straks een feit Veertig adressen: twee dagtaken Brok natuurschoon móet verdwijnen DONGE EN T OUDE MAASJE WORDEN AFGESLOTEN Staat is de grootste grondbezitter itiÈÊÈÊÊÊÊWk t -V Kustlijn korter DE eindplannen voor de droogmaking van de Bra bantse Biesbosch staan nog niet vast, doch thans kan reeds worden gezegd, dat de inpoldering een feit zal worden. Dit is ons gebleken na uitvoerige inlichtingen, die we bij verschillen de tot oordelen bevoegde instan ties hebben ingewonnen. De indij king van de Biesbosch is een even grote zekerheid als de droogma king van b.v. de Zuid-Oostpolder in het IJselmeer. Stormvloeden boosdoeners Met Marshall-geld in Delft vloed opgekomen en isjt ook 3000 ha cultuurgroiid 7 uur zwerven met 40 brieven Ook in de rimboe klepperen de brievenbussen Cot land HAARLE kringen van de er nauw hadden plaatsen nog zullei cultuurgr dende hi J; ''IMR' VAN DE BIESBOSCÜ <f- /3>* x x «rasp tV- >-'* t- r:' - - zware ringdijk. Bij de thans bestaande water standen is het al zo, dat de eigenaren van de polders elk jaar hun kaden moeten ophogen. Dat geeft een onderlinge strijd om zelfbehoud. De eigen polder zal namelijk vollopen, wanneer de buurman zijn kaden met enige decimeters heeft opgehoogd. Wanneer er ergens een kade is bezweken zijn de polders, die in de omgeving liggen, onmiddellijk van de bedreiging verlost. De getroffen polder loopt onder en door de grote hoeveelheid water, die hierdoor een uitweg heeft gevonden, komt er een einde aan de was. Iedereen is er dus op uit zijn kaden zo hoog mogelijk te houden. Er is zo de laatste 50 jaar in de Biesbosch een wedstrijd in het ophogen van kaden ontstaan, waarvan het einde dan gelukkig toch in zicht komt. De zware ringdijk zal de oplossing brengen. De Donge en het Oude Maasje zullen afgesloten ■worden, of, beter gezegd: het water van deze twee getijderiviertjes zij-armen van de Amer en de Bergse Maas zal gereguleerd worden. Ook hierover bestaat thans wel geen enkele twijfel meer. Uit het feit, dat deze twee afslui tingen er komen, volgt noodgedwongen uit waterstaatkundige overwegingen dat er een zware ringdijk om de Biesbosch, gelegd moet worden. Hieruit zou men dus ook met zekerheid kunnen afleiden, dat het werk in en rond de Brabantse Biesbosch voortgang zal vinden en tot een goed einde zal worden gebracht. Deze twee afsluitingen vormen de kern, waaromheen het hele Biesbosch-probleem draait: zonder afslui tingen geen inpoldering en zonder inpoldering geen afsluitingen. Voor de naaste toekomst is het droogmaken van het gebied ten zuiden van de Bergse Maas en de Amer de grote winst, die de indijking van de Biesbosch tot gevolg heeft. Merkwaardig ge noeg schijnt dit steeds vergeten te worden door de natuurbeschermers, die zich blind staren op het eventuele verlies van een ongetwijfeld prach tig brok natuurschoon, dat, zeker in Europa, uniek is. Als zoetwaterdelta, waarin grote ver schillen tussen eb en vloed merkbaar zijn, zou men de Biesbosch kunnen karakteriseren als het openluchtmuseum van Nederland en dit dan in de meest letterlijke zin van het woord. In de Biesbosch is zich namelijk, hoewel op kleinere schaal, hetzelfde proces aan het voltrekken als dat, wat het huidige Nederland tot resultaat gehad heeft. In het Biesboschplan is echter een behoorlijke oppervlakte gereserveerd voor natuur- vorsing en bodemonderzoek. Elders op deze pagina kan men hierover meer lezen. De droog making van het gebied tussen Moerdijk en Waalwijk door het reguleren van de getijden- riviertjes Donge en Oude Maasje en door het leggen van een zware dijk langs de Zuidelijke oevers van de Amer en Bergse Maas, is bepalend voor de ontwikkelingskansen van de