Gele trui, na furieus gevecht weer
in andere - Mallejac's - handen
Slechts twaalf renners reden in 1926 de
afschuwelijke Pyreneeën-rit uit
ROMEINSE TEMPELS EN
MODERNE FABRIEKEN
^t-J®lichon
Maar Woutje won
een kwartier
Ontmoedigde Wim van Est
ondervond hevige terugslag
Vijftig jaar Tour de France (X)
Desgrange smeekt om nieuive
Franse coureurs
Gele trui
schommelde
heen en weer
Drama
op de weg
Wim P I 1
iiinSfiP;'lf $4^
TPliïÉB'ill
nog meer!
PLOEGEN-
KLASSEMENT
T ussensprintjes
Vrijdag 17 Juli 1953
(Telefonisch van onze speciale verslaggever
BEZIERS, Donderdagavond Aan de rand van het
foei-lelijke en levensgevaarlijke sintelbaantje van
Beziers, dat waard is om in een museum geplaatst te
worden in de afdeling martelwerktuigen, is vanmiddag
de gele trui alweer van eigenaar veranderd. Terwijl
Mahé, die het kostbare gewaad nauwelijks een dag ge
dragen had, nog in geen velden of wegen te bekennen
was, trok de speciale afdeling van de Tourorganisatie,
die met dit dagelijks terugkerende werk is belast, het
gele shirt over het hoofd van Mallejac, van de West-
Franse ploeg, die gedwee zijn handen omhoog stak.
ken, dat halverwege de Tour
verse krachten hun intrede heb
ben gedaan. Neem Jean Robic.
Dinsdag heer en meester op de
Pyreneeën, 24 uur later een nietig
ventje, dat mismoedig de gele trui
moest uittrekken en met nijdig
gezicht moest toezien dat zijn
ploeggenoot Mahe op de troon ge
hesen wordt. Maar nog geen dag
later kan de arme Mahe geen stap
meer verzetten en stormt een fris
se Mallejac vele minuten vooruit,
om in Beziers de topleiding over
te nemen, en tegelijkertijd komt
de Italiaan Astrua met een reu
zenzwaai van de tiende plaats
naar voren gehold en stelt Bobet
zich wederom met veel nadruk
candidaat voor de eindoverwin
ning. De Tour heeft ongetwijfeld
aan spanning gewonnen, sinds Ko-
blet er uit verdwenen is.
Ontsnapping.
Nauwelijks had het Tourleger het
tijdelijke garnizoen Albi verlaten
of daar waren de poppen al aan
het dansen.
Om te beginnen daverden direct
vier Frans-Nationalen naar voren:
Bobet, Lauredi, Geminiani en Rol
land, tegelijk flitsten ook drie
Italianen mee: Astrua, Drei en
Magni. De andere ploegen konden
hun ogen bijna niet geloven: wat
waren de Fransen en Italianen,
die gisteren nog zo verdeeld wa
ren en weigerden elkaar ook maar
enige hulp te bieden, vandaag
van plan? Enfin, er waren zeven
man in de aanval, die terdege
meetelden, en het whs dus de
moeite waard om er vSn te pro
fiteren. Dit zagen de Luxembur
ger Dierckens, de Parijzenaar
Bober, de altijd even vechtlustige
Mirando van de Z.O.-ploeg, Fo-
restier en Bauvin van de N.O.-
centralen, Wagtmans en Suijker
buijk van de Nederlanders, Dar
rigade, die natuurlijk weer op een
Tegelijkertijd stond aan de
overzijde van het zelfmoordbaan
tje Louison Bobet een niet onaan
zienlijke hoeveelheid gal uit te
spuwen in de richting van zijn
teamgenoot Nello Lauredi, die
alle wetten van samenwerking tot
heil van de Franse nationale ploeg
met voeten had getreden door de
eindsprint van de dertiende etap
pe te winnen en daardoor Bobet
te beroven van de kostbare mi
nuut bonificatie.
