Gele trui, na furieus gevecht weer in andere - Mallejac's - handen Slechts twaalf renners reden in 1926 de afschuwelijke Pyreneeën-rit uit ROMEINSE TEMPELS EN MODERNE FABRIEKEN ^t-J®lichon Maar Woutje won een kwartier Ontmoedigde Wim van Est ondervond hevige terugslag Vijftig jaar Tour de France (X) Desgrange smeekt om nieuive Franse coureurs Gele trui schommelde heen en weer Drama op de weg Wim P I 1 iiinSfiP;'lf $4^ TPliïÉB'ill nog meer! PLOEGEN- KLASSEMENT T ussensprintjes Vrijdag 17 Juli 1953 (Telefonisch van onze speciale verslaggever BEZIERS, Donderdagavond Aan de rand van het foei-lelijke en levensgevaarlijke sintelbaantje van Beziers, dat waard is om in een museum geplaatst te worden in de afdeling martelwerktuigen, is vanmiddag de gele trui alweer van eigenaar veranderd. Terwijl Mahé, die het kostbare gewaad nauwelijks een dag ge dragen had, nog in geen velden of wegen te bekennen was, trok de speciale afdeling van de Tourorganisatie, die met dit dagelijks terugkerende werk is belast, het gele shirt over het hoofd van Mallejac, van de West- Franse ploeg, die gedwee zijn handen omhoog stak. ken, dat halverwege de Tour verse krachten hun intrede heb ben gedaan. Neem Jean Robic. Dinsdag heer en meester op de Pyreneeën, 24 uur later een nietig ventje, dat mismoedig de gele trui moest uittrekken en met nijdig gezicht moest toezien dat zijn ploeggenoot Mahe op de troon ge hesen wordt. Maar nog geen dag later kan de arme Mahe geen stap meer verzetten en stormt een fris se Mallejac vele minuten vooruit, om in Beziers de topleiding over te nemen, en tegelijkertijd komt de Italiaan Astrua met een reu zenzwaai van de tiende plaats naar voren gehold en stelt Bobet zich wederom met veel nadruk candidaat voor de eindoverwin ning. De Tour heeft ongetwijfeld aan spanning gewonnen, sinds Ko- blet er uit verdwenen is. Ontsnapping. Nauwelijks had het Tourleger het tijdelijke garnizoen Albi verlaten of daar waren de poppen al aan het dansen. Om te beginnen daverden direct vier Frans-Nationalen naar voren: Bobet, Lauredi, Geminiani en Rol land, tegelijk flitsten ook drie Italianen mee: Astrua, Drei en Magni. De andere ploegen konden hun ogen bijna niet geloven: wat waren de Fransen en Italianen, die gisteren nog zo verdeeld wa ren en weigerden elkaar ook maar enige hulp te bieden, vandaag van plan? Enfin, er waren zeven man in de aanval, die terdege meetelden, en het whs dus de moeite waard om er vSn te pro fiteren. Dit zagen de Luxembur ger Dierckens, de Parijzenaar Bober, de altijd even vechtlustige Mirando van de Z.O.-ploeg, Fo- restier en Bauvin van de N.O.- centralen, Wagtmans en Suijker buijk van de Nederlanders, Dar rigade, die natuurlijk weer op een Tegelijkertijd stond aan de overzijde van het zelfmoordbaan tje Louison Bobet een niet onaan zienlijke hoeveelheid gal uit te spuwen in de richting van zijn teamgenoot Nello Lauredi, die alle wetten van samenwerking tot heil van de Franse nationale ploeg met voeten had getreden door de eindsprint van de dertiende etap pe te winnen en daardoor Bobet te beroven van de kostbare mi nuut bonificatie. De sensaties van de dag waren daarmee nog allemaal niet ver werkt, want aan de ingang van de Tourbaan dromde alles wat een belangrijke functie in de Tour te vervullen heeft samen om met de chronometers in de hand te