„Verkeer en Waterstaat" voor Kerstmis afgehandeld Begrotingsbehandeling vergde tweehonderd uren TWEEDE KAMER „Met enkel strijd tegen9 maar ook om liet water" Senaat aanvaardt W ater snoodwet Belastingverlaging in Eerste Kamer Tweede Kamer op reces 35000 kilo papier verbruikt Sociale verzekeringswetten Chauffeur nam bocht verkeerd Donderdag 24 December 1953 (Van onze parlementaire redacteur De begroting van Verkeer en Waterstaatkwam dit jaar achteraan in de rij, want dit hoofdstuk werd eerst gistermiddag in de laatste vergadering voor het Kerst reces goedgekeurd. Hoewel toevallig, lag hierin toch ook een zekere symboliek. „Verkeer en Waterstaatheeft ditmaal het jaar beheerst en het was goed, dat dit aan het einde van het jaar nogmaals relief kreeg. Het slot van de rede van de bewindsman was intussen niet enkel aan de strijd tegen, maar ook om het water gewijd. Minis ter Algera ivees erop, dat thans, in dat kader, de plannen moeten worden gemaakt voor een hele generatie. In het nachtelijk deel van zijn antwoord had de minister al aan dacht gewijd aan tal van kleinere zaken. Gistermiddag passeerden nog enkele andere de revue. De bewindsman deelde mede, dat hij zo juist bericht had ontvangen, dat Amerika een ander standpunt is gaan innemen ten aanzien van de weerschepen. Nederland blijft op de weerschepen prijs stellen in verband met de weerberichten. Voor andere doeleinden zijn der gelijke waarnemingen verouderd. Luchthaven Ook de minister verlangt tot zaken te komen met betrekking tot de beheersvorm van de lucht haven Schiphol. Hij heeft een waarschuwing gestuurd. De mi nister voelt er voor om de K.L.M. hierbij in te schakelen. Ten aanzien van Ypenburg zei de minister, dat de beslissing niet licht viel. Toch gelooft hij, dat de veiligheid niet in het gedrang komt als de rijksweg, als gevolg van de nieuwe bestemming, moet zakken. De nationale luchtvaartschool is in moelijkheden gekomen omdat „oorlog" het contract heeft op gezegd. Er wordt nagegaan of er nog iets aan te doen is. De S 14 van Fokker wordt binnen kort door Navo-experts aan de tand gevoeld. Rijnvaart Een van de grotere onderwer pen, die de minister in zijn rede behandelde, was de rijnvaart. Het Nederlands stadpunt formuleerde hij als volgt: juridisch vrijheid (Van onze parlementaire redactie) Con amore heeft de Eerste Ka mer Woensdagavond haar, goed keuring gehecht aan de wet op de watersnoodschade. Zij had er weinig aanmerkingen op, hetgeen na de nauwkeurige en uitvoerige behandeling van deze wet in de Tweede Kamer wel verwacht kon worden. De enige senator, die het de minister van Financiën lastig maakte was prof. Hellema (A.R.). Deze achtte het onjuist, dat de regering, na zich aan een wette lijke regeling voor de immate riële schade onttrokken te heb ben, toch via een achterdeurtje, in dit geval het Rampenfonds, dé verantwoordelijkheid voor deze schade op zich neemt, „waar blijft nu de parlementaire con trole?". De heer Hellema doelde hier op het feit, dat de regering beloofd heeft de tekorten van het Rampenfonds aan te zuiveren, te korten op de uitkeringen voor de materiële schade die echter ont staan door de uitkeringen voor de immateriële schade. Minister v. d. Kieft noemde deze schade regeling „een moeilijke zaak" en prof. Hellema een „scherpzinnig man", maar dat was het enige, dat hij over dit punt te zeggen had. Meer tevreden over de mi nister was de K.V.P.