WIJ SPRINGEN op groen VLUCHTELINGEN De ervaringen van een man, die zijn leven durfde toevertrouwen aan 't ijle weefsel van een parachute van de wet der gemiddelden Zaterdag 17 October 1953 Pagina 9 Tenslotte was de dag geko men, waarvoor we al die lange, harde maanden hadden getraind. Het 505de Parachute Regiment was de nacht tevo ren boven Sicilië neergelaten. De eerste geruchten meldden, dat de mannen er goed af ge komen waren. Daarna echter hoorden we, dat algehele ver nietiging hun deel was gewor den. Weer' later werd gezegd, dat de helft van het regiment al in de vliegtuigen werd ge dood, of getroffen terwijl ze aan hun parachute naar bene den zweefden. Nu was het de beurt van mijn legioen, het 504de Parachute Regiment van de 82ste Luchtlandingsdivisie. We moesten springen om het 505de te versterken. Afgeladen met onze gevechts uitrusting klommen we vroeg in de middag de trucks in en reden over de woestijn naar het vlieg, veld. Hoe hadden we Afrika's woestijn, met zijn cactusstruiken, leren haten. Er waren eens twee kameraden bij een oefensprong in terecht gekomen. De hele nacht hadden ze liggen brullen van de pijn en niemand had hen kunnen benaderen. Toen hun lijken de volgende dag werden geborgen, waren ze bijna niet aan te vatten, zo vol lange, scherpe naalden hadden ze gezeten. Hoe liefelijk en vredig leek die woestijn nu. De knoppen van de cactusstruiken waren gebarsten en de dorre vlakte vlamde van de helle kleuren. Het was op deze plaats, die de meesten van ons nimmer zouden terugzien, alsof we door de bloeiende rhododen- dronvelden van Virginia toerden. Op het vliegveld stonden hon derden plompe, breed-gevleugelde Dakota's. De aanblik van deze machines deed Ons bloed verkillen en legde een kramp rond onze maag. We zetten onze wapenen in rotten onder de vleugels en legden onze uitrusting op de grond. De bemanningen maakten grapjes met ons, maar ze lachten alleen met de lippen. Hun harten waren net zo zwaar als die van ons. Ook zij stonden op het punt de veilige, vredige woestijn ach ter zich te laten. Ocze parachutes lagen in han dige stapels te wachten. Ieder koos er twee een z.g. T-7 pak van de stapel, droeg ze naar zijn vliegtuig en begon ze nauw gezet na te kijken. Als we in een nacht, zoals de komende beloofde te worden, iets wensten, dan was het wel, dat onze parachutes zou den functionneren. Vervolgens kregen we onze „briefing", waar bij de operatie-officier vertelde wat er van ons verlangd werd. Na het beëindigen van zijn toespraak stuurde de S-3 ons de woestijn in. Wapens inspecteren en testen. Daarna was het etenstijd. We kre gen kalkoen, 'n uitgebreid des sert en ijs. Ik kon niet nalaten met enige ironie te denken aan de k tssieke uitdrukking: „Galge maal". Opnieuw inspecteerden we onze wapenen en ammunitie. Casey, een sluipmoordenaar als weinig anderen, sleep zijn vervaarlijke dolk. De reus Berkeley zat con sciëntieus de laatste stofjes van zijn tommygun te vegen; een huis vrouw kon het bezwaarlijk met meer toewijding doen. De Arabier borstelde denkbeeldige korreltjes zand van zijn glimmend geweer. De Meester Termiet lag in de schaduw van een vleugel te sla pen, weg van deze boze wereld. De Pool liet de bewegende delen van zijn machinegeweer langzaam heen en weer glijden onder zijn spiedend oog. Tenslotte pakte hij het zorgzaam in de plunjezak'. Larkin zat erbij, of hij voor het eerst geen zin in een robbertje vechten had. We kregen 'n laatste „sloepen- rol" met de reddingsvlotten aan boord van de Dakota's. We moes ten immers de mogelijkheid onder ogen