zich te meer verpligt den taikoen te waarschuwenopdat de prins niet onrcgtvaardig van het feit beschuldigd zou worden. Hij meende er evenwel te moeten bijvoegendat hij hiermede verraad pleegde jegens zijn superieur en om die reden zoowel als om de waarheid zijner inededceling met zijn bloed te bezegelen, sneed hij zich dadelijk den buik open, waarna hij spoedig onder een verschrikkelijk lijden den geest gaf, uitroepende //ik heb mijn pligt gedaan 1" Onmiddelijk werd alsnu de hoofdleider van het komplot gevangen genomen en kort daarna veroordeeld om, op een houten kruis vastge bonden, met lansen te worden doorboordwelk vonnis wel dra ten uitvoer werd gebragt. Volgens een ander berigt zou de persoon die den taikoen kwam waarschuwen, dit niet uit eigen beweging hebben gedaanmaar zou de aanleg ont dekt zijn door de gemalin van prins Hondha, die daarop den boodschapper naar den taikoen had gezonden. Van een andereu kant wordt ook wel gezegd, dat het slaapvertrek niet ondermijnd, maar dat alles gereed gemaakt was tot eene instorting; doch voor 't overige komen deberigteu, in weer wil van deze verschillende lezingenallen daarin overeen dat de taikoen zonder deze waarschuwing het slagtoffer van den aanslag zou geworden zijn. Overigens laten de om standigheden zich voor hem alles behalve gunstig aanzien, daar een aantal damiois, op wier ondersteuning hij in den oorlog tegen prins Chosiu had gerekend, zich thans aan de zijde des vijands hebben geschaard. Wel liepen er geruch ten, volgens welke Chosiu het voornemen had te kennen gegeven, zich te onderwerpen, doch dit zal eerst uit na dere berigten moeten blijken. Te Liverpool zijn berigten ontvangen van Nassau op het Britsche Babuma-eiland New Providence van 23 Oct. waarin bijzonderheden worden medegedeeld over den opstand der negers op Jamaica. Op gcmelden dag was de stoom boot Plantagenet met 250 man onder bevel van den ma joor M'Ban aan boord naar Jamaica vertrokken. In een brief uit Kingston van 10 Oct. wordt medege deeld, dat de eerste uitbarsting plaats had in Moranz-Bay, op de oostkust van het eiland gelegen. In het paleis van justitie aldaar werd juist eene buitengewone zitting gehou den welke door de meeste voorname ingezetenen werd bij gewoond. Van deze gelegenheid maakten de aanvoeders der rebellen gebruik, om een moorddadigen aanval te doen. Dc negers kwamen in groote getale gewapend bijeen, om ringden het gebouw en hieven een vreeselijk geschreeuw aan. Baron v. lvetclholt kwam te voorschijn en las de oproeracte voor en toen de menigte zich daarop niet verwijderde, ga ven de vrijwilligers vuur. Bit was het sein voor den aan val. Onder een vreeselijk gebrul bestormden de negers het gebouw, waaruit men zich zoo goed men kon verdedigde, door uit de ramen te schietende voorraad kruid was echter zeer spoedig verbruikt. Toen staken de negers het gebouw in brand. Ieder zocht nu zijn heil in de vlugt; doch die den uitgang naderde werd door de opstandelingen omgebragt. Be-1 baron was een der eerste slagtofl'ers; hij werd letterlijk in stukken gehakt; de kannibalen hieuwen hem het hoofd vaneen, vermengden zijne hersenen met rum en dronken dat den geestelijken, Herschel, werd de tong uitgesneden vóór men hein doodde. Morant-Bay werd in een puinhoop herschapen. Een troep insurgenten trok naar het gebergte en doodde ieder dien hij onderweg ontmoette. Overal waar de opstand zich uitbreiddemaakte men zich aan ongehoorde wreedheid schuldig. Op Jamaica zelf vertrouwde men, dat de opstand spoedig zou worden gedempt. Het aantal blanken op het eiland bedraagt ongeveer 14,003dat der kleurlingen 427,000. Be autoriteiten pasten het standregt in den volsten zin des woord toe. Alle blanken en negertroepen met uitzondering van eene enkele kompagnie negers waren in het veld. Be negertroepen te Port Royal gedroegen zich voorbeeldig, liet schip Urgent was naar Barbados gezeild om daar een regi ment versterkingstroepen af te halen. Naar men zegt, zijn de Fransche studenten die op het congres te Luik rationalistische leerstellingen verkondigd hebbenop hoog bevel verwijderd van de hoogescholen waarbij zij waren ingeschreven. Te Antwerpen heeft do politic gearresteerd eene vrouw met twee kinderen van 13 en 14 jaren, die sedert eenigen tijd do winkels binnengaan, en terwijl de vrouw de koop waren