llarinus van der Lubbe
Marinus van der Lubbe
EK DE GAL
LEVER OP
Een proces
een vonnis
;g mij, in welke betrek-
Associated Press tot de
nse regering stond en ik
ie: „In geen enkele."
ïeer Oatis", zei hij wan-
pporteur, die er bij was,
gevoel hebben gehad,
zaak had verknoeid, nu
rieur, de kapitein, het
i gevonden tussen beide
en nu barstte hij uit.
:rok zijn gezicht, fronste
brauwen en krijste me
dat werd vertaald als:
schurk". Hij beschuldig-
van. dat ik op mijn ver
terug kwam.
gener tijd ondervroeg de
over een kaart, die bij
llen gevonden was. Het
verlofpas van de school
'apanse taal van de mi-
;eheime dienst te Ft.
1944 korte tijd geweest
in Minnesota. Ik was
ang naar een overeen-
school aan de universi-
vlichigan, waar ik mijn
i het Japans een jaar
Ofschoon met een
n de militaire geheime
is ben ik nooit bij die
rkzaam geweest, want
iiging van de cursus
uit de militaire dienst
Zaterdag 26 September 1953
Pagina
beval de kapitein mij,
ichool en de mannen die
1 gekend te schrijven en
le mij met een schrijf-
en sigaretten naar mijn
ondervraging van de
avond kwam ter sprake,
Vtwood tegelijk met mij
geweest, maar dat wij
aar nooit hadden ont-
er 24 uur later legde de
mij een uitvoerig docu-
r en zeide: „onderteken
naken."
behoeft U geen zorgen
(Wordt vervolgd.!
•ede
e toewijding
ger stillen
rtuig
ied
m van tobben
cenning
1 van een kippenhok
icht
iw (fr.)
its in Siberië
ingdrank
iig
htig
■tal
er in N.-Brabant
roord
iroord
ing kruiswoordraadsel
no. 21228
rONTAAL: 2 kroon, 7
lakei, 14 etter, 15 rups,
i, 19 smid, 20 stop. 23
prei, 29 raat, 30 pond,
2 ree, 33 Edam, 36 meer,
41 erica 42 elke, 43 paar,
48 rood, 51 étage, 55
i reden. 60 rente.
CAAL: 1 vier, 2 klap,
k, 5 o.e., 6 nier. 7 Peru,
10 ae, 11 tram, 12 hand,
mber 17 directeur, 18
d, 19 Sappenneer, 20 sr,
oa, 24 prooi, 26 ro, 27
I, 33 ed, 34 dr, 35 aa, 37
39 re, 43 pret, 44 ader,
47 Isar, 49 orde, 50 dood,
ad, 54 de, 56 re, 57 en
•e verhouding
W aterschappen
VVENHAGE, 25 Sept.
j vernemen ligt het in
nemen van de minister
keer en Waterstaat een
e in het leven te roepen,
al dienen te adviseren
het financieel herstel
waterschap wezen.
(Advertentie)
t »s moreens „kiplekker"
uit bed springen.
g moet uw lever een Uter gal
wanden doen stromen, anders
w voedsel niet, het bederft,
rerstopt, wordt humeurig en
n de plantaardige CARTER'S
LLETJES om die liter gal
ken en uw spijsvertering en
op natuurlijke wijze te regelen,
aardig zacht middel, onover-
i de gal te doen stromen,
r'a Leverpilletjes.
taalregels weer eens na-
i zeg hem. dat hij dit
trouwen moet doen,
arna krijgt hii geen tijd
m moet hij de vaat was-
gewoonlijk, als hii zijn
eens had kunnen luch-
>n hii hartelijk te lachen
Phii éen sigaar aan.
;r maar niet naar zon
ijgezel en zoek 'n vrouw-
lat je naar je hand kunt
n dat niet de baas over
ts als Else dus?" stelde
r en maakte dat hii weg-
vant Else had naar de
r gegrepen.
ni
5 Lewis las op het kaar
de jongste bediende hem
gebracht had:
Joe Perkins
farmer - Sydney
tiet hij eruit, Percy?"
jrovinciaal!" zei de jong-
al de minachting van de
deling ten opzichte van
ere rijksgenoten.
