Nederlandse ploeg en Louison Bobet de grote winnaars van de 18e etappe Binda staakte de strijd en Franse equipe voerde Leducq naar de eindzege Algemi ïmeni Jverteert dit blad Hoofdstad van Gallië en van de zijde Nescafé in twee tellen klaar! em Henstra DE GRAAF i dan, Montere Jan Nolten9 ondanks lekke bandop tweede plaats Wout Wagtmans: thans negende Vijftig jaar Tour de France (XIII) Belgen verloren doordat Aerts geen Vlaams wou praten! Acht etappes voor Pélissier PLOEGEN KLASSEMENT Donderdag 23 Juli 1953 Pagina 5 >rofiteer van nschap heeft 7 an de vele ïven veraan- 'an die goede - in 2 tellen lak - 100 an. ING in een kop; P- jt melk en y2 kg runderlappen 1.50 varkenslap 1.50 en varkens gehakt 1.50 ijes 1.50 mvlees v.a. 1.00 g. rauw rundvet 3.— g. reuzel 3. 1XTRA RECLAME metworst 0.60 200 gr. 'orst lamworst orst vorst vorst tspek 0.60 0.60 0.60 0.60 0.60 0.70 0.80 idderstraat 20 Edammer kaas 3 Va pd. 3.09 500 gr. e volvet 1-20 e belegen 1.50 e zeer oud 1.65 100 gr. mer 40pl. belegen 29 mer zeer oud 34 i volvet 28 zeer oud 33 grasboter, verpakt •lm 1.05 ATTENTIE tide week wegens tantie gesloten, ►ecialiseerd voor ne kaassoorten straat 15 Alkmaar unt U profiteren an de ijzonder lage rijzen i ïeubelen, bedden ipijten, restanten ■oor ENSATIE- 'RIJZEN an 1 tot 10 Aug. ijn. wij esloten wegens acantie. 'nidsen 109 Ukmaar (Telefonisch van onze speciale verslaggever BRIANCON, Woensdagavond De Izoard heeft het vonnis geveld. De ruigste reus in de hoge Alpen als een reusachtige, brokkelige pyramide op het acht tiende traject in de Tour de France geplaatst is van daag het toneel geweest van een huiveringwekkende strijd tussen zich afbeulende renners. Een strijd ook van de ronde-soldaten tegen materiaaldefecten en tegen een alles verschroeiende zonnehitte, die de verschrikkelijke hellingen bedekte met een trillende luchtlaag. Uit dit ge vecht is de grote kampioen van deze Tour Louison Bobet als grandioze overwinnaar tevoorschijn gekomen. Doch tegelijk heeft de beste ploeg in de moeilijkste etappe de plaats bevochten, waarop zij in alle voorgaande etappen bewezen had, recht te hebbenNederland heeft de leiding genomen in het ploegenklassement. De kranige manschappen van Pellenaars, die met twee man vertegenwoordigd waren in de eerste tien van de uitslag te Briancon, staan op het punt de twee en een half millioen francs te veroveren, die zijn uitgeloofd voor die toursectie, die in haar geheel de beste prestaties ver richt. Met acht minuten voor sprong gaat de Nederlandse equi pe, die Adriaan Voorting heeft moeten prijsgeven aan het nood lot, de slotfase van deze ronde in. Meer dan vijf uren heeft de colonne deze Woensdag gereden door een streek, waarin veelvou dig alle verschrikkingen, die de bergen kunnen bieden, vertegen woordigd waren. Als honderdduizenden slordig opgetaste stenen lag het ene rots massief na het andere op de weg tussen Gap en Briancon met de Vars en Izoard als de wreedste beulen. Plukken mos en spichtig naaldhout vormden de enige groene plekken tegen de hellin gen. Op de top was niets meer te bespeuren van leven. Heel in de diepte herinnerden alleen nog de stalen masten van het electrici- teitsnet aan het bestaan van men sen. In woeste kronkelingen zoch ten bruisende bergbeken zich een weg naar de dalen. Boven dit alles koepelde zich een diepblauwe lucht, waarin voor het eerst sinds vijf dagen het tourleger een klein wolkje ontdekte. Dit was het decor, waartegen zich vandaag de strijd afspeelde, die beslissend is voor het slot- resultaat van de Tour de France 1953. Gap, op 750 meter boven de zeespiegel, was het vertrekpunt voor de colonne. In de eerste tien kilometer steeg de weg al ruim honderd meter, waarna op een plateau, dat zich tot de vijftigste kilometer uitstrekte, de renners zich konden prepareren op het duel met de bergreuzen. Met ver onachtzaming van alle wetten, die een tactiek in de bergen voor schrijft, braken nauwelijks bui ten Gap drie Fransen uit de nog compacte rangen: Deledda van de nationale ploeg, Quennehen en Dacqauy van de Noord-Oost-Cen- trale sectie. 