wach ten op de entree van Jean Robic, die voor een nieuw drama voor deze spectaculaire ronde had ge zorgd. Tengevolge daarvan had hij een zodanige achterstand op gelopen, dat het zeer de vraag was of hij nog wel binnen de toe gestane tijdslimiet in Beziers zou arriveren. Wat een verwikkelin gen op deze eerste zomerse dag van de Ronde van Frankrijk. Goed en wel beschouwd hangt de hele Tour dus maar aan elkaar van topprestaties en inzinkingen. Stuk voor stuk hebben alle keien, wier namen in reuze letters in de internationale pers hebben ge prijkt, hun inspanning moeten be talen met een inzinking, die zij eerst na dagen te boven konden komen. Het algemene klassement is daarvan de zuiverste weerspie geling: als u het vandaag verge lijkt met de lijst van een week geleden, dan zou men haast den sprint loerde en de Belg Close, alsmede de Frans-Italiaanse Drei. Let wel, we hadden toen nog geen vijf kilometer achter de rug. Het parcours van deze dag bevatte tal van verrassingen. Het voerde over de smalle wegen door de Oostelijke uitlopers van de Pyre neeën heen en er waren links en rechts de menige hellinkjes, ge sierd met akelig korte bochten. Een ideaal vechtterrein en een prachtige graadmeter voor de krachtsverhoudingen. Als de groep, waarvan we hier boven de samenstelling gaven, het serieus zou menen, kon er een rit verwacht worden waar de stuk ken afvlogen. Op het geschikte moment was ook Mallejac, giste ren nog knecht van Robic, van daag van Mahe, meegesprongen. Zo telde de stoottroep zeventien man. Na 25 kilometer lagen ze bijna 2 minuten voor en men kan zich indenken wat er achter het gefronste voorhoofd van Gino Bartali omging. Zijn grootste ri vaal Astrua was ontsnapt en hij zou ongetwijfeld proberen het maximum aan voordeel uit die vlucht te slaan. En er was geen denken aan dat er voorlopig iemand kans kreeg om de zeven tien in te halen. Mahe en zijn helpers grendelden de voordeur stevig dicht. Na 40 kilometer lag de stoottroep al drie min. voor. Ze joeg voort over de lastige we gen alsof Parijs al in zicht was: Wagtmans deed flink zijn deel aan de kop, Magni en Bobet sleur den eraan dat het een lieve lust was en het was duidelijk dat de eerste klap van deze rit meer waard was geweest dan de spreekwoordelijke daalder. Weliswaar zakte Dierckens op de duur af en had de Spanjaard Iturad met de Fransman Laber- tonniere tenslotte toch een gaatje gevonden waarlangs ze uit de hoofdmacht konden ontsnappen, maar zolang de kopgroep in zulk stevig tempo doormarcheerde wa ren deze verwikkelingen van on dergeschikt belang. Na 60 kilometer eindelijk kwam er toch een tegenaanval los. Nie mand minder dan Bartali deed er aan mee. Samen met Schaer, de Italiaan Rossello, de Luxembur ger Schmit, de Spanjaard Serra en Jan Nolten scheurde hij zich los. Ook Teisseire, die ervan over tuigd was dat zijn vier ploegge noten ver genoeg weg waren, haakte aan. De kopgroep had in tussen haar .voorsprong opgevoerd tot 7 mlhutên en altijd denderde ze in sneltreinvaart door het heu velland. De col du Fauredom, een berg van de derde categorie, 800 steile meters hoog. beklommen ze geza menlijk en in de afdaling weken de zestien vluchtelingen geen me ter van elkaar. Nu Bartali de jacht had ingezet waren er meer candidaten voor een ontsnapping. De felste was ongetwijfeld Thijs Roks, die