Langstraat, een gebied, dat niet alleen vanwege de schoen en lederindustrie een grote toekomst heeft. Om de urgentie van de oplossing even aan te geven: zelfs een verkeerswegenverbetering in de Lang straat hangt met de afsluiting samen, is dus ook naar de mening van waterstaatkundigen - onmogelijk, wanneer het gebied niet watervrij gemaakt wordt. De Langstraat heeft thans geen enkele goede verbinding met de rest van Nederland. Het hele gebied is voor de vestiging van nieuwe indus trieën practisch ontoegankelijk. Alleen de schoen industrie heeft er zich kunnen handhaven. Door deze industriële eenzijdigheid is de economische bestaanszekerheid van de bevolking natuurlijk uiterst kwetsbaar. Het verleden heeft dit overi gens reeds afdoende bewezen. Maar ook de rechtstreekse schade, die het hele gebied van de wateroverlast ondervindt, is aan zienlijk. Het bovenwater van de grote rivieren dus levert geen grote moeilijkheden op. De stormvloeden in de winter en het voorjaar zijn de grote boosdoeners. Het hele poldergebied van Donge en Langstraat kunnen ze onder water zetten. De winters van 1940, 1943 en 1944 brachten deze stormvloeden en helaas schijnen alleen de Brabanders en de Waterstaatsmensen nog te weten wat voor een schade ze op alle gebied betekend hebben. Het is slechts een speling der natuur, dat deze stormvloeden sindsdien niet meer voorgekomen zijn en het is ook te hopen, dat ze in de toekomst zullen wegblijven. Hieromtrent bestaat uiteraard geen enkele zekerheid. Wanneer er echter weer eens een winter met hoogwater zou komen en men zou de natuurbeschermers eens een excursie, niet door de ruige Biesbosch, maar door de overstroomde noodgebieden van Noord-West-Brabant laten maken in 1943 schade aan gewassen: ƒ345.000,—; aan de kaden: ƒ86.000,zouden ze, dunkt ons, wel andere gedachten krijgen over de streek, die ze nu bij het aanvoeren van hun bezwaren steeds zo angstvallig buiten beschouwing laten. Wij zouden op dit alles niet zo uitvoerig ingaan, wanneer het hier niet ging om de kern van het hele Biesboschprobleem. Gelukkig is thans de hele dijk langs de Zuidelijke oevers van Amer en Bergse Maas gereedgekomen en is het wachten alleen nog op de afsluitingen van Donge en Oude Maasje. De totale lengte van de dijk tussen Moerdijk en Keizersveer bedraagt 21 km. Onge veer 12 km. daarvan is nieuw; de rest is dijk- ophoging. In het nieuwe dijkstuk aan de mond van de Donge komt een schutsluis en een uit- wateringsluis. Ook de dijkophoging aan de Noordelijke oever van de Bergse Maas, van Drongelen tot Keizersveer, is gereed. Wanneer het hele werk klaar is zal niet minder dan 20.000 ha. vruchtbare bodem aan het landbouwareaal van Brabant kunnen worden toegevoegd. De bestaande landerijen zullen in een betere conditie komen en grote stukken, die nu een moerasachtig karakter hebben, zullen in goed bouwland kunnen worden omgezet. Daar komt nog bij, dat hier jaarlijks een bedrag van een half millioen bespaard kan worden. Thans moet dit bedrag nog worden uitgegeven aan het op diepte baggeren van de elf haventjes, die in dit gebied liggen en aan het herstel van kaden en dijken. Zoals wij elders reeds hebben aangegeven vereist de afdamming van de Zuidelijke oevers van Amer en Bergse Maas maatregelen ter be scherming van de Brabantse Biesbosch. Zodra het water geen uitweg meer kan vinden naar het Zuiden, zal de Biesbosch meer water binnen krijgen. Dat betekent natuurlijk een directe bedreiging van de daar reeds bestaande polders. Zij moeten dus beschermd worden door een Intussen moet men de Biesboschwerken niet zien in het enge verband van het indijken van een gebied tussen Merwede en Amer, dat bij de St