156 km voor Briangon waagden zij zich aan een ontsnapping, die bij voorbaat tot een debacle ge doemd was. Niemand immers kan ongestraft de kronkelige wegen naar de voet van de Vars bewan delen om daarna over te scha kelen op de klim-versnelling om twee mastodonten van bergen te bedwingen. En toch: anderhalve minuut voorsprong voor 't Franse driemanschap na 25 km en vijf minuten op het punt waar de borstelige voet van reus Vars de hoogvlakte raakte. Zou de hoofdmacht, die zich als een steeds verder uitrekkend elastiek over de smalle weg voort bewoog, dit verschil nog kunnen overbruggen? De voorsprong groeide aan tot negen en een halve minuut in de eerste lussen van de Vars-glooiing. Maar op de verbeten gezichten van de drie koplopers werden de eerste tekenen van vermoeidheid zichtbaar. Het zweet liep in straaltjes van hun voorhoofd in hun shirt, dat weldra doorweekt was. Het hete stof schroeide de benen en het smeltende teer zoog met elke omwenteling van de wielen iets van de voorsprong af. Halverwege de helling, voor de zelfde bergen waar Bartali vijf tien jaar geleden de koppige Belg Filicien Vervaecke had losgegooid om zijn eerste slag in de Alpen te winnen, moest Dacquay zijn twee gezellen alleen verder laten gaan. Zijn enorme wilskracht redde hem voor een val naar de grote groep, maar elke pedaal slag leverde hem een klein ver lies op, dat door de hijgende Fransman niet meer goed te ma ken was. In de hoofdmacht werden nu de eerste scheuren zichtbaar. De Zwitser Schaer, nog altijd in het groene leidersshirt van het pun tenklassement, worstelde zich het eerst los. Maar zoals een tijger zijn prooi bespringt vloog Bobet naar hem toe, bleef even achter hem en gooide vervolgens met een schokkende demarrage de Zwitser los. Tegelijk echter scheurde Lauredi, de koning van de Aubisque, zich uit de groep, passeerde Schaer en bereikte Bo bet, om samen met de Fransman de beklimming voort te zetten en in te lopen op de drie coureurs voor zich. Achter Bobet en Le- rono werd weldra een lange witte figuur zichtbaar: Jan Nolten, die eveneens een Spanjaard, Serra, tot gezelschap had. Maar de mach tige pedaalslag van de Limburger was weldra te veel voor de zui derling. Twee kilometer voor de top moest hij Nolten alleen ver der laten gaan. Meer dan gehal veerd was de voorsprong van Deledda en Quennehen op drie kwart van de helling. Met de moed der wanhoop worstelde het tweetal zich verder omhoog. Ach ter hen Dacquay, die nog altijd slechts met millimeters zijn ach terstand zag aangroeien en ver der naar beneden Bobet en Le rono, vervolgens Nolten, dan Serra en als nieuwe moot van de totaal verbrokkelde hoofdmacht was nu de gele trui van Mallejac zichtbaar. Ook Astrua volgde met Bartali, Lazarides enz. Meer dan 21 meter hoog gaf het spandoek het hoogste punt van de Vars aan. Volkomen uitgeput bereikten Deledda en Quennehen als eersten de top met vijftien seconden ach ter zich de wanhopig vasthou dende Dacquay. Minder dan an derhalve minuut waren Bobet en Lerono slechts achter, Nolten volgde een kleine minuut na hen, vervolgens Serra, Mallejac, As trua en Bartali. In het gezelschap van de sterkste internationale klimkoningen zat Wagtmans op nauwelijks vier minuten van de kop, van Est - 25 