met zo'n geweldige sprong demarreerde, dat Mahe, die helemaal niet meer gerust was op het behoud van zijn gele pakje met de Sprundelaar meeschoof. De gebroeders Voorting, Impanis, Schaer en een aantal Fransen volgden het voorbeeld. Na 100 kilometer was de situatie dus zo: vooraan de groep met Wagtmans, op zes en een halve minuut Nol ten, Bartali enz., op 8 minuten Roks, Schaer enz., daarachter de rest metRobic. Men mag de koning van de Py reneeën overigens niet verwijten dat hij maar lijdzaam achterin is gebleven. Robic had een trieste rol gespeeld in een nieuw Tour drama. Op het moment dat Thijs Roks wegsprong had de Breton de val helm wat steviger op zijn schedel gedrukt om mee in de slag te gaan. Hij pakte nog eens zijn drinkbusje, zette het aan de mond, maar lette daarbij niet op de weg, die juist op dat punt haaks naar links boog. Om een val in de diepte te vermijden schoof Ro bic helemaal naar links, hij ver loor zijn evenwicht en tuimelde met een smak van zijn fiets. Zij raapten hem op met een bloedend hoofd en een wond aan de schou der. Zijn eerste woorden waren: „Ik schei er mee uit". Maar zijn gezamenlijke wapen broeders trokken hem weer op en terwijl de groep RoksMahe zich verder uit de voeten maakte, reed Robic helemaal achteraan een ver loren wedstrijd. De kopgroep was intussen op het machtigste deel van het tra ject aangekomen: de col de Trèves de Vents, slechts 600 meter hoog, maar vanwege de snelle stijging opgenomen in de tweede catego rie. Die was zeker te machtig voor Forrestier en Drei die zich gelijk tijdig moesten laten terugvallen, In de verte kreeg Bauvin zes de plaats in het algemeen klasse ment en de beste kans op een heroveren van de gele trui een lekke band. Bliksemsnel legde hij een nieuwe tube, zette de achter volging in, doch toen klapte de band opnieuw. De leiderskansen waren voor hem verkeken en mis moedig moest hij de tocht alleen voortzetten. De volgende slacht offers waren Suijkerbuijk en Bo ber, die de vaart van de kopgroep niet konden volgen en even later waren er nog slechts negen stoot- troepers want ook Magni en Dar rigade moesten lossen. Ver achter hen had Nolten zich intussen los gemaakt van Bartali om met Ser ra de tocht voort te zetten, terwijl Gerrit Voorting zich enige1 plaat sen naar voren werkte. Maar dit alles speelde zich vele minuten De Vlaamse machtrenner Lucien Buysse, die in de Tour de France van 1924 helper was geweest van de kleine Italiaan Bottechia, kreeg van zijn fabriek ook in 1925 opdracht de Milanese metselaar alle mogelijke hulp te verlenen. Voor Bottechia, die als de voorloper wordt beschouwd van de campionissimi Binda, Bartali en Coppi, was die Belgische hulp van de hoogste waarde. Hij had er in 1924 de eindoverwinning aan te danken gehad, endank zij Buysse zou de Italiaan ook de Tour de France 1925 in zijn zak steken. Het ivas de Tour met de meeste étappes tot nu toe: achttien stuks met Cherbourg- Brest als de langste. Bottechia liet niets aan het toeval over en begon al ijiet in de eerste rit de gele trui te be machtigen. Maar de volgende dagen kreeg hij 't aan de sfoK met de Belg Benoit, die zich van de superioriteit van dc :ombinatie BottechiaBuysse niets aantrok en in de 3e etap pe het kostbare shirt verover de. Vier dagen lang reed Be noit in het kostbare kleding stuk door