Vreemde boekjes op oude scholen.
Kloosterleven was niet dood
Water staatskerken, producten van wansmaak
toen het onderivijs nog niet vrij was
Argeloze toestanden
op liturgisch gebied
Wat drlSuyem in Enkhuizên overkwam
,,Qp de F ranse gehaat te Enhhuiten laten
wij alg leegen taaloefeningen uit 'n beekje
uitgegeven deer de Maatgehappij tot Nut
van 't Algemeen, half calvinistisch, half
ratienalistisehOp zekere dag viel de jenge
heer N, de eer te beurt een stuk te moeten
voorlezen, waarin gesproken werd van
twee Sacramenten en niet méér, en gezegd
wierd dat de Roomse leer van de Trans>
substantie, de verandering van brood en
wijn in het Lichaam en Bloed des Heren,
een omvaarheid genoemd werd, De jonge
heer weigerde die passage te lezen, ,,Mo'
sjeu" gebood hem voort te gaan. De jon
geheer, die zich in het verkeer met de
landjeugd ettelijke manieren, welke ik niet
fijn zal noemen, had eigen gemaakt, wierp
„Mosjeu" het boek naar de oren, Grote
consternatie! Gewichtige schoolkwestie!
De schoolcommissie kwam bijeen, De jon>
geheer moest „Mosjeu" excuus vragen,
Hij weigerde, Eindelijk stelde de eommis'
sie zich ermee tevreden als hjj wilde toe'
geven, dat hij Mosjeugeen boek in het
gezicht mocht gooien, Een lid der eommis'
sie, een predikant, was redelijk genoeg om
op te merken, dat Mosjeu toch ook aan N,
dit stuk niet had moeten laten lezen".
Protestantse scholen
in katholieke streken.,.
Maar wel verborgen: zusters als klopjes,
monniken als missionarissen
In 1840 bracht koning Willem II redding
Een vei'liaal van praeses van Schalk
Een verwording, die verklaarbaar is,
want men moest zich maar zien te redden
Maar ook: „nederige en onbeholpen getuigen van katholieke herleving"
CUYPERS
de kerkeribouwer
WOENSDAG 13 MEI 1953
Pagina 11
Naast dit verhaal van Dr
Nuyens. een van onze katholieke
nienierg, oyer een gebeurtenis
hemzelf 00 school overkomen,
staat een ander. Mgr Barret ver
haalt hoe een brave oude man
te Gemert voor tovenaar gold.
wegens het beate van een globe
en een enkele foliant, welke
voorweroen na gijn dood onmid
dellijk verbrand werden. Beide
verhalen vullen elkaar aan, ze
tonen dat de doorsnee katholiek
de schrik vqar het boek in het
bloed zat en ook wat daar de
oorzaak van was. Heeds 00 sohaol
kregen ze die schrik te pakken
als ze moesten lezen dat geeste
die hun plicht deden, el-
léndige dwèners werden ge-
naeml, dat Buther verheerlijkt
diende te worden, omdat hu het
hard en kwastig. hout des Paus-
dome had gekliefd; waar® ?e
lazen over „de schaamteloze af
laathandel en de Maria-afgoderi
der Roomse Kerk". Hun heiligste
gevoelens worden dag in dag uit.
gekrenkt door deze leotuur en
na hun sohool.iaren waren de
meeste katholieken onder geen
voorwaarde meer aan het Jezen
te krijgen dan enkel in hun
kprkheek-
Daarmee is ook een der be
langrijkste programmapunten
aangegeven, welke tot in net
eerste kwart der twintigste"eeiiw
alle kraehten zou opvorderen; de
strijd waarin men twee markan
te perioden kan onderscheiden.
Vóór 1848 moest gestreden wor
den om het ree-ht van bestaan
der katholieke school, destijds
dus om de vrijheid van onder
wijs. wat tenslotte in de grorid-
werd vastgelegd,
Na 1848 was gr de strnd pm de
gelijkstelling tussen bijzondere
en openbare school, wat in 1917
in de grondwet kwam en in 1920
ip de onderwijswet werd uitge
werkt.