De sensaties van de dag waren
daarmee nog allemaal niet ver
werkt, want aan de ingang van
de Tourbaan dromde alles wat een
belangrijke functie in de Tour te
vervullen heeft samen om met de
chronometers in de hand te wach
ten op de entree van Jean Robic,
die voor een nieuw drama voor
deze spectaculaire ronde had ge
zorgd. Tengevolge daarvan had
hij een zodanige achterstand op
gelopen, dat het zeer de vraag
was of hij nog wel binnen de toe
gestane tijdslimiet in Beziers zou
arriveren. Wat een verwikkelin
gen op deze eerste zomerse dag
van de Ronde van Frankrijk.
Goed en wel beschouwd hangt
de hele Tour dus maar aan elkaar
van topprestaties en inzinkingen.
Stuk voor stuk hebben alle keien,
wier namen in reuze letters in de
internationale pers hebben ge
prijkt, hun inspanning moeten be
talen met een inzinking, die zij
eerst na dagen te boven konden
komen. Het algemene klassement
is daarvan de zuiverste weerspie
geling: als u het vandaag verge
lijkt met de lijst van een week
geleden, dan zou men haast den
sprint loerde en de Belg Close,
alsmede de Frans-Italiaanse Drei.
Let wel, we hadden toen nog
geen vijf kilometer achter de rug.
Het parcours van deze dag bevatte
tal van verrassingen. Het voerde
over de smalle wegen door de
Oostelijke uitlopers van de Pyre
neeën heen en er waren links en
rechts de menige hellinkjes, ge
sierd met akelig korte bochten.
Een ideaal vechtterrein en
een prachtige graadmeter voor
de krachtsverhoudingen.
Als de groep, waarvan we hier
boven de samenstelling gaven, het
serieus zou menen, kon er een rit
verwacht worden waar de stuk
ken afvlogen. Op het geschikte
moment was ook Mallejac, giste
ren nog knecht van Robic, van
daag van Mahe, meegesprongen.
Zo telde de stoottroep zeventien
man. Na 25 kilometer lagen ze
bijna 2 minuten voor en men kan
zich indenken wat er achter het
gefronste voorhoofd van Gino
Bartali omging. Zijn grootste ri
vaal Astrua was ontsnapt en hij
zou ongetwijfeld proberen het
maximum aan voordeel uit die
vlucht te slaan. En er was geen
denken aan dat er voorlopig
iemand kans kreeg om de zeven
tien in te halen. Mahe en zijn
helpers grendelden de voordeur
stevig dicht. Na 40 kilometer lag
de stoottroep al drie min. voor.
Ze joeg voort over de lastige we
gen alsof Parijs al in zicht was:
Wagtmans deed flink zijn deel
aan de kop, Magni en Bobet sleur
den eraan dat het een lieve lust
was en het was duidelijk dat de
eerste klap van deze rit meer
waard was geweest dan de
spreekwoordelijke daalder.
Weliswaar zakte Dierckens op
de duur af en had de Spanjaard
Iturad met de Fransman Laber-
tonniere tenslotte toch een gaatje
gevonden waarlangs ze uit de
hoofdmacht konden ontsnappen,
maar zolang de kopgroep in zulk
stevig tempo doormarcheerde wa
ren deze verwikkelingen van on
dergeschikt belang.
Na 60 kilometer eindelijk kwam
er toch een tegenaanval los. Nie
mand minder dan Bartali deed er
aan mee. Samen met Schaer, de
Italiaan Rossello, de Luxembur
ger Schmit, de Spanjaard Serra
en Jan Nolten scheurde hij zich
los. Ook Teisseire, die ervan over
tuigd was dat zijn vier ploegge
noten ver genoeg weg waren,
haakte aan. De kopgroep had in
tussen haar .voorsprong opgevoerd
tot 7 mlhutên en altijd denderde
ze in sneltreinvaart door het heu
velland.
De col du Fauredom, een berg
van de derde categorie, 800 steile
meters hoog. beklommen ze geza
menlijk en in de afdaling weken
de zestien vluchtelingen geen me
ter van elkaar. Nu Bartali de
jacht had ingezet waren er meer
candidaten voor een ontsnapping.
De felste was ongetwijfeld Thijs
Roks, die met zo'n geweldige
sprong demarreerde, dat Mahe,
die helemaal niet meer gerust was
op het behoud van zijn gele pakje
met de Sprundelaar meeschoof.
