straks een feit
Veertig adressen:
twee dagtaken
Brok natuurschoon
móet verdwijnen
DONGE EN T OUDE MAASJE
WORDEN AFGESLOTEN
Staat is de grootste
grondbezitter
itiÈÊÈÊÊÊÊWk
t -V
Kustlijn korter
DE eindplannen voor de
droogmaking van de Bra
bantse Biesbosch staan
nog niet vast, doch thans
kan reeds worden gezegd, dat de
inpoldering een feit zal worden.
Dit is ons gebleken na uitvoerige
inlichtingen, die we bij verschillen
de tot oordelen bevoegde instan
ties hebben ingewonnen. De indij
king van de Biesbosch is een even
grote zekerheid als de droogma
king van b.v. de Zuid-Oostpolder
in het IJselmeer.
Stormvloeden boosdoeners
Met Marshall-geld
in Delft vloed opgekomen en isjt ook
3000 ha cultuurgroiid
7 uur zwerven
met 40 brieven
Ook in de rimboe klepperen de brievenbussen
Cot
land
HAARLE
kringen
van de
er nauw
hadden
plaatsen
nog zullei
cultuurgr
dende hi
J; ''IMR'
VAN DE BIESBOSCÜ
<f-
/3>* x x «rasp tV- >-'* t- r:' - -
zware ringdijk. Bij de thans bestaande water
standen is het al zo, dat de eigenaren van de
polders elk jaar hun kaden moeten ophogen. Dat
geeft een onderlinge strijd om zelfbehoud. De
eigen polder zal namelijk vollopen, wanneer de
buurman zijn kaden met enige decimeters heeft
opgehoogd. Wanneer er ergens een kade is
bezweken zijn de polders, die in de omgeving
liggen, onmiddellijk van de bedreiging verlost.
De getroffen polder loopt onder en door de
grote hoeveelheid water, die hierdoor een uitweg
heeft gevonden, komt er een einde aan de was.
Iedereen is er dus op uit zijn kaden zo hoog
mogelijk te houden. Er is zo de laatste 50 jaar
in de Biesbosch een wedstrijd in het ophogen
van kaden ontstaan, waarvan het einde dan
gelukkig toch in zicht komt. De zware ringdijk
zal de oplossing brengen.
De Donge en het Oude Maasje zullen afgesloten
■worden, of, beter gezegd: het water van deze
twee getijderiviertjes zij-armen van de Amer
en de Bergse Maas zal gereguleerd worden.
Ook hierover bestaat thans wel geen enkele
twijfel meer. Uit het feit, dat deze twee afslui
tingen er komen, volgt noodgedwongen uit
waterstaatkundige overwegingen dat er een
zware ringdijk om de Biesbosch, gelegd moet
worden. Hieruit zou men dus ook met zekerheid
kunnen afleiden, dat het werk in en rond de
Brabantse Biesbosch voortgang zal vinden en tot
een goed einde zal worden gebracht. Deze twee
afsluitingen vormen de kern, waaromheen het
hele Biesbosch-probleem draait: zonder afslui
tingen geen inpoldering en zonder inpoldering
geen afsluitingen.