Het zou een dwahne zijn te
beweren dat men van het begin
van 1820 af, eensgezind en met
eenzelfde, vastgmnjnd d°el VOO?
ogen, is opgetrokken. Het tegen
deel is waar: de inziehten waren
soms zeer verschillend en bij Bid
en wijle stond katholiek tegen
over katholiek Sommieen meen
den dat de neutrale, opepoare
school in het algemeen het meest
aanvaardbaar was in een land
als Het ahze, met zrp gemengde
bevolking. Anderen oordee.den
dat het onderwijs een Dositiei
godsdienstig karakter moest
dragen en ijverden voor het
stemmlPH pyer de schoolwet van
1857 waardoor de neutrale open
bare school ten woon werd ver
heven) van de 12 katholieke af
gevaardigden stemden er zes
vóór ep ges tegen,
Het zijn debisschepen ge
weest, die het beslissende woord
spraken. lij 1885 waarschuwde
IVÏgr Paredis van Roermond te
gen de gevaren der neutrale
schaoi; het volgende jaar sprak
Mgr Zwnsen in dezelfde geest
ep in 1868 vaardigde het Inisog-
paat het beroemd geworden Mam
dement uit, de grondwet van ons
katholiek onderwijs. Waarin de
katholieke beginselen inzake liet
onderwijs klaar en duidelijk
werden geformuleerd. Van dat
ogenblik af dateert de eensge
zinde houding ep, de konsekweijte
actie voor katholiek onderwijs.
Dit Mandement, „een der
schoonste gevolgen van het Her-
stel der Hiërarchie1, is van zo
ingrijpende betekenis geweest
vcor ons katholiek volk ip d§
afgelopen eeuw. dat een aprte
vermelding omtrent pntstaan, in
houd en gevolgen, n}et vgrwaar-
„oosd mag" worden.
De strijd om de vrijheid van
katholiek onderwijs, in de jaren
vóór 1848. hehoori nog geheel
tot onze Jilissiekerk. En daardoor
mistë'hii de'leiding en de bezie
ling welke de bisschoppen kon-
dep geven }n 4c strijd om {je se-
Hikstel}ing. Daardoor ook lijkt
die strijd minder algemeen, min
der heftig ep zeker mjnder
boeiepd. Maar in feite wag hij be
langrijker omdat het ging om
het zijn of niet zijn. Dat was de
ipgft.
Tijdens de Republiek, dus voor
1795, stond, het gefiele onderwijs
in diepst der Calvinistische nro-
oasanda, De gereformeerde cate
chismus. bijbellezing en psalm
gezang waren hoofdvakken, ook
in geheel katholjeae streken. Hg?
Brabantse schoolreglement van
1655 verhqod nadrukkelijk het
„medebrengen van enig Haepseh
gegphrjft door Pagpgphe kinders"
en gebiedt de schoolmeester
naarstig uR tg. zien dat er gegn
enkeje Paneri! op school ge
pleegd wordt.
Bo Franse tijd bracht yeran-
denng. In 1806 Kwam er een
schoolwet, die yerkjaarde- dat
het onderwijs uisluitend eep
zaak van de gtaat is, en alleen
daardoor mag geleid en gepggeld
worden. Daarnaast stond de be
paling dat die staatsschool een
gemengde school moest zijn. ge
schikt voor de kindprep van aflg
christelijke belijdenissen, Rat be
tekende in de praktuk dat bet
een protestantse school bleef, nu
niet mter Qaïvinisti§eh maar in
de geest yan „Christendom bo
ven geloofsverdeeldheid" Daarbii
fgrd ajieg vermeden wat naar
atholieisme zweemae en. dik
wijls onbedoeld, werd het katho
lieke geloof ais achterlijk voor
gesteld. Omdat de school staats
monopolie was. hadden de katho
lieken niet de vrijheid om eigen
schoten op te richten, en dat
schrnnde vooral m zuiver Rppm-
se streken. In Gemonde bu Den
lasch h.v. was de gehele beval-
king katholiek, op dg onderwij
zer na, die was protestant en de
school was nét óók!
Wel liet de wet van 1806 de
mogelijkheid peen <?m een bij-
zondere school te stichten, maar
dgartoe wag een ^machtiging no
dig van de regering, die bung
nooit werd vprleepd. Ën zeker
niet onder koning Willem I. Juist
in züh dagen kreeg de staats-
sphool een bijna anti-katholiek
karakter-
Re noodzakelijkheid om vrij
heid van onderwijs te krijgen
deed zjeh voortdurend sterker ge
voelen, toeh durfde mep in hpt
Noorden niet In verzet te somen
en werd Be §age ten Broek, die
hef eerst jpet de Iguzg vap onder-
wilsvrijheid ..durfde komen
een gevaarlijk onruststoker be-
sehouwd,
Het is koning Willem I zgjf
geweest die de aetig qp gapg
bracht, onbedoeld natuurlijk,
Door de Juni decreten van iSaa,
waarbij de klem seminaries ge
sloten werden, en de Honing agn
'dé opleiding de'r priesters raak
te. kwapi er een totale verande
ring in de houding der katholie
ken. Bijna plotseling kwamen ze
tot het volle besef van het pijn
lijke der anderwiiswetgevina en
zagen zf de kwestie van onder
wijs vruiheid in haar volle bete
kenis. Le Sage kreeg steun. ip
het, land en m de staten Qene-
raal. De eerste katholieke krant
„De Noordbrabander" die op 1
April 1B30 versehopn, pjeitte on
middellijk voor vrijheid van on
derwijs en wgr van Bommel
schroef er gen rake brochure
@V§r.