Frankrijk. Toen kreeg hij pech, was volgens 't reglement verplicht zelf de schade aan zijn fiets te herstel len en verloor de gele trui aan zijn rivaal Bottechia. Toen kwamen de bergen! En Bot techia mocht dan uit Italië ko men, waar 'n bergtop minder of meer niet geteld wordt, zijn klimmerscapaciteiten waren ioch niet zo geweldig als die van Benoit. Opnieuw ging de gele trui om Belgische schou ders. Toch zou Benoit niet met een achtste overwinning voor zijn land uit de bus komen, want tegen het einde van de Tour werd hij zieik. Met de moed van de wanhoop sleepte hij zich voort, masseerde zich zelf al rijdende, doch Botte chia en Buysse, de twee verte genwoordigers van de Automo- to-fabrieik, profiteerden van deze gelegenheid om hun merk opnieuw op de voorgrond te brengen. Zo draaide de Tour de France 1925 opnieuw uit ap een zege van Bottechia. Voor Lucien Buysse, die een jaar eerder genoegen had moe ien nemen met de derde plaats, was ditmaal de tweede bestemd! Eindelijk Buysse! Eindelijk, in 1926, was de beurt aan de sterke Vlaming. Hij kreeg van zijn baas volle dige vrijheid als beloning voor zyn aan Bottechia bewezen diensten in de beide vorige Ronden. Buysse verrichte in deze Tour een prestatie die nog steeds als een van de grootste heldendaden uit de Tour de France wordt be schouwd. Met bijna een half uur ach terstand op zijn landgenoot v. Slembroek begon Buysse aan de zware rit van Bayonne naar Luchon, dwars over de Pyre neeën. Een onmenselijke op gave. De start werd gegeven toen reeds urenlang een vre selijk onweer woedde. Na nog géén km waren de renners doornat. Ze krompen ineen bij iedere donderslag, die onheil spellend door 't gebergte roi- de. Het menselijk weerstands vermogen werd tot het uiterste op de proef gesteld. Bottechia en Benoit, de twee grote riva len van 1925 vielen van uit putting van de fiets en gaven op. Stuk voor stuk lieten deel nemers zich langs de weg rol len, één was er slechts, die de elementen tartte en doorploe terde door 't slijk tot hij on kenbaar was geworden van he: vuil: Lucien Buysse. Meer dan 17 uur deed hij over deze af schuwelijke todht, waarin de Tourmalet, de Aubisque, de Peyresourde en de Aspin moesten worden beklommen. Met enorme verschillen be reikten in totaal slechts twaalf renners Luchon. En Buysse stond met vele minuten voor sprong aan de leiding van het klassement. Hij behield de gele trui tot Parijs en toonde daardoor tot welke prestaties hij ook in 1924 en 1925 in staat zou zijn geweest als hij toen voor zijn eigen kans had mogen rij den De Luxemburger Nicolas Frantiz, twee jaar eerder ais tweede geëindigd, nam ook nu deze plaats voor zijn rekening. Voor Lucien Buysse was het de laatste Tour de France ge weest. Hij was toen 33 jaar en vond het tijd om met de wiel rennerij te stoppen, althans 't grote werk niet meer aan te pakken. Tegenwoordig heeft hij een hotel in Gent. Er waren nu sinds 1903 twin tig Tours de France gereden. Slechts negen keer was een Fransman erin geslaagd om de zege te behalen, acht keer vóór de eerste wereldoorlog. Henri Pélissier was de enige landge noot van Henri Desgrange ge weest die de laatste jaren in de gele trui triomfantelijk de Prinsentoaan was opgereden. België heeft in de loop der jaren vele grote Tour renners gehad: Defraeye, Marcel en Lucien Buysse, Filip