-woordvoer- der van der Himst, die de toe zegging kreeg dat bij de toepas sing van de wet op de waters noodschade alle „letterknechte- rij" vermeden zal worden. (Van onze parlementaire redactie) De Eerste Kamer heeft Woens dagavond zonder hoofdelijke stemming haar goedkeuring ge hecht aan de combinatie van wets ontwerpen, die tot doel hebben de werkgelegenheid en de inves teringen te bevorderen en de huurverhoging te compenseren. Het debat over deze belasting voorstellen was een copie van het debat, dat in de Tweede Kamer is gehouden, zij het dan zonder de spanning en frisheid, die veel al aan een eerste openbare be handeling eigen zijn. Minister v. d. Kieft verklaarde van de be lastingverlaging een sterke sti mulans op de investeringen te verwachten. Komend jaar zal er 10 pCt. minder belasting geheven worden en dat percentage zal zeker niet geheel in de con sumptieve sfeer verdwijnen. De bewindsman was van oordeel, dat de huidige voorstellen tot aan de uiterste grens van het moge lijke gaan. „Er zijn er wel die meer wensen, maar laten zij op passen, dat zij zich niet in hun eigen geestdrift verwarren". van vaart, gecompleteerd met een gemeenschappelijke markt. Het Duitse antwoord noemde ook de minister in hoge mate teleur stellend, als geen basis voor ver der overleg aanwezig is, zou in derdaad aan de rechtsmiddelen het laatste woord moeten worden gelaten. Met betrekking tot de strijd té gen hfet water kon de bewinds man zeggen, dat Nederland de toekomst weer met moed tege moet kan gaan. De dijken zijn op het peil van voor de oorlog. De zwakste plek ken werden ook sterker en nu wordt naar andere zwakke plek ken gezocht voor het geval de Deltacommissie tot de conclusie komt, dat de zeearmen moeten worden afgesloten, kan straks het grootse werk aangepakt worden, dat tot de hoogst mogelijke ze kerheid moet leiden. De minister durft, in afwach ting van het rapport, nog niet over te gaan tot een afsluiting van de Biesbosch. Het water, al dus de bewindsman, is echter niet enkel onze vijand, maar ook onze vriend. De wetenschap is zich dit in de laatste 20 jaar in toenemen de mate bewust geworden. Door de opvoering van de kwaliteit van het water en de vorming van waterreservoirs kan de Neder landse agrarische productie in be langrijke mate worden opgevoerd. Nederland dient deze weg moe dig en vastberaden in te slaan. De begroting werd na enige re pliek z.h.s. goedgekeurd. .(Van onze parlementaire redacteur) „Ik waag het niet het einde van de begTotingsdebatten aan U te presenteren als een kunstwerk, waarop wij met onvermengde trots en tevredenheid mogen te rugzien: een zucht van verlich ting is niet het zélfde als een juichkreet," aldus de voorzitter van de Tweede Kamer in zijn rede, die gisteren het slot vormde van de jaarlijkse begrotingsbe handeling en het uitzicht' op het. Kerstreces opende. De Ka-mer heeft vanaf de der de Dinsdag 43 dag- en 25 avond vergaderingen gehouden. Voor de 'begrotingslbehandeling waren 200 uren bescthoikibaar. De Lands drukkerij maakte 7700 overuren en bedrukte ten behoeve van de Kamer niet minder dan 35000 kilo papier. De rede van dr Kortenlhorst was. voor ihet grootste deel, een verdediging van de wijze van begrotingisb-elhandeiling, waarvan de bezwaren in toenemende mate worden gevoeld en waarop dit jaar wel zeer veel critiek is uit geoefend. De voorzitter stelde voorop, dat de 'begrotingsbehan deling een gewichtig onderdeel van de taak van de wetgevende m-adht is. In Februari gaat, met het oog on de begrotingssamen stelling. al de eerste aanschrij ving van „financiën" uit. In Mei