Voor de naaste toekomst is het droogmaken van
het gebied ten zuiden van de Bergse Maas en
de Amer de grote winst, die de indijking van
de Biesbosch tot gevolg heeft. Merkwaardig ge
noeg schijnt dit steeds vergeten te worden door
de natuurbeschermers, die zich blind staren op
het eventuele verlies van een ongetwijfeld prach
tig brok natuurschoon, dat, zeker in Europa,
uniek is. Als zoetwaterdelta, waarin grote ver
schillen tussen eb en vloed merkbaar zijn, zou
men de Biesbosch kunnen karakteriseren als het
openluchtmuseum van Nederland en dit dan
in de meest letterlijke zin van het woord. In de
Biesbosch is zich namelijk, hoewel op kleinere
schaal, hetzelfde proces aan het voltrekken als
dat, wat het huidige Nederland tot resultaat
gehad heeft. In het Biesboschplan is echter een
behoorlijke oppervlakte gereserveerd voor natuur-
vorsing en bodemonderzoek. Elders op deze
pagina kan men hierover meer lezen. De droog
making van het gebied tussen Moerdijk en
Waalwijk door het reguleren van de getijden-
riviertjes Donge en Oude Maasje en door het
leggen van een zware dijk langs de Zuidelijke
oevers van de Amer en Bergse Maas, is bepalend
voor de ontwikkelingskansen van de Langstraat,
een gebied, dat niet alleen vanwege de schoen
en lederindustrie een grote toekomst heeft. Om
de urgentie van de oplossing even aan te geven:
zelfs een verkeerswegenverbetering in de Lang
straat hangt met de afsluiting samen, is dus
ook naar de mening van waterstaatkundigen -
onmogelijk, wanneer het gebied niet watervrij
gemaakt wordt.
De Langstraat heeft thans geen enkele goede
verbinding met de rest van Nederland. Het hele
gebied is voor de vestiging van nieuwe indus
trieën practisch ontoegankelijk. Alleen de schoen
industrie heeft er zich kunnen handhaven. Door
deze industriële eenzijdigheid is de economische
bestaanszekerheid van de bevolking natuurlijk
uiterst kwetsbaar. Het verleden heeft dit overi
gens reeds afdoende bewezen.
Maar ook de rechtstreekse schade, die het hele
gebied van de wateroverlast ondervindt, is aan
zienlijk. Het bovenwater van de grote rivieren
dus levert geen grote moeilijkheden op. De
stormvloeden in de winter en het voorjaar
zijn de grote boosdoeners. Het hele poldergebied
van Donge en Langstraat kunnen ze onder water
zetten. De winters van 1940, 1943 en 1944 brachten
deze stormvloeden en helaas schijnen alleen de
Brabanders en de Waterstaatsmensen nog te
weten wat voor een schade ze op alle gebied
betekend hebben. Het is slechts een speling der
natuur, dat deze stormvloeden sindsdien niet meer
voorgekomen zijn en het is ook te hopen, dat ze
in de toekomst zullen wegblijven. Hieromtrent
bestaat uiteraard geen enkele zekerheid. Wanneer
er echter weer eens een winter met hoogwater
zou komen en men zou de natuurbeschermers
eens een excursie, niet door de ruige Biesbosch,
maar door de overstroomde noodgebieden van
Noord-West-Brabant laten maken in 1943
schade aan gewassen: ƒ345.000,—; aan de kaden:
ƒ86.000,zouden ze, dunkt ons, wel andere
gedachten krijgen over de streek, die ze nu bij
het aanvoeren van hun bezwaren steeds zo
angstvallig buiten beschouwing laten.
Wij zouden op dit alles niet zo uitvoerig ingaan,
wanneer het hier niet ging om de kern van het
hele Biesboschprobleem. Gelukkig is thans de
hele dijk langs de Zuidelijke oevers van Amer
en Bergse Maas gereedgekomen en is het wachten
alleen nog op de afsluitingen van Donge en
Oude Maasje. De totale lengte van de dijk tussen
Moerdijk en Keizersveer bedraagt 21 km. Onge
veer 12 km. daarvan is nieuw; de rest is dijk-
ophoging. In het nieuwe dijkstuk aan de mond
van de Donge komt een schutsluis en een uit-
wateringsluis. Ook de dijkophoging aan de
Noordelijke oever van de Bergse Maas, van
Drongelen tot Keizersveer, is gereed.
Wanneer het hele werk klaar is zal niet
minder dan 20.000 ha. vruchtbare bodem
aan het landbouwareaal van Brabant
kunnen worden toegevoegd. De bestaande
landerijen zullen in een betere conditie
komen en grote stukken, die nu een
moerasachtig karakter hebben, zullen in
goed bouwland kunnen worden omgezet.