:o. Laat mijnheer straks
men, als ik bel. Zeg. dat
t ogenblik in een drukke
tie ben."
verdween.
n een boom, als ik snap,
die vent bii mij komt",
ewis. En die gedachte
ima'al niet gek.
was 32 jaar. Hij scheen
at kapitaal van zichzelf
•n. want hii zag er altijd
it en werd in de chiqste
[©den aangetroffen,
jaar geleden was hij uit
:s gekomen en had in
een haast verlopen prak-
-genomen. Maar hij deed
1 moeite om die omhoog
sn.
(Wordt vervolgd).
Op Maandagavond, de 27e Februari 1933, 's avonds om 9.15 uur, werd de Ber-
lijnse brandweer naar het Rijksdaggebouw aan de „Platz der Repnblik" geroepen.
Daarmee begon het drama, dat de Pruisische minister president Göring had uitge
dacht, om aan de communistische agitatie het hoofd te bieden. Tien posten van de
Berlijnse brandweer rukten uit, onmiddellijk gevolgd door een grote politiemacht.
De omgeving van het Rijksdaggebouw werd afgezet. Niemand kon het gebouw nog
binnenkomen of verlaten, zonder door het cordon te moeten. Het verkeer werd
langs andere banen geleid. Toen de „schupo's" en de brandweerlieden het gebouw
binnendrongen, vonden zij daar een man, die onmiddellijk toegaf de brand te hebben
gesticht. Hij maakte niet één ogenblik de indruk, zichzelf volkomen bewust te zijn
van de gebeurtenissen. Bij de ondervraging verklaarde hij lid te zijn van de Neder-
'andse communistische partij. Onder strenge bewaking werd hij naar het politie
bureau bij de Brandenburger Tor overgebracht en opgesloten. Het was de vier en
wintig-jarige metselaar Marinus van der Lubbe uit Leiden.
Om 10 uur stond de koepel
an de Rijksdag in lichtelaaie.
Duizenden Berlijners hadden
:ich rond het gebouw en in de
uinen van de nabij gelegen
,Tiergarten" opgesteld om iets
van de brand te kunnen zien.
Later was het gehele dak één
vlammenzee. Het vuur scheen
van de zalen beneden naar bo
ven te zijn doorgevreten en
was tenslotte door het dak aan
de oostzijde gebroken. De ver-
Donderdag, 21 September 1933,
[hans twintig jaar geleden, des
morgens om negen uur, begon te
Leipzig het proces tegen de vijf
verdachten van de Rijksdagbrand:
vier Bulgaren, een Duitser en 'n
Nederlander. Het eindigde met het
doodvonnis van de Nederlander:
Marinus van der Lubbe. Van der
Lubbe stierf op 10 Januari 1934
onder de valbijl.
Dat zegt men tenminste. Of
werd Marinus van der Lubbe niet
onthoofd? Daar is bij tijd en
wijle sprake van geweest. Ieder
een weet thans wel, dat zowel de
Rijksdagbrand als het proces
van der Lubbe door de nazi's op
touw was gezet om de commu
nisten in Duitsland tot de laatste
man en de laatste cel uit te
roeien. Wat dat betreft, hebben
Hitier en zijn trawanten hun doel
bereikt. Nog geen drie jaar later
was het communisme in Duits
land als partij uitgeroeid. De pro
paganda, die van het proces-van
der Lubbe uitging, bezorgde de
nazi's een klinkende stembus
overwinning en tevens de macht
om met de Gestapo door te drin
gen tot in de kleinste communisti
sche organisatie.
In een tijd, dat er tussen de
Duitse Gestapo en de Russische
GPOE al een hartelijke samen
werking bestond zou het van der
Lubbe zijn geweest, die als rode
stroman moest optreden. Alle
schuld voor de Rijksdagbrand op
zich nemen onder de geheime
belofte, dat hij na het proces on
der een andere naam onverlet
had kunnen leven. Of was deze
van der Lubbe door de Gestapo
zo bewerkt, dat hij volkomen
apatisch slechts bekende en be
kende.... tot de valbijl zijn leven
beëindigde?
Nu, twintig jaar later, is voor
deze vragen nog geen oplossing
gevonden. Nu, twintig jaar later,
worden wij opnieuw geconfron
teerd met processen als dat, waar
in van der Lubbe figureerde: de
willoze verdachte, zichzelf be
schuldigend van de zwaarste mis
daden, zichzelf vernietigend....