Adressen en verzoekschriften
aan de koning volgden, zonder
resultaat tijdens Willem I. Val
belangstelling bekeken door ko
ning wiiiem n. maar evgnnens
zonder resultaat, want hu was
bang "aar het feite verzet uit
protestantse on eonservatieve
kringen „Heti „0, moeder, die
papen! scheep het nationale
wiegelied te worden en prof
Hofstede dg Groet, de W-lord-
voerder der Hrotestanten. schil
derde m o roerende klachten ïe
rampen af g[}g aygr gpg dierbaar
vaderland ZOUden SomOÜ als de
vruheid van onderwus een feit
werd „Tucht en straf zal oo de
heel in d§ zgn, sèloïéif aiéh befè
nen m baldadig en woest ver-
maak; de ^taat zal weldra vier
gevangenissen, .nodig hebben,
waar er nu een. is Offl al |l§ lUie
bedelaars, al
J~ rs !n 0
0- SPh6,-„
ons vaderland uit zullen
storten!in dg veertiger jaren
was echter het verbond tussen
katholieken ep liberalen out-
staan: als Papo-Thnrbeekianen
steunden Van Vkf. m Jmits, Se
Kethoh^c, 0e Tiid. TnerQepfee.
„Vrijheid" w.g§ diens leuze.' ook
vcor onderwijs, In 1B4B was het
zover De simpele woorden IS
de Grondwetswijzigins oneeno-
men „Het geven van onderwiis is
vru betekenden de eemte grote
zege m de schoolstrijd. Het FOght
van bestaan der satholieke §ehg=
len was erkend,
„WAT HEUGT HET MIJ
NOG, hoe in mijn jeugd mon
niken en nonnen met de hek
sen, tovenaars en weerwolven
tot do nachtspoken van de oude
tijd werden gerekend. Hoog
was de ?on der verlichting op
gegaan en had die schaduwen
verdreven) en hoorde men gr
nqg van verre iets van, uit die
lapden of streken waar de be
schaving minder was doorge
drongen, 't zon ook daar spoe
dig anders worden. %o dachten
wij in argeloze eenvoud
Algemene yerputwaardiging
wgkte het, toen voor 't egrst
zieh weer een monnik ver
toonde, of een non sluipend en
schuchter, Jiet waagde over
straat te gaan, Dg straatjon
gens jouwden hen uit. Ernstig
denkenden fronsten de wenk
brauwen over deze stoute aan
matiging van Rome in een
protestants land, al keurden
zo de handelwijze d»er straat
jongens af. Ep pu na een
halve eeuw ?Un monniken
en nonnen weer van onze
tijd!"
De brave dominee van Koets
veld, die anno 1879 in volte ernst
deze klacht neerschreef in zijn
verhandeling: „Het kloosterwe
zen jn de Christelijke Kerk", had
in een opzicht geipk, ftonó I800
bestond er in 'Noerl-Sfeóeriand
geen enkel klooster, uitgenomen
le ICelnarij van Futten op de
Veluwe, waar lenedictijnen uit
Fadebborn leefden, ïn 1898 werd
ook dit opgeheven en toen was
alles wat aan kleester nog be
stond verdwenen en dat voorgoed
zoals velen hoogten, Hoewei de
kloosters waren opgeheven, wa
ren er nog kloosterlingen m het
gebied der'oude Bepubiiek. Sinds
i§98 werkten se als missionaris
sen iu de iieteors, maar naar
buiten leefden se §lg de wereld
heren,
Meisjes, die eieh tot de kioos-
terstaat geroepen voelden, gm-
gen paar het büite
klopje, Het aanti
droeg reeds in W
en heel gemakkeb
@f werden
kïÖpjes be-
I rond 20.000
ken na 1815
.r,overgaan in die
van kieoeterausteF, seed was het
kloosterleven hier dus niet, wei
verborgen,
in het duiden waren in Bim-
burg vele kloosters blijven be
staan, maar in de tijd tussen 1780
an 1809 verdwenen aak daar de
meesje. lp Brabant waren alleen
daar kloosters waar de Staten-
Generaai niets te zeggen badden
in de landen van Bavenstein, Mo
gen, Gemert en als uitzondering;
ook te Boxmeer, hoewel dit in
aan de Republiek was ge
komen. Ip Oostgrhout was -het
Narbertinessenklooster en in
Breda het Begijnhof ongemoeid
gebleven, door de bijzondere be
scherming der Grapje-prinsen.