zien, dat we boven zee zou de! worden neergeschoten. Ieder had'n Mae West (zwemvest), dat in tokele ogenblikken kon wor den opgeblazen, met samenge- perst\ zuurstof. ieder klaar was gekomen met dV inspectie van zijn uitrus ting, zitten we ons neer op de kale wcfestijnvloer en begonnen te piekere» Ógen werden klein, ge zichten grimmig. Kaken staken hoekig liaar voren. Ieder reali seerde zifc, dat nu alle schepen achter hety waren verbrand. Ieder aanvaarddX zijn lot en ieder rea geerde op deze aanvaarding op z'n eigen rrfeier. Casey zei niets, maar zijn ale ogen glinsterden. Olson's brecA gezicht dunde uit tot magere, ainkere hoeken. Fin- kelstein, de kleine man, was de enige, die niet onder de indruk kwam. Hij grinnikte en vroeg of er in de buurt een begrafenis was vanwege de grote schare dood bidders. De Ier O'Connel deed een zijden shawl om zijn nek. Hij droeg er altijd een, wanneer hij sprong. Duquesne met z'n grijze haren, 43 jaren oud, maar volgens zijn zakboekje nog pas 27, plaag de zijn kameraad Gruening en vroeg of ze goed bier maakten, daar op Sicilië. Rodgers las een hoofdstuk uit zijn zakbijbeltje. Rook uit pijpen en cigaretten filterde door droge neusgaten de woestijnluobt in. Larkin goooide een peuk weg, grijnsde ironisch en zei: „Jullie hebben altijd ge zegd, dat je voor de duivel nog niet bang bent. Laat 't nou maar eens zien...." Benson keek hem vuil aan, plukte aan zijn wilde knevel en verviel weer in zijn droefgeestige gepeinzen. Een gekletter ging langs de rijen vliegtuigen, tpen we opston den en ons bokkentuig aantrok ken. Een zucht, half van opluch ting, half van wanhoop, ging door de mannen. Grote pak om, been banden vast, borstriemen vast, parachutelijn los afhangend van de rug. ankerlijngesp bij de hand, de reserve-parachute beide ha ken vast. „Maak jij mijn buikriem vast?" „Oké Joe, doe jij 't dan bij mij." De hoes om het geweer, handgranaten in de zakken, ban delieren met patronen rond de borst, onder de parachute. Mae West om de hals, gasmasker om, kleine pak aan de andere kant. Rantsoenen, kaarten, eerste-hulp- doos erin. „Oké, alles in orde. Het beste er mee, jongens. Tot op Sicilië." „Oké, klim het vliegtuig in, in de volgorde, waarin je moet sprin gen.-Je weet wat je te doen staat, mannen. Spring snel, wanneer ik het sein geef. De tijd is tien uur drie en veertig. Licht: groen. Be grepen? Oké, zitten dan. Roken na de start." Een motor begint te draaien, nu de andere. Ze worden op tempe ratuur gebracht. Het lawaai ver dooft en vervaagt onze gedachten. Propellors jagen wolken stof op. Hete lucht waait door het toestel, dat nu naar de startbaan draait, terwijl van de motoren een krankzinnig, oorverdovend gebrul komt. De machine schuift vooruit, krijgt snelheid, fle woestijn schiet langs de raampjeslos! We zijn in de lucht, we zijn onder weg. Naar Sicilië. We winnen hoogte en cirkelen rond. Beneden ons, op het vlieg veld, komt iedere paar seconden een Dakota los. Andere machines taxiën naar de startbaan. Onze lucht-trein groeit, als een groep Een stroom rode%htspoor kwam van de grond op me af en 't was a' ze precL tussen m'n voeten doorging trekkende ganzen, wanneer meer en meer vliegtuigen zich bij de rond-cirkelende armada voegen. We beginnen over grotere woes- tijnvlakten te vliegen. De machi nes sluiten zich op lot V-formaties. Een vliegtuig schuift op zijn plaats, ongeveer honderd meter links achter ons; rechts achter ons, op even grote afstand, sluit zich een ander toestel aan. Ons peloton in de V-formatie is com pleet. Kijkend uit de ruimte, waar