Het is goed, nu, na twintig jaar,
nog eens stil te staan bij dat ge
beuren in een land. waarover het
Hakenkruis juist vol-uit ging
wapperen. Ook in dit verleden
ligt voor het heden een les.
LEO DERKSEN
gaderzalen, wandelgangen en
perskamers waren volkomen
vernietigd.
In het gebouw zelf, waren
die avond slechts weinig men
sen werkzaam. De portier en
wachters waren hun rondgang
nog niet begonnen.
Om tien uur was ook Hitier
gearriveerd in gezelschap van
von Papen, Frick en Göring,
welke laatste de leiding van
het blussingswerk op zich had
genomen. Gepantserde politie
auto's reden in de omgeving.
De Politieke Politie onder lei
ding van de chef Diels, stelde
een onderzoek in.
Het verhoor van
Van der Lubbe
Op het politiebureau aan de
Brandenburger Tor begon men
aan het verhoor van Marinus van
der Lubbe. Men publiceerde dit
verhoor en de daarin verkregen
gegevens, met een nauwkeurig
heid, die enkel argwaan kon op
wekken; een nauwkeurigheid die
deed vermoeden, dat al deze ge
gevens reeds lang vóór de brand
bekend waren. Van der Lubbe
bleek in het bezit te zijn van een
Nederlands paspoort en een be
wijs van lidmaatschap van de
communistische partij. Hij was
bleek en volkomen apathisch. Hij
herhaalde voortdurend niets an
ders dan zijn gesuggereerde zelf
beschuldigingen. De avond van
de brand was hij gekleed in een
donker werkpak en een pelerine
jas. Hij had zwart haar dat ver
ward neerhing over zijn smal
bleek gezicht. Twee uur achter
een werd hij verhoord, om elf
uur werd hij overgebracht naar
het hoofdbureau van politie. Nog
maals verklaarde van der Lubbe,
dat hij de brand had gesticht.
Toen men hem vroeg naar de
motieven van deze daad, ant
woordde hij: „Wraak aan het in
ternationale kapitalisme".
Bovendien verklaarde hij reeds
eerder pogingen om brand te
stichten, te hebben ondernomen.
Namen van de opdrachtgevers of
medeplichtigen weigerde hij te
zeggen.
Al spoedig echter publiceerde
de politieke politie duidelijke fo
to's van hem om te weten te ko
men met wie hij gewoon was om
te gaan. Een beloning van 20.000
mark werd uitgeloofd voor dege
ne, die belangrijke inlichtingen
kon verschaffen.
Het web om van der Lubbe
scheen nauwkeurig te zijn gewe
ven. Hij was er in verstrikt ge
raakt. Hij zou boeten op het po
dium, dat anderen voor hem had
den opgericht.
Het Pruisische ministerie haast
te zich hierna, deze brand de erg
ste te noemen, die ooit was voor
gekomen. Er waren vierentwintig
brandhaarden ontdekt, die ver
spreid waren van de kelder tot
de koepel. Teerpreparaten en
brandende fakkels waren tussen
leren stoelen, drukwerk en hou
ten betimmeringen gestopt, die
alle tegelijk moesten zijn aange
stoken. De politie had bovendien
personen met brandende fakkels
in het gebouw zien rondlopen.
Niettemin bleef van der Lubbe
herhalen, dat hij geen medeplich
tigen had gehad.
In de morgen van de 28ste Fe
bruari (de dag van de brand)
werden tachtig arrestaties ver
richt. Onder de arrestanten be
vonden zich afgevaardigden en
leiders van de communistische
partij. Het blad „Berlin am Mor
gen" werd in beslag genomen.
De gehele communistische rijks
dagfractie werd gevangen geno
men, waaronder de leider Törgler
en zijn adjudant Konen. Verder
werd beslag gelegd op materiaal
van de communistische partij
(K.P.D.) en de oude socialistische
partij (S.P.D.). Het bureau „Vor-
warts", het hoofdkwartier van de
S.P.D. werd bezet. Alle commu
nistische bladen en kranten wer
den in geheel Pruisen voor vier
weken verboden en later ook in
de andere districten; de S.P.D.-
bladen ondergingen voor veertien
dagen hetzelfde lot. Bepaalde ar
tikelen van de grondwet werden
buiten werking gesteld, waardoor
de vrijheid des persoons, de vrije
meningsuiting en de persvrijheid
evenals het recht van vergaderen,
werd opgeheven. Het brief-, tele
gram- en telefoongeheim werd
vernietigd. Voor beslaglegging,
huiszoeking en beperking van
eigendommen werden alle forma
liteiten opgehevén. Hierdoor
kwam geheel het openbare leven
onder controle van de „bevoeg
de" instanties. Dit alles was het
gevolg van een rapport van -de
Rijkscommissaris van het Pruisi
sche Departement, Göring, over
het materiaal, dat ontdekt was
in het „Karl Liebknecht Haus".