seconden daar achter. Drie Nederlanders dus in prachtige positie en nog niet ge tekend door de verschrikkingen van de 1500 meter hoge beklim ming over nauwelijks dertig kilo meter rijden. Van Breenen was de vierde Nederlander op een kleine zeven minuten en geen tien seconden achter de Amster dammer wrongen Roks en Suy- kerbuyk en Gerrit Voorting zich over de top. Alleen Adri Voorting ontbrak. Bij de start al klaagde hij over zijn gekneusde voet en een on willige spier. Elke pedaalslag zou een nieuwe marteling voor hem betekenen, maar toch zette de kranige Haarlemmer door. 28 minuten achterstand telde hij op de top van de Vars, het ellendige gevoel van een strijd zonder enig uitzicht te moeten voeren, trachtte hij van zich af te zetten. Maar hoe zou hij zich in de afdaling geheel alleen staande kunnen houden, terwijl de pijn hem steeds verder in een wurgende greep nam? Toch zette de jonge Voorting door, al groeide de kloof tussen hem en de voorste ren ners voortdurend aan. Slechts zijn wilskracht hield hem overeind bij deze afschuwelijke rit. Op weg naar het dal, aan de voet van de Izoard, legde Bobet al zijn troeven op tafel. Bezeten door de wil in deze moeilijkste rit van de Tour zijn grote triomf te vieren, stortte de Fransman zich over de gevaarlijke lussen tussen de grauwe rotswand en het begerig gapende ravijn. Met on weerstaanbare rukken smeet hij Lerono van zich af, haalde ver volgens Dacquay in en stormde in een niet te stuiten vaart ook voorbij Deledda en Quennehen. Bobet had de run naar de over winning ingezet. Het bergpad werd intussen steeds smaller en het wegdek bestond hier nog slechts uit leem en puntige keien. De tegenslag maaide met brede slagen door de rangen. Corrieri reed een band aan flarden, Rolland moest een nieuw tube leggen, Suykerbuyk voelde beide banden tegelijk leeg lopen, Debruijne en Desmedt rol den over elkaar, Roks moest ach terblijven om eerst zichzelf en daarna van Est aan een nieuwe band te helpen en Rossello moest tot driemaal toe afstappen om zijn fiets te herstellen. Op vijftig kilometer van het eindpunt begon de beklimming van de moeilijkste col van de Tour, de Izoard. Aanvankelijk nog tussen lieflijk groen, maar wel dra in het sombere kader van glinsterende rotsen en roestbruine keien, kronkelde de berg in dui zend bochten naar boven. De brandende ogen der renners smeekten om licht in de 'nauwe tunnels, waarin het water langs de wanden lekte. Tussen groepjes toeschouwers waren nu veel Ita lianen zichtbaar, die met harts tochtelijke kreten en smekende Het jaar 1930 betekende in de historie van de Tour de France een nieuwe mijlpaal: voor het eerst was Desgrange,s levenswerk een officiële landenwedstrijd! Vijf ploegen, elk van acht man, kwamen aan de start: Frankrijk, België, Italië, Duitsland en Spanje. UAuto nam de kosten mate riaal, verzorging, voedsel en logiesvoor haar rekening. Ze deed dat niet voor de zestig „toeristen", die tegelijker tijd meereden. Die werden nog betaald door de fabrieken. Onderd ie toeristen bevonden zich verschillende tenners van naam, o.m. de Belg Lucien Buysse, die van 1924 tot 1926 achtereenvolgens 3de, 2de en 1ste was geëindigd. Hij zou als 38-jarige in de Pyreneeën nog betere prestaties verrichten dan zijn landgenoten van de nationale ploeg! Reeds in de eerste etappe kwam het tot een scherp duel tussen de jongste van de Pélis- siers, Charles, en de Italaanse campionissimo Alfredo Binda, de huidige leider van de „Squadra Azzura". Pélissier, de hazewind van de Franse ploeg, die liefst acht etappes zou win nen, ontsnapte kort voor het eindpunt uit het peloton. Binda zette onmiddellijk de achter volging in, kwam bij „Char iot", maar moest zich in de sprint aan de Fransman ge wonnen geven. De twee tegen standers bleven elkaar ook de volgende ritten beloeren en in de etappestad Bordeaux bereik te de rivaliteit zo'n hoogtepunt dat Pélissier de Italiaan aan 't shirt trok en daarom gedis- Binda kreeg de volgende dag qualificeerd werd. een geweldige inzinking, kwam met een uur achterstand bin nen, maar herstelde zich in de Pyreneeën, waar dit jaar „muis" Benoit Faure de beste klimmer bleek. Laterbrak Bin da zijn zadel en nu gaf hij ont moedigd op. Zijn taak werd overgenomen door Guerra, de leeuw van Mantua. Deze wist zelfs de gele trui te bemachtigen, doch hij werd onttroond door Leducq. In de etappe Grenoble-Evian kwam Leducq bij het afdalen van de Galibier tweemaal te vallen. Volkomen gedemorali seerd lag hij weldra bijna een kwartier achter op Guerra en de Belg Demuysere, die in het algemeen klassement de twee de en de derde plaats bezetten. Plotseling kreeg Leducq, die ver achter het peloton over de weg zwalkte, zeven landgeno ten in het zicht, die zich uit de groep hadden laten terugval len. Ze kwamen hun kopman halen. In een verschrikkelijke achtervolging met een snelheid van bijna 50 km per uur kwa men de Fransen mét Leducq terug bij het peloton. Voort raasden de Fransen op zoek naar Guerra en Demuysere. Ook die werden ingehaald en. in de eindsprint te Evian zege vierde Leducq! Hij zou ook de eindoverwin naar zijn van 1930 en het is duidelijk dat hij deze Tour zege dankte aan de solidariteit van de Franse equipe. Guerra werd tweede en Magne derde. Franse ploeggeest. Binda ontbrak in 1931 op het appèl, maar hij had in de pijlsnelle Di Paco een waar dig plaatsvervanger. Ook de Spanjaarden verschenen nu niet, maar Desgrange vormde een Zwitsers-Austral. ploeg met de befaamde lange-af- standrijder Opperman. Vóór de karavaan de bergen op klom. hadden al zeven ver schillende coureurs de gele trui gedragen en had de ko ning van de Belgische kermis- courses, Alfred Hamerlinck al twee étappes op zijn naam ge bracht. In de Pyreneeën begon traditiegetrouw de grote strijd In de zwaarste étappe bleken de Belgen Schepers en Demuy sere de bergkoningen, maar Antonin Magne verstond de kunst van het afdalen beter en zo won hij toch deze rit! De ploeggeest was bij de Fran, sen weer prima. In de rit van Nice naar Gap verloor Magne. die nu de gele trui droeg, een verwoede aanval van Demuysere en de Italiaan Pesenti, maar als grote redder in de nood daag de Charles Pélissier op, die zijn kopman terug naar voren bracht. En toen Magn.e in de derde Alpenrit wederom in moeilijkheden raakte werd hij door Benoit Faure terug naar de kop gesleept! Zo won Magne, die nog al tijd een wielerautoriteit van grote naam is zijn eerste Tour de France met Demuysere op de tweede en Pesenti op de derde plaats. De Belgen legden met De muysere, Rebry (4de) en de ,oude" Dewaele (5de) beslag op de 1ste plaats in het lan- denklassement. 1932 zou nogmaals 'n Fran se Tour-zege brengen. Nu was het evenals in 1930 Ardré Le. Charles Pélissierhaze wind, die in 1930 acht etappes won ducq die ni de tweede rit de gele trui veroverde en ze be hield tot in Parijs! In de Belgische ploeg boterde het niet te best omdat de Brusse laar Jan Aerts weigerde Vlaams te praten tegen zijn teamgenoten. De dreigementen van ploegleider Karei van Wynendaele hielpen niet en zo gingen zelfs de tweede en derde plaats voor onze Zui derburen verloren. Die wer den bezet door de Duitser Stoepel en de Italiaan Ca- musea. Eerste Belg was de ex-wereldkampioen Georges Ronsse, die weliswaar over zijn hoogtepunt heen was maar toch de vijfde plaats voor zijn rekening nam. De