aanschouwtontfutselen de kinderen de portemonnaies der damesdie zich alsdan daar bevinden. Een barbier kwam in de vorige week des avonds aan een der poorten der stad Antwerpen, terwijl hij zijn zoon in staat van dronkenschap zag liggen. Be vaderziende dat alle pogingen om zijn zoon mede te nemen te vergeefs schenen werd wanhopig en wierp zich in het water. Be beschonken zoon dit ziendekwam tot bedaren sprong toen onmidde lijk in het water, redde zijn vader en ging daarna weder nuchter naar zijne woning terug. Volgens de Amerikaansche berigten is de pers in Noord-Amerika zeer verbitterd op de nieuwe orde van zaken in Mexico. Stelling Helder-Texel. Vervolg en slot van No. 466. Het tweede hoofddoel van den vijand kan zijn om naar Amsterdam door te dringen. Dan houdt hij zich niet op de recde op, maar tracht de stelling met alle magt te overweldigen en zich een weg te hanen naar dc hoofdstad; zijne kleine vaartuigen gaan dan zuidwaarts, zijne groote op den Texelstroom of elders, waar zij buiten het bereik van ons vuur zijn. Voor dit geval zijn de forten op de Harssens en op den Zuidwal tamelijk overbodig, daar het toch een axioma is dat zelfs eene aaneengeschakelde rij van forten aan ge pantserde schepen het voorbijstoomen niet kan beletten. Met het oog hierop schijnt het beter; in plaats dier forten, meer Monitors of soortgelijke batterijen te maken. Want zoo deze Monitors, gemaakt met het doel om de recde te verdedigen, die recde niet behoeven te verdedigen, dan kan men ze elders gebruiken en heeft men dus toch rente van zijn kapitaal. Maar dio twee forten zouden het moeten aauzien hoe dc vijand hen voorbijstoomdc en dan zouden ouze milliocuen treurig zitten te kijken in het zand en in de zeo. "Welke onderstelling men overigens aanneme, eene hoofdzaak blijft het al tijd, dc nadering in front zooveel mogelijk te beletten. Dc tegenwoordige werken zijn daartoe niet voldoende, en het door de commissie voorgestcldo fort op de Laan is tot de bestrijking van den hoofdtocgaug onmisbaar. Dit fort moet dus gebouwd worden, cvenzoo dat op de Horswanneer men do overtuiging heeft dat dit laatste zoodauig is in te rigten, dat het, ook als het aan zich zelf is overgelaten, geruimen tijd, dat wil zeggen ecnige weken, weerstand kan bicden aan den aauval. Maar de forten op de llarssens en op den Zuidwal schijnen minder uoodig, en al waren zij dat, dan is bet nog zeer dc vraag of het doel, waartoe die werken zouden aangelegd wordeu, niet beter en met minder kosten door gepantserde drijvende batterijen is te bereiken. Een kort woord over de veranderingen, door de commissie met opzigt tot do werken aan dc landzijde voorgesteld. Over het algemeen kunueu wij ons daarmede wel verecnigen. De commissie verlangt slechting der uitgebreide' buitenwerken vau het fort Dirks Admiraalwijziging van het tracé der linie tusschcn dit fort en het fort Erfprins, emplacementen voor geschut achte. de linie, en verbreedingen uitdieping der linie-gracht; dit zijn noodzakelijke en niet zeer kostbare verbeteringen, die trouwens reeds lang als noodig erkend zijn geworden en die elk minister op zijn gewoon budget had kunnen doen uitvoeren; wij hopen dat deze werkzaamheden door de troepen van het gar nizoen zullen geschieden, wat zeer goed kan en goedkoop en nuttig is voor dc oefening dier troepen. De commissie wil voorts in Dirks Admiraal een bomvrij gebouw tot le gering der bezetting gemaakt hebben met gekazematteerde gcschutstanden, waaruit vuur langs de linie en zoo noodig in de binnenruimte moet gegeven kuuueu wordeu Mogt de vijand de linie ook al hebben vermeesterd, zegt zij, dan moeten wij toch meester kunnen blijven van de forten, die de steunpunten der linie uitmaken, ten einde hem weder terug te kunnen werpen, en moeten wij dus ook uit die forten vuur kunnen geven op de biuuenruimte, w aar hij dan stelling zal hebben genomen; Erfprins, het eene stcuupunt, is voor dit doel sterk genoeg, maar Dirks Admiraal niet en daarom willen wij daarin ecu bomvrij gebouw met gekazematteerde geschutstanden plaatsen. Wij zijn niet tegen dit gebouw, omdat dc Helder nog altijd gebrek heeft aan bomvrije gebouwen, maar met de redenering der commissie kunnen wij ons volstrekt niet vcrceuigen. Als de liniegracht ingerigt is, zoo als do commissie wcuscht, dan zal dc vijand tusscheu