Dit hoofdkwartier van de commu
nistische partij was enige tijd
vóór de brand door de nazi's be
zet. Uit de stukken, die daar
Popoff, student en Taneff, schoen
maker. De „Manchester Guardian"
publiceerde later een opmerkelij
ke verklaring van een Bulgaarse
diplomaat, Kosta Todorov, die
gezant te Belgrado was van '19
tot '23 en eerste gedelegeerde van
Bulgarije bij de Volkenbond in
'22 en '23. Todorov verklaarde 'n
politiek tegenstander te zijn van
de communisten en van Dimitroff
in het bijzonder. Todorov zei:
„Dimitroff is beslist een fanati
cus, maar hij is een volstrekt
moedig man. Hij en ik zijn vijan
den en zullen dat altijd blijven,
maar dit is geen reden om zijn
karakter niet te respecteren. Di
mitroff is aan deze brand on
schuldig. Indien hij wordt ver
oordeeld, zou dit justitiële moord
zijn".
Deze verklaring was de inlei
ding van een offensief, dat^ de
wereld zou ondernemen om' de
ware achtergronden van de Rijks
dagbrand openbaar te maken. Een
offensief, dat slechts tragisch
was, omdat het verloren ging in
het geschreeuw van Hitler en in
de comedie van de „rechtspraak",
die later zou volgen.
Het feitenmateriaal, dat de
Zweedse advocaat Branting en de
Franse schrijver Romain Rolland
over de brand hadden verzameld,
veroorzaakt een briefwisseling
tussen deze beiden en de „Ober-
reichsanwalt" dr. Werner. Zij
vragen om toelating van buiten
landse verdedigers en dan blijkt
uit het antwoord van de procu
reur-generaal, dat buitenlandse
verdedigers alleen kunnen wor
den toegelaten tezamen met
een Duitse verdediger. Dat de
verdachten niet menswaardig zou
den zijn behandeld, wijst de pro
cureur-generaal verontwaardigd
van de hand.
Inmiddels echter waren aan de
verdachten Duitse verdedigers
toegewezen, omdat zoals het
Rijksgerechtshof te Leipzig het
motiveerde de verdachten zelf
nog geen verdediger hadden geko-
Met een plattegrond van het Rijksdaggebouw erbij moet van der Lubbe (de gebogen figuur
rechts) bewijzendat'hij op 24 plaatsen brand stichtte
kon met grond veronderstellen,
dat zij in de Duitse regering za
ten
Het proces
Op Donderdag 23 September
begon het proces in het grote ge
bouw van het Rijksgerechtshof te
Leipzig. De bewakingsmaatrege
len waren scherper dan anders.
Er werd druk gepatrouilleerd; de
visitatie van de bezoekers was
zeer streng. Dertig telefooncellen
waren nabij de zittingszaal ten
behoeve van de pers ingericht.
Voorbereidingen waren getroffen
om gedeelten van het proces te
verfilmen en uit te zenden door
de radio.
De vrouw van Törgler en de
stiefbroer van van der Lubbe za
ten op de publieke tribune. Even
„Beste Rinus,
De familie heeft in onderhan
deling gestaan met mr. Pauwels,
om je- te laten verdedigen. Zij
heeft echter thans het volle ver
trouwen aan meester Stomps ge
geven. In de krant stond, dat je
iedere verdediging afwijst, maar
we verzoeken je dringend Stomps
als verdediger aan te nemen. Hij
staat niet in dienst van een poli
tieke partij en zal je belangen zo
verdedigen als je het zelf wenst.
Ik schrijf dit in naam van de ge
hele familie, die je hartelijk groet.
Simon".
