Nederlandse ploeg en Louison Bobet
de grote winnaars van de 18e etappe
Binda staakte de strijd en Franse equipe
voerde Leducq naar de eindzege
Algemi
ïmeni
Jverteert
dit blad
Hoofdstad van Gallië
en van de zijde
Nescafé
in twee
tellen
klaar!
em Henstra
DE GRAAF
i dan,
Montere Jan Nolten9 ondanks
lekke bandop tweede plaats
Wout Wagtmans:
thans negende
Vijftig jaar Tour de France (XIII)
Belgen verloren doordat Aerts
geen Vlaams wou praten!
Acht etappes
voor Pélissier
PLOEGEN
KLASSEMENT
Donderdag 23 Juli 1953
Pagina 5
>rofiteer van
nschap heeft
7 an de vele
ïven veraan-
'an die goede
- in 2 tellen
lak - 100
an.
ING
in een kop;
P-
jt melk en
y2 kg
runderlappen 1.50
varkenslap 1.50
en varkens
gehakt 1.50
ijes 1.50
mvlees v.a. 1.00
g. rauw rundvet
3.—
g. reuzel 3.
1XTRA RECLAME
metworst 0.60
200 gr.
'orst
lamworst
orst
vorst
vorst
tspek
0.60
0.60
0.60
0.60
0.60
0.70
0.80
idderstraat 20
Edammer kaas
3 Va pd. 3.09
500 gr.
e volvet 1-20
e belegen 1.50
e zeer oud 1.65
100 gr.
mer 40pl.
belegen 29
mer zeer oud 34
i volvet 28
zeer oud 33
grasboter, verpakt
•lm 1.05
ATTENTIE
tide week wegens
tantie gesloten,
►ecialiseerd voor
ne kaassoorten
straat 15 Alkmaar
unt U profiteren
an de
ijzonder lage
rijzen
i
ïeubelen, bedden
ipijten, restanten
■oor
ENSATIE-
'RIJZEN
an 1 tot 10 Aug.
ijn. wij
esloten wegens
acantie.
'nidsen 109
Ukmaar
(Telefonisch van onze speciale verslaggever
BRIANCON, Woensdagavond De Izoard heeft het
vonnis geveld. De ruigste reus in de hoge Alpen
als een reusachtige, brokkelige pyramide op het acht
tiende traject in de Tour de France geplaatst is van
daag het toneel geweest van een huiveringwekkende
strijd tussen zich afbeulende renners. Een strijd ook van
de ronde-soldaten tegen materiaaldefecten en tegen een
alles verschroeiende zonnehitte, die de verschrikkelijke
hellingen bedekte met een trillende luchtlaag. Uit dit ge
vecht is de grote kampioen van deze Tour Louison Bobet
als grandioze overwinnaar tevoorschijn gekomen. Doch
tegelijk heeft de beste ploeg in de moeilijkste etappe de
plaats bevochten, waarop zij in alle voorgaande etappen
bewezen had, recht te hebbenNederland heeft de leiding
genomen in het ploegenklassement.
De kranige manschappen van
Pellenaars, die met twee man
vertegenwoordigd waren in de
eerste tien van de uitslag te
Briancon, staan op het punt de
twee en een half millioen francs
te veroveren, die zijn uitgeloofd
voor die toursectie, die in haar
geheel de beste prestaties ver
richt. Met acht minuten voor
sprong gaat de Nederlandse equi
pe, die Adriaan Voorting heeft
moeten prijsgeven aan het nood
lot, de slotfase van deze ronde in.
Meer dan vijf uren heeft de
colonne deze Woensdag gereden
door een streek, waarin veelvou
dig alle verschrikkingen, die de
bergen kunnen bieden, vertegen
woordigd waren.
Als honderdduizenden slordig
opgetaste stenen lag het ene rots
massief na het andere op de weg
tussen Gap en Briancon met de
Vars en Izoard als de wreedste
beulen. Plukken mos en spichtig
naaldhout vormden de enige
groene plekken tegen de hellin
gen. Op de top was niets meer te
bespeuren van leven. Heel in de
diepte herinnerden alleen nog de
stalen masten van het electrici-
teitsnet aan het bestaan van men
sen. In woeste kronkelingen zoch
ten bruisende bergbeken zich een
weg naar de dalen.