De gebroeders Voorting, Impanis,
Schaer en een aantal Fransen
volgden het voorbeeld. Na 100
kilometer was de situatie dus zo:
vooraan de groep met Wagtmans,
op zes en een halve minuut Nol
ten, Bartali enz., op 8 minuten
Roks, Schaer enz., daarachter de
rest metRobic.
Men mag de koning van de Py
reneeën overigens niet verwijten
dat hij maar lijdzaam achterin is
gebleven. Robic had een trieste
rol gespeeld in een nieuw Tour
drama.
Op het moment dat Thijs Roks
wegsprong had de Breton de val
helm wat steviger op zijn schedel
gedrukt om mee in de slag te
gaan. Hij pakte nog eens zijn
drinkbusje, zette het aan de mond,
maar lette daarbij niet op de
weg, die juist op dat punt haaks
naar links boog. Om een val in
de diepte te vermijden schoof Ro
bic helemaal naar links, hij ver
loor zijn evenwicht en tuimelde
met een smak van zijn fiets. Zij
raapten hem op met een bloedend
hoofd en een wond aan de schou
der. Zijn eerste woorden waren:
„Ik schei er mee uit".
Maar zijn gezamenlijke wapen
broeders trokken hem weer op en
terwijl de groep RoksMahe zich
verder uit de voeten maakte, reed
Robic helemaal achteraan een ver
loren wedstrijd.
De kopgroep was intussen op
het machtigste deel van het tra
ject aangekomen: de col de Trèves
de Vents, slechts 600 meter hoog,
maar vanwege de snelle stijging
opgenomen in de tweede catego
rie. Die was zeker te machtig voor
Forrestier en Drei die zich gelijk
tijdig moesten laten terugvallen,
In de verte kreeg Bauvin zes
de plaats in het algemeen klasse
ment en de beste kans op een
heroveren van de gele trui een
lekke band. Bliksemsnel legde hij
een nieuwe tube, zette de achter
volging in, doch toen klapte de
band opnieuw. De leiderskansen
waren voor hem verkeken en mis
moedig moest hij de tocht alleen
voortzetten. De volgende slacht
offers waren Suijkerbuijk en Bo
ber, die de vaart van de kopgroep
niet konden volgen en even later
waren er nog slechts negen stoot-
troepers want ook Magni en Dar
rigade moesten lossen. Ver achter
hen had Nolten zich intussen los
gemaakt van Bartali om met Ser
ra de tocht voort te zetten, terwijl
Gerrit Voorting zich enige1 plaat
sen naar voren werkte. Maar dit
alles speelde zich vele minuten
De Vlaamse machtrenner Lucien Buysse, die in de Tour
de France van 1924 helper was geweest van de kleine
Italiaan Bottechia, kreeg van zijn fabriek ook in 1925
opdracht de Milanese metselaar alle mogelijke hulp te
verlenen. Voor Bottechia, die als de voorloper wordt
beschouwd van de campionissimi Binda, Bartali en Coppi,
was die Belgische hulp van de hoogste waarde. Hij had
er in 1924 de eindoverwinning aan te danken gehad,
endank zij Buysse zou de Italiaan ook de Tour de
France 1925 in zijn zak steken. Het ivas de Tour met de
meeste étappes tot nu toe: achttien stuks met Cherbourg-
Brest als de langste.
Bottechia liet niets aan het
toeval over en begon al ijiet in
de eerste rit de gele trui te be
machtigen. Maar de volgende
dagen kreeg hij 't aan de sfoK
met de Belg Benoit, die zich
van de superioriteit van dc
:ombinatie BottechiaBuysse
niets aantrok en in de 3e etap
pe het kostbare shirt verover
de. Vier dagen lang reed Be
noit in het kostbare kleding
stuk door Frankrijk. Toen
kreeg hij pech, was volgens
't reglement verplicht zelf de
schade aan zijn fiets te herstel
len en verloor de gele trui aan
zijn rivaal Bottechia. Toen
kwamen de bergen! En Bot
techia mocht dan uit Italië ko
men, waar 'n bergtop minder
of meer niet geteld wordt, zijn
klimmerscapaciteiten waren
ioch niet zo geweldig als die
van Benoit. Opnieuw ging de
gele trui om Belgische schou
ders.