Dan wordt van der Lubbe vlak
voor de groene tafel gebracht. Hij
staat roerloos; zijn armen hangen
zouden zijn aangetroffen, zou zijn
gebleken, dat het land zich in
groot gevaar bevond, een gevaar,
dat een onmiddellijk handelen
vereiste. Zo zou het bewijs zijn
geleverd, dat Törgler niet alleen
met van der Lubbe, maar ook
met andere brandstichters enige
uren vóór de brand in het ge
bouw was samengeweest.
Intussen was van der Lubbe de
gehele nacht door verhoord. Hij
bleef roerloos en bleek. Met het
hoofd tussen de schouders gaf hij
verwarde antwoorden op de vra
gen die hem werden gesteld. Hij
sprak zacht, bijna fluisterend.
Soms scheen hij een ogenblik
overeind te willen springen, maar
onmiddellijk daarop viel hij weer
terug op de stoel. Er kwam bijna
niet anders dan een monotoon
herhalen van zelfbeschuldigingen
van zijn lippen. Ook het feit, dat
hij alleen was geweest en nie
mand anders bij hem was geweest,
sprak hij steeds weer opnieuw
uit.
Soms maakte hij vermoeide
gebaren, die bijna schrikachtig
aandeden. Hij gaf toe, behalve
de Rijksdag, op 25 Februari, ook
het gebouw van Maatschappelijk
Hulpbetoon te Neuköln, het Ber
lijnse Stadsslot en het Berlijnse
raadhuis in brand te hebben ge
stoken. In het gebouw voor Maat
schappelijk Hulpbetoon en het
Raadhuis, had hij de ruiten in
gegooid en daarna brandende
vuurmakers naar binnen gewor
pen. Hij erkende, dat h(j in ver
binding stond met de Duitse
communistische partij. Later bleek
dat hij al sinds lange tijd teen
lid meer was. Hij bekende a i.
wat men hem vroeg, behalve één
ding: hij erkende niet, dat hij
medeplichtigen had gehad. Toen
hij eindelijk werd teruggebracht
naar zijn cel, was hij uitgeput.
Hij viel neer op de matras en
sliep onmiddellijk.
De wereld in beroering
Langzaam, zeer langzaam kwam
de wereld in beroering. Traag,-
maar onloochenbaar zeker, vatte
de overtuiging post, dat de ach
tergrond van deze brand anders
was, dan het driftig geschreeuw
der nazi's wilde doen voorkomen.
Achter de snel opeenvolgende re
devoeringen van Hitier en Göring,
waar luid het communisme werd
aangewezen als de ondermijner
van het staatsbestel, school enkel
de machtswellust van een dicta
tor.
Het was de „Manchester Guar
dian", die onder de kop: „Wie
was de schuldige?" een artikel
publiceerde, waarin de Rijksdag
brand werd besproken en beweer
dwerd, dat de ware schuldigen in
de Duitse Rijksregering zaten.
Onder de verdachten bevonden
zich toen behalve van der Lub
be en Törgler ook nog drie
Bulgaren: Dimitroff, schrijver,
Bleek, voorovergebogen en
apathisch luistert v.d. Lubbe
tijdens het proces naar de be
schuldigingen, die tegen hem
worden ingebracht. Fluiste
rend zal hij alles bekennen.
zen. Volgens de wet moesten deze
gekozen worden uit de te Leip
zig gevestigde advocaten. Zo
kreeg van der Lubbe de advocaat
Seuffert toegewezen en de drie
Bulgaren werden toevertrouwd
aan dr. Teichert. De Rijksdagafge
vaardigde Törgler, kreeg op zijn
verzoek de advocaat dr. Sack te
Berlijn.
Intussen had de Procureur Ge
neraal om toezending verzocht
van het door dr. Branting en Ro
main Rolland verzamelde feiten
materiaal. Er had zich een inter
nationale enquête-commissie ge
vormd, die de zaak van de Rijks
dagbrand onbevooroordeeld zou
bestuderen. Daarin had behalve
dr. Branting ook zitting de Pa-
rijse advocaat de Moro Giafferi,
het Nederlandse Tweede Kamerlid
mevr. mr. Bakker-Nort en nog
een aantal buitenlanders.