Boven dit alles koepelde zich
een diepblauwe lucht, waarin
voor het eerst sinds vijf dagen
het tourleger een klein wolkje
ontdekte.
Dit was het decor, waartegen
zich vandaag de strijd afspeelde,
die beslissend is voor het slot-
resultaat van de Tour de France
1953.
Gap, op 750 meter boven de
zeespiegel, was het vertrekpunt
voor de colonne. In de eerste tien
kilometer steeg de weg al ruim
honderd meter, waarna op een
plateau, dat zich tot de vijftigste
kilometer uitstrekte, de renners
zich konden prepareren op het
duel met de bergreuzen. Met ver
onachtzaming van alle wetten, die
een tactiek in de bergen voor
schrijft, braken nauwelijks bui
ten Gap drie Fransen uit de nog
compacte rangen: Deledda van de
nationale ploeg, Quennehen en
Dacqauy van de Noord-Oost-Cen-
trale sectie.
156 km voor Briangon waagden
zij zich aan een ontsnapping, die
bij voorbaat tot een debacle ge
doemd was. Niemand immers kan
ongestraft de kronkelige wegen
naar de voet van de Vars bewan
delen om daarna over te scha
kelen op de klim-versnelling om
twee mastodonten van bergen te
bedwingen. En toch: anderhalve
minuut voorsprong voor 't Franse
driemanschap na 25 km en vijf
minuten op het punt waar de
borstelige voet van reus Vars de
hoogvlakte raakte.
Zou de hoofdmacht, die zich als
een steeds verder uitrekkend
elastiek over de smalle weg voort
bewoog, dit verschil nog kunnen
overbruggen?
De voorsprong groeide aan tot
negen en een halve minuut in de
eerste lussen van de Vars-glooiing.
Maar op de verbeten gezichten
van de drie koplopers werden de
eerste tekenen van vermoeidheid
zichtbaar. Het zweet liep in
straaltjes van hun voorhoofd in
hun shirt, dat weldra doorweekt
was. Het hete stof schroeide de
benen en het smeltende teer zoog
met elke omwenteling van de
wielen iets van de voorsprong af.
Halverwege de helling, voor de
zelfde bergen waar Bartali vijf
tien jaar geleden de koppige Belg
Filicien Vervaecke had losgegooid
om zijn eerste slag in de Alpen
te winnen, moest Dacquay zijn
twee gezellen alleen verder laten
gaan. Zijn enorme wilskracht
redde hem voor een val naar de
grote groep, maar elke pedaal
slag leverde hem een klein ver
lies op, dat door de hijgende
Fransman niet meer goed te ma
ken was.
In de hoofdmacht werden nu
de eerste scheuren zichtbaar. De
Zwitser Schaer, nog altijd in het
groene leidersshirt van het pun
tenklassement, worstelde zich het
eerst los. Maar zoals een tijger
zijn prooi bespringt vloog Bobet
naar hem toe, bleef even achter
hem en gooide vervolgens met
een schokkende demarrage de
Zwitser los. Tegelijk echter
scheurde Lauredi, de koning van
de Aubisque, zich uit de groep,
passeerde Schaer en bereikte Bo
bet, om samen met de Fransman
de beklimming voort te zetten en
in te lopen op de drie coureurs
voor zich. Achter Bobet en Le-
rono werd weldra een lange witte
figuur zichtbaar: Jan Nolten, die
eveneens een Spanjaard, Serra,
tot gezelschap had. Maar de mach
tige pedaalslag van de Limburger
was weldra te veel voor de zui
derling. Twee kilometer voor de
top moest hij Nolten alleen ver
der laten gaan. Meer dan gehal
veerd was de voorsprong van
Deledda en Quennehen op drie
kwart van de helling. Met de
moed der wanhoop worstelde het
tweetal zich verder omhoog. Ach
ter hen Dacquay, die nog altijd
slechts met millimeters zijn ach
terstand zag aangroeien en ver
der naar beneden Bobet en Le
rono, vervolgens Nolten, dan
Serra en als nieuwe moot van de
totaal verbrokkelde hoofdmacht
was nu de gele trui van Mallejac
zichtbaar. Ook Astrua volgde met
Bartali, Lazarides enz. Meer dan
21 meter hoog gaf het spandoek
het hoogste punt van de Vars aan.