Maar ook deze schamele re§t
van het eenmaal zo bloeiend
kloosterwezen ip Nederland
dreigde geheel en al te verdwij
nen tijdens Napoleon en koning
Willem Re klOOsterg mochten
ggen nieuwe leden meer aanne
men en waren dus gedoemd om
mt te sterven,
Konmg Willem H bracht red
ding; reeds op de dag zijner in
huldiging, 38 November 1849,
hief hij die bepaling op, de kloos
ters mochten weer nieuwelingen
opnemen. Hoe kritiek de toestand
on dat ogenblik was zien we bjj
ije Kruisheren: in Uden was nog
een pater, in St Agatha peg drje.
Gok gaf de nieuwe vorst toe
stemming om meer kloosters te
gtjehten, hij keurde het in 1836
te Wittem geopende Redempto
ristenklooster goed en ook af de
stichtingen die clandestien tijdens
Willem I tot stand gekomen wa-
ren,
Hoe nauwlettend de ministers
van deze konmg ook toegezien
hebben, ze bemerkten niet dat er
m het verborgen verschillende
Zustercongregaties ontstonden. ïn
het Bredase vicariaat was reeds
ip 1801 te Dongen een Francis
canessen-stichting gekomen, van
daar uit is Ëttep ip 182Ó gesticht,
dan Roosendaal en Oudepboséh-
In Tilburg begon pastgpr Bwijserj
met de stiehtmg zijner guster-
(jjg £gr
ïn Ï8J2 werd pater Matthias
Wolff a,J, de stichter van de
eerste Bustereongregatie in
Jezus, Maria en Jozef", ontwik
kelden zich twee congregaties,
waarvan de éne met het moeder
huis te Epgelen, de oude naam
nahield. De andere, met het moe
derhuis te Amersfoort, noemde
zich Gongregatie van Onze Bieve
Vrouw en sloot zieh aan bij de
Congregatie door de 3, Julie Bib
hart gesticht,
In de jaren na 1840 zagen dan
ook velg protestanten tot hun
verbastering, dat het „klooster;
loze Nederland lang niet kloes-
tervru wa§, Tussen 4849 en 1853
nam het aantal, meestal in stilte,
gestedig toe, Gok de oude msn-
neluke orden, die we tot dan toe
alteen als missionarissen ip de
status ontmqet hebben, gingen
kloosters bouwen - Franciscanen
ip Weert, Jezuïeten ip Ravesfein,
Redemptoristen zelfs in Amster
dam en kort na 1853 de Domini
canen in Hujssen.
De grote opbloei van het kloos
terwezen ip Nederland is na 1853
begonnen, onder het bestuur der
bisschoppen, In 1861 waren er
ongeveer 200 kloosters in Neder
land met ruim 3500 leden, ïn
1888 kop katholiek Nederland
wijzen op het bezit van 18 orden
van priesters, 14 broederscongre-
gaties en 60 van zusters in
totaal met 535 kloosters, waar
ruim 11,000 religieuzen leefden.
In latere jaren keerden ook de
oude Middeleeuwse orden terug,
de Cisterc.iënsers en Benedictij
nen, die hier za'n groot verleden
hebben gehad.
Vanuit Nederland werd het
kloosterwezen naar de koloniën
gebracht. Reeds in 1859 trokken
de Jezujetep naar Java, later ge
volgd door vale andere orden en
congregaties. In 1866 begonnen
de Redemptoristen hun stichting
ip Suriname en in 1870 kwamep
de Dominicanen op Curasao.