Romain Rolland antwoordde op
het verzoek om toezending van de
documenten, dat deze zouden
worden doorgezonden, zodra de
garantie was gegeven voor vrije,
onafhankelijke verdediging, als
mede voor openbaarheid van de
behandeling. Ook -dr. Branting
eiste vrije keuze van verdediging
voor de beschuldigden en het vol
ledig recht der verdachten, zich
met de verdedigers te onderhou
den, zonder aanwezigheid van
derden. Verder vroeg hij vrijgelei
de en veiligheid voor de getuigen,
die door -de internationale com
missie zouden worden opgeroepen.
Inmiddels had de familie van van
der Lubbe zich tot mr. Francois
Pauwels gericht, met het verzoek
de hoofdverdachte in het proces
te verdedigen.
Dan, op 25 Augustus 1933 wordt
de datum van het proces vastge
steld. Het zal worden gehouden in
Leipzig en aanvangen op Donder
dag, 21 September, 's morgens om
precies negen uur. Het dossier be
staat uit 35 delen, de acte van be
schuldiging beslaat 230 pagina's.
110 getuigen zullen worden ge
hoord. Opnieuw wordt op 31
Augustus nogmaals gezegd, dat
van der Lubbe volledig heeft be
kend en dat hij dus zal worden
aangeklaagd, beschuldigd van
hoogverraad en andere misdaden.
In het vooronderzoek zijn vijf
honderd getuigen verhoord.
De wereld intussen nam steeds
klemmender stelling tegen het
proces, een poppenspel, waarin
van der Lubbe slechts een mario
net was. In Amsterdam stelde een
internationale juristencommissie
op 6 September een onderzoek in
naar karakter en verleden van
van der Lubbe. De Duitse procu
reur-generaal verbrak de brief
wisseling met dr. Branting. Als
antwoord daarop namen vijftien
duizend burgers op een congres te
Parijs een motie aan, waarin het
proces-van der Lubbe een ver
krachting van waarheid en recht
genoemd werd. In Londen werd
een schemer-proces gehouden te
gen de verdachten van de Duitse
Rijksdagbrand. De uitspraak moet
na de deskundige betogen van
de beste juristen een slag in
het gezicht van Berlijn geweest
zijn: van der Lubbe was geen lid
van een communistische partij,
maar juist een tegenstander er
van. De Bulgaren werden volko
voor negen uur kwamen de be- slap langs zijn lichaam. Hij is
klaagden de zaal binnen.
Van der Lubbe staarde recht
voor zich uit, de andere ver
dachten zagen de zaal rond. Vóór
de beklaagden namen de verdedi
gers plaats. Seuffert voor van der
Lubbe, dr. Sack voor Törgler en
Teichert voor de drie Bulgaren.
Van de 120 getuigen waren er de
eerste dag slechts zes opgeroepen.
Mr. Francois Pauwels had een te-
tegram van van der Lubbe ont
vangen, waarin deze hem mee
deelde, dat hij mr. Pauwels niet
als verdediger wenste.-De familie
van van der Lubbe had zich
daarna met mr. Stomps te Heem
stede in verbinding gesteld en van
der Lubbe een brief gestuurd,
deze advocaat wel te aanvaarden.
Na de opening van het proces las
de president Böhmer een brief
voor van van der Lubbe, dat hij
ook mr. Stomps niet als verdedi
ger aanvaardde.
Deze eerste dag van het proces
is van der Lubbe zwijgzaam. Hij
geeft slechts verwarde en korte
bleek. De president vraagt hem
naar deze brief: „Hebt u de laat
ste dagen van Uw verwanten een
brief ontvangen, waarin u wordt
aangeraden, meester Stomps als
verdediger te nemen?"
Van der Lubbe zwijgt. Zijn
hoofd schijnt nog dieper weg te
zakken tussen de hoog opgetrok
ken schouders. Hij antwoordt ten
slotte: „Nee".
Wanneer de vraag wordt her
haald, zegt hij fluisterend: „Ja".
Uiteindelijk zegt hij: „Ik wil mr.
Stomps niet als verdediger".
Politiek spel
in het spionnetje
Dit hele proces blijkt overigens
niet anders dan een politiek spel
tussen twee ideologieën. Het Leip-
ziger gerechtshof is de arena waar
dit spel wordt gespeeld met al de
Wie is Marinus van der Lubbe? Hij is geboren de dertiende
Januari 1903 te Leiden, zoon van rondtrekkende kooplieden.