Volkomen uitgeput bereikten
Deledda en Quennehen als eersten
de top met vijftien seconden ach
ter zich de wanhopig vasthou
dende Dacquay. Minder dan an
derhalve minuut waren Bobet en
Lerono slechts achter, Nolten
volgde een kleine minuut na hen,
vervolgens Serra, Mallejac, As
trua en Bartali. In het gezelschap
van de sterkste internationale
klimkoningen zat Wagtmans op
nauwelijks vier minuten van de
kop, van Est - 25 seconden daar
achter. Drie Nederlanders dus in
prachtige positie en nog niet ge
tekend door de verschrikkingen
van de 1500 meter hoge beklim
ming over nauwelijks dertig kilo
meter rijden. Van Breenen was
de vierde Nederlander op een
kleine zeven minuten en geen
tien seconden achter de Amster
dammer wrongen Roks en Suy-
kerbuyk en Gerrit Voorting zich
over de top.
Alleen Adri Voorting ontbrak.
Bij de start al klaagde hij over
zijn gekneusde voet en een on
willige spier. Elke pedaalslag zou
een nieuwe marteling voor hem
betekenen, maar toch zette de
kranige Haarlemmer door. 28
minuten achterstand telde hij op
de top van de Vars, het ellendige
gevoel van een strijd zonder enig
uitzicht te moeten voeren, trachtte
hij van zich af te zetten. Maar
hoe zou hij zich in de afdaling
geheel alleen staande kunnen
houden, terwijl de pijn hem
steeds verder in een wurgende
greep nam? Toch zette de jonge
Voorting door, al groeide de kloof
tussen hem en de voorste ren
ners voortdurend aan. Slechts zijn
wilskracht hield hem overeind bij
deze afschuwelijke rit.
Op weg naar het dal, aan de
voet van de Izoard, legde Bobet
al zijn troeven op tafel. Bezeten
door de wil in deze moeilijkste
rit van de Tour zijn grote triomf
te vieren, stortte de Fransman
zich over de gevaarlijke lussen
tussen de grauwe rotswand en het
begerig gapende ravijn. Met on
weerstaanbare rukken smeet hij
Lerono van zich af, haalde ver
volgens Dacquay in en stormde
in een niet te stuiten vaart ook
voorbij Deledda en Quennehen.
Bobet had de run naar de over
winning ingezet.
Het bergpad werd intussen
steeds smaller en het wegdek
bestond hier nog slechts uit leem
en puntige keien. De tegenslag
maaide met brede slagen door de
rangen. Corrieri reed een band
aan flarden, Rolland moest een
nieuw tube leggen, Suykerbuyk
voelde beide banden tegelijk leeg
lopen, Debruijne en Desmedt rol
den over elkaar, Roks moest ach
terblijven om eerst zichzelf en
daarna van Est aan een nieuwe
band te helpen en Rossello moest
tot driemaal toe afstappen om zijn
fiets te herstellen.
Op vijftig kilometer van het
eindpunt begon de beklimming
van de moeilijkste col van de
Tour, de Izoard. Aanvankelijk nog
tussen lieflijk groen, maar wel
dra in het sombere kader van
glinsterende rotsen en roestbruine
keien, kronkelde de berg in dui
zend bochten naar boven. De
brandende ogen der renners
smeekten om licht in de 'nauwe
tunnels, waarin het water langs
de wanden lekte. Tussen groepjes
toeschouwers waren nu veel Ita
lianen zichtbaar, die met harts
tochtelijke kreten en smekende
Het jaar 1930 betekende in de historie van de Tour de
France een nieuwe mijlpaal: voor het eerst was Desgrange,s
levenswerk een officiële landenwedstrijd! Vijf ploegen, elk
van acht man, kwamen aan de start: Frankrijk, België,
Italië, Duitsland en Spanje. UAuto nam de kosten mate
riaal, verzorging, voedsel en logiesvoor haar rekening.