Daar komt nog bij, dat hier jaarlijks een
bedrag van een half millioen bespaard
kan worden. Thans moet dit bedrag nog
worden uitgegeven aan het op diepte
baggeren van de elf haventjes, die in dit
gebied liggen en aan het herstel van
kaden en dijken.
Zoals wij elders reeds hebben aangegeven
vereist de afdamming van de Zuidelijke oevers
van Amer en Bergse Maas maatregelen ter be
scherming van de Brabantse Biesbosch. Zodra
het water geen uitweg meer kan vinden naar
het Zuiden, zal de Biesbosch meer water binnen
krijgen. Dat betekent natuurlijk een directe
bedreiging van de daar reeds bestaande polders.
Zij moeten dus beschermd worden door een
Intussen moet men de Biesboschwerken niet
zien in het enge verband van het indijken van
een gebied tussen Merwede en Amer, dat bij de
St Elizabethsvloed in 1421 verloren is gegaan.
Men moet deze werken zien in het geheel van
de plannen tot het verkorten van de kustlijn, of,
directer gezegd: tot het dichtmaken van de
zeegaten. Van deze plannen is reeds werkelijk
heid geworden de afdamming van de Zuiderzee
en de afsluiting van de Brielse Maas. De
indijking van de Biesbosch is een volgende stap
op de weg naar het ideaal van de 500 km.
kustlijn.
Er zijn in dit verband wel eens stemmen
opgegaan om het Hollands Diep maar af te sluiten.
Men meende, dat dit verreweg het goedkoopste
zou zjjn; een indijking van de Biesbosch zou dan
niet nodig zijn. Afgezien nog van de ernstige con
sequenties, die een dergelijke afsluiting voor de
bekende kanaalkwestie zou hebben ten dele
politieke consequenties wordt zij door water
staatkundigen voor technisch onmogelijk gehou
den, althans zeker voor de naaste toekomst.
Behalve het feit, dat deze afsluiting niets zal
afdoen aan de noodzakelijkheid om de Biesbosch
in te polderen, levert zij voorlopig welhaast
onoverkomelijke moeilijkheden op bij het af
voeren van het ijs, dat van de grote rivieren
komt en dat men om begrijpelijke redenen liefst
een zo comfortabel mogelijke weg naar zee
wil verzekeren. Intussen zijn de vraagstukken
omtrent de afsluiting van de zeegaten nog volop
in studie en met name hoopt men zo spoedig
mogelijk meer gegevens te kunnen verkrijgen
omtrent de gedragingen van het ijs op de grote
De Biesbosch is voornamelijk groot
grondbezit. Meer dan 85 pet van de grond
is in handen van bezitters van meer dan
40 ha. De oorzaak is te zoeken in het
feit, dat alleen kapitaalkrachtige eigena
ren in staat zjjn het risico van kadedoor-
braak te dragen. De Staat is de grootste
grondbezitter; hty bezit 1700 ha, waarvan
er 1300 aan het Kroondomein behoren.
Dit grote domelnbezlt is een gevolg van
de St Elisabethsvloed in 1421. De hier
door uitgewiste grenzen werden in het
laatst van de 16e eeuw zo goed mogelijk
gereconstrueerd. Iedereen, die aanspraak
op de eigendom van water of opwassen
in de Blesbosch meende te kunnen ma
ken, moest daartoe genoegzaam bewijs
leveren. Bij gebreke hiervan verviel die
eigendom aan de grafelijkheid. Vooral in
de 19e eeuw is echter een belangrijk deel
van het domelnbezlt aan particulieren
verkocht.