Deze grote ontwikkeling was
met iedereen welkom. Dp van
Kqetsveld getuigde daarvan ep
met hem waren vele andersden
kenden bevreesd, „dat het op
trekkend monnikendom Rome's
macht zou vestigen in de staat
der vrijheid, in het land van de
gereformeerde religie". Van hun
standpunt uit is dit verzet te be-
grijpej}. Er is echter ook een
katholiek geweest, die een aanval
op de kloosters begon. Hij noem
de zich liberaal-katholiek en is
later oud-katholiek geworden. Mr
J, B. Baron van Hugenpath tot
den Berenelaauw, advocaat-gene
raal m Noord-Brabant, schreef in
1861 het boekje „De kloosters ip
Nederland m 1881, waarin hij
bet bestaan der kloosters ip Ne
derland onwettig noemde- Het"
geschrift beleefde vijf drukken
en maakte veel opgang in anders
denkende kringen. De bisschop
pen aohtten het noodzakelijk om
in een. gezamenlijk herderlijk
schrijven officieel te protesteren
tegen dif boekje: „Wij doen' dit
tot waarschuwing yoor hen die
gevaar lopen door des schrijvers
dep op het einde van hun brief.
Gok andersdenkenden kwamen
onder de mdruk van het waar
dige protest en de opgeroepen
Storm barstte Spoedig als een
uit elkaar, Ernstige na
dien ïn Nederland niet meer
ondernomen.
„Iedere Zaterdagavond die
de goede God gaf, heb ik als
soprmn I,oretaanse litanieën
meegezongen, waarvoor ik,
als ik geipeten had wat ik
deed, t'ot. a&n de jongste dag
in het vagevuur verdiende te
liggen. Maar dat wist ik juist
niet en de. andeven evenmin,
We meenden het best en
waanden ons steunpilaren van
de godsdienst en de kunst te
gelijk, Eenheid en leiding deer
het liturgische oppergezag op
gelegd, bestond er niet. Zo
doende had de persoonlijke
opvatting vrij spel en deze
hield zieh slechts aan de ene
regeldie van de wildzang,
dat elk vogeltje zingt zoals 't
gebekt is. Van het Romeinse
Ritueel wist men weinig, de
privé opvatting gn smaak lief
hebberde er lustig op los. Dg
pastoor die in de kerstnacht
zijn beminde gelovigen ver
baasde doqv bij het begin der
Mis plat voorover ter aarde te
vallen, omdat hij die Goede
Vrijdag-ritus zo stichtend
vond, is misschien een sprook
je, zeker een unicum, doch in
zover egn type, dat hij in de
hoogste graad de eigengereid
heid te zien gaf, die vele am
deren in minder belangrijke
dingen praetiseerden. Voeg
daarbij de Bovenmoerdijkse
sleur van vele geestelijken,
zich ten hofdienst bij de God
delijke Majesteit in wandel-
jas te vertonen, met een vro
melijk, maar gedachteen
vooral smakeloos daar over
heen geworpen koorhemd, de
verwereldlijking der huwe
lijksinzegening van de lMis
beroofd doch in ruil daarvoor
begiftigd met een eigenwijs
Veni Creator en Te Deum,
mitsgaders velerlei streng ge
handhaafde mondaine etiquet
te, en ge hebt enige idee van
de midden 19de eeuw se liturr
gie".
Zo luidt het verhaal, gat Mgr
J, A- van Schalk- rond 190Ö
Semmarieprae§e§ in het AgrtS-
bisdom, gaf over
oyer de toestand* op
liturgisch gebied bij jtet oegip
der Hiërarchie. Maar dit verhaal
heeft een voorgeschiedenis en
zonder die voorgeschiedenis is
de geschetste liturgische verwor
ding onverklaarbaar 'en zouden
we onrecht doen aan de toeh
goede bedoelingen van de clerus.
een eeuw geleden. Re vervolging
eerst, de,.vordrukkins later, had
de katholieke eredienst zu goed
als geheel van haar uitwendige
luister beroofd. Geep oraelfoon,
kerkfmzfma -of kaarsepsifmnsei
mocht da protestantse landgeno
ten ergeren ep het samenvallen
van het gipdeVgn Roomse 00
Protestantse godsdienstoefeningen
moest tot iedere prjjs wgrdon
dat eép katholiëï
niet enaemQeid met een Rooms
gebedenboek kerkwaarts kón
adSh.
Een gezangen H. Mis was dik
wijls een waagstuk, de bediening
der iaefamenten moest bijna al
tijd geschieden zander de litur
gische omlijsting: het kerkelijk
huwelijk kan op eik uur yan de
dag, desooo,d§ yim ie avono ge
sloten worden, In alles had men
zien moeten rgddep, ?0 gr,ed ais
het kon en dit lejdde onljerrge-
pelijk tot eigen opvattingen* ep
eigen gmaak der oastpörs.