Ze deed dat niet voor de zestig „toeristen", die tegelijker
tijd meereden. Die werden nog betaald door de fabrieken.
Onderd ie toeristen bevonden zich verschillende tenners
van naam, o.m. de Belg Lucien Buysse, die van 1924 tot
1926 achtereenvolgens 3de, 2de en 1ste was geëindigd.
Hij zou als 38-jarige in de Pyreneeën nog betere prestaties
verrichten dan zijn landgenoten van de nationale ploeg!
Reeds in de eerste etappe
kwam het tot een scherp duel
tussen de jongste van de Pélis-
siers, Charles, en de Italaanse
campionissimo Alfredo Binda,
de huidige leider van de
„Squadra Azzura". Pélissier, de
hazewind van de Franse ploeg,
die liefst acht etappes zou win
nen, ontsnapte kort voor het
eindpunt uit het peloton. Binda
zette onmiddellijk de achter
volging in, kwam bij „Char
iot", maar moest zich in de
sprint aan de Fransman ge
wonnen geven. De twee tegen
standers bleven elkaar ook de
volgende ritten beloeren en in
de etappestad Bordeaux bereik
te de rivaliteit zo'n hoogtepunt
dat Pélissier de Italiaan aan 't
shirt trok en daarom gedis-
Binda kreeg de volgende dag
qualificeerd werd.
een geweldige inzinking, kwam
met een uur achterstand bin
nen, maar herstelde zich in de
Pyreneeën, waar dit jaar
„muis" Benoit Faure de beste
klimmer bleek. Laterbrak Bin
da zijn zadel en nu gaf hij ont
moedigd op.
Zijn taak werd overgenomen
door Guerra, de leeuw van
Mantua. Deze wist zelfs de gele
trui te bemachtigen, doch hij
werd onttroond door Leducq.
In de etappe Grenoble-Evian
kwam Leducq bij het afdalen
van de Galibier tweemaal te
vallen. Volkomen gedemorali
seerd lag hij weldra bijna een
kwartier achter op Guerra en
de Belg Demuysere, die in het
algemeen klassement de twee
de en de derde plaats bezetten.
Plotseling kreeg Leducq, die
ver achter het peloton over de
weg zwalkte, zeven landgeno
ten in het zicht, die zich uit de
groep hadden laten terugval
len. Ze kwamen hun kopman
halen. In een verschrikkelijke
achtervolging met een snelheid
van bijna 50 km per uur kwa
men de Fransen mét Leducq
terug bij het peloton. Voort
raasden de Fransen op zoek
naar Guerra en Demuysere.
Ook die werden ingehaald en.
in de eindsprint te Evian zege
vierde Leducq!
Hij zou ook de eindoverwin
naar zijn van 1930 en het is
duidelijk dat hij deze Tour
zege dankte aan de solidariteit
van de Franse equipe. Guerra
werd tweede en Magne derde.
Franse ploeggeest.
Binda ontbrak in 1931 op
het appèl, maar hij had in de
pijlsnelle Di Paco een waar
dig plaatsvervanger. Ook de
Spanjaarden verschenen nu
niet, maar Desgrange vormde
een Zwitsers-Austral. ploeg
met de befaamde lange-af-
standrijder Opperman. Vóór
de karavaan de bergen op
klom. hadden al zeven ver
schillende coureurs de gele
trui gedragen en had de ko
ning van de Belgische kermis-
courses, Alfred Hamerlinck al
twee étappes op zijn naam ge
bracht. In de Pyreneeën begon
traditiegetrouw de grote strijd
In de zwaarste étappe bleken
de Belgen Schepers en Demuy
sere de bergkoningen, maar
Antonin Magne verstond de
kunst van het afdalen beter
en zo won hij toch deze rit!