In het Waterloopkundig
Laboratorium te Delft, de
„reken- en meetmachine"
van de Rijkswaterstaat, ligt
reeds vanaf 1947 in een
enorm grote hal een model
van de Biesbosch en zijn
omgeving, van Rotterdam tot Tiel. In
de loop der jaren zijn in deze minia-
tuur-Biesbosch 140 proeven genomen,
waarbij nagegaan werd op welke wijze
Brabants Noord-Westhoek en ook de
Biesbosch zelf het beste watervrij ge
maakt zouden kunnen worden.
Studenten zowel dames als heren
zijn er bijna elke dag bezig met hei
verrichten van metingen en bereke
ningen. Zij zijn hiervoor, zoals men op
de foto kan zien, gekleed in een overall
en ze lopen op klompen of in water
laarzen, want ook deze miniatuur-
Biesbosch is een waterrijk gebied,
waarvan de indijking eveneens om een
oplossing schreeuwt. Wat de studenten
hier doen onder leiding van bekwame
waterbouwkundigen is heus geen spel
letje. Op de uitkomsten van de proe
ven baseert de Rijkswaterstaat zijn
plannen en het komt er dus op aan,
rivieren. Wel kan
gezegd worden, dat
't zogenaamde vijf-
eilandenplan (be
zuiden Rotterdam)
niet favoriet meel
is. De Biesbosch-
plannen op zichzelf
zijn reeds meer dan
20 jaar lang in be
spreking. Eerst in
1941 is men met de
eerste uitvoering
kunnen beginnen.
Dat ging toen uiter
aard zonder goed
keuring van het
parlement. Er werd
'n stormvloed-com
missie ingesteld,
die advies moest
uitbrengen over dc
hoogte van de dij
ken, die aangelegd
zouden moeten wor
den. De commissie
is hierbij uitgegaan
van de allerhoog
ste stormvloed, zo
als die waarschijn
lijk slechts éénmaal
in de 300 jaar zal
voorkomen. Mis
schien is de Sint
Elizabethsvloed in
1421 wel zo'n allerhoogste stormvloed geweest.
Zekerheid hieromtrent bestaat echter niet. Goede
gegevens over stormvloeden bestaan slechts over
de laatste honderd jaren.
De hoogste bekende stand is de stormvloed ge
weest van Januari 1916, die overstromingen in
Noord-Holland te weeg bracht. De omgeving van
Dordrecht die, zo dacht men, te laag is om vol
doende veiligheid te bieden tegen hoge storm
vloeden, veroorzaakt en dit afgezien van het
al of niet indijken van de Biesbosch moeilijk
heden. Men is daar uiteraard gesteld op een open
verbinding met zee. Dordrecht zou nu zeker last
kunnen krijgen van hoog water door de dijk-
ophogingen in de omgeving. Bij Dordrecht zelf
de dijken ophogen is onmogelijk omdat er huizen
op gebouwd zijn. Proeven, die met het Biesbosch-
model in het Waterloopkundig Laboratorium te
Delft genomen zijn, hebben echter uitgewezen,
dat zelfs bij de hoogste stormvloeden de stad
niet meer risico zal lopen dan bij het niet-indijken
van de Biesbosch. Ook van deze zijde zal men
dus geen bezwaren kunnen maken tegen de
ontsluiting van de Brabantse Biesbosch. Integen
deel: zij levert voor Dordrecht belangrijke voor
delen. op. De stad zal door een betonnen
hoofdweg, die zal lopen van de Kop van 't Land,
in Zuid-Oostelijke richting door de Biesbosch,
naar de Rijksweg Keizersveer-Werkendam-Gorin-
chem, even benoorden Hank, met het Zuiden
verbonden worden.
Het veer bij de Kop van 't Land gaat uiteraard
bij de nieuwe verbinding Noord-Zuid een grote
rol spelen. Temeer nog, waar het in de bedoeling
ligt om midden in de Biesbosch een dorp te
bouwen. Over de naam van dit dorp is men het
nog niet eens, maar men denkt hierbij aan de
namen van de vroeger verdronken plaatsen.