EERSTE KAMER Van onze parlementaire redactie) Van de verdere plannen voor de coördinatie en unificatie van de sociale verzekeringswetten zal practisch niets terecht komen wanneer de loongrens voor de ziekenfonds- en ziektewet-verze kering niet tot f 6.000 zou wor den verhoogd. Dit verklaarde Woensdagmid dag de staatssecretaris van So ciale Zaken, mr. dr. van Rhijn in de Eerste Kamer. De regering, zo zei hij, heeft nog niet tot deze verhoging besloten, omdat zij hierover eerst met de medische wereld tot overeenstemming wenst te komen. De verhoging van -de loongrens kwam in de Eerste Kamer ter sprake bij de behandeling van enkele wetsontwerpen, tot coör dinatie van een groep sociale ver zekeringswetten. Deze coördinatie die de loonadministratie belang rijk vereenvoudigt, werd door de Kamer met vreugde begroet. Staatssecretaris van Rhijn ver klaarde dat het volgende punt op het coördinatie-programma de de finitieve ouderdomsvoorziening zal zijn. „Hieraan is door de re gering prioriteit verleend". De heer van Rhijn klaagde er over, dat de Sociaal Economische Raad nog steeds geen advies over de ouderdomsverzekering heeft uit gebracht. Zou de S.E.R. binnen kort niet het gevraagd advies aanbieden, dan zal het ministerie van Sociale Zaken zelf met plan nen komen. Na de definitieve ouderdomsvoorziening zjjn de in- validiteits- en ongevallen- en de ziekteverzekering aan de beurt. De aanhangige wetsontwerpen werden door de Kamer zonder hoofdelijke stemming aangeno- dienen de departementen de voorlopige cijfers bij dat mini sterie in. De drie volgende maan den zijn bestemd voor interdepar tementaal overleg. Pas in Augus tus kan de definitieve begroting worden opgesteld. Met de hakken over- de sloot slaagt de regering er dan in om op Prinsjesdag met het bekende koffertje in de Tweede Kamer te verschijnen. Om het controlerecht. Kan de Tweede Kamer het dan niet vlugger doen? De voorzitter, dr Kortenlhorst bleek van oor deel. dat ook dit niet mogelijk is. De begrotingshoofdstukken moeten vooraf worden bestu deerd, er moeten voorlopige ver slagen worden voorbereid en dit leidt er toe, dat eerst zeven we ken na Prinsjesdag met de open bare behandeling kan Worden be- gonnen. Blijft de vraag of de Tweede Kamer beslist voor het Kerstreces gereed moet zijn. Dr Kortenlhorst meende in het alge meen van wel. Wanneer de be handeling in de Eerste Kamer te laat begint, zou de parlementaire controle in discrediet raken. Het gaat om de goedkeuring van de uitgaven voor het nieuwe jaar. Naarmate de goedkeuring verder in het jaar valt, verliest die goed keuring ooik aan betekenis. Dr Kortenlhorst wenste de leden tot 2 Februari een welverdiende rust toe en vergat ook de zieke mede leden, de-heren Vorrinlk, Romme en van der Ploeg, niet. „Met Kerstmis in het zicht, de dag van Christus blijde geboorte", zo besloot de voorzitter, „bidden wij voor alles om vrede, vrede in ons zelf. vrede met onze even naaste en vrede onder de volke ren." Vrachtauto botst tegen boom STEENWIJKERWOLD Ten gevolge van de mist ontdekte 'n bestuurder van een vrachtauto die uit de richting Heerenveen kwam iets te laat een boerenwa- wen voor hem, waardoor hij plotseling krachtig moest rem men. Een vrachtauto van de Coöp. Aankoopfabrieken uit Friesland die achter deze wagen reed kon vanwoge de zware druk van de aanhangwagen ge laden met pulp niet zo spoedig stoppen, met het gevolg dat de vrachtauto tegen de boom botste. De bestuurder de heer Heida uit M'arum kwam er met de schrik