Thijs, Lambot, enz in de eerste vijf en twintig jaren, later Romain en Sil- vère Maes; Daneels, de Ver- vaeckes, Vissers, enz. Een heel grote" zou ook Hec tor Martin zijn geworden, die zich in 1925 en 1926 al j ontpopte tot een klimmer van formaat. Maar zijn de finitieve „doorbraak" zou hij niet beleven In het najaar van 1926 nam hij deel aan een oefen race over de Vlaamse we gen. Het peleton reed in de richting van Roeselaere. Uit de tegenovergestelde rich ting kwamen drie renpaar den. Vlak bij de renners schrok een der dieren voor een passerende auto en het sprong midden in het pele ton! Alle renners tuimel den op de grond. Er waren veel gewonden, maar het ergste was Martin er aan toe. Hij brak een arm, zijn andere werd geheel ver splinterd. Maandenlang lag hij in 't ziekenhuis en toen ihij eindelijk naar huis mocht, was hij een gebro ken mens, zonder lichaams krachtDe Vlaamse wie- Ierwereld leed een groot verlies. Zo kon men begrijpen dat de Tour-organisator in L'Auto ging aandringen op de vorming van een nieuw Frans renners corps, dat de glorie uit de eer ste jaren van de Ronde historie zou doen herleven. Hij hoopte in 19'27 daarvan reeds de vruch ten te kunnen plukken. Maar ook België zou een nieuwe ge neratie naar de Tour zenden achter de kopmakkers af die on bedreigd voortjoegen naar Be ziers. Op het koolasbaantje waag de niemand zijn leven aan een sprint, behalve Lauredi, tegen alle instructies van zijn ploegleider in, in plaats van Bobet de eer en vooral de minuut bonificatie te gunnen zelf resoluut op de eerste plaats afreed. Vier Fransen op de eerste plaatsen was voor Beziers uiter- aard het mooiste Tourfestijn dat men zich kon denken. Astrua werd vijfde, gevolgd door Wagt mans, zeven minuten later kwam Suijkerbui.jk binnen die met Bo ber, Darrigade en Magni inge lopen was. Goed anderhalve mi nuut daarna arriveerde Nolten Gerrit Voorting had bijna twaalf minuten achterstand. Zijn broer Adri en Roks reden een kleine 20 minuten na Lauredi binnen en van Est en van Breenen noteer den bijna een half uur. Robic kwam met vijf knechts en een hele troep achterblijvers nog veel later, maar omdat het peloton meer dan 15 procent bevatte van net totaal aantal renners van-' i avond nog 88 mag het in zijn geheel morgen nog vertrekken. Hoe radicaal de omwenteling vandaag op de ranglijst is ge weest blijkt, uit de posities van Ernzer, Robic, van Est. Renaud die respectievelijk 11, 21, 11 en 19 plaatsen zijn teruggezakt. De uitslag 1 Lauredi (Fr.) 5 uur 18 min. 41 sec.: 2 Geminiani (Fr.) z.t.; 3 Bobet (Fr.) z.t.: 4 Rolland (Fr.) z.t.; 5 Astrua (It.) z.t.: 6 Wagt mans (Ned.) z.t.; 7 Mirando (Fr. Z.O.) z.t.; 8 Close (Belg.) z.t.; 9 Mallejac (Fr. W.) z.t.; 10 Magni (It.) 5.25.40; 11 Darrigade (Ff. Z.W.) z.t.; 12 Bober (lie de Fran ce) z.t.; 13Suykerbuyk (Ned) z.t.; 14 Bauvin (Fr. N.O.C.) 5.27.14; 15 Nol ten (Ned.) z.t.; 16 Fore- stier (Fr. N:O.C.) z.t.; 17 Serra (Sp.) z.t.; 18 Bartali (It.) 5.30.30: 19 Schaer (Zwits.) z.t. 22 Drei (It.) z.t.; 21 Dacquay (Fr. N.O.C.) z.t.; 22 Gerrit Voorting (Ned.) z.t.; 27 Roks 5.38.27; 29 Adri Voorting z.t.; 41 Van Est 5.46.22; 47 Van Breenen z.t. DE NEDERLANDERS Wagtmans belooft BEZIERS, Donderdagavond. Aan de finish stond Wagtmans vanavond met een voldaan gezicht een fles spuitwater te drinken. Hij had de hele dag de hitte van het