eigenlijk een deur hoorde te zit ten, zag ik de luchttrein ophou den met rondcirkelen, samenko men in colonne en één lang gerekte luchtvloot worden met één spits, die de richting aangaf. Koers naar de blauwe Middel landse Zee. Het was een uur voor zonsondergang. De woestijn met zijn witte Arabische dorpjes, wier bewoners als insecten het schouw spel in de lucht stonden gade te slaan, gleed onder de luchtvloot door. Kamelen, geiten, paarden, cactus-struiken en korenvelden werden afgewisseld door vliegvel den met Spitfires, Wellingtons, trucks, jeeps en benzinevaten in speelgoedformaat. Ik zat tegen over de deur en zag de witte stranden van de kustlijn. Toen gleed Afrika weg in de vallende schemering. Tenslotte was er al leen nog maar water te zien. Een lichte weemoed sloop m'n gedachten binnen, terwijl ik door de deur naar het ondergaan van de zon keek. De geel-oranje ho rizon vormde een vreemd con trast met het vurige rood van de zon, die zich als een enorme zaag een weg baande in het blauwe water. In m'n zwervende gedach ten kwam een regel uit een schlager: „Ik haat de avondzon, wanneer hij ondergaat." De zon verdween, een rode gloed ach terlatend. De rode gloed ver dween en het water was zwart. Parachutes ritselden, toen de mannen pakjes cigaretten open maakten. Rook zwierf onbestemd door de ruimte, dreef plotseling omhoog en werd dan met een ruk weggezogen door de deur. Het werd donker. De motoren dreunden monotoon en spoten door de uitlaten vlammen in de nacht. We zaten daar met onze gedachten alleen, gereed om op te springen, in afwachting van het commando, dat onvermijdelijk moest komen, hoewel we nog niet eens halfweg waren op onze reis zonder retourkaartje. Plotseling verscheen een wazige landmassa in de verte. Malta! Twee en twintighonderd lucht aanvallen en nog altijd ongebro- ken. Herkenningslichten knipper- den. Een van onze vliegtuigen schoot een lichtkogel af ten ant woord. De seinlampen stopten hun geknipper. Duisternis weer en de zee, waarvan de golven onaan gedaan voortgingen hun eeuwige rimpels te trekken, amper hon derd meter onder het vliegtuig. Nog een uur en vijftien minu ten. De cigaretten maakten op nieuw hun rondgang, doorgegeven van man tot man. eerst langs de ene kant van de cabine en toen terug. Vuurpunten gloeiden in de duisternis, wanneer dichtgekne pen lippen de peuken tot stompjes zogen. Ik maalde mijn cigaretten- eindje grimmig aan flarden op de metalen vloer. Dichte rook wolken. opstijgend van de ver woeste havens van Gela, Licata en Vittoria, namen nu het uitzicht op de zee weg en sloten zelfs de duisternis buiten. De luchtstroom van de propellers gierde langs de gaping van de open deur, ver vaagde in lange, wervelende ser pentines van een doorschijnende witte substantie, waarin ik in mijn verbeelding de verloren zie- I/V DE ZOMER VAIS 1943 zat in de buurt van Oujda, Frans Marokko, een troep kerels in de ivoestijn, zoals er zelden bij elkaar aangetroffen zullen ivorden. Zij vormden bij elkaar het 504de Parachute Regiment van de 82ste Airbornedivisie. In de gelederen van dit regiment stonden jongemannen van de meest uiteenlopende karakters en de meest tegengestelde lagen van de maatschappij naast elkaar. Zoons van senatoren en cowboys. Metaalarbeiders en gangsters. Boerenzoons, kantoor klerken, ex-gevangenisboeven en millionnairszoontjes. Jongens van twintig, maar ook mannen van veertig en ouder, die hun leeftijd vervalst hadden, om maar aangenomen te worden in wat met recht genoemd mag ivorden: 's werelds meest gevarieerde legereenheid. Ondanks