af, doch er ontstond veel averij aan de auto. Emmenaar veroorzaakt auto-ongeval WEZEP. Gistermorgen om streeks zes uur botsten twee auto's tegen eikaar op in een bocht van de Zuiderzeestraat te Wezep, ter hoogte van het gebouw „Jeugdvreugd", waarbij de heer J. A. Schoemaker uit Emm-en ernstige verwondingen opliep en naar het Soplhia-ziekenhuis te Zwolle werd overgebracht. Komende uit de richting Zwolle begaf S. zich in zijn personen wagen in 'de bocht naar rechts op het lin-kerweggedeei'te en vloog met grote snelheid tegen een naderende vrachtauto be stuurd door D.v.D. uit Panekon. S. werd uit de auto geslingerd en kwam midden op de straat terecht. De ijlings ontboden ge neesheer, dokter Broekens. ver leende eerste huip en constateer de een schedelbasisfractuur. In zorgwekkende toestand werd het slachtoffer naar het Sophia-zie- kenhuis te Zwolle vervoerd. De vrachtauto kreeg lichte schade, terwijl de personenauto zwaar beschadigd werd. Naar de oor zaak van het ongeluk wordt een onderzoek ingesteld. De weg was ter plaatse glad door de regen en het zicht was slecht vanwege de dichte mist. HET liep tegen Kerstmis en juist in deze tijd, de mooiste tijd van heel het jaar, hadden Joost en Marike een heerlijk geheim. Joost en Marike waren tweelingen, die altijd alles sa men deden. Deze keer maakten ze met zijn tweetjesWacht, zal ik je eens even op de zolder van hun huisje laten rondgluren? Op die zolder werd heel wat bewaard, versleten schaat sen, priktollen met een stompe punt, oude laarsjes en zelfs piepkleine schoentjes van Marike. Nu stond er tussen al die spulletjes van vroeger één splinternieuw ding en dat was. Eigenlijk kan ik beter zeggen, wat het wérd. Het werd een wiegje, een allerliefst wiegje van soepel wilgen hout. Nog een paar daagjes, schatte Joost, en het zou klaar zijn. Oef, wat had hij al een werk gehad aan dit kleine, eenvoudige mandje. Maar het zag er keurig uit, dat was waar. Oom Willem had het zelf gezegd! En oom Willem kon het weten. Die was man- denvlechter, zie je. Joost was vaak bij hem op de werkplaats geweest en had er heel wat geleerd. Vandaar, dat hij nu dit wiegje kon maken. Na tuurlijkhij deed het niet hele maal alleen. Oom Willem had het werk voor hem opgezet en oom Wil lem zou ook straks de dikke houten bodem in het mandje spijkeren. Straks! Joost zag het wiegje al kant en klaar voor zich. Wat zou het prach tig zijn. Marike haakte er een paar gordijntjes voor en tante Bets, de vrouw van oom Willem, zou voor een matrasje zorgen. Dan was alles keu rig in orde en kon het kindje komen. Welk kindje? Dat heb ik je nog niet verteld. Joost en Marike maakten dit mooie wiegje voor het Kerstkind! „Elk jaar opnieuw komt het Kerst kindje -weer op aarde", had de juf frouw van de klas een poos geleden gezegd en bij die woorden hadden Joost en Marike elkaar met grote ogen aangekeken. Elk jaar opnieuw? Dus dit jaar ook weer? Maar waar zou het dan komen, in welk huis of in welke schuur? „Het moet bij ons komen!" had Marike opeens gedacht, ,,bij ons thuis". En weet je wat Joost had gedacht? Precies hetzelfde! O, wat hadden ze er druk over gepraat, toen ze na school naar huis toe liepen. „Wij maken samen een wiegje voor het Kerstkind" hadden ze afgespro ken, „het mooiste wiegje, dat je je maar denken kunt. Dan wil het kind je zeker bij ons komen. Wat zal het blij zijn, als het in zo'n fijn, zacht bedje kan slapen. Dat is heel wat be ter dan een kribbe ruwe houten planken met hard stro Ja, ze hadden wel honderd