zwaarste gevecht gedragen en een uitstekende zesde plaats ver overd. „Natuurlijk ging ik hier niet sprinten", zei de Bredanaar. „Ge kunt op dit losse gruispaadje amper op de fiets blijven zitten. Maar ik heb vandaag eens „lek ker kunnen vlammen" en dat zul len we de komende dagen nog wel eens meer van hem zien. Suijkerbuijk moest natuurlijk ver tellen over de ontsnapping, waar van hij o -k zo lange tijd deel had uitgemaakt. Hij was een van de eersten geweest, die de benen nam, en daarna had ook Wagt mans zich bij de vluchtelingen aangesloten. Roks was content dat hij een flinke stoot had gegeven tot verdere versplintering van de hoofdmacht en Adri Voorting, die zich vlak bij Robic had bevonden, vertelde de juiste toedracht van de val van de Fransman. De enige die helemaal niet te vreden was, was Wim van Est, die er zich over beklaagd, dat er geen enkele kans was geweest om te ontsnappen. „Ik had iedere keer direct een paar Belgen aan het wiel", zei de St. Willebrorder, „maar een ander lieten ze gaan". Jan Nolten had bij het afdalen van de tweede berg een lekke band gehad, doch zijn voorsprong was groot genoeg om niet inge haald te worden. Toestand in Egypte verbeterd CAIRO, 16 Juli. Het Britse hoofdkwartier in de Suezkanaal- zone heeft vandaag bekend ge maakt, dat de Britse controle op het weg- en treinverkeer van en naar Ismailia met ingang van vandaag zal worden gestaakt. De controle werd Maandag j.l. ingesteld, nadat Egypte een Brits ultimatum, waarin de terugkeer van een Britse luchtmachtsoldaat werd geëist, had verworpen. Nimes: De Korinthische tempel dateert nog van keizer Augustus. Romeinse kunst, bijvoor beeld een fraaie „Venus" en bij de Jar din de la Fontaine staat een sierlijke tempel, die tweeduizend jaar gele den toegewijd was aan de heidense godin Diana. In de nabijheid van Nimes ligt over het riviertje de Gard een hecht en fraai aquaduct dat ongeveer 20 jaar voor Christus' geboorte gebouwd is. Rond de oude, goed be waarde stadskern is een ring van moderne huizen, gebouwen en fabrieken aan gelegd. De straten in de binnenstad zijn schots en scheef, in de buitenwijken liggen boulevards, die aan gelegd zijn zoals het nu moet. Maar waarschijnlijk zijn die scheve straten, de over blijfselen van de oude Ro meinse gebouwen, wel zo aardig voor de tourist. Hij heeft er tenslotte de tijd voor om maar een beetje te dromen. „Dan staan die oude dingen hier toch niet voor niets", zegt de bedrij vige man uit Nimes. Maar hij is er stiekum toch wel trots op. MIMES is een merkwaar- dige stad, als men ver gelijkingen trekt met de wijde omgeving. Het ligt in een gebied waar 't klimaat bijna sub-tropisch is, en de oude stad is bijna een mu seum. Maar het stelt zich niet tevreden met de medi tatie over het verleden en het mooie weer, het is een drukke en ondernemende handelsstad. De fabrieken maken er hoeden, tapijten, chocolade, biscuits en zijde en het han delsverkeer in deze plaats van meer dan honderddui zend inwoners gaat daar naast voornamelijk over wijnen en spiritualiën. En toch is er veel, dat een rustig en mijmerend leven in de hand zou werken. Er is een Romeins amphi-thea- ter, waar dat van Arles niet tegen op kan, het oudheid kundig museum is ingericht in een prachtig bewaarde Korinthische tempel, ge bouwd in de tijd van keizer Augustus. Het