Hoe weinig de Katholieken ge-
W.end waren, bleek na de Franse
tijd. toen vrijheid vap gods
dienstuitoefening was verrresen.
In 1835 klonken na eeuvienlang
zwijgen, weer Roomse klokken-
tonen in Rotterdam toen de kerk
in de Houttuin werd ingewijd.
Dat was een gebeurtenis van 4e
eerste rang en drie jaren l§tCf
kon men in het toch grotendeels
kgthqiieke Zevenbergen zo n oren
niet gelqyen, toen ook daar de
klok opriep tot bijwoning van de
Zondagsdienst. In datzelfde jaar
werden te Breda op de Kerkdeur
gedrukte mededelingen over le
H. Diensten aangeplakt- „Vve lij
ken wel m een .Rooms Jend te
wonen, w§ar enkel katholieken
zijn", merkte eep kerkganger op.
„Is het v'erbeeldipg of werkelijk-
heid?" Dit vroeg men zieh ook
af toen in Grauw en Banaendam
in 1836 het orgel werd ingeze
gend. „de toeloop der gelovigen
om orgelklanken in een Roomse
kerk te horen, was ontvettend",
schreef De Godsdienstvriend. In
de aloude Bint Jan vap Ren
Boson had in Mei 1835 voor fiet
eerst na twee eeuwen een H-
Priesterwijding plaats, Re herin
neringen aan dit sjrpotse gebgu-
fe'h bteef nog vele iaren nashn-
ken.
De schuil- en schuurkerken-
gemeengchap, m het veUe hebt
getreden, knipperde met de ogen
en kop zjeh moeipik aan de nieu
we "tóëstancl aanpassen. In menig
opzicht hield men zich gap de
oude, vertrouwde gebruigen der
schuilkerk, waar de liturgische
Godsverering lelijk in de kiem
was gekomen. Alleen geschied
den ze nu met meer praalver
toon, nog verhoogd door het mi
litaire element. Ónze vaderland
se kerkgebruiken uit de 19e
eeuw vertonen dan 0@k vreemde
dingen: de priester droeg aan
het altaar pantoffels, door vrome
Hanóen vervaardigd, met. afm
kruis er PP al? ware hl! een
bisschop. Ze waren er ia aller
lei uitvoeringen van het eenvou
dige tot het staatsiepaar, dat al
leen op ..hoogdagen werd ge
bruikt. Bij die plechtige hoog-
diensten hanteerde de eeremorn-
arius eep vervaarlijke stof, PlOt
zgpder geyaar in kleine or ester
koren. Een leger van altaarschel
len, sems met de later verhagen
gpng er bü, ,Wmd Sihante§rd
yolgëns regels die gebaseerd wa
ren op het dikwijls en afwisse
lend gebruiken. Qp het altagr
prijkten eanonbprdeji, geweldig
van omvang en omuistmg, niaar
onleesbaar door de ongelofelijk
kleine letters. Daar stonden soms
levensgrote heiligenbeelden maar
- vonr een
er was... geen p
fgtsoenluk ajtaarkruis.
Ret mee^t opvallende echter
was het militaire element
Tiel gaf het voorbeeld: m 1819
bij de inzegening van kérk en
orgel stenden vier kurassiers
voor het altaar en bliezen van
tijd tot tijd on hun trompetten.