beste klimmers in 1932 waren „muis" Benoit Faure en de „Spaanse vlo" Trueba. Tijdens het afdalen werden ze echter door Leducq ver slagen. gebaren Bartali en Astrua aan moedigden. Met flessen en busjes werden de renners begoten met fris water en hier en daar zag men verstolen de favorieten op geduwd worden. Bobet handhaafde ook in deze allerzwaarste klim zijn voor sprong. Maar achter de Fransman was Nolten aan zijn opmars be gonnen. Hij joeg achtereenvolgens Lerono, Dacquay, Deledda en Qennehen van hun plaatsen en op vijf kilometer van de top lag hij tweede, ruim een minuut ach ter Bobet. Van Est en Wagtmans, die klommen alsof St Willibrord en Breda altijd in de bergen hebben gelegen, bevonden zich bij Bar tali en van Breenen liep nog twee minuten op Gerrit Voorting uit. De door pech geteisterde Roks en Suykerbuyk telden hier twaalf minuten achterstand. Van een weg naar de top van de Izoard was geen sprake meer. Het nauwe pad was amper be gaanbaar, laat staan te berijden. Als reuzennaalden prijkten in het ravijn kale rotspieken en de over hangende steenmassa's schenen de renners te zullen vermorzelen. Maar Bobet zette door. In een grauwe mistwolk van bijtend stof zwoegde hij omhoog. Steeds dich ter naderde hij de verlossende top. En weer zou de overwinning inderdaad ten deel vallen aan de beste klimmer, die op de Tour- malet en de Aspin nog slechts een sluier had opgelicht van de macht waarover hij beschikte. Ruim drie en een halve minuut voor Nolten bereikte Bobet de top. Lerono was nog derde ge bleven met vier minuten. Daarna volgden Serra (7.20), Geminiani (.7.35) en Bartali, die, evenals Dinsdag/.had moeten passeren langs Coppi, Milano en Carrea, die met zoveel comfortabeler auto's de Izoard hadden beklom men. In de 24 km. lange afdaling naar Briancon dreigde de tweede plaats voor Nolten nog verloren te gaan. Een lekke band teisterde hem, doch gelukkig was Pelle naars. wiens commandojeep de verschrikkingen van deze etappe had overleefd in de buurt om hem razend snel te helpen. Wel iswaar groeide de achterstand van de Limburgse grimpeur iets aan, maar hij werd niet meer van zijn positie verdrongen. Het nood lot trof hier Van Est voor de derde keer. Weer sprong een band kapot en hij verloor kost bare minuten met het leggen van een nieuwe. En Bartali. die zich van Wagtmans en Close had los gemaakt, moest di# tweetal nog voorrang geven in de straten van Briangon, waar hij zijn achter band stuk reed. Een orkaan van applaus barst te los, toen Louison zegevierend de etappe besloot. Mallejac. die met bijna elf minuten achter stand aankwam, zag zich de lei ding in het algemeen klassement ontgaan en de charmante Loui son werd onder uitbundig geju bel van de duizendkoppige mas sa bekleed met het gele leiders gewaad, dat hij menselijkerwijze gesproken zoals wij Maandag in Monaco hebben voorspeld niet meer zal afstaan. Wagtmans kon door de tegen slag van Bartali de achtste plaats inrekenen en Suijkerbuijk was de derde Nederlander, tengevolge van defecten die Van Est tot drie maal toe waren komen treffen. Doch ondanks de ongelukken, die vandaag de sectie Pellenaars teisterden, vierde zij de triomf van de leiding in het ploegen klassement. De schitterende tweede plaats van Nolten, het prachtige verweer van Wagt mans en de wilskracht van Suij kerbuijk bezorgden Nederland in de ploegen-dagrangschikking de tweede plaats, doch de leiding in de algemene stand! Wij onderstrepen wat we gis teren schreven: Onze landgeno ten staan op het punt de ploe- genprijs van de Tour de France mee naar Nederland te brengen. De uitslag 1. Bobet (Fr.) 5.11.17. 2. Nol ten (Ned.) 5.16.45. 3. Lerono (Sp.) 5.17.14. 