In 1927 sluit hij zich aan bij de communistische partij. Hij col
porteert met blaadjes en is betrokken bij relletjes, waardoor
hij meermalen met de politie in aanraking komt. Bij het Maat
schappelijk Hulpbetoon te Leiden heeft hij ruiten ingegooid
en eenmaal gaat hij de wethouder van Sociale Zaken te lijf.
In het voorjaar van 1931 ontmoet hij de communist Holwerda,
met wie hij plannen maakt om naar Rusland te gaan.. Zij zullen
in hun onderhoud voorzien door de verkoop van ansichtkaar
ten. Later echter, trekt Holwerda zich terug en v. d. Lubbe
gaat alleen. Hij komt niet verder dan Berlijn, waar hij door
de politie wordt opgepakt en over de grens gezet. Opnieuw
in Leiden sluit hij zich aan bij de Internationale Communisti
sche Partij. Meermalen treedt hij in debat met. de fascist Baars.
Drie weken vóór de brand, wordt van der Lubbe uit het
Academisch Ziekenhuis te Leiden ontslagen, waar hij onder
behandeling is geweest voor een oogkwaal. Van beroep is hij
metselaar. Deze figuur hadden de nazi's uitgekozen om te fun
geren als de fanatieke bedreiger van de nationale vrede. Een
figuur, die tè tragisch was om deze beweringen een waarheids
karakter te geven. Van der Lubbe zou nooit de morele moed
voor een dergelijke daad hebben kunnen opbrengen. Zijn
levensloop getuigt misschien van temperament, maar zeker niet
van standvastigheid in zijn politieke overtuiging. Hij was niet
anders dan 'n ontspoorde geest, die bevrediging zocht in agitatie.
antwoorden. Zijn hele levensge
schiedenis zal worden nagegaan:
zijn revolutionaire ideeën worden
scherp uitgepluist. Voor van der
Lubbe schijnt het alsof al deze
dingen hem voorbijgaan. Met ge
bogen hoofd zit hij tussen de
wachten. Het gehele proces door
blijft hij deze roerloze, bijna
stompzinnige figuur en geeft zach-
-te, gefluisterde antwoorden.
De familie van van der Lubbe
heeft inmiddels een telegram ge
stuurd aan Hindenburg om te
zorgen, dat de door hen aan van
der Lubbe geschreven brief in
zijn bezit komt. Uit de verslagen
in de kranten hebben zij gelezen,
dat Marinus ook mr. Stomps heeft
geweigerd en leiden daaruit af,
dat hij de brief nooit heeft ont
vangen.
Van der Lubbe zelf, zal sinds
de aanvang van het proces niet
meer eten. In een latere zitting
komt het telegram aan Hinden
burg ter sprake en de brief van
men onschuldig bevonden, evenals'de familie, waarin het volgende
Törgler. De schuldigen dan? Men werd gescheven:
verbetenheid, die maar enigszins
te bedenken is. Van der Lubbe
is daarin slechts de schamele fi
guur. Herhaaldelijk worden er ge
beurtenissen aangehaald, waaruit
blijkt, dat van der Lubbe geen der
andere verdachten ook maar een
keer had ontmoet. Wanneer de
verdediger van van der Lubbe aan
Taneff vraagt of hij van der Lub
be wel eens heeft ontmoet, begint
van der Lubbe luidkeels te lachen.
Taneff antwoordt, dat hij van
der Lubbe niet kent.
Later, bij het verhoor van Po
poff is van der Lubbe nog slechts
een wrak. Hij zit weggedoken in
de beklaagdenbank, het hoofd op
de borst. Hij geeft geen enkel ant
woord meer. Weer later is hij
plotseling opgewekt. Hij lacht te
gen de bewakers, die hem binnen
brengen. Een dokter heeft hem in
de gevangenis onderzocht. Deze
getuigt, dat hij gezellig met van
der Lubbe heeft gepraat. Dr. Sack
de verdediger van Törgler, stelt
voor de vertegenwoordiger van de
„Telegraaf", Johan Luger, te ho
ren, die daarbij tegenwoordig was.
De lichamelijke toestand kon de
heer Luger niet beoordelen. Het
gesprek was echter nogal eenzij
dig geweest. Van der Lubbe had
enkel met Ja en Nee geantwoord;
de armen hingen slap langs zijn
lichaam.