planne tjes gemaakt en eindelijk was het dan zo ver gekomen, dat Joost met bevend hartje naar oom Willem stapte. Zou oom wel willen helpen in die drukke tijd en.,., zou hij niets verklappen? Gelukkig, het was allemaal in orde gekomen. Oom had gul het fijnste wilgenhout gegeven en nog eens pre cies verteld, waar Joost bij het vlech ten aan denken moest. „En als je er mee zit", had hij tenslotte gezegd, „kom dan gerust naar mij toe". Die goeie oom Willem toch! Daar kon je nog eens op rekenen. „En hij zal ook niemand iets verklappen", had Joost naderhand aan Marike verteld, „nie mand komt te weten, dat wij samen een wieg gaan maken". Nee, niemand mocht er iets van weten, behalve oom Willem en tante Bets dan. Vader en moeder mochten er zeker niets van merken, want voor hen zou het juist de grootste verras sing zijn. Stel je voor, dat het Kerst kindje bij je in huis komt! Joost en Marike werkten dus zo stilletjes mogelijk aan de wieg. Meest, al zaten ze op zolder, daar was het lekker rustig. Joost vlocht dan met een ernstig gezicht de lenige twijgen en Marike haakte ijverig aan de gor dijntjes. Ze had het fijnste witte ga ren genomen en deed haar uiterste best. Het leek wel, of ze een tien plus voor handwerken wilde hebben. Geen wonder ook! Werkte ze niet voor het Goddelijk Kindje, dat in de Kerst nacht komen zou? DE dagen vlogen om, vonden Joost en Marike. Dat kwam zeker, om dat ze zo druk waren met de wieg voor het kindje. Het Kerstfeest na derde nu snel. „Nog drie nachtjes slapen", zei Joost op een middag tot Marike, „dan is het zo ver. Morgen moeten we dus klaar zijn met ons werk. Dan breng ik het mandje met de gordijntjes naar oom Willem en tante Bets. Die zullen het verder af maken, hebben ze beloofd". „En komt eens zien? „Achzeiden ze even later te gelijkertijd, „ach, wat een prachtig wiegje! Hebben wij dat gemaakt?" Tante Bets lachte hen toe: „Ja", zei ze, „dat is jullie werk. En zal ik nou eens iets vertellen? Zo juist waren er al een paar klanten, die het kopen wilden". Joost en Marike straalden van trots. „Maar dat zal niet gaan", zeiden ze toen, „we nemen het met een mee, tante Bets. Zoudt u het willen inpakken, oom Willem?" Het was ge woon jammer om zo'n mooi wiegje in papier weg te stoppen, maar het moest gebeuren. Niemand mocht er verder nog iets van zien, zelfs geen stipje! alles dan nog op tijd af?" vroeg Ma rike een beetje angstig. „Natuurlijk", stelde Joost haar gerust, „oom Wil lem heeft het toch immers zelf ge zegd? Daags voor Kerstmis kunnen we de wieg bij hem gaan halen". „Daags voor Kerstmis?" zei Marike nadenkend, „dat is Zaterdag. Maar dan staan oom Willem en tante Bets met hun manden op de markt!" Joost knikte. „Des te beter. Wij moeten na tuurlijk ook naar de markt om bood schappen te gaan doen. Wedden, dat moeder ons er heen stuurt? Dan kun nen we de wieg mooi meenemen". Het ging allemaal precies, zoals Joost gezegd had. Joost en Marike moesten Zaterdags naar de markt. Ze waren nog nooit zo blij op pad ge gaan als deze keer! „Ik ben toch zo benieuwd naar de wieg", zei Marike maar steeds. „Ik ook", antwoordde Joost, „maar eerst doen we de bood schappen. Wat was het ook weer al lemaal! Kaas en honing, rookworst en boter„En rood lint om de tafel te versieren", vulde Marike haastig aan, „enne kleine kaarsjes om voor het Kerststalletje te zetten". Zo gauw ze konden deden zij hun in kopen. Het waren wat kleine bood schappen, maar ditmaal gunden de kinderen zich amper de tijd om een lepeltje honing te