Sinds 1950, toen Marshall-gelden voor de Bies
bosch loskwamen, kon het werk, dat dus reeds
in 1941 was begonnen, en dat van oorlogshande
lingen schade had geleden, weer met kracht
worden aangevat. Gereedgekomen zijn intussen
de haven in Werkendam en een klein gedeelte
van de 28 km. lange ringdijk.
Er zal nog een schutsluis gemaakt worden
bij de Spijkerboor. Voor de scheepvaart is een
uitlaatsluis geprojecteerd bij het Gat van de
Vissen. Verder zijn er door de ingedijkte Bies-
T) T T dat het werk met een grote
niesooscnie precisie gebeurt. Ontelbare
J rn.nl.pn is hii dit. model de
malen is bij dit model de
weer eb geworden. Kaden
en dijken zijn overstroomd,
geulen zijn uitgeschuurd,
kreken zijn er dichtgeslibd. Ook
stroomvloeden hebben er plaats ge
vonden en men heeft er de uitwerking
van het bovenwater nagegaan. Alles
is nauwkeurig geregistreerd en in rap
porten vastgelegd.
Zo is de Rijkswaterstaat in grote lijnen
tot het samenstellen van het plan voor
de Biesbosch kunnen komen. De beste
uitkomsten van de vele proeven zijn
in dit plan gekristalliseerd Wanneer de
natuurbeschermers menen, dat de
waterstaatkundige gevolgen van de in
dijking van de Brabantse Biesbosch
niet voldoende zijn onderzocht, dan
zouden we ze willen aanraden om in
deze maand eens naar het Waterloop
kundig Laboratorium te gaan. Daar
worden weer nieuwe proeven genomen
en dat zal zo doorgaan tot alle dijken,
sluizen, havens en waterwegen er zijn.
Men gaat heus niet over één nacht ijs.
1lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIllllllllllllllllllllllllllllinilllllllllllllHIH""!""""l""l""ll"
bosch drie hoofdwaterwegen geprojecteerd, name
lijk het Steurgat van Werkendam naar de
Spijkerboor de Noorderklip, die aansluiting
krijgt op het Steurgat en verbonden wordt met
de Spieringsluis en de Oostkil, die loopt van de
Spijkerboor in de richting van Nieuwedijk.
In totaal komen er dus in de Biesboschdijk
3 schutsluizen en één uitwateringsluis. Verder
worden er nog gebuwd kleinere kunstwerken,
zoals pompstations, uitwateringsluizen, bruggen
en losplaatsen. De hoofdvaarwegen zullen een
totale lengte krijgen van 25 km.; de hoofdver
keersweg is 11 km. lang. Daarnaast zullen er nog
verschillende wegen voor plaatselijk verkeer en
ten behoeve van de landbouw aangelegd worden.
Wanneer het hele plan uitgevoerd zal zijn,
kan in de Biesbosch ruim 3000 ha. cultuur
grond aan het bestaande land worden toegevoegd.
In totaal gaat het hier om ongeveer 9300 ha.
Er zal een boezem overblijven met een opper
vlakte van ruim 700 ha. Thans is ongeveer 5700
ha. bekaad. De totale kadelengte bedraagt onge
veer 200 km. Dat is dus maar liefst 35 m. kada
per ha. Al die kostbare dijkjes en kaden zullen
na de indijking geslecht kunnen worden. Getij-
verschillen zullen dan immers niet meer bestaan;
het waterpeil zal 60N.A.P. bedragen.
Het land zal weer bewoonbaar worden en uit
zijn isolement verlost zijn. Landverkeer is hier
en daar geheel onmogelijk omdat er geen wegen
kunnen worden aangelegd en het verkeer te
water wordt belemmerd door de opslibbing der
geulen. De kosten voor het onderhouden van da
vele dijken zijn haast niet te dragen. Het komt
voor, dat in een polder tijdens één enkele hoge
vloed de schade even groot is als de normale
kostprijs van het land. Aan vestiging van indus
trieën hoefde men helemaal niet te denken.