Ter weerszijden van he? altaar
bevond zieh een kurassier met
setrakken sabel Na bêt Évange
lie werd de aewpde redenaar
doer twee kurassjgrs met opge
stoken sabel naar do preekstoel
geteld. Ieder vond dit zoo? schoon
ëp stichtend, Het Tïejse voorbeeld
werd gretig nasevoisd en m De
Godsdienstvriend staan nog vele
verhalen over dit samengaan van
sabel ep wijwaferskwagt,
pjt verbond was zeer heeht,
ook pa 1853 werd het niet aan
stonds verbroken. Bij de eerste
steenlegging der St Josefkerk ip
Haarlem Rok de bisschop rond
de fundamëritep terwijl het dra-
gondersoorps vpor de muzikale
omlijsting zorgde- In 1854 kwam
Mgr Zwijsen te Deventer vórmen
„Te zeven uur trad Mgr binnen:
de gang der kerk tegenover het
verheven altaar was bezet met
twee ril en dragonders in sreot
Zie vervolg en slot pag. 12
Seminarie-historie in vogelvlucht
Toen de katholieke gemeen-
sohftB In 1796 uit hmt schjnj,
kerkenperiode werd verlost,
vertoond^ ze enige zger opval
lende verschillen met het hê-
denJaagg katholicisme in Ne
derland. Kloosters ep semina
ries waren er niet; de kerken,
zo men die naam mag gebrui
ken, waren allerminst te ver
gelijken met onze hedendaagse
Godshuizen, Ren soips bouw
vallige zoiiterkeriE, een opge
lapte sphnurkerk en hier en
daar een tussen de huizen ver
doken §ehpikerkje. „Be schoon
heid van 's Koninga dochter is
van binnen", segt de Psalmist,
Inderdaad, maar de vrije uit
oefening van het Katholicisme
vraagt nu eenmaal ook een uit
dragen dier sphoonheid naar
buiten. En de anderhalve eeuw
die er ligt tussen 1798 en 1953
heeft oen totale verandering
aansghQuwd, gen perfecte semi
narie inrichting zoals het 6on-
ojlie van Trgpife dit reeds
eeuwen geleden had ggwenst,
éèn kerkenbouw zoals bijna in
geen ander land tgr- wereld en
eep rijke qpblgei vap Jret bijna
totaal verdwenen kloosterwe
zen Tgj 185§ ging het soekend
en -tastend, schuchter en aarze
lend, daarna met vastberaden
heid en durf vpjigeps de lijnen
door het Episcopaat voorge-
sehreven of als wenselijk goéd-
gekeurd.
Noodgedwongen is de oprich
ting van seminaries het eerst
aap de orde gesteld. Tot 1797
geschiedde de opleiding der toe
komstige priesters te Beuven in
de Hollandse ealileges Biileheria
en Alticolense, dat oorspronke
lijk te Keulen door Sasbout Vos
meer was gesticht veer de
priesteropleiding in de Zending
mgar kort na 1680 naar Beuyen
was ever-gebraeht.
Op 25 October 1797 decreteer
de de Franse regering, die toen
heer en meester "in België was,
ae opheffing der Leuvense
hogggehoel en aanverwante in-
atethnien, Dit betekende ook
het einde van „Ruicheria" en
„Hoge HeuveiR Br was nu
geen opleidingsinstituut moor
vgar Nederlandse priesters en
daarin moest onmiddellijk wer-"
don vooralen, g@ goed en kwaad
als de tijdsomstandigheden toe
lieten, Nu Riuven gesloten was,
gmg men er tee ever om in eng
tend self seminaries te gtiehten,
De eerste die er mee begon
was Antnnius Gomen, die in
1791 in de Harreatrgat te Breda
een groot-seminarie opende met
zes studenten. Van hoe ver
strekkende betekenis deze ge
beurtenis werd, getuigt Anton
van Duinkerken ais hü in z'n
studie over Antonius" Gomen
zegt! „Dat Ireda in ÜI8 bis
schopsstad werd, is vooral te
iken aan de omstandigheid
er in 1798 een seminarie is
tornen inoedig werd bet
huis m de Karrestraat te klein,
reeds m 1890 verfeuteie Gomen
naar „Gen groten iJeetear" bij
Ginneken, tenslotte werd ih
1117 „Bovendonk" bij Hoeven
betrokken.
Antonius van Gis volgde het
Bredase voorbeeld neg in het
zelfde jaar, ook in Den Reseh
kwam een groot-seminarie dat
in 1889 definitief te Haaren
kwam- Sin jaar na Sreda en
Den Bosch volgde het aarts-
priesitersgihap KOMand. in 1799
werd te Warmond „net twijgje
in Hollands tuin" gestoken, lat
een voorspoedige bloei moeht
beieven- De Htreehtse Aarts
priesters wilden niet aehterblij-
ven en óók in 799 kwam er
een groot-seminarie te Hee-
renberg, Paters Franciscanen
waren daar de eerste professo
ren, geleidelijk aan door
wereldheren vervangen. De
Utrechtse aartspriesters namen
dit niet en na veel wrijvingen
moesit bet plan Cutemborg wer
den opgegeven, magr ook 's
ïieerenbeng aloo: z'n deuren-
De B'treehige theologanten wer
den in Warmond ondergebracht,
dat van 1842 tot 1§54 zowel
voer Utrecht als voor Haarlem
het groot-aeminarie was.