blijven proeven of een stukje malse kaas te gaan keuren. Hoe eerder ze bij oom Willem en tante Bets waren, hoe liever het hen was. En tochtoen ze eenmaal klaar waren en de boodschappentas zwaar aan Joost's arm hing, werden ze een beetje bang. Zou de wieg wer kelijk wel mooi génoeg geworden zijn? Marike's hartje begon vlugger te kloppen. „Als alles nu maar goed gegaan is", dacht ze. Kijk, daar ginds stond oom Willem al te wachten. Hij zwaaide met zijn arm. Nu zetten de kinderen het op een drafje. Vooruit maar ze moesten het mandje toch Joost nam het pak onder zijn arm en Marike greep de zware tas. Maar eerst gaf ze oom en tante een klin kende zoen. „Voor alles", zei ze een voudig en toen gingen ze op weg naar huis, dwars over de bloemenmarkt, waar de lampen al brandden boven de kraampjes. Het rook er naar fris dennegroen en overal sjouwden man nen met takken verse hulst. Je kon wel merken, dat het morgen Kerstmis zou zijn. Joost en Marike voelden zich overgelukkig. Dit jaar zouden ze het mooiste Kerstfeest hebben, dat zè ooit hadden beleefd. Daarvóór zorg de het wiegje van sneeuwwit wilgen hout met zijn fijne gordijntjes, die bijna van kant leken. Wat zou het kindje heerlijk rusten op dat stevige matrasje van tante Bets! Want ko men zou het deze nacht, dat wisten Joost en Marike zeker. Ze slopen heel voorzichtig door de schemerdonkere gang, toen ze veilig thuis waren, en droegen het wiegje maar vast naar boven, naar de zol der. En 's avonds, toen ze slapen gingen, liepen ze nóg een keer de zoldertrap op. „Ik zal 't raam wijd open zetten", fluisterde Joost tegen Marike, „dat is gemakkelijker voor het Kerst kind". Marike knikte alleen maar. Eerbiedig keek ze naar de hemel, die donkerblauw zag en nog helemaal dicht zat. Er stonden geen sterretjes, maar dat hoefde toch ook niet? Straks, als de Kerstnacht was aangebroken, en de hemelpoort openging, zou er licht genoeg naar buiten stralen. Dat heldere schijnsel zou genoeg zijn voor het Kerstkind, om de weg te vinden naar hun huisje. DIE nacht had Marike een wonder lijke droom. Ze zag een engel tje, dat met een heel klein kindje in de arm naar de aarde vloog. Kijk, het daalde neer op de bloemenmarkt, bijna op een paar hulsttakken met hun scherpe punten. Gelukkig ging het nog goed. Even zocht het engel tje, tot het een klein wiegje vond, een fijn mandje van wilgenhout met keurig gehaakte gordijntjes. Daar leg de het 't kindje in en toen ging het staan wachten. Op wie? „Op mij", dacht Marike en ze wilde al hard toe lopen. Maar plotseling viel ze en toen werd ze met eep. schok wakker. „Moeder!" riep ze. „Ssst!" hoorde ze opeens, „houd je toch stil". Nee maar, dat was Joost. „Ben jij al op?" vroeg Marike slaperig. „Natuur lijk" was het antwoord, „het is nog wel donker, maar de Kerstnacht is voorbij. Marike zat meteen rechtop in haar bedje. Kerstnacht voorbij? Dan moest het Kerstkindje er al zijn! „Laten we gaan kijken", zei ze zachtjes. En daar gingen ze, heel voorzichtig en heel stilletjes. Er mocht geen trede van de zoldertrap kraken, nog niet. Bevend bleven ze boven aan de trap staan. „Zie jij wat?" vroeg Joost hees en fluisterend. „Nee", antwoord de Marike onthutst, „ik zie helemaal niets. We hadden het wiegje toch bij het zolderraam gezet, hè?" „Vlak bij het raam", zei Joost, „zal ik het licht eens aandoen?" Floep daar baadde de zolder in een zee van licht. Alles was nu duidelijk te zien, nog beter haast dan overdag. Maar wat Joost en Marike allemaal zagen, geen wiegje. Het