Bij de Rijkswaterstaat leeft de overtuiging sterk,
dat het voortzetten van het werk in een snel
tempo, met het doel tot een spoedige voltooiing
te komen, zeer gewenst is.
Het werk is zeker niet zo spectaculair als
bijvoorbeeld de droogmaking van de Zuiderzee,
maar het is toch wel even gigantisch en het
wordt ongetwijfeld een van de knapste prestaties
van de Nederlandse waterbouwkundigen in het
algemeen en van de Rijkswaterstaat in het
bijzonder.
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiM
L -
BIESBOSCH, November.
Er blaast een straffe bries
dwars over de Biesbosch.
Door het riet draaft de
wind met wilde sprongen. Het
water zwemt omhoog tegen de
slijkerige slibplaat, waarboven
de verdorde wimpels ritselen
aan de lange halmen.
„Dat worden buien" had de
besteller Verhoeven vanmorgen
voorspeld, toen de rode post
boot de ochtendmist intjoekte.
Hij sprak met het gezag van
veertig dienstjaren op het "ater
en het weerbericht van zeven
uur. En nu zet de hemel zijn
woorden kracht bij.
Het begint te druipen uit de
zwarte, volgezogen wolken. Een
grote gieter strooit dikke drup
pels over de griendvelden,
waaruit de polderwerkers haas
tig wegvluchten, over de riet-
bossen, die te rijpen staan, over
het water en het roeibootje in
het water. De regen poetst de
rubberen mantel van de man in
het bootje tot een glimmende
iliejas.
De regen stroomt over de
oet met de letters P.T.T., over
ie leren posttas, .waarin één
1ag conversatie voor 26 gezin-
ien opgeborgen is. Buien stor
en uit de hemel.
Dit is het meest karakterls-
'ieke panorama van het
■iiandenrijk aan de Amer. Zwer
men regen waaien alles tot
herfst. De knotwilgen ruien
angstwekkend. De polders ver
vuilen tot bagger en soppend
grondwater. „Baomes" zeggen
de mensen in Brabant, waar
van, aan de overkant van het
water, alleen de grote centrale
zichtbaar is, die de zwaarste in.
druk van isolement doorbreekt.
„Lekker weertje"
Janus Driesprong glimlacht er
maar een beetje mee. Hij roeit
zijn bootje naar de druipende
oever en waadt met zijn heup
laarzen door de vette modder,
naar de verloren boerenhoeve
aan de dijk, waar men de
brievenbus al in de gaten houdt.
„De mensen hier kunnen niet
buiten post" legt hij uit. „Het
is het enige contact met de
buitenwereld, buiten de krant
en het wekelijkse overstapje
naar de wal".
Janus Driesprong loopt en
vaart al ruim tien jaar in dit
gebied rond. Samen met de
oude Verhoeven, die achter het
stuur van de motorboot staat.
Hij kent het land. Hij kent de
mensen bij naam en toenaam.
„Je moet hier 's winters maar
eens komen" nodigt hij ons uit.
Daarbij vergeleken moet dit
hondeweer nog een „lekker
weertje" zijn. De wind en de
regen van de trieste herfst zijn
goed te verdragen als men de
winter in aanmerking neemt;
de sneeuwjacht over de polders,
met schotsen en pak-ijs in de
kreken.
Als er ijs ligt is het: tippelen.
Acht uur per dag lopen over
hobbelige spiegelvloeren en be
vroren modderkorsten.
„Buien" zeiden Verhoeven en
de Bilt. Dit is dus „lekker
worden stapt Driesprong elke
ochtend over in de roeiboot. Hij
werkt zich tegen het tij op en
dwaalt tussen rietpollen en uit
gestorven griendvelden, waar
uit soms een eend of een fazant
wegklappert. Soms wordt een
van de zwarte haken, die op een
afstand dreigend uit het water
omhoogsteken een aalscholver,
die zich moeilijk losmaakt uit de
golven en wegsnort naar een
dode boom.