hun uiteenlopende karakters hadden zij één doel gemeen. Voor de vrijheid te vechten in de taaiste troepen, die ooit de wapens gedra gen hadden. Het grootste risico te aanvaarden onder één voorwaarde: mee te mogen doen aan een avontuur dat zijn gelijke in welke tijd en onder welke omstandig heden ook, nooit had gevonden. Vit dergelijke mensen worden parachutisten en luchtlandingstroepen gevormd. Vit dergelijke mensen komen Rangers en Comman do's voort. Soldaten met een bekwaamheid en een zelfvertrouwen, dat door niets geschokt kan worden. De 82ste Amerikaanse Airbornedivisie zette in Mei 1943 voet aan land in Casablanca. Na een korte aanvullende training ging de divisie voor het eerst in gevecht op Sicilië. Na Sicilië volgde een lange rij van fronten, ieder met een naam, iedere naam een monument: Salerno, Anzio, Normandië, Bastogne. Enigen van hen, die in de 82ste Airborne de tocht van front naar front meemaakten, hebben gepoogd in woorden weer te geven wat over een half werelddeel in bloed werd geschreven. Onder hen bevindt zich Ross S. Carter, die over de paratroopers schreef onder de titel: Those devils in baggy pants de duivel in slobber broeken. Naar gegevens uit dit boek stelden wij het verhaal samen: „Wij springen op groen", dat U op deze pagina vindt. Ross Carter was een der weinigen, die de hel in Europa heeft overleefd. Hij kon zich terecht „een vluchteling van de wet der gemiddelden" noemen. Zijn regiment het 504de bestond na Bastogne nog slechts als een nummer. Het regiment, waarin Carter zijn training had gekregen, waarin hij vocht en bijna sneu velde, ligt nu begraven in verre, verre soldaten xerkhoven in tien landen. Daarover hoeft geen sentimentaliteit te bestaan. De doden waren harde, rauwe en roekeloze knapen. Maar dap perder, trouwer en beter-vechtende mannen zal men nimmer kunnen vinden. len van gesneuvelden zag krim pen en stuiptrekken. Naast het paneel van de deur gloeide een klein rood lampje op. Tegelijkertijd kraakte de rauwe stem van Lt. Toland, spring-in- structeur en pelotonscommandant: „Opstaan en aanhaken!" Wanke lend onder het gewicht van twee parachutes en zware gevechts uitrusting, haakten we onze an kerlijngesp aan de kabel en wachtten. Opnieuw kraakte de stem: „Controleer je uitrusting." Iedere man controleerde zijn eigen parachute en de parachute van de man voor hem. De laatste man keerde zich om, zodat de man voor hem de parachute op zijn rug kon inspecteren. Voor de derde keer kraakte de stem: „Tellen voor uitrusting-controle." De laatste man, die voorin het vliegtuig stond en het verst van Eenmaal geland hebben valschermtroepen zich weinig illusies te maken. Er is geen weg terug. Er is maar één weg: vooruit. de uitgang, schreeuwde: „Veer tien okee". De volgende man riep: „Dertien okee", en zo ver der, tot aan de deur. Toland zou eerst springen en ik meteen ach ter hem. Toen ik riep: „Twee okee" knikte hij en schreeuwde in dat onvergetelijke raspende geluid van 'm: „Okee, we sprin gen, als het groene licht aan gaat. Doe je best." Toland stond in de deur, hoofd en schouders al buiten. Hij hield zich nog vast en keek naar bene den om te zien wanneer we bo ven land zouden komen. Ik keek naar het lampje, werd het groen, dan moest ik als tweede man de officier een duw in de rug geven. We wachtten, onze knieën bijna doorbuigend onder onze lood zware bepakking, het pompen van onze harten voelbaar tegen de ribben, zenuwen gespannen voor de duik in het duister, onze hersens afgegrendeld tegen wille keurige, sluipende, verraderlijke en