4. Serra (Sp.) 5.19.39. 5. Close (België) 5.19.47. 6. Lazarides (Fr. Z.O.) 5.21.01. 7. Schaer-(Zwits.) 5.21.02. 8. Wagtmans (Ned.) 5.21.05. 9. Bartali (It.) 5.21.46. 10. Geminiani (Fr.) 5.22.05. 11. Astrua (It.) z.t. 12. Mallejac (Fr. W.) z.t. 13. Mahe (Fr. W.) 5.22.10. 14. Teisseire (Fr.) 5.23.18. 15. Lauredi (Fr.) 5.23.33. 16. Impanis (België) 5.23.37. 17. Magni (It.) 5.24.17. 18. Huber (Zwits.) 5.24.20. 19. Bober (lie de France) 5.25.45. 20. Rolland (Fr.) 5.26.05. 27. Suykerbuyk (Ned.) 5 29 37 30. va n Ést (Ned.) 5.31.39. 33. Roks (Ned.) z.t. 39. Gerrit Voorting (Ned.) 5.33.46. 42. v. Breenen (Ned.) 5.35.31. Lyon zetelt de kardinaal aartsbisschop, wiens offi ciële titel luidt: Primaat van Gallië". Over de hele stad domi neert, ook in het stadsbeeld, het christendom. Op het hoogste punt van de stad, boven de huisjes die orde loos als schapen tegen de hoge wallen staan, staat op de berg Fourviére een basi liek, die het middelpunt is van een levendige devotie tot de H. Maagd. Rondom de oude kerk zijn overblijf selen te vinden van de hei dense Romeinen, die Lyon gesticht hebben en deze vesting dezelfde naam heb ben gegeven als die andere nederzetting in ons land, die men nu Leiden noemt. De Lyonees is een heel ander type dan b.v. de Parijzenaar'. Er zijn ook veel minder café's en restaurants in deze stad; de Lyonees is veel huiselijker. Maar hij is wel een uitstekend eter, en het is zelfs zo, dat men na een lunch in Lyon een middag slaapje onmogelijk vermij den kunt. „pARIJS is de hoofdstad van de wereld, Lyon is de hoofdstad van Gallië". Het is bijna een gevleugeld woord, zeker voor de inwo ner van de trotse moderne stad, die langs de rivieren de Rhone en de Saöne ligt. De hoofdstad van Frankrijk en van de natuurzijde. De kunstzijde verdrijft de zijderups, is de algemene opinie. Maar in Lyon denkt men er anders over. Daar vinden nog velen werk in de kleine ateliers, waar de glinsterende kleurige zijde geweven wordt tot fijne stoffen, die de lof van de Franse goede smaak ver kondigen in alle hoeken van de wereld. Lyon is de hoofdstad van Frankrijk, in ieder geval van Katholiek Frankrijk, al is er misschien geen plaats te vinden die trotser de te kens van de Republiek in haar stadsbeeld toont. In Adri Voorting en de Luxembur gers Diederich en Goldschmidt hebben onderweg de strijd ge staakt. Iturbat (Spanje) en Du- pont (Frankrijk Z.W.) bereikten Briancon wel, doch te laat en ook zij zullen niet voor de 19e etappe starten. (Advertentie) Het algemeen klassement na de 18e etappe ziet er als volgt uit: 1. Bobet (Fr.) 105.01.05. 2. Mallejac (Fr. W.) 105.09.40, op 8 35 3. Astrua (It.) 105.10.53, op 9.48. 4. Close (België) 105.13.00, op 11.55. 5. Schaer (Zwits.) 105.16.02, op 14.58. 6. Rolland (Fr.) 105.17.31, op 16.26. 7. Geminiani (Fr.) 105.17.55, op 16.50. 8. Lauredi (Fr.) 105.18.00, op 16.55. 9. Wagtmans (Ned.) 105.18.19 op 17.14. 10. Mahe (Fr. W.) 105.22.29, op 21.24. 11. Bartali (It.) 105.26.04, op 24 59 12. Mirando (Fr. Z.O.) 105.29.54, op 28.49. 13. Serra (Sp.) 105.31.58, op 30.53. 14. Magni (It.) 105.35.00, op 33.55. 15. van Est (Ned.) 105.37.50. op 36.45. 16. Gerrit Voorting (Ned.) 105.38.13, op 37.08. 17. Nolten (Ned.) 105.40.43, op 39 38 18. Ernzer (Lux.) 105.41.01, op 39.56. 19. Bauvin (Fr. N.O.C.) 105.41.15, op 40.10. 20. Lazarides (Fr. Z.O.) 105.43.11, op 42.06. 27. Roks (Ned.) 106.03.05, op 1.02.00. 29. Suykerbuyk (Nederland) 106.08.07. op 1.07.02. 36. v. B r e e n e n (Ned.) 106.23.39, op 1.22.34. Het algemeen ploegenklassement luidt na de 18e etappe: 1. Nederland 314.26.22. 2. Frankrijk Nationaal 314.34.21. 3. Frankrijk N.O.C. 315.05.17 4. België 315.11.30. 