De ploeggeest was bij de Fran,
sen weer prima.
In de rit van Nice naar
Gap verloor Magne. die nu de
gele trui droeg, een verwoede
aanval van Demuysere en de
Italiaan Pesenti, maar als
grote redder in de nood daag
de Charles Pélissier op, die
zijn kopman terug naar voren
bracht. En toen Magn.e in de
derde Alpenrit wederom in
moeilijkheden raakte werd hij
door Benoit Faure terug naar
de kop gesleept!
Zo won Magne, die nog al
tijd een wielerautoriteit van
grote naam is zijn eerste Tour
de France met Demuysere op
de tweede en Pesenti op de
derde plaats.
De Belgen legden met De
muysere, Rebry (4de) en de
,oude" Dewaele (5de) beslag
op de 1ste plaats in het lan-
denklassement.
1932 zou nogmaals 'n Fran
se Tour-zege brengen. Nu was
het evenals in 1930 Ardré Le.
Charles Pélissierhaze
wind, die in 1930 acht
etappes won
ducq die ni de tweede rit de
gele trui veroverde en ze be
hield tot in Parijs! In de
Belgische ploeg boterde het
niet te best omdat de Brusse
laar Jan Aerts weigerde
Vlaams te praten tegen zijn
teamgenoten. De dreigementen
van ploegleider Karei van
Wynendaele hielpen niet en
zo gingen zelfs de tweede en
derde plaats voor onze Zui
derburen verloren. Die wer
den bezet door de Duitser
Stoepel en de Italiaan Ca-
musea. Eerste Belg was de
ex-wereldkampioen Georges
Ronsse, die weliswaar over
zijn hoogtepunt heen was maar
toch de vijfde plaats voor zijn
rekening nam.
De beste klimmers in 1932
waren „muis" Benoit Faure
en de „Spaanse vlo" Trueba.
Tijdens het afdalen werden
ze echter door Leducq ver
slagen.
gebaren Bartali en Astrua aan
moedigden. Met flessen en busjes
werden de renners begoten met
fris water en hier en daar zag
men verstolen de favorieten op
geduwd worden.
Bobet handhaafde ook in deze
allerzwaarste klim zijn voor
sprong. Maar achter de Fransman
was Nolten aan zijn opmars be
gonnen. Hij joeg achtereenvolgens
Lerono, Dacquay, Deledda en
Qennehen van hun plaatsen en
op vijf kilometer van de top lag
hij tweede, ruim een minuut ach
ter Bobet.
Van Est en Wagtmans, die
klommen alsof St Willibrord en
Breda altijd in de bergen hebben
gelegen, bevonden zich bij Bar
tali en van Breenen liep nog twee
minuten op Gerrit Voorting uit.
De door pech geteisterde Roks en
Suykerbuyk telden hier twaalf
minuten achterstand.
Van een weg naar de top van
de Izoard was geen sprake meer.
Het nauwe pad was amper be
gaanbaar, laat staan te berijden.
Als reuzennaalden prijkten in het
ravijn kale rotspieken en de over
hangende steenmassa's schenen de
renners te zullen vermorzelen.
Maar Bobet zette door. In een
grauwe mistwolk van bijtend stof
zwoegde hij omhoog. Steeds dich
ter naderde hij de verlossende
top. En weer zou de overwinning
inderdaad ten deel vallen aan de
beste klimmer, die op de Tour-
malet en de Aspin nog slechts
een sluier had opgelicht van de
macht waarover hij beschikte.
Ruim drie en een halve minuut
voor Nolten bereikte Bobet de
top. Lerono was nog derde ge
bleven met vier minuten. Daarna
volgden Serra (7.20), Geminiani
(.7.35) en Bartali, die, evenals
Dinsdag/.had moeten passeren
langs Coppi, Milano en Carrea,
die met zoveel comfortabeler
auto's de Izoard hadden beklom
men.
