den volgenden: Volgens de overlevering zou dc dynastie,
welke zich 13 eeuwen vóór Christus in Ierland vestigde, af
stammen van Phoeniuseen van de hoofden der Scythen
later koning der syrische kust Phonicie. Een zijner zonen,
Niul, huwde de dochter van een der Pharao's van Egypte,
met name Scota. Uit dit huwelijk werd Gadel geboren.
In 1268 vóór Christus kwamen de kinderen en kinds
kinderen van Gadel naar het eiland, dat zij ter eere van
den prins Ir, Ierland noemden. Do leden der Engelsche
wMariauua" moesten zich dus eigenlijk Phoenians en niet
Eenians schrijven.
XTIETTWSTLTDXITGEIT.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord enz. 22 September 1865.
De alhier te huis behoorende vischsloep is heden
morgen van zijne tweede reis hier binnengeloopende haring
vangst is zeer gunstig geweestnaar wij vernemen circa
130 tonnen, die zeer waarschijnlijk hier weder in afslag
zullen worden verkocht.
Wij vernemen dat uithoofde van de vele ongeregeld
heden onder de vrijverklaarde slaven in West-Tndië, aldaar
een gedeelte van het corps mariniers zal worden gedetacheerd
en tengevolge daarvan eene meerdere uitbreiding aan het
corps zal worden gegeven.
Z. M. heeft aan den kapt. t/z. J. E. de Man ver
gunning verleend tot het aannemen en dragen der versier
selen van ridder der Kon. Britscbe llatborde en van komm.
der Keizerlijke Pransche orde van het Legioen van eer, hem
geschonken door II. M. de Koningin van Engeland en door
Z. M. den Keizer der Pranschen.
Een tamboer der mariniers in de kazerne alhier, werd
aangezegd, dat hij wegens dronkenschap voor de tweede maal
naar het corps van discipline zou worden gedetacheerd.
Hierover in drift ontstokengreep hij een mes en stond in
razende woede den sergeant-majoor en den fourier naar het
leven. Gelukkig kwam er op het hulpgeroep van den ser
geant-majoor adsistentiedie den overlaat in verzekerde be
waring bragt; beide onder-officieren zijn verwond. Hij zal
thans voor den krijgsraad teregt staan.
Men schrijft ons van Texel het volgende
Den 20 dezer heeft alhier de uitreiking plaats gehad der
eercteekeus aan de drie oude strijders van AVaterloo, met name
L. Snip, J. Veen en W. Visser. Ten 5 ure op het raad
huis vergaderd, werd hun door den Burgemeester, in tegen
woordigheid van Wethondcrs en eenige ingezetenen dezer
gemeentena eene zeer gepaste toespraakhet cercteeken
op de borst gehecht. De oude strijdersallen nog krachtig
en vol geestdrift, waren zeer tevreden met de eer die hun
te beurt viel. De heer J. L. Kikkert, Wethouder dezer
gemeente, heeft namens de oude strijders den Burgemeester
bedankt voor de hartelijke toespraak en de onderscheiding
hun ten deel gevallen. Vervolgens zijn ze, na een geuoe-
gelijk zamenzijn van nog eenige oogeublikkenversierd met
het eereteeken huiswaarts gekeerd.
De heer Mr. G. C. J. van Reencnop nieuw tot
voorzitter der Tweede Kamer door dc leden voorgedragen en
door Z. M. benoemd, heeft iu de zitting van gisteren
(Donderdag) zijne betrekking aanvaard.
Uit Hoorn wordt berigt: In onzen omtrek heeft men
tot heden nog niets van de veepest opgemerkt. Onze vee
stapel, die zeer gezond behandeld wordt en over het alge
meen vooral in den laatsten tijdvolop en zeer voedend
gras had, leeft tot nog toe zeer gezond en tierig. Van
buiten wordt bij ons niets ingevoerd; er is dus hoop, wan
neer die pest niet in het luchtgestel ligt, dat wij er bevrijd
van blijven. Uitvoer is echter thans bij ons ook niet zoo groot
als voor eenigen tijd, vooral wat groot vee betreft, dewijl
de kooplieden, die veel naar Londen verzonden, huiverig
zijn koeijen of ossen, ja, zelfs veel kalveren er naar toe te
zenden, uithoofde der quarantaine, die vrij wat kosten aan