demoraliserende gedachten. Beneden rolde de zee nog steeds, één donkere massa. In eens vlogen we over een schip. Ik voelde een warm gevoel van broederschap jegens de mannen daar beneden, die ons in het ge vecht tegen de vijand moesten bijstaan. En toen begonnen, zon der waarschuwing plotseling lan ge rode vlammen zich als dolken, de lucht in te boren. Boven,, be neden en rond ons werd de nachthemel in fantastische patro nen gesneden met vreemde licht flitsen en uiteenbarstende sterren. Of het nu door vriend of vijand was: we werden beschoten. In m'n paniek had ik Toland wel door de deur naar buiten willen trap pen en mezelf in de veilige, vrije ruimte willen brengen, voor ons vliegtuig een brandende doodkist werd. Het denkbeeld schroeide in m'n gedachten, toen nummer drie me in de ribben porde. Het groe ne licht! Ik duwde Toland naar buiten en in een korte snelle be weging was de deuropening leeg. Toen snorde ik zelf naar buiten. Ademloos, elke zenuw gespannen viel ik enige seconden, één en al angst. Ze duurden een eeuwig- Paratroopers, merkwaardige kerels. Je kunt beter met ze eten dan vechten. Misschien kun je nog beter met ze drin ken. Maar kijk dan uit, wat ze je te drinken voorzetten. Het mocht je eens gaan als die parakapitein, die ergens in een Italiaanse stad had vernomen, dat zijn mannen een feestje op touw zouden zetten. Para's zitten niet gauw verle gen. De stad had niets beters te drinken dan Chianti en iemand, die de dood op zich afgeslingerd heeft geizien in alle vormen en dimensies heeft in zijn vrije uren graag iets anders voor zioh dan alleen Chianti. Dies werd met spoed een clandestien uisulh derijtje opgesnord. Driehonderd liter rode wijn werd omgetoverd tot dertig liter van een heldere, kleurloze vloeistof, die in staat was iemands hoofd van zijn romp te blazen. De kapitein was op de hoogte gekomen van het bestaan dezer stiekume distilleerderij, ni,. wan delde er binnen, nam een slok van de heldere kleurloze vloei stof en wankelde blind en doof de deur uit, een beroerte nabij. Wat maakte van deze mannen een gevechtseenheid? Dat hebben zioh velen afgevraagd, die met de para's in contact gekomen zijn. Burgers in vele landen, militai ren uit alle mogelijke legers. Een pararegiment bevond zich eens aan boord van een Engels schip, waarmee troepen van Britse gar deregimenten werden vervoerd. De Engelsen, keurige, correcte kerels, hadden vijf jaar dienst rug in de verste uithoeken van kwamen. Op een kwaad moment -* wisten de Duitsers, dat een vij andelijke patrouille hun linie was binnengedrongen. En de Duit-ers waar het op vechten aankwam géén kleine jongens, stuurden nu zelf een patrouille uit, om de uitgang naar de Amerikaanse stellingen af te grendelen. De para's "zaten in de val. Acht benauwde kerels kropen rond hun luitenant om te over leggen, hoe ze zicih uit deze nes ten zouden redden Wanneer ze één schot zouden lossen waren e verloren. Rondom, op enkele tien tallen meters afstand, lagen Duit sers. Eén van de mannen, een gewoon snldaat had "i e»- '.