Erfprins en Dirks Admiraal (en ten oosten van Dirks Admiraul is de aanval moeijelijk, zoo niet oudoen- lijk) eene meer dan 20 cl breede watergracht met 2 a 3.15 el water ont moeten, daarachter eene borstwering, die aan weerzijden goed bestreken kan worden, met emplacementen voor geschut om vuur te geven op de voor naamste toegangen en met eene wetering achter de borstwering. "Wanneer men nu in aanmerking neemt dat do linie maar 1300 el lang is; dat vóór de linie nog het fort Kijkduin ligt, dat toch eerst nog genomen moet worden; dat dc vijand, zooals dc commissie zelf erkent, geen belegeringsgeschut of belegeringsmaterialen bij zich kan hebben, dan begrijpen wij niet hoe men de mogelijkheid kan aannemen, dat zoo'n linie geforceerd wordt. Wij durven gerust beweren, dat, als de verdedigers hun pligt doen, de vijand niet over die 20 el breede watergracht kan komen, en mogt dit ondenkbare geval toch gebeuren en hij over dc borstwering en de wetering in de binnenruimte derstelling doordringcu, dan zijn onze reserven toch daar om hem terug te werpen. En als dc verdedigers hun pligt niet doen, ja, dan komt de vijand er zeker over; maar dan baten bomvrije gebouwen en gekazematteerde geschutstanden bij honderdtallen niet. Wij zijn nieuwsgierig van do commis sie een enkel feit uit de krijgsgeschiedenis to vernemen, dat zou kunnen strekken tot een bewijs, dat eene dergelijke linie, goed verdedigd, toch ver loren is gegaan, liet bomvrije gebouw, hier te plaatsen, moet dus hoofd zakelijk ingerigt worden tot legering van troepen en kan uit dien hoofde zeer eenvoudig zijn. HAAGSCHE CORRESPONBENTIE. 's Hage, 16 November. Mijnheer de Redacteur I Op het oogcnblik dat ik u dezen schrijf, zijn de beraadslagingen *over de Staatsbegrooting reeds gevorderd tot dc ouderdeelen van het IIIc Hoofdstuk (Buitcul. Zaken) zoodat de algemeenc discussiën niet van langen dnur ge weest zijn. ltccds in twee dagen waren ze afgcloopeu en ik dacht een oogen- blik, dat ze in het geheel niet plaats zouden hebben want reeds was de prac- sidiale hamer opgeheven toen de heer v. Goltstein het woord nam om do onderwerpen op te geven w:aarovcr hij niet spreken zou. Waren de beraadslagingen kortze. waren ecliter niet onbelangrijk en bui tengemeen heftig. Ik moet mij hier bepalen hij de vermelding, dat ze be paaldelijk betroffeu de finantiele kwestie, de geruchten over de verdeeldheid in het kabinet tusschen den Minister van Binncnl. Zakcu en dien van Ko loniën over de kultauvwet en over de grondbelasting in Limburg, bene vens dc brieven die daarover door sommige Ministers zouden geschreven zijn, om invloed uit te oefenen op de verkiezingen. Voor bijzonderheden moet ik uwe lezers verwijzen naar de verslagen der Kamer daar het mij ondoen lijk is heu daarover in een kort bestek een duidelijk overzigt te geven. Wat het eerste puntde finantiele kwestiebetreftdc discussiën daar over gevoerd:, hebben niet veel licht verspreid; wij zullen dus het best doen ons oordeel op re schorten tot de behaudeling van do begrooting van het Departement vau Einautien. De geruchten over de verdeeldheid in het Kabinet werden door den heer Thorbecke bepaaldelijk weersproken. Die Minister verklaarde, dat de kul- tuurwet door het gehcclc Kabinet was onderzochtwaardoor dus het geheelo Kabiuct voor dezelve aansprakelijk wordtof dit nu de geheele waarheid is (d. i. of er vroeger geen verschil van opinie heeft plaats gehad) dan wel of aan de bijvoeging, „dat niet elk Minister voor elk artikel der voordragt aansprakelijk kan gesteld worden", eene bijzondere bctcekcuis moet worden gehecht, is natuurlijk niet te beslisseu. Genoeg is het te weten, dat het ge heele Ministerie dc verantwoordelijkheid van het ontwerp op zich neemt want daardoor wordt elke gedachte aan oogenblikkelijkc verdeeldheid weg genomen. Wat de wet zelve betreftik twijfel niet of ze zal door de Tweede Kamer met eene groote meerderheid worden aangenomenof ze echter in de Eerste Kamer hetzelfde onthaal zal vinden, zou ik niet durven verzekeren. Wat de Limburgsche questic betreft, de debatten daarover werden, voor namelijk van den kant der afgevaardigden uit die provincie, met buitengewone heftigheid gevoerd, zoo zelfs dat de heer Cornelis, die gezegd had, „dat men

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1865 | | pagina 2