De besteller roeit naar de
kant. Er is geen landing-
Elke ochtend, vóór de klok
van acht, slaat de motor aan
in het stevige lijf van een
vuurrode motorboot in de
haven van Drimmelen aan de
Amer. Dan begint de dagtaak
van twee bestellers der Poste
rijen, in de „binnenlanden"
van de Brabantse Biesbosch.
Ruim zeven uur duurt hun
zwerftocht door een labyrinth
van kreken en killen, tussen
rietvelden, griendtvouden en
uitgestrekte polders. Men kan
er rondvaren zonder andere
schepsels te ontmoeten dan de
vogelen des hemels en van het
water. Veertig gezinnen leven her en der in dit eilandenrijk
van enkele honderden hectaren in oppervlakte. Gemiddeld
twee gezinnen per polder, vele kilometers van elkaar ver
wijderd De postbode bezoekt hen elke dag. Onze verslaggever
vertelt iets van zijn ervaringen bij zo'n tocht door dit
„onbevolkt gebied".
Modderen en sjouwen.
weer". Zes en twintig mensen
wachten op „Janus de post",
veertien kijken er uit naar de
krasse Verhoeven. Ze wachten
op nieuws van de overkant en
op zomaar een praatje.
Om acht uur wisten zij, dat
de rode postboot de ochtendkou
ingestoomd was. Om vier uur
's middags weet de kantoor
houdster van de P.T.T. te Drim
melen, dat zij elk ogenblik de
afrekening kan verwachten.
Dan weten de kinderen van
Driesprong dat vader onderweg
is. En Driesprong zelf loopt een
stap vlugger, om eindelijk de
laarzen eens in een hoek te
kunnen gooien.
Dan zit er een kleine acht
uur sjouwen op, waarvan U
tegen het middaguur uw zak
ken al volgehad zoudt hebben,
zoals wij, al wilden we het niet
bekennen.
Waar de kreken smaller
steiger waar hij aanlegt. Schu
rend loopt zijn schuitje vast in
het slijk. Een ketting houdt de
boot aan een paaltje vast.
Met de zware tas op de rug
klautert de postbode tegen de
dijk op. Hij neemt de scheidings
hekken als een hordeloper. Hij
springt met zijn last over een
sloot, een andere neemt hij met
de polsstok. Hij waadt door de
modder van een pas geploegde
akker. Modderen en sjouwen in
de rimboe. Geen sterveling te
zien op 't land.
Als hij weer aan de riemen
zit, wijst zijn horloge drie kwar
tier later aan. De eerste bestel
ling is achter de rug. Als het
goed gaat, kan hij de vermoei
ende heslaarzen over een uur of
zes uitrekken.
Prettig baantje!
Het gaat ook wel eens niet
goed, als de ebbe het water te
snel uit" de killen heeft gejaagd.
Dat kan je, ondanks elf jaar
harde ervaring, nog wel eens
overkomen.
Dan is er geen spaan uit te
steken. De modder "zuigt zwaar
en geweldig. Stap er maar eens
in met je laarzen!
Of je bent terecht gekomen
in het kruiend ijs. Schotsen die
schots en scheef omhoogkruipen
tot boven op de boot, die vastge
klemd ligt tussen ijs en^ ijs. Dat
overkwam de mannen enkele
jaren geleden met de motor
boot. Het ijs had de muil al
open en duwde het vuurrode
vaartuigje naar de ondergang.
„Wij waren half bevroren" ver
haalt Janus. „Maar we zijn er
nog" Dank zij een gelukkig
toeval overigens.
„Prettig baantje!" denkt 13.