Elizabethsvloed in 1421 verloren is gegaan. Men moet deze werken zien in het geheel van de plannen tot het verkorten van de kustlijn, of, directer gezegd: tot het dichtmaken van de zeegaten. Van deze plannen is reeds werkelijk heid geworden de afdamming van de Zuiderzee en de afsluiting van de Brielse Maas. De indijking van de Biesbosch is een volgende stap op de weg naar het ideaal van de 500 km. kustlijn. Er zijn in dit verband wel eens stemmen opgegaan om het Hollands Diep maar af te sluiten. Men meende, dat dit verreweg het goedkoopste zou zjjn; een indijking van de Biesbosch zou dan niet nodig zijn. Afgezien nog van de ernstige con sequenties, die een dergelijke afsluiting voor de bekende kanaalkwestie zou hebben ten dele politieke consequenties wordt zij door water staatkundigen voor technisch onmogelijk gehou den, althans zeker voor de naaste toekomst. Behalve het feit, dat deze afsluiting niets zal afdoen aan de noodzakelijkheid om de Biesbosch in te polderen, levert zij voorlopig welhaast onoverkomelijke moeilijkheden op bij het af voeren van het ijs, dat van de grote rivieren komt en dat men om begrijpelijke redenen liefst een zo comfortabel mogelijke weg naar zee wil verzekeren. Intussen zijn de vraagstukken omtrent de afsluiting van de zeegaten nog volop in studie en met name hoopt men zo spoedig mogelijk meer gegevens te kunnen verkrijgen omtrent de gedragingen van het ijs op de grote De Biesbosch is voornamelijk groot grondbezit. Meer dan 85 pet van de grond is in handen van bezitters van meer dan 40 ha. De oorzaak is te zoeken in het feit, dat alleen kapitaalkrachtige eigena ren in staat zjjn het risico van kadedoor- braak te dragen. De Staat is de grootste grondbezitter; hty bezit 1700 ha, waarvan er 1300 aan het Kroondomein behoren. Dit grote domelnbezlt is een gevolg van de St Elisabethsvloed in 1421. De hier door uitgewiste grenzen werden in het laatst van de 16e eeuw zo goed mogelijk gereconstrueerd. Iedereen, die aanspraak op de eigendom van water of opwassen in de Blesbosch meende te kunnen ma ken, moest daartoe genoegzaam bewijs leveren. Bij gebreke hiervan verviel die eigendom aan de grafelijkheid. Vooral in de 19e eeuw is echter een belangrijk deel van het domelnbezlt aan particulieren verkocht. In het Waterloopkundig Laboratorium te Delft, de „reken- en meetmachine" van de Rijkswaterstaat, ligt reeds vanaf 1947 in een enorm grote hal een model van de Biesbosch en zijn omgeving, van Rotterdam tot Tiel. In de loop der jaren zijn in deze minia- tuur-Biesbosch 140 proeven genomen, waarbij nagegaan werd op welke wijze Brabants Noord-Westhoek en ook de Biesbosch zelf het beste watervrij ge maakt zouden kunnen worden. Studenten zowel dames als heren zijn er bijna elke dag bezig met hei verrichten van metingen en bereke ningen. Zij zijn hiervoor, zoals men op de foto kan zien, gekleed in een overall en ze lopen op klompen of in water laarzen, want ook deze miniatuur- Biesbosch is een waterrijk gebied, waarvan de indijking eveneens om een oplossing schreeuwt. Wat de studenten hier doen onder leiding van bekwame waterbouwkundigen is heus geen spel letje. Op de uitkomsten van de proe ven baseert de Rijkswaterstaat zijn plannen en het komt er dus op aan, rivieren. Wel kan gezegd worden, dat 't zogenaamde vijf- eilandenplan (be zuiden Rotterdam) niet favoriet meel is. De Biesbosch- plannen op zichzelf zijn reeds meer dan 20 jaar lang in be spreking. Eerst in 1941 is men met de eerste uitvoering kunnen beginnen. Dat ging toen uiter aard zonder goed keuring van het parlement. Er werd 'n stormvloed-com missie ingesteld, die advies moest uitbrengen over dc hoogte van de dij ken, die