Bimiburig, dat, tof 1§40 onder
Buik had behoord, opende reeds
het volgende jaar een groot
seminarie in het voor®
Harthuizerklooster te Roermi
De stichtingsjaren der klein
seminaries pijn de v
Reekvhet (St, Mishit
'jij Vetes
1117, Hageveld bij
Gulemberg 18Ï8, Gudenbeseh
later den Upetear 1819,
r voor het herstel de?
hiërarchie waren dus bijna alle
Kgminaries der latere kerhoro-
vioete gestieht, maar tot bloei
kwamen se eerst na 1151, lijna
ale, Utree» miste in 1653 een
groot-seminarie, Mer, Zwijsen
het noodzakelijk am ge
mogeluk dit tekort op
té heffen, Reeds het volgend jaar
volgde de aankoop van sparren-
daai onder Driebergen en daar
werd het seminarie Riisenburg
gebouwd, dat in 1857 gereed
kwam- Ié lang had Iwpeh met
kunnen waehtenj al in 1654 nep
hij de Utrechtse theologanten uit
Warmend terug en ze werden
voorionig te êuteimberg onderge-
braeht,
Met de kerkenbouw is hot
minder vlet gegaan, neg te 1663
waren ia kerken op het platte
land neg vee? een groet deel
de oude, opgelapte gehuurkerken,
in de steden waren een aantal
nieuwe gebouwd, meest in de z-g.
Waterstaatstijl, gemakkelijk her
kenbaar aan de kolommen van
huiten- Hedendaagse kunstken
ners hebben er geen goed woord
voor §ver, „Gffieiïle ingenieurs
van de Waterstaat speelden voor
arohiteot, de kerken werden naar
het volgende reeept gebouwd! 'n
Griekse voorgevel met zuilen,
vaak halve zuilen tegen de muur
geplakt, alias van baksteen, maar
met kalk en cement omgetoverd
tot grijze natuursteen. Hechte
vlakken met on-beiholpen gaten
alg ramen (glas in ijzer!) en
voor de symmetrie hier ef daar
een paar „blinde" ramen. Ban
ken, preekstoel, bjeehtstoel waren
samfi "ihoutgn hokken, lichtgeel of
brum geverfd, Gelukkig dat de
«meeste degar producten van
sejiijiv en wansmaak tot het ver
leden behoren", Dit oordeel van
Victor die Stuers wordt thans vrij
algemeen gedeeld. Jan Brom
waagde echter de schuchtere op
merking! „Heit totaal verdwijnen
dezer Waterstaatkerken zou te
betreuren zijn, want daarmog
verdwijnen de eerste en nederige,
ook onbeholpen, getuigen van 'f
herleefde openhaar katholieke
lgven na onze vrijmaking"-
De tijdgenoten dachten hgej
anders pyer die nu gesmade ker
ken- In Beverwijk roomde men
de nieuwe kerk „een pronkju
weel van rijke eenvoudigheid en
verpletterende majesteit", Ri-e van
Goes beweerden 't fraaiste kerk
gebouw te hebben,- na de Her
vorming in Nederland gestie»
en Broere preekte in 1843 over
de Haarlemse St. Jozef! „Bg
godsdienst die alles vereeuwigt,
moge dït gedenkstuk zjjber kunst
ip Stad houden to-t zijnen rgem",
Rn dominees oordeelden niet
anders, Vap Qosterzee bekende;
„Gü Roomsen weet üw gods
dienstig gevoel Uit te dossen
het kostbaarste gewaad, Alleen
TM® vormde een dissenant is
dit koor in zijn Dietsehe Wa
rande zopg hij de lef der M.g,
ggthiëk en schreef menige sner
pende satyre op de 19e eeuwse
kerkverkneeiers: ïn 18§8 yer-
scheen z'p „Heilige Rinie" waar
in hij duidelijk maakte hO§ het
moest, Ondertussen was zijn
theorie reeds in practjjk omge
zet, In 1153, bet jaar' van het
herstel de? hiërarehie, bouwde
de .ionge Pjewe Guypera in hel
Brabantse Oeffeit z'n eerste
kerkje met bakstenen, ggthieke
gewelven. Zeventig jaren lang
(18511921) is Guypers de ker-
kenbouwer van katholiek Neder
land gebleven. Hij heeft van Ne-
deriand gemaakt het land der
nieuwe kerken, ook nieuw in de
zin en-er vernieuwde, redelijke
Nederlandse bouwkunst §n zijn
leerlingen zetten zijn werk voort
Meep dan honderd nieuwe ker
ken in dorpen en steden, Hen-
tallen restauraties en vergrotin
gen van bestaande, blijven de
roem verkondigen van de meest
geniale onzer bouwmeesters.