In de 24 km. lange afdaling
naar Briancon dreigde de tweede
plaats voor Nolten nog verloren
te gaan. Een lekke band teisterde
hem, doch gelukkig was Pelle
naars. wiens commandojeep de
verschrikkingen van deze etappe
had overleefd in de buurt om
hem razend snel te helpen. Wel
iswaar groeide de achterstand
van de Limburgse grimpeur iets
aan, maar hij werd niet meer van
zijn positie verdrongen. Het nood
lot trof hier Van Est voor de
derde keer. Weer sprong een
band kapot en hij verloor kost
bare minuten met het leggen van
een nieuwe. En Bartali. die zich
van Wagtmans en Close had los
gemaakt, moest di# tweetal nog
voorrang geven in de straten van
Briangon, waar hij zijn achter
band stuk reed.
Een orkaan van applaus barst
te los, toen Louison zegevierend
de etappe besloot. Mallejac. die
met bijna elf minuten achter
stand aankwam, zag zich de lei
ding in het algemeen klassement
ontgaan en de charmante Loui
son werd onder uitbundig geju
bel van de duizendkoppige mas
sa bekleed met het gele leiders
gewaad, dat hij menselijkerwijze
gesproken zoals wij Maandag
in Monaco hebben voorspeld
niet meer zal afstaan.
Wagtmans kon door de tegen
slag van Bartali de achtste plaats
inrekenen en Suijkerbuijk was
de derde Nederlander, tengevolge
van defecten die Van Est tot drie
maal toe waren komen treffen.
Doch ondanks de ongelukken, die
vandaag de sectie Pellenaars
teisterden, vierde zij de triomf
van de leiding in het ploegen
klassement. De schitterende
tweede plaats van Nolten, het
prachtige verweer van Wagt
mans en de wilskracht van Suij
kerbuijk bezorgden Nederland in
de ploegen-dagrangschikking de
tweede plaats, doch de leiding in
de algemene stand!
Wij onderstrepen wat we gis
teren schreven: Onze landgeno
ten staan op het punt de ploe-
genprijs van de Tour de France
mee naar Nederland te brengen.
De uitslag
1. Bobet (Fr.) 5.11.17.
2. Nol ten (Ned.) 5.16.45.
3. Lerono (Sp.) 5.17.14.
4. Serra (Sp.) 5.19.39.
5. Close (België) 5.19.47.
6. Lazarides (Fr. Z.O.) 5.21.01.
7. Schaer-(Zwits.) 5.21.02.
8. Wagtmans (Ned.) 5.21.05.
9. Bartali (It.) 5.21.46.
10. Geminiani (Fr.) 5.22.05.
11. Astrua (It.) z.t.
12. Mallejac (Fr. W.) z.t.
13. Mahe (Fr. W.) 5.22.10.
14. Teisseire (Fr.) 5.23.18.
15. Lauredi (Fr.) 5.23.33.
16. Impanis (België) 5.23.37.
17. Magni (It.) 5.24.17.
18. Huber (Zwits.) 5.24.20.
19. Bober (lie de France) 5.25.45.
20. Rolland (Fr.) 5.26.05.
27. Suykerbuyk (Ned.)
5 29 37
30. va n Ést (Ned.) 5.31.39.
33. Roks (Ned.) z.t.
39. Gerrit Voorting (Ned.)
5.33.46.
42. v. Breenen (Ned.) 5.35.31.
Lyon zetelt de kardinaal
aartsbisschop, wiens offi
ciële titel luidt: Primaat
van Gallië".
Over de hele stad domi
neert, ook in het stadsbeeld,
het christendom. Op het
hoogste punt van de stad,
boven de huisjes die orde
loos als schapen tegen de
hoge wallen staan, staat op
de berg Fourviére een basi
liek, die het middelpunt is
van een levendige devotie
tot de H. Maagd. Rondom
de oude kerk zijn overblijf
selen te vinden van de hei
dense Romeinen, die Lyon
gesticht hebben en deze
vesting dezelfde naam heb
ben gegeven als die andere
nederzetting in ons land, die
men nu Leiden noemt. De
Lyonees is een heel ander
type dan b.v. de Parijzenaar'.