Toch zou Benoit niet met
een achtste overwinning voor
zijn land uit de bus komen,
want tegen het einde van de
Tour werd hij zieik. Met de
moed van de wanhoop sleepte
hij zich voort, masseerde zich
zelf al rijdende, doch Botte
chia en Buysse, de twee verte
genwoordigers van de Automo-
to-fabrieik, profiteerden van
deze gelegenheid om hun merk
opnieuw op de voorgrond te
brengen. Zo draaide de Tour
de France 1925 opnieuw uit
ap een zege van Bottechia.
Voor Lucien Buysse, die een
jaar eerder genoegen had moe
ien nemen met de derde
plaats, was ditmaal de tweede
bestemd!
Eindelijk Buysse!
Eindelijk, in 1926, was de
beurt aan de sterke Vlaming.
Hij kreeg van zijn baas volle
dige vrijheid als beloning voor
zyn aan Bottechia bewezen
diensten in de beide vorige
Ronden. Buysse verrichte in
deze Tour een prestatie die
nog steeds als een van de
grootste heldendaden uit de
Tour de France wordt be
schouwd.
Met bijna een half uur ach
terstand op zijn landgenoot v.
Slembroek begon Buysse aan
de zware rit van Bayonne naar
Luchon, dwars over de Pyre
neeën. Een onmenselijke op
gave. De start werd gegeven
toen reeds urenlang een vre
selijk onweer woedde. Na nog
géén km waren de renners
doornat. Ze krompen ineen bij
iedere donderslag, die onheil
spellend door 't gebergte roi-
de. Het menselijk weerstands
vermogen werd tot het uiterste
op de proef gesteld. Bottechia
en Benoit, de twee grote riva
len van 1925 vielen van uit
putting van de fiets en gaven
op. Stuk voor stuk lieten deel
nemers zich langs de weg rol
len, één was er slechts, die de
elementen tartte en doorploe
terde door 't slijk tot hij on
kenbaar was geworden van he:
vuil: Lucien Buysse. Meer dan
17 uur deed hij over deze af
schuwelijke todht, waarin de
Tourmalet, de Aubisque, de
Peyresourde en de Aspin
moesten worden beklommen.
Met enorme verschillen be
reikten in totaal slechts twaalf
renners Luchon. En Buysse
stond met vele minuten voor
sprong aan de leiding van het
klassement.
Hij behield de gele trui tot
Parijs en toonde daardoor tot
welke prestaties hij ook in
1924 en 1925 in staat zou zijn
geweest als hij toen voor zijn
eigen kans had mogen rij
den De Luxemburger Nicolas
Frantiz, twee jaar eerder ais
tweede geëindigd, nam ook nu
deze plaats voor zijn rekening.
Voor Lucien Buysse was het
de laatste Tour de France ge
weest. Hij was toen 33 jaar en
vond het tijd om met de wiel
rennerij te stoppen, althans 't
grote werk niet meer aan te
pakken. Tegenwoordig heeft
hij een hotel in Gent.
Er waren nu sinds 1903 twin
tig Tours de France gereden.
Slechts negen keer was een
Fransman erin geslaagd om de
zege te behalen, acht keer vóór
de eerste wereldoorlog. Henri
Pélissier was de enige landge
noot van Henri Desgrange ge
weest die de laatste jaren in
de gele trui triomfantelijk de
Prinsentoaan was opgereden.
België heeft in de loop
der jaren vele grote Tour
renners gehad: Defraeye,
Marcel en Lucien Buysse,
Filip Thijs, Lambot, enz in
de eerste vijf en twintig
jaren, later Romain en Sil-
vère Maes; Daneels, de Ver-
vaeckes, Vissers, enz. Een
heel grote" zou ook Hec
tor Martin zijn geworden,
die zich in 1925 en 1926 al j
ontpopte tot een klimmer
van formaat. Maar zijn de
finitieve „doorbraak" zou
hij niet beleven
In het najaar van 1926
nam hij deel aan een oefen
race over de Vlaamse we
gen. Het peleton reed in de
richting van Roeselaere. Uit
de tegenovergestelde rich
ting kwamen drie renpaar
den. Vlak bij de renners
schrok een der dieren voor
een passerende auto en het
sprong midden in het pele
ton! Alle renners tuimel
den op de grond. Er waren
veel gewonden, maar het
ergste was Martin er aan
toe. Hij brak een arm, zijn
andere werd geheel ver
splinterd. Maandenlang lag
hij in 't ziekenhuis en toen
ihij eindelijk naar huis
mocht, was hij een gebro
ken mens, zonder lichaams
krachtDe Vlaamse wie-
Ierwereld leed een groot
verlies.