aangelegd zouden moeten wor den. De commissie is hierbij uitgegaan van de allerhoog ste stormvloed, zo als die waarschijn lijk slechts éénmaal in de 300 jaar zal voorkomen. Mis schien is de Sint Elizabethsvloed in 1421 wel zo'n allerhoogste stormvloed geweest. Zekerheid hieromtrent bestaat echter niet. Goede gegevens over stormvloeden bestaan slechts over de laatste honderd jaren. De hoogste bekende stand is de stormvloed ge weest van Januari 1916, die overstromingen in Noord-Holland te weeg bracht. De omgeving van Dordrecht die, zo dacht men, te laag is om vol doende veiligheid te bieden tegen hoge storm vloeden, veroorzaakt en dit afgezien van het al of niet indijken van de Biesbosch moeilijk heden. Men is daar uiteraard gesteld op een open verbinding met zee. Dordrecht zou nu zeker last kunnen krijgen van hoog water door de dijk- ophogingen in de omgeving. Bij Dordrecht zelf de dijken ophogen is onmogelijk omdat er huizen op gebouwd zijn. Proeven, die met het Biesbosch- model in het Waterloopkundig Laboratorium te Delft genomen zijn, hebben echter uitgewezen, dat zelfs bij de hoogste stormvloeden de stad niet meer risico zal lopen dan bij het niet-indijken van de Biesbosch. Ook van deze zijde zal men dus geen bezwaren kunnen maken tegen de ontsluiting van de Brabantse Biesbosch. Integen deel: zij levert voor Dordrecht belangrijke voor delen. op. De stad zal door een betonnen hoofdweg, die zal lopen van de Kop van 't Land, in Zuid-Oostelijke richting door de Biesbosch, naar de Rijksweg Keizersveer-Werkendam-Gorin- chem, even benoorden Hank, met het Zuiden verbonden worden. Het veer bij de Kop van 't Land gaat uiteraard bij de nieuwe verbinding Noord-Zuid een grote rol spelen. Temeer nog, waar het in de bedoeling ligt om midden in de Biesbosch een dorp te bouwen. Over de naam van dit dorp is men het nog niet eens, maar men denkt hierbij aan de namen van de vroeger verdronken plaatsen. Sinds 1950, toen Marshall-gelden voor de Bies bosch loskwamen, kon het werk, dat dus reeds in 1941 was begonnen, en dat van oorlogshande lingen schade had geleden, weer met kracht worden aangevat. Gereedgekomen zijn intussen de haven in Werkendam en een klein gedeelte van de 28 km. lange ringdijk. Er zal nog een schutsluis gemaakt worden bij de Spijkerboor. Voor de scheepvaart is een uitlaatsluis geprojecteerd bij het Gat van de Vissen. Verder zijn er door de ingedijkte Bies- T) T T dat het werk met een grote niesooscnie precisie gebeurt. Ontelbare J rn.nl.pn is hii dit. model de malen is bij dit model de weer eb geworden. Kaden en dijken zijn overstroomd, geulen zijn uitgeschuurd, kreken zijn er dichtgeslibd. Ook stroomvloeden hebben er plaats ge vonden en men heeft er de uitwerking van het bovenwater nagegaan. Alles is nauwkeurig geregistreerd en in rap porten vastgelegd. Zo is de Rijkswaterstaat in grote lijnen tot het samenstellen van het plan voor de Biesbosch kunnen komen. De beste uitkomsten van de vele proeven zijn in dit plan gekristalliseerd Wanneer de natuurbeschermers menen, dat de waterstaatkundige gevolgen van de in dijking van de Brabantse Biesbosch niet voldoende zijn onderzocht, dan zouden we ze willen aanraden om in deze maand eens naar het Waterloop kundig Laboratorium te gaan. Daar worden weer nieuwe proeven genomen en dat zal zo doorgaan tot alle dijken, sluizen, havens en waterwegen er zijn. Men gaat heus niet over één nacht ijs. 1lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIllllllllllllllllllllllllllllinilllllllllllllHIH""!""""l""l""ll" bosch drie hoofdwaterwegen geprojecteerd, name lijk het Steurgat van Werkendam naar de Spijkerboor de Noorderklip, die aansluiting krijgt