Er zijn ook veel minder
café's en restaurants in deze
stad; de Lyonees is veel
huiselijker. Maar hij is wel
een uitstekend eter, en het
is zelfs zo, dat men na een
lunch in Lyon een middag
slaapje onmogelijk vermij
den kunt.
„pARIJS is de hoofdstad
van de wereld, Lyon is
de hoofdstad van Gallië".
Het is bijna een gevleugeld
woord, zeker voor de inwo
ner van de trotse moderne
stad, die langs de rivieren
de Rhone en de Saöne ligt.
De hoofdstad van Frankrijk
en van de natuurzijde.
De kunstzijde verdrijft de
zijderups, is de algemene
opinie. Maar in Lyon denkt
men er anders over. Daar
vinden nog velen werk in
de kleine ateliers, waar de
glinsterende kleurige zijde
geweven wordt tot fijne
stoffen, die de lof van de
Franse goede smaak ver
kondigen in alle hoeken van
de wereld.
Lyon is de hoofdstad van
Frankrijk, in ieder geval
van Katholiek Frankrijk, al
is er misschien geen plaats
te vinden die trotser de te
kens van de Republiek in
haar stadsbeeld toont. In
Adri Voorting en de Luxembur
gers Diederich en Goldschmidt
hebben onderweg de strijd ge
staakt. Iturbat (Spanje) en Du-
pont (Frankrijk Z.W.) bereikten
Briancon wel, doch te laat en ook
zij zullen niet voor de 19e etappe
starten.
(Advertentie)
Het algemeen klassement na de
18e etappe ziet er als volgt uit:
1. Bobet (Fr.) 105.01.05.
2. Mallejac (Fr. W.) 105.09.40, op
8 35
3. Astrua (It.) 105.10.53, op 9.48.
4. Close (België) 105.13.00, op
11.55.
5. Schaer (Zwits.) 105.16.02, op
14.58.
6. Rolland (Fr.) 105.17.31, op
16.26.
7. Geminiani (Fr.) 105.17.55, op
16.50.
8. Lauredi (Fr.) 105.18.00, op
16.55.
9. Wagtmans (Ned.) 105.18.19
op 17.14.
10. Mahe (Fr. W.) 105.22.29, op
21.24.
11. Bartali (It.) 105.26.04, op
24 59
12. Mirando (Fr. Z.O.) 105.29.54,
op 28.49.
13. Serra (Sp.) 105.31.58, op 30.53.
14. Magni (It.) 105.35.00, op 33.55.
15. van Est (Ned.) 105.37.50. op
36.45.
16. Gerrit Voorting (Ned.)
105.38.13, op 37.08.
17. Nolten (Ned.) 105.40.43, op
39 38
18. Ernzer (Lux.) 105.41.01, op
39.56.
19. Bauvin (Fr. N.O.C.) 105.41.15,
op 40.10.
20. Lazarides (Fr. Z.O.) 105.43.11,
op 42.06.
27. Roks (Ned.) 106.03.05, op
1.02.00.
29. Suykerbuyk (Nederland)
106.08.07. op 1.07.02.
36. v. B r e e n e n (Ned.) 106.23.39,
op 1.22.34.
Het algemeen ploegenklassement
luidt na de 18e etappe:
1. Nederland 314.26.22.
2. Frankrijk Nationaal 314.34.21.
3. Frankrijk N.O.C. 315.05.17
4. België 315.11.30.
5. Frankrijk West 315.25.52.
6. Italië 315.30.31.
7. Spanje 316.30.00.
8. Ile de France 316.42.57.
9. Frankrijk Z.O. 316.45.03.
10. Zwitserland 317.13.36.
11. Frankrijk Z.W. 317.59.20.
12. Luxemburg 318.41.53.
HET BERGKLASSEMENT
Het bergklassement ziet er na
de 18e etappe, waarin twee cols
van de eerste categorie, de Vars
en de Izoard, als volgt uit:
1. Lerono (Sp.) 47 pnt.
2. Bobet (Frx.) 36 pnt.
3. Mirando (Fr. Z.O.) 29 pnt.
4. Schaer (Zwits.) 22 pnt.
5. Astrua (It.) 20 pnt.
6. Bauvin (Fr. N.O.C.) en Serra
(Sp.) 19 pnt.