Zo kon men begrijpen dat
de Tour-organisator in L'Auto
ging aandringen op de vorming
van een nieuw Frans renners
corps, dat de glorie uit de eer
ste jaren van de Ronde historie
zou doen herleven. Hij hoopte
in 19'27 daarvan reeds de vruch
ten te kunnen plukken. Maar
ook België zou een nieuwe ge
neratie naar de Tour zenden
achter de kopmakkers af die on
bedreigd voortjoegen naar Be
ziers. Op het koolasbaantje waag
de niemand zijn leven aan een
sprint, behalve Lauredi, tegen alle
instructies van zijn ploegleider in,
in plaats van Bobet de eer en
vooral de minuut bonificatie te
gunnen zelf resoluut op de eerste
plaats afreed.
Vier Fransen op de eerste
plaatsen was voor Beziers uiter-
aard het mooiste Tourfestijn dat
men zich kon denken. Astrua
werd vijfde, gevolgd door Wagt
mans, zeven minuten later kwam
Suijkerbui.jk binnen die met Bo
ber, Darrigade en Magni inge
lopen was. Goed anderhalve mi
nuut daarna arriveerde Nolten
Gerrit Voorting had bijna twaalf
minuten achterstand. Zijn broer
Adri en Roks reden een kleine
20 minuten na Lauredi binnen en
van Est en van Breenen noteer
den bijna een half uur. Robic
kwam met vijf knechts en een
hele troep achterblijvers nog veel
later, maar omdat het peloton
meer dan 15 procent bevatte van
net totaal aantal renners van-' i
avond nog 88 mag het in zijn
geheel morgen nog vertrekken.
Hoe radicaal de omwenteling
vandaag op de ranglijst is ge
weest blijkt, uit de posities van
Ernzer, Robic, van Est. Renaud
die respectievelijk 11, 21, 11 en
19 plaatsen zijn teruggezakt.
De uitslag
1 Lauredi (Fr.) 5 uur 18 min.
41 sec.: 2 Geminiani (Fr.) z.t.;
3 Bobet (Fr.) z.t.: 4 Rolland (Fr.)
z.t.; 5 Astrua (It.) z.t.: 6 Wagt
mans (Ned.) z.t.; 7 Mirando
(Fr. Z.O.) z.t.; 8 Close (Belg.) z.t.;
9 Mallejac (Fr. W.) z.t.; 10 Magni
(It.) 5.25.40; 11 Darrigade (Ff.
Z.W.) z.t.; 12 Bober (lie de Fran
ce) z.t.; 13Suykerbuyk (Ned)
z.t.; 14 Bauvin (Fr. N.O.C.) 5.27.14;
15 Nol ten (Ned.) z.t.; 16 Fore-
stier (Fr. N:O.C.) z.t.; 17 Serra
(Sp.) z.t.; 18 Bartali (It.) 5.30.30:
19 Schaer (Zwits.) z.t. 22 Drei
(It.) z.t.; 21 Dacquay (Fr. N.O.C.)
z.t.; 22 Gerrit Voorting
(Ned.) z.t.; 27 Roks 5.38.27; 29
Adri Voorting z.t.; 41 Van
Est 5.46.22; 47 Van Breenen
z.t.
DE NEDERLANDERS
Wagtmans belooft
BEZIERS, Donderdagavond.
Aan de finish stond Wagtmans
vanavond met een voldaan gezicht
een fles spuitwater te drinken.
Hij had de hele dag de hitte van
het zwaarste gevecht gedragen en
een uitstekende zesde plaats ver
overd. „Natuurlijk ging ik hier
niet sprinten", zei de Bredanaar.
„Ge kunt op dit losse gruispaadje
amper op de fiets blijven zitten.