Maar deze mannen staan voor
hun taak. „En als je ervoor
staat, is het allemaal zo erg
niet" geven zij allebei beslist
te kennen. Er zijn ook heerlijke
dagen, waarin de zon in dit
land, dat nu geschilderd is met
vale kleuren van grijsgroen en
grauwbruin, een heel spectrum
van feestelijke tinten legt. „En
bovendien, als je weet, wat de
dagelijkse brieven van familie
en kennissen en de berichten
uit de krant voor de bewoners
van deze lege eilanden beteke
nen, is het je wel wat waard".
Maar voor de Dienst der
Posterijen zal de eilandengroep
van de Brabantse Biesbosch wel
tot de verwenste gebieden be
horen. Voor de veertig gezinnen
die dit gebied herbergt zijn
twee volwaardige bestellers
dagelijks in touw. Schat U zelf
maar wat dat kosten moet.
Mi
Etn kop koffie, halverwege de
dagelijkse reit
Delfland,
dam en W
gunt voorst
estuur had
prae-advies
plaatst, op
fewezen en
e zaak ter
de Tuinbouv
B.T.B. Maar
Castricu
dat het nu
op dit punt
mét koppen
tuinders bel
ze aan toe
dacht hij da;
nemerland
tussen Veis
nieuwe stat
worden ges
Met een
een klok, lej
L. P. Duivest
B vertegenw
afd. Tuinbouw
van de Lan<
voerder van
dreigde tuind
het probleem
tuinders gew(
tafel. Hier m
tiek gevoerd
onteigeningen
nutte zy'n een
was geworder
Gemeenten
mooie uitbre
ene al groots
plannen in v<
nen in hoofdz
derdelen, die
op grote delei
grond. Maar
recht van de
matig steden
het recht van
om planmatig
dersstand op
Dat kan all
zekerheid vai
drijfsoefening
denkt er b.v
„Bijenkorf" te
op de vrijgek
paar deparfem
Maar met de
ven springt me
dachtzaam om
dat men in pi
maire cultuurg:
blijven en dat
van al aan d
bouwgronden
Zou Jat echter
zakelijk zijn,
schadeloosste
moeten komen
de eigenaar
schadeloos moe
in gelijkwaardi
fen binnen de
andelscentrum
waar zich ook
gane bedrijf be
zou ook de pacl
heid moeten we
Zoiets is ech
manier te be
tuinders de bes
over voor de tl
grond, die thai
D.v. ais grasian
zouden dan de
vrijwillig bereid
daartoe beschik
compensatie m
b.v. op nieuwe
Zuiderzeepolders
Aan een zo
maatregel die c
bestaansmogelijk
ke tuinders en
zitten natuurlij
De vinnigste daa
indien een veel
geren om vrijvi
ten bate van i
voor de in de kn
ders af te staaj
men dan, indi(
aangeboden redf
tie b.v. in de N
eigenen?
JA, meende
mits er natuuj
sprake is van de
beid in uiterste
een redenjke com
NEEN mene:
Ministerie, Sti
Landbouw en C
telijke Ordening,
nen is gebleken
urgent geval: de
Amsterdam in
waar honderden
ven gedoemd zou
dwijnen wanneer
smg wordt gevoi
De gemeente
veel prijs stelt op
deze tuinderijen n
m 1934 al eén op]
door m haar uitbi
gebied van 200 bu:
nent toekomstig
by wijze van laats
Ujkheid te bestem
Dit land is ni
twaalftal veehoud
Maar nu de totst
dit „Tuindersdorp
worden, is de ge:
zet van bovenge
ties gestuit. Men
algemeen niet vei
gelijke qompensati
De gemeente he<
dersdorp" dan ook
breidmgsplan gelic
schen komt het vc
damse tuinders toe
Want naar ir. Merl
ring mededeelde z
mogelijkheden om
veehouders in dit
compensatie te bii
door b.v. coöperati
van het grasland