op het Steurgat en verbonden wordt met de Spieringsluis en de Oostkil, die loopt van de Spijkerboor in de richting van Nieuwedijk. In totaal komen er dus in de Biesboschdijk 3 schutsluizen en één uitwateringsluis. Verder worden er nog gebuwd kleinere kunstwerken, zoals pompstations, uitwateringsluizen, bruggen en losplaatsen. De hoofdvaarwegen zullen een totale lengte krijgen van 25 km.; de hoofdver keersweg is 11 km. lang. Daarnaast zullen er nog verschillende wegen voor plaatselijk verkeer en ten behoeve van de landbouw aangelegd worden. Wanneer het hele plan uitgevoerd zal zijn, kan in de Biesbosch ruim 3000 ha. cultuur grond aan het bestaande land worden toegevoegd. In totaal gaat het hier om ongeveer 9300 ha. Er zal een boezem overblijven met een opper vlakte van ruim 700 ha. Thans is ongeveer 5700 ha. bekaad. De totale kadelengte bedraagt onge veer 200 km. Dat is dus maar liefst 35 m. kada per ha. Al die kostbare dijkjes en kaden zullen na de indijking geslecht kunnen worden. Getij- verschillen zullen dan immers niet meer bestaan; het waterpeil zal 60N.A.P. bedragen. Het land zal weer bewoonbaar worden en uit zijn isolement verlost zijn. Landverkeer is hier en daar geheel onmogelijk omdat er geen wegen kunnen worden aangelegd en het verkeer te water wordt belemmerd door de opslibbing der geulen. De kosten voor het onderhouden van da vele dijken zijn haast niet te dragen. Het komt voor, dat in een polder tijdens één enkele hoge vloed de schade even groot is als de normale kostprijs van het land. Aan vestiging van indus trieën hoefde men helemaal niet te denken. Bij de Rijkswaterstaat leeft de overtuiging sterk, dat het voortzetten van het werk in een snel tempo, met het doel tot een spoedige voltooiing te komen, zeer gewenst is. Het werk is zeker niet zo spectaculair als bijvoorbeeld de droogmaking van de Zuiderzee, maar het is toch wel even gigantisch en het wordt ongetwijfeld een van de knapste prestaties van de Nederlandse waterbouwkundigen in het algemeen en van de Rijkswaterstaat in het bijzonder. niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiM L - BIESBOSCH, November. Er blaast een straffe bries dwars over de Biesbosch. Door het riet draaft de wind met wilde sprongen. Het water zwemt omhoog tegen de slijkerige slibplaat, waarboven de verdorde wimpels ritselen aan de lange halmen. „Dat worden buien" had de besteller Verhoeven vanmorgen voorspeld, toen de rode post boot de ochtendmist intjoekte. Hij sprak met het gezag van veertig dienstjaren op het "ater en het weerbericht van zeven uur. En nu zet de hemel zijn woorden kracht bij. Het begint te druipen uit de zwarte, volgezogen wolken. Een grote gieter strooit dikke drup pels over de griendvelden, waaruit de polderwerkers haas tig wegvluchten, over de riet- bossen, die te rijpen staan, over het water en het roeibootje in het water. De regen poetst de rubberen mantel van de man in het bootje tot een glimmende iliejas. De regen stroomt over de oet met de letters P.T.T., over ie leren posttas, .waarin één 1ag conversatie voor 26 gezin- ien opgeborgen is. Buien stor en uit de hemel. Dit is het meest karakterls- 'ieke panorama van het ■iiandenrijk aan de Amer. Zwer men regen waaien alles tot herfst. De knotwilgen ruien angstwekkend. De polders ver vuilen tot bagger en soppend grondwater. „Baomes" zeggen de mensen in Brabant, waar van, aan de overkant van het water, alleen de grote centrale zichtbaar is, die de zwaarste in. druk van isolement doorbreekt. „Lekker weertje" Janus Driesprong glimlacht er maar een beetje mee. Hij roeit zijn bootje naar de druipende oever en waadt met zijn heup laarzen door de vette modder, naar