8. Le Guillv (Fr.) 18 pnt.
9. Huber (Zwits.) en N o 11 e n
(Ned.) 14 pnt.
16. Gerrit Voorting (Ned.)
en Wagtmans (Ned.) 7 pnt.
22. Adri Voorting (Ned.)
5 pnt.
24. V a n Est (Ned.) 4 pnt.
DE NEDERLANDERS
BRIANcON, Woensdagavond
Zeven Nederlanders hebben de
zwaarste rit van de Tour de
France tot een einde gebracht.
Toen we op de top van de Izoard
een half uur gewacht hadden en
Adri Voorting nog altijd niet
zichtbaar was, moesten we ons
wel met de gedachte verzoenen,
dat hij overweldigd was door de
voortdurende pijn en het eind
punt niet zou halen. Lang nadat
de laatste renner de aankomst-
lijn had overschreden kwam de
Haarlemmer per auto in Briangon
aan. „Ik kon niet meer" waren
zijn eerste woorden. „Ik heb me
nog kunnen voortslepen tot de
top van de Izoard maar daar
dacht ik van mijn fiets te zullen
vallen".
De jonge Voorting, die zo'n
kranige tour heeft gereden, en
zich op het nippertje een etappe
zegen in Marseille had zien ont
gaan, moest met behulp van
vrienden naar zijn hotelkamer op
de derde verdieping gebracht
worden.
„Wat heb ik er nu nog aan"
klaagde hij. „Ik had zo ontzet
tend graag de ronde willen uit
rijden".
Gerrit Voorting, die tot op het
laatste bij de finish had gewacht-
op zijn broer, had de tranen in
de ogen van spijt, maar toen de
stand in het tourklassement werd
bekend gemaakt, klaarde zijn ge
zicht wat op. Pellenaars torstte
de bloemenruiker die Nolten had
gekregen voor zijn tweede plaats.
Erg voor Adri Voorting. die
zo zijn best heeft gedaan" in de
ze ronde" zei de Pel. „Maar met
de ploeg moeten we de overwin
ning behalen Weet je nog",
voegde hij er aan toe, „dat ik in
Monaco heb gezegd, dat we juist
in de bergen de leiding zouden
nemen in het ploegenklassement?
Ik had Nolten voor deze etappe
achter de hand gehoudön en hij
heeft precies gedaan wat ik van
hem verwacht had".
Wim van Est had in totaal tien
minuten verspeeld met het leg
gen van drie nieuwe banden.
Dat betekent dat de voorsprong
van Nederland in de ploegen-
rangschikking nog veel groter
dan acht minuten had kunnen
zijn.
„Ik klom zo goed vandaag en
dan die tegenslagen" zuchtte de
St. Willebrorder. Ook Thijs Roks
klom beter dan ooit tevoren,
maar twee keer moest hij zelf
een nieuwe tube leggen en daar
na was hij verplicht om Van Est
aan zijn laatste band te helpen.
Suijkerbuijk met drie platte ban
den heeft een prachtige race ge
reden en Gerrit van Breenen.
die op de Vars aardig marcheer
de. moest door een val enkele
plaatsen prijs geven.
Wie deze vreselijke rit over
de twee gevreesde Alpentoppen
heeft meegemaakt, kan slechts
bewondering hebben voor de kra
nige renners uit het Lage Land.
die niet minder dan 35 rivalen
uit Frankrijk. Italië, Zwitser
land. België, Spanje en Luxem
burg achter zich hebben gelaten
Want na van Breenen, die als
laatste Nederlander 42ste eindig
de, kwamen nog figuren als Mo
lineris. Darrigade. Meunier. Ba
roni. Diot enz. in Briancon bin
nen. Terwijl ervaren klimmer
als Diederich en Goldschmitt te
gen de verschrikkingen van deze
rit niet bestand bleken en on
derweg de strijd voorgoed staak
ten.