bevat vele voorbeelden van Gallisch- 1. Frankrijk Noord Oost Cen traal 217.10.14 2. Frankrijk West 217.43.38 3. Nederland 217.46.54 4. Frankrijk Nationaal 217.54.57 5. België 217.55.18 6. Italië 218.27.05 7. Ile de France 218.47.40 8. Spanje 219.29.11 9. Luxemburg 219.41.10 IC. Frankriik Zuid Oost 219.43.09 11. Frankrijk Zuid West 219.45.56 12. Zwitserland 219.50.59 BEZIERS, 15 Juli t- Het algemeen klassement luidt thans: 1. Mallejac (Fr. W. 72.45.10 2. Astrua (It.) 72.46.23 op 1.13 3. Bobet (Fr.) 72.48.23 op 3.13 4. Bauvin (Fr. N.O.C.) 72.49.34 op 4.24 5. Close (Belg.) 72.49.51 op 4.41 6. Mahe (Fr. W.) 72.50.70 op 4.57 7. Lauredi (Fr.) 72.51.05 op 5.55 8. Schaer (Zwits.) 72.51.18 op 6.08 9. Anzile (Fr. N.O.C.) 72.52.30 op 7.20 10. Rolland (Fr.)72.52.59 op 7.49 11. Geminiani (Fr.) 72.53.25 op 8.15 12. Mirando (Fr. Z.O.) 72.59.14 op 14.04 13. Ernzer (Lux.) 72.59.20 op 14.10 14. (29) Wagtmans (Ned.) 73.00.42 op 15.32 15. (17) Gerrit Voorting (Ned.) 73.04.12 op 19.02 16. Bartali (It.) 73.05.30 An 20.20 17. Magni (It.) 73.08.18 op 23.08 18. (7) Van Est (Ned.) 73.09.01 op 23.51 19. (14) Roks (Ned.) 73.11.04 op 25.54 20. Rosello (It.) 73.11.42 op 26.32 27. (40) Suyk°"buyk (Ned.) 73.20.23 op 35.13 31. (44) Nol ten 73.26.25 op 41.15 33. (28) Van Breenen (Ned.) 73.28.04 op 42.54 50. (60) Adri Voorting (Ned.) 73.51.05 op 1.05.55 In een overigens wel be trouwbaar blad lazen we dat een telepaath vorige week in Haarlem heeft voorspeld dat Hugo Koblet Parijs niet zou halen. Ook Bartali zal, eveneens tengevolge van een val, de Tour niet uitrij den. De Nederlanders wel: Wagt mans eindigt zelfs op de derde plaats en volgens de telepaath, die Burlisto heet. wordt onze na tionale ploeg derde in het ploe- genklassement. We zullen meneer Goddet het adres van die Neder landse profeet eens toesturen. Alex Close, die nog al last heeft van al die bergen heeft ge zegd: Het eigenaardige van het geval is, dat ge bij ons in de Ardennen toch niet achter iedere bergaf weer een bergop hebt, ge lijk hier. We hebben nu al eens het avontuur beleefd van Hassenfor- der, wiens fiets zoek was bij de start, dezer dagen overkwam het de Spaanse ploegleider dat hij iets kwijt was. Zijn chauffeur na melijk. Na lang zoeken vond men de manop de achterbank van de auto. Hij lag zijn roes uit te slapen, want de wijn was hem te koppig geweest. De ploegleider smeet een emmer water over de arme kerel en toen dat zelfs niet hielp heeft hij heel hard „caram- ba" geroepen en is vervolgens maar zelf achter het stuur ge kropen. Concurrentie is een wreed ding, vrienden. Toen Le Guilly in de tiende rit een lekke band kreeg voor de beklimming van de Aubisque riepen zijn ploegmaten hem toe: „tot ziens, hè kerel", maar de kleine Jean was daar door zo verontwaardigd dat hij er al zijn force tegenaan smeet en na Lorono het snelst de berg be steeg. En de gele trui is ook niet alles. Wist u dat Hassenforder in die paar dagen dat hij de kleurige onderscheiding droeg, precies 6 kilo is afgevallen? Logisch dat de man moest opgeven. In Pau klaag de hij er al over dat hij er geen 30 km per uur meer kon uitper sen. ALBI DOVDF.RDAC 16 JUI.I (i -•k-fl tr Mimk.rrr-M.miT F, tU NIMES ZATERDAG 18 JULIj MUfursuavtBf» BEZIERS VRIJDAG 17 JUU WOENSDAG 15 JUU 1 V I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1953 | | pagina 5