5. Frankrijk West 315.25.52. 6. Italië 315.30.31. 7. Spanje 316.30.00. 8. Ile de France 316.42.57. 9. Frankrijk Z.O. 316.45.03. 10. Zwitserland 317.13.36. 11. Frankrijk Z.W. 317.59.20. 12. Luxemburg 318.41.53. HET BERGKLASSEMENT Het bergklassement ziet er na de 18e etappe, waarin twee cols van de eerste categorie, de Vars en de Izoard, als volgt uit: 1. Lerono (Sp.) 47 pnt. 2. Bobet (Frx.) 36 pnt. 3. Mirando (Fr. Z.O.) 29 pnt. 4. Schaer (Zwits.) 22 pnt. 5. Astrua (It.) 20 pnt. 6. Bauvin (Fr. N.O.C.) en Serra (Sp.) 19 pnt. 8. Le Guillv (Fr.) 18 pnt. 9. Huber (Zwits.) en N o 11 e n (Ned.) 14 pnt. 16. Gerrit Voorting (Ned.) en Wagtmans (Ned.) 7 pnt. 22. Adri Voorting (Ned.) 5 pnt. 24. V a n Est (Ned.) 4 pnt. DE NEDERLANDERS BRIANcON, Woensdagavond Zeven Nederlanders hebben de zwaarste rit van de Tour de France tot een einde gebracht. Toen we op de top van de Izoard een half uur gewacht hadden en Adri Voorting nog altijd niet zichtbaar was, moesten we ons wel met de gedachte verzoenen, dat hij overweldigd was door de voortdurende pijn en het eind punt niet zou halen. Lang nadat de laatste renner de aankomst- lijn had overschreden kwam de Haarlemmer per auto in Briangon aan. „Ik kon niet meer" waren zijn eerste woorden. „Ik heb me nog kunnen voortslepen tot de top van de Izoard maar daar dacht ik van mijn fiets te zullen vallen". De jonge Voorting, die zo'n kranige tour heeft gereden, en zich op het nippertje een etappe zegen in Marseille had zien ont gaan, moest met behulp van vrienden naar zijn hotelkamer op de derde verdieping gebracht worden. „Wat heb ik er nu nog aan" klaagde hij. „Ik had zo ontzet tend graag de ronde willen uit rijden". Gerrit Voorting, die tot op het laatste bij de finish had gewacht- op zijn broer, had de tranen in de ogen van spijt, maar toen de stand in het tourklassement werd bekend gemaakt, klaarde zijn ge zicht wat op. Pellenaars torstte de bloemenruiker die Nolten had gekregen voor zijn tweede plaats. Erg voor Adri Voorting. die zo zijn best heeft gedaan" in de ze ronde" zei de Pel. „Maar met de ploeg moeten we de overwin ning behalen Weet je nog", voegde hij er aan toe, „dat ik in Monaco heb gezegd, dat we juist in de bergen de leiding zouden nemen in het ploegenklassement? Ik had Nolten voor deze etappe achter de hand gehoudön en hij heeft precies gedaan wat ik van hem verwacht had". Wim van Est had in totaal tien minuten verspeeld met het leg gen van drie nieuwe banden. Dat betekent dat de voorsprong van Nederland in de ploegen- rangschikking nog veel groter dan acht minuten had kunnen zijn. „Ik klom zo goed vandaag en dan die tegenslagen" zuchtte de St. Willebrorder. Ook Thijs Roks klom beter dan ooit tevoren, maar twee keer moest hij zelf een nieuwe tube leggen en daar na was hij verplicht om Van Est aan zijn laatste band te helpen. Suijkerbuijk met drie platte ban den heeft een prachtige race ge reden en Gerrit van Breenen. die op de Vars aardig marcheer de. moest door een val enkele plaatsen prijs geven. Wie deze vreselijke rit over de twee gevreesde Alpentoppen heeft meegemaakt, kan slechts bewondering hebben voor de kra nige renners uit het Lage Land. die niet minder dan 35 rivalen uit Frankrijk. Italië, Zwitser land. België, Spanje en Luxem burg achter zich hebben gelaten Want na van Breenen, die als laatste Nederlander 42ste eindig de, kwamen nog figuren als Mo lineris. Darrigade. Meunier. Ba roni. Diot enz. in Briancon bin nen. Terwijl ervaren klimmer als Diederich en Goldschmitt te gen de verschrikkingen van deze rit niet bestand bleken en on derweg de strijd voorgoed staak ten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1953 | | pagina 5