Dagen worden later besteed aan
de branden in het gebouw voor
Maatschappelijk Hulpbetoon te
Neuköln en het Raadhuis te Ber
lijn. Nauwkeurig wordt nagegaan
op welke wijze van der Lubbe
deze branden heeft gesticht. Tien
tallen getuigen worden daarbij
gehoord. Pas later, veel later,
komt de eigenlijke Rijksdagbrand
ter sprake. Van der Lubbe bekent.
Hij bekent alles wat hem wordt
gevraagd. Enkel het feit, dat hij
alleen is geweest blijft hij hard
nekkig volhouden.
Hij legt precies uit hoe hij
naar binnen is geklommen,
door het raam, en op welke
wijze hij de brandhaarden
heeft aangelegd. Alleen Dimi
troff protesteert tegen de gang
van zaken.
President; Bent u die avond
alleen naar binnen geklom
men?
Van der Lubbe: „Ja."
President: „Hebt u de Rijks
dag alleen in brand gestoken?"
Dimitroff roept: „Dat is uit
gesloten, onmogelijk, idioot."
President: „Wees stil, ik ont
neem u het woord. Ik vraag u
nog eens, van der Lubbe, hebt
u de Rijksdag alleen in brand
gestoken?"
Van der Lubbe: „Ja."
Het O.M.; „We hebben dit
nogal eens geprobeerd, maar
ik wil dit niettegenstaande
nog eens vragen: Hebben ande
ren de daad voorbereid? Heb
ben anderen u geholpen?"
Van der Lubbe: „Dat kan
ik niet zeggen".
Dimitroff: „Hij wil niet toe
geven, dat hij een werktuig is."
Dr. Sack (verdediger van
Törgler-: „Dimitroff is van me
ning, dat van der Lubbe een
misbruikt werktuig is geweest
van anderen." (Dimitroff:
„Juist.) Ik acht het mijn plicht
de procureur-generaal daarop
te wijzen.
Dood door de valbijl
Tijdens de laatste zitting van
het Rijksgerechtshof, op 23 De
cember 1933, werd Marinus van
der Lubbe wegens hoogverraad,
gepaard met brandstichting ter
dood veroordeeld. De andere be
klaagden werden vrijgesproken
wegens gebrek aan bewijs. Van
der Lubbe werd ter dood ver
oordeeld door een wet met terug
werkende kracht, die op 28 Fe
bruari, de dag na de brand, in
werking was gesteld. Het verzoek
van de Nederlandse regering, de
straf om te zetten in levenslang,
werd afgewezen.
Dinsdagavond, de 9e Januari
1934, werd aan van der Lubbe
medegedeeld, dat president von
Hindenburg geweigerd had hem
gratie te verlenen. Van der Lubbe
stond roerloos, rechtop in zijn cel.
Hij luisterde met dezelfde apathie
als gedurende het proces. Toen
men hem vroeg of hij geestelijke
bijstand wenste, bleef hij zwijgen.
Woensdagochtend om zes uur
werd hij gewekt. Hij werd gescho
ren en vervolgens naar de bin
nenplaats van de gevangenis ge
bracht. Daar waren aanwezig: de
officier van justitie, de voorzitter
van de Senaat, drie rechters en
een vertegenwoordiger van de
Staat. Zonder aandoening luis
terde van der Lubbe naar het
voorlezen van het doodvonnis.
Hij wiegde traag heen en weer
alsof hij elk ogenblik zijn even
wicht kon verliezen. Toen men
hem vroeg of hij nog een ver
klaring wilde afleggen, schudde
hij ontkennend het hoofd. Ge
willig volgde hij de beul naar het
schavot, waar een geestelijke
enige gebeden verrichtte.
De terechtstelling door de val
bijl duurde dertig seconden. In
de tijd, die daaraan voorafging,
had van der Lubbe niet meer ge
sproken.
Drie dagen voor zijn verjaardag
werd hij vermoord, door dezelfde
groep, die hem als willoos werk
tuig had meegevoerd door de gan
gen onder het Rijksdaggebouw:
die samen met hem het gebouw
in brand stak en hem toen alleen
achterliet om opgevangen te wor
den door de politieke politie, zo
als dit na de oorlog in het proces
te Neurenberg, duidelijk is komen
vast te staan.