Maar ik heb vandaag eens „lek
ker kunnen vlammen" en dat zul
len we de komende dagen nog
wel eens meer van hem zien.
Suijkerbuijk moest natuurlijk ver
tellen over de ontsnapping, waar
van hij o -k zo lange tijd deel had
uitgemaakt. Hij was een van de
eersten geweest, die de benen
nam, en daarna had ook Wagt
mans zich bij de vluchtelingen
aangesloten. Roks was content dat
hij een flinke stoot had gegeven
tot verdere versplintering van de
hoofdmacht en Adri Voorting, die
zich vlak bij Robic had bevonden,
vertelde de juiste toedracht van
de val van de Fransman.
De enige die helemaal niet te
vreden was, was Wim van Est,
die er zich over beklaagd, dat er
geen enkele kans was geweest om
te ontsnappen. „Ik had iedere
keer direct een paar Belgen aan
het wiel", zei de St. Willebrorder,
„maar een ander lieten ze gaan".
Jan Nolten had bij het afdalen
van de tweede berg een lekke
band gehad, doch zijn voorsprong
was groot genoeg om niet inge
haald te worden.
Toestand in Egypte
verbeterd
CAIRO, 16 Juli. Het Britse
hoofdkwartier in de Suezkanaal-
zone heeft vandaag bekend ge
maakt, dat de Britse controle op
het weg- en treinverkeer van en
naar Ismailia met ingang van
vandaag zal worden gestaakt.
De controle werd Maandag j.l.
ingesteld, nadat Egypte een Brits
ultimatum, waarin de terugkeer
van een Britse luchtmachtsoldaat
werd geëist, had verworpen.
Nimes:
De Korinthische tempel dateert nog van keizer Augustus.
Romeinse kunst, bijvoor
beeld een fraaie „Venus" en
bij de Jar din de la Fontaine
staat een sierlijke tempel,
die tweeduizend jaar gele
den toegewijd was aan de
heidense godin Diana. In de
nabijheid van Nimes ligt
over het riviertje de Gard
een hecht en fraai aquaduct
dat ongeveer 20 jaar voor
Christus' geboorte gebouwd
is.
Rond de oude, goed be
waarde stadskern is een
ring van moderne huizen,
gebouwen en fabrieken aan
gelegd. De straten in de
binnenstad zijn schots en
scheef, in de buitenwijken
liggen boulevards, die aan
gelegd zijn zoals het nu
moet.
Maar waarschijnlijk zijn
die scheve straten, de over
blijfselen van de oude Ro
meinse gebouwen, wel zo
aardig voor de tourist. Hij
heeft er tenslotte de tijd
voor om maar een beetje te
dromen. „Dan staan die
oude dingen hier toch niet
voor niets", zegt de bedrij
vige man uit Nimes. Maar
hij is er stiekum toch wel
trots op.
MIMES is een merkwaar-
dige stad, als men ver
gelijkingen trekt met de
wijde omgeving. Het ligt in
een gebied waar 't klimaat
bijna sub-tropisch is, en de
oude stad is bijna een mu
seum. Maar het stelt zich
niet tevreden met de medi
tatie over het verleden en
het mooie weer, het is een
drukke en ondernemende
handelsstad.
De fabrieken maken er
hoeden, tapijten, chocolade,
biscuits en zijde en het han
delsverkeer in deze plaats
van meer dan honderddui
zend inwoners gaat daar
naast voornamelijk over
wijnen en spiritualiën.