huilen stond de kinderen nader dan het lachen. Geen wiegje, dat be tekende ook: geen Kerstkindje. Ter wijl ze daar zo teleurgesteld en ver drietig stonden, kwam er iemand met ferme stappen de zoldertrap op. Dat was vader. Och hemeltje, wat zou die nu zeggen? Vader was helemaal niet boos. Het leek zelfs wel, of hij iets van het geheim van zijn kinderen begreep. Joost en Marike hoefden ten minste niet veel te vertellen. „Ik heb dat wiegje gisteravond zien staan", zei vader, „toen ik even iets van de zolder mcfest halen. Ik dacht eigenlijk al dat het voor het Kerstkindje be doeld was. Maarnp moeten jul lie eens even goed luisteren". Bij deze woorden ging vader op een oude keukenstoel zitten en haalde de kin deren naar zich toe. TOEN ze ieder gemakkelijk op een knie zaten, begon vader over het Kerstkind te vertellen. Het Godde lijk kindje komt nog wel elk jaar met Kerstmis op aarde, zo legde hij uit, maar het komt anders dan vroeger, in de eerste Kerstnacht. Het daalt nu niet meer in een kribbe neer of in zo'n mooi gevlochten wiegje, nee, het wil nu rusten in de harten van alle mensen". Joost en Marike dachten daar diep over na. „Dus het komt bij iedereen?" vroegen ze tenslotte aar zelend. Vader knikte. „Het komt bij iedereen, die maar wil en zijn best doet om goed te zijn", antwoordde hij. „Je kunt Het wel niet zien, maar je voelt best, of Het er - is. Dan ben je altijd blij en opgewekt". „Dat wil ik wel fluisterde Marike en natuur lijk zei Joost precies hetzelfde! „Dan is het kindje ook al in jullie hartje", lachte vader tevreden, „begrijpen jul lie nu, dat er dus eigenlijk helemaal geen wiegje nodig is?" De wieg! Dat was waar ook, waar was die toch gebleven? Nu lachte vader nog blijder. „Kom maar mee", zei hij, „dan zal ik jullie de wieg eneen grote verrassing laten zien". Verwonderd liepen Joost en Marike achter vader aan, de zolder trap af. Vader deed zachtjes de deur van de grote slaapkamer open en toenJoost en Marike wisten later niet, wat ze het eerst hadden gezien. Was het moeder, die juist wakker was en zo gelukkig naar hen keek? Of het wiegje, dat naast haar stond, het wiegje van wilgenhout, waarin tóch een heel klein kindje te slapen lag? „Een kindje!" juichtte Marike, „toch een kindje in onze wieg!" „Ja", zei moeder zacht, „een broertje voor jullie. Ik denk, dat het een presentje van het Kerstkind is. Het wilde zeker in elk geval een speelgenootje sturen, toen Het eenmaal wist, dat jullie zo'n mooi wiegje aan het maken waren". Joost knikte met verbaasde ogen, maar Marike zei beslist: „Dan heb ik vannacht gezien, dat een engeltje ons kindje naar de aarde bracht". Toen lachten ze alle vier en die op gewekte lach werd het begin van een blijde dag, de mooiste Kerstdag, die Joost en Marike ooit hadden gehad. En zeg eens: mag dat soms een won der heten, als het Kerstkind in je hartje rust en Zijn liefste vriendje bij je thuis in een wilgenhouten wieg je ligt? Gekleed in een witte jas met een bontkraag in dezelfde kleur, ze gent Paus Pius XII enige goederenwagens, die een complete in richting bevatten voor twintig klaslokalen, 'n Italiaanse gift aan de rampslachtoffertjes in Nederland. De goe deren werden ver vaardigd in Bologna en per speciale trein naar het spoorwegsta tion in Vaticaanstad gestuurd, waar de Paus Zijn zegen er over uitsprak. Bij de plechtigheid was aan wezig de Nederlandse gezant bij de Heilige Stoel, 'Jhr. Mr. M. W. van Weede.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1953 | | pagina 11