WOENSDAG 13 MEI 1953 Pagina 7 I Bovenstaande foto is de jongste opname van het Hoogwaardig Episcopaat van Nederland. Van links naar rechts ziet men Mgr Josephus W. M. Baeten, de zesde Bisschop van Breda; Mgr Joannes Petrus Huibers, de negende Bisschop van Haarlem, de zevende sinds het Herstel der Hiërarchie; Mgr Dr Bernardus Johannes Alfrink, Titulair Aartsbisschop van Tyana en Coadjutor van het Aartsbisdom; Zijne I Eminentie Johannes Kardinaal de Jong, zes en zestigste Bisschop van Utrecht sinds Sint Willibrord en zesde Aartsbisschop sinds het I Herstel der Hiërarchie; Mgr Dr Josephus Hubertus Gulielmus Lemmens, negentiende Bisschop van Roermond, de vijfde sinds het Herstel der Hiërarchie; Mgr Wilhelmus P. A. M. Mutsaerts, twaalfde Bisschop van 's-Hertogenbosch, de vijfde sinds het Herstel der Hiërarchie; Mgr Dr Joannes M. J. A. Hanssen, Titulair Bisschop, van Birtha bij Edessa en Coadjutor van Roermond. 1 adat wij in de loop der laatste maan- den verscheidene artikelen en be- 1 schouwingen in onze krant hebben geplaatst, waarin meer het licht viel op de geschiedenis rondom „Honderd Jaar Kromstaf", beschouwingen, die gedeel telijk in dit herdenkingsnummer worden voortgezet, past het hier ook te overwegen, wat de algemene toestand van de katholieken in ons vaderland na honderd jaar, ook voor de naaste toekomst, oplevert. Het is een oud gezegde, dat het „onder de Kromstaf goed wonen is" en dat ondervonden de katholieken van Nederland in sterke mate toen zij het leven onder de Kromstaf misten! Zonder Kromstaf immers betekende: zonder Bisschoppen, zonder kapittels, zonder kathe dralen, zonder kerken, zonder pastoriën, zon der kloosters, zonder seminaries, zonder scholen, en dat in een land als 't onze, waar van de bevolking nog voor tweederde katho liek was en blééf! Onder de Kromstaf betekende daaren tegen, mét Bisschoppen, met wie „de eenheid met Christus door de Sacramenten in het Ge loof tot stand komt." Onder de Kromstaf betekent een leven in kerken en kathedralen met parochies als centrales van godsdienstig leven. Onder de Kromstaf activiteiten in het verdere leven van de christenen, „in alles wat zij doen en laten, in hun persoonlijk leven en in hun samenleving in gezin en maatschap pij", waarin die eenheid met Christus beleefd moet worden. Grote dank zijn wij derhalve verschuldigd, op de eerste plaats aan de Gever aller goeds, Die bewerkte, dat nu sinds honderd jaar deze genade-bron in Nederland kon vloeien en van deze „berg der zegeningen" zoveel goeds op godsdienstig, en daardoor ook op maatschap pelijk gebied uitstraalde. Een dankbaarheid, die wij in d a d e n hebben te tonen. Het is zeker niet voldoende, hoewel het in hoge mate wordt gewaardeerd, dat ka tholiek Nederland zich ook bij deze gelegen heid niet onbetuigd gelaten heeft, waar het gold, te offeren, om het Episcopaat de tol der dankbaarheid in de vorm van een stoffelijk blijk te betalen. Maar er moet meer gebeuren. De bestemming, welke de Bisschoppen hebben gegeven aan het feestgeschenk, de ver dere uit- en afbouw van de R.K. Universiteit te Nijmegen, wijst de weg naar de toekomst en naar de richting, waarin wij de dadenrijke dankbaarheid zullen moeten tonen. Niet al leen, omdat die volledige Katholieke Univer siteit als geheel een monument van de katho lieke offervaardigheid zal zijn, dat tot in de latere geslachten zal getuigen van wat in herwonnen vrijheid bereikt kon worden. Maar óók, omdat de katholieken, onder de leiding van hun Bisschoppen, tot het inzicht van de noodzakelijkheid van een dergelijk gewichtig instituut van opleiding gedreven werden door de overweging, dat bij de uit bouw en de voltooiing van de katholieke emancipatie goede leiders op elk gebied onmisbaar zijn. Ook dit heeft het verleden geleerd. Op elk terrein ontbrak de eenheid, die pas groeien kon, toen de omstandigheden gunstiger waren en toen leiders met een vérziende blik onder patronage van het Episcopaat die sterke ver bondenheid deden groeien, die de Heilige Va der in Zijn jongste boodschap aan de Bis schoppen prees en aanbeval. Een verbondenheid op zovele terreinen, wel ke voortkwam uit de „eenheid met Christus, die de Bisschoppen in Hun herderlijke brief van 2 Februari als volgt beschreven: „Midden in een wereld vol twijfel en ontken ning mogen wij een houvast hebben door ons geloof in Christus. Midden in een wereld die overal heil zoekt en nergens heil vindt, mo gen wij weten, dat er voor allen heil is bij Christus. Midden in een wereld die zich vast hecht aan het vergankelijke en die geen ver wachtingen meer kent, mogen wij toeleven naar de heerlijkheid van Christus' Rijk, die komen gaat. In een wereld die eigenlijk geen liefde kent, mogen wij in Christus de liefde van God aan onszelf ervaren. In een wereld die aan bandeloosheid te gronde gaat, mogen wij gebonden zijn door Christus' geboden. In een wereld die leeg is, mógèn wij vol zijn, vol van Christus. Midden in deze wereld die ten dode gaat, mogen wij één zijn met Hem, die de dood heeft overwonnen." Na honderd jaar hebben de Bisschoppen vast gesteld, dat de katholieken van Nederland die eenheid in Christus „en in Christus met elkander" niet altijd ten volle hebben beleefd. Maar het is onze taak en onze plicht, om er met vernieuwde ernst naar te streven, dit wél te doen, om voor de toekomst al die grote en belangrijke verworvenheden veilig te stellen, die - om de woorden van Z.Em. Kardinaal van Roey in zijn boodschap aan Katholiek NA HONDERD JAAR «IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlillllllBIIIPi; ïllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIIR! (Vervolg zie pagina 9)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1953 | | pagina 7