de verloren boerenhoeve aan de dijk, waar men de brievenbus al in de gaten houdt. „De mensen hier kunnen niet buiten post" legt hij uit. „Het is het enige contact met de buitenwereld, buiten de krant en het wekelijkse overstapje naar de wal". Janus Driesprong loopt en vaart al ruim tien jaar in dit gebied rond. Samen met de oude Verhoeven, die achter het stuur van de motorboot staat. Hij kent het land. Hij kent de mensen bij naam en toenaam. „Je moet hier 's winters maar eens komen" nodigt hij ons uit. Daarbij vergeleken moet dit hondeweer nog een „lekker weertje" zijn. De wind en de regen van de trieste herfst zijn goed te verdragen als men de winter in aanmerking neemt; de sneeuwjacht over de polders, met schotsen en pak-ijs in de kreken. Als er ijs ligt is het: tippelen. Acht uur per dag lopen over hobbelige spiegelvloeren en be vroren modderkorsten. „Buien" zeiden Verhoeven en de Bilt. Dit is dus „lekker worden stapt Driesprong elke ochtend over in de roeiboot. Hij werkt zich tegen het tij op en dwaalt tussen rietpollen en uit gestorven griendvelden, waar uit soms een eend of een fazant wegklappert. Soms wordt een van de zwarte haken, die op een afstand dreigend uit het water omhoogsteken een aalscholver, die zich moeilijk losmaakt uit de golven en wegsnort naar een dode boom. De besteller roeit naar de kant. Er is geen landing- Elke ochtend, vóór de klok van acht, slaat de motor aan in het stevige lijf van een vuurrode motorboot in de haven van Drimmelen aan de Amer. Dan begint de dagtaak van twee bestellers der Poste rijen, in de „binnenlanden" van de Brabantse Biesbosch. Ruim zeven uur duurt hun zwerftocht door een labyrinth van kreken en killen, tussen rietvelden, griendtvouden en uitgestrekte polders. Men kan er rondvaren zonder andere schepsels te ontmoeten dan de vogelen des hemels en van het water. Veertig gezinnen leven her en der in dit eilandenrijk van enkele honderden hectaren in oppervlakte. Gemiddeld twee gezinnen per polder, vele kilometers van elkaar ver wijderd De postbode bezoekt hen elke dag. Onze verslaggever vertelt iets van zijn ervaringen bij zo'n tocht door dit „onbevolkt gebied". Modderen en sjouwen. weer". Zes en twintig mensen wachten op „Janus de post", veertien kijken er uit naar de krasse Verhoeven. Ze wachten op nieuws van de overkant en op zomaar een praatje. Om acht uur wisten zij, dat de rode postboot de ochtendkou ingestoomd was. Om vier uur 's middags weet de kantoor houdster van de P.T.T. te Drim melen, dat zij elk ogenblik de afrekening kan verwachten. Dan weten de kinderen van Driesprong dat vader onderweg is. En Driesprong zelf loopt een stap vlugger, om eindelijk de laarzen eens in een hoek te kunnen gooien. Dan zit er een kleine acht uur sjouwen op, waarvan U tegen het middaguur uw zak ken al volgehad zoudt hebben, zoals wij, al wilden we het niet bekennen. Waar de kreken smaller steiger waar hij aanlegt. Schu rend loopt zijn schuitje vast in het slijk. Een ketting houdt de boot aan een paaltje vast. Met de zware tas op de rug klautert de postbode tegen de dijk op. Hij neemt de scheidings hekken als een hordeloper. Hij springt met zijn last over een sloot, een andere neemt hij met de polsstok. Hij waadt door de modder van een pas geploegde akker. Modderen en sjouwen in de rimboe. Geen sterveling te zien op 't land. Als hij weer aan de riemen zit, wijst zijn horloge drie kwar tier later aan. De eerste bestel ling is achter de rug. Als het goed gaat, kan hij de vermoei ende heslaarzen over een uur of zes uitrekken. Prettig baantje! Het gaat ook wel eens niet goed, als de ebbe het water te snel uit" de killen heeft gejaagd. Dat kan je, ondanks elf