En toch is er veel, dat een
rustig en mijmerend leven
in de hand zou werken. Er
is een Romeins amphi-thea-
ter, waar dat van Arles niet
tegen op kan, het oudheid
kundig museum is ingericht
in een prachtig bewaarde
Korinthische tempel, ge
bouwd in de tijd van keizer
Augustus. Het bevat vele
voorbeelden van Gallisch-
1. Frankrijk Noord Oost Cen
traal 217.10.14
2. Frankrijk West 217.43.38
3. Nederland 217.46.54
4. Frankrijk Nationaal 217.54.57
5. België 217.55.18
6. Italië 218.27.05
7. Ile de France 218.47.40
8. Spanje 219.29.11
9. Luxemburg 219.41.10
IC. Frankriik Zuid Oost 219.43.09
11. Frankrijk Zuid West 219.45.56
12. Zwitserland 219.50.59
BEZIERS, 15 Juli t- Het
algemeen klassement luidt thans:
1. Mallejac (Fr. W. 72.45.10
2. Astrua (It.) 72.46.23 op 1.13
3. Bobet (Fr.) 72.48.23 op 3.13
4. Bauvin (Fr. N.O.C.) 72.49.34
op 4.24
5. Close (Belg.) 72.49.51 op 4.41
6. Mahe (Fr. W.) 72.50.70 op 4.57
7. Lauredi (Fr.) 72.51.05 op 5.55
8. Schaer (Zwits.) 72.51.18 op
6.08
9. Anzile (Fr. N.O.C.) 72.52.30 op
7.20
10. Rolland (Fr.)72.52.59 op 7.49
11. Geminiani (Fr.) 72.53.25 op
8.15
12. Mirando (Fr. Z.O.) 72.59.14 op
14.04
13. Ernzer (Lux.) 72.59.20 op 14.10
14. (29) Wagtmans (Ned.)
73.00.42 op 15.32
15. (17) Gerrit Voorting
(Ned.) 73.04.12 op 19.02
16. Bartali (It.) 73.05.30 An 20.20
17. Magni (It.) 73.08.18 op 23.08
18. (7) Van Est (Ned.) 73.09.01
op 23.51
19. (14) Roks (Ned.) 73.11.04 op
25.54
20. Rosello (It.) 73.11.42 op 26.32
27. (40) Suyk°"buyk (Ned.)
73.20.23 op 35.13
31. (44) Nol ten 73.26.25 op 41.15
33. (28) Van Breenen (Ned.)
73.28.04 op 42.54
50. (60) Adri Voorting
(Ned.) 73.51.05 op 1.05.55
In een overigens wel be
trouwbaar blad lazen we dat
een telepaath vorige week in
Haarlem heeft voorspeld dat Hugo
Koblet Parijs niet zou halen. Ook
Bartali zal, eveneens tengevolge
van een val, de Tour niet uitrij
den. De Nederlanders wel: Wagt
mans eindigt zelfs op de derde
plaats en volgens de telepaath,
die Burlisto heet. wordt onze na
tionale ploeg derde in het ploe-
genklassement. We zullen meneer
Goddet het adres van die Neder
landse profeet eens toesturen.
Alex Close, die nog al last
heeft van al die bergen heeft ge
zegd: Het eigenaardige van het
geval is, dat ge bij ons in de
Ardennen toch niet achter iedere
bergaf weer een bergop hebt, ge
lijk hier.
We hebben nu al eens het
avontuur beleefd van Hassenfor-
der, wiens fiets zoek was bij de
start, dezer dagen overkwam het
de Spaanse ploegleider dat hij
iets kwijt was. Zijn chauffeur na
melijk. Na lang zoeken vond men
de manop de achterbank van
de auto. Hij lag zijn roes uit te
slapen, want de wijn was hem te
koppig geweest. De ploegleider
smeet een emmer water over de
arme kerel en toen dat zelfs niet
hielp heeft hij heel hard „caram-
ba" geroepen en is vervolgens
maar zelf achter het stuur ge
kropen.
Concurrentie is een wreed
ding, vrienden. Toen Le Guilly in
de tiende rit een lekke band kreeg
voor de beklimming van de
Aubisque riepen zijn ploegmaten
hem toe: „tot ziens, hè kerel",
maar de kleine Jean was daar
door zo verontwaardigd dat hij
er al zijn force tegenaan smeet en
na Lorono het snelst de berg be
steeg.
En de gele trui is ook niet
alles. Wist u dat Hassenforder in
die paar dagen dat hij de kleurige
onderscheiding droeg, precies 6
kilo is afgevallen? Logisch dat de
man moest opgeven. In Pau klaag
de hij er al over dat hij er geen
30 km per uur meer kon uitper
sen.
ALBI
DOVDF.RDAC 16 JUI.I (i
-•k-fl
tr Mimk.rrr-M.miT F,
tU
NIMES
ZATERDAG 18 JULIj
MUfursuavtBf»
BEZIERS
VRIJDAG 17 JUU
WOENSDAG 15 JUU
1
V
I