°1 en legde dat aan de officier voor. Niet langer door de greppels krui pen, maar stom-weg, reCht-op, in gesloten colonne als een Duitse formatie terugmarcheren Er was geen andere oplossing. De officier knikte zijn „okee" en d-aar ging het achttal. Star rechtop, midden over de weg in het maanlicht. De passen in korte cadans, de wapens aan de heup. de wereld. Hun discipline was af. Hun kleding zonder vlek of rim pel. Koper gepoetst, pantaion m de vouw. De Amerikaanse parachutisten daarentegen leken het meest op een horde zeerovers. Er was er nagenoeg niet één onder, die zich de laatste weken had geschoren. Hun kleding was om het zacht te zeggen nogal gevarieerd. Spring-jackets werden gedragen op buitenmodel-pantalons, sluip- schoenen naast officiersiaarzen van Duitse makelij. Ieder had een dolk of een pistool ergens aan zijn lichaam slingeren. Nooit- had een Brits schip een aeiwe se bende boeven getransporteerd. Wanneer de Engelsen vroegen, wat deze verzameling gangsters nu eigenlijk tot een geveohts- waardige troep maakte kregen ze een antwoord, dat de puzzle nog groter maakte. Er zijn legers, die slechts kun nen bestaan onder een strikte discipline. Het Duitse was er zo een. Er zijn er, die op het eerste gezicht in het geheel geen disci pline bezitten. Dat is natuurlijk nonsens. Die tucht is er wel de gelijk, 'maar bij is gegrond op een sterk innerlijk plichtsgevoel, een begrip voor verhoudingen en gezag. Ook op een sterke team geest tussen alle rangen, die be trokken zijn bij de verwezenlij king van een bepaald doel. Zo is het enigermate bij Engelsen, maar zeer sterk bij Amerikanen. Een perfect samen-werken leidt tot grote resultaten en: spaart mensenlevens. Er is eens een pa trouille parachutisten geweest, die bevel kreeg bijna twee kilometer diep in vijandelijk gebied door te dringen. De patrouille, zeven manschappen en 'n officier sterk, had de opdracht „moeilijkheden voor Zijne Majesteit achter de te zoeken." De moeilijkheden Waar de weg afboog naar de eigen linies stond de Duitse pa trouille aan de kant van de weg te wachten. Een van hun mannen stapte de weg op. De Amerikanen keken niet op of om en marcheer den met bijna stilstaande harten, het angstzweet onder hun haren, door. Er werd geen schot gelost, geen woord gesproken. Binnen enkele minuten werd de eigen linie bereikt. Dat zijn parachutisten ten voe ten uit. Roekeloos tot op het krankzinnige af. Maar ingenieus en doelbewust als maar zeer weinig anderen. heid. Tot de parachute openging en het leek. of de vuist van een reus m'n val eerst abrupt onder brak en me daarna terugsmeet, de lucht in. Boven me snelde als een grote kever het transport vliegtuig voort, vlammen spui tend uit de uitlaten. Tussen me zelf en het toestel gingen nog meer parachutes open. Links stond de volle maan, bijna op de zelfde hoogte als ik, tevreden te grinniken om -het feit, dat hij 240.000 mijl verwijderd was van Generaal Matthew Ridgway, divisiecommandant in oplei ding en operatie van de 82ste Airborne. Hij was een man van grote capaciteiten en de bevorderingen, die hij na de oorlog kreeg, bewijzen dat eens te meer. de hel, waar ik bezig was midden in te vallen. Het was, alsof tussen mijn benen een dubbele stroom lichtspoormunitie schoot. Lucht doelgranaten explodeerden om me heen en smeten kleine wolk jes rook tegen het maanlicht in. Éen paar van onze vliegtuigen tuimelden uit de lucht als bran dende kruisen; andere bleven plotseling stilstaan als een vogel, die in de vlucht wordt aangescho ten; een vurige hand frommelde ze in elkaar. Weer andere barst ten simpelweg uit elkaar en ver dwenen tot niets. De dubbele stroom rode lichtspoor spoot nog steeds omhoog in de nachtelijke he mel, maar verder weg nu. Ik spreidde mijn voeten en ont spande me. Beneden kwam de aarde, nog vaag en wazig, al omhoog om me te ontmoeten. Uitkijkend over de reserve parachute, die nu was opge kropen tot onder m'n kin, kon ik struiken onderscheiden Enige seconden later tuimelde ik rollend op de grond.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1953 | | pagina 9