jaar harde ervaring, nog wel eens overkomen. Dan is er geen spaan uit te steken. De modder "zuigt zwaar en geweldig. Stap er maar eens in met je laarzen! Of je bent terecht gekomen in het kruiend ijs. Schotsen die schots en scheef omhoogkruipen tot boven op de boot, die vastge klemd ligt tussen ijs en^ ijs. Dat overkwam de mannen enkele jaren geleden met de motor boot. Het ijs had de muil al open en duwde het vuurrode vaartuigje naar de ondergang. „Wij waren half bevroren" ver haalt Janus. „Maar we zijn er nog" Dank zij een gelukkig toeval overigens. „Prettig baantje!" denkt 13. Maar deze mannen staan voor hun taak. „En als je ervoor staat, is het allemaal zo erg niet" geven zij allebei beslist te kennen. Er zijn ook heerlijke dagen, waarin de zon in dit land, dat nu geschilderd is met vale kleuren van grijsgroen en grauwbruin, een heel spectrum van feestelijke tinten legt. „En bovendien, als je weet, wat de dagelijkse brieven van familie en kennissen en de berichten uit de krant voor de bewoners van deze lege eilanden beteke nen, is het je wel wat waard". Maar voor de Dienst der Posterijen zal de eilandengroep van de Brabantse Biesbosch wel tot de verwenste gebieden be horen. Voor de veertig gezinnen die dit gebied herbergt zijn twee volwaardige bestellers dagelijks in touw. Schat U zelf maar wat dat kosten moet. Mi Etn kop koffie, halverwege de dagelijkse reit Delfland, dam en W gunt voorst estuur had prae-advies plaatst, op fewezen en e zaak ter de Tuinbouv B.T.B. Maar Castricu dat het nu op dit punt mét koppen tuinders bel ze aan toe dacht hij da; nemerland tussen Veis nieuwe stat worden ges Met een een klok, lej L. P. Duivest B vertegenw afd. Tuinbouw van de Lan< voerder van dreigde tuind het probleem tuinders gew( tafel. Hier m tiek gevoerd onteigeningen nutte zy'n een was geworder Gemeenten mooie uitbre ene al groots plannen in v< nen in hoofdz derdelen, die op grote delei grond. Maar recht van de matig steden het recht van om planmatig dersstand op Dat kan all zekerheid vai drijfsoefening denkt er b.v „Bijenkorf" te op de vrijgek paar deparfem Maar met de ven springt me dachtzaam om dat men in pi maire cultuurg: blijven en dat van al aan d bouwgronden Zou Jat echter zakelijk zijn, schadeloosste moeten komen de eigenaar schadeloos moe in gelijkwaardi fen binnen de andelscentrum waar zich ook gane bedrijf be zou ook de pacl heid moeten we Zoiets is ech manier te be tuinders de bes over voor de tl grond, die thai D.v. ais grasian zouden dan de vrijwillig bereid daartoe beschik compensatie m b.v. op nieuwe Zuiderzeepolders Aan een zo maatregel die c bestaansmogelijk ke tuinders en zitten natuurlij De vinnigste daa indien een veel geren om vrijvi ten bate van i voor de in de kn ders af te staaj men dan, indi( aangeboden redf tie b.v. in de N eigenen? JA, meende mits er natuuj sprake is van de beid in uiterste een redenjke com NEEN mene: Ministerie, Sti Landbouw en C telijke Ordening, nen is gebleken urgent geval: de Amsterdam in waar honderden ven gedoemd zou dwijnen wanneer smg wordt gevoi De gemeente veel prijs stelt op deze tuinderijen n m 1934 al eén op] door m haar uitbi gebied van 200 bu: nent toekomstig by wijze van laats Ujkheid te bestem Dit land is ni twaalftal veehoud Maar nu de totst dit „Tuindersdorp worden, is de ge: zet van bovenge ties gestuit. Men algemeen niet vei gelijke qompensati De gemeente he< dersdorp" dan ook breidmgsplan gelic schen komt het vc damse tuinders toe Want naar ir. Merl ring mededeelde z mogelijkheden om veehouders in dit compensatie te bii door b.v. coöperati van het grasland

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1952 | | pagina 4