erde Hun huis stónd in Heiningen Moeder Nuiten kan niet meer slapen als het stormt NOG 120 EVACUE'S NA 1 JAAR KEUZE UIT SLECHTS TWEE MOGELIJKHEDEN Maandag is EEN JAAR GELEDEN itervoeten Vlucht voor het water met één bundeltje stropdassen, een wekker en een fiets Tweehonderd huizen op stapel Delta-commissie zal weldra advies uitbrengen ichten voor ïheepvaart ;rinsa. Baard ƒ60,—: i. Meer Tjalhuizum 'ietske de Boer, Snik- Verder bracht het finale: Elske v Dam. aag; Geertje Brouwer lantje Bosscha, Wol kje de Jong, Heeren NHAGE, 29 Jan. ht, ontleend aan het in de Rijkswaterstaat 29 Jan. luidt: letter (scheepvaart ïaal. M beperkt. N 2 schepen, P 1 eeen vaart, (ijstoestand): ik water, B licht - licht vast ijs. D verspreid drijfiis. E Izwaar opeengepakt - middelzwaar drijfiis op, G middelzwaar - zwaar verspreid - zwaar opeengepakt zwaar drijfiis in geul - zwaar vast ijs. Z ht. ns emmer (Pr. Margrietshiis) .ep-Rensel (lazienaveen ieuwarden- Harlingen ivere.n skanaal fdvaart 5 Vaart >r ■Steenwijk- Friesland aaien Canaal maal St Andries 1 q k - e q m q m q m q m q m q m q m q m q m p. f q m q m q m q q q m m m m m d d d b n m q h m lem-Nederweert q g 'aart q g maal q g 1 q maal q p Axelse Sassing m aal q m rwede m ;de m m m vede n laas q tal Gorinohem- Vianen q g tal Vreeswij k- Amsterdaih m f -dam-Rotterdam via Gouda q g •dam-Rotterdam a Leidsendam q g skanaal q m .O.-polder q m geheel gestremd kachel of droogstra- geschikt. Maar dat imdat het doordrin- en van stralen af- /an hun golflengte, tralen dringen niet dus onbruikbaar, jepaalde stralen uit rood-gebied kunnen iderhuidse weefsel, regulateurs gelegen gen. Philips „Infra- leze stralen van de lolflengte in maxi- eid. ng van winterhan- voeten door middel is „Infraphil" ver ruk, de pijn en de edig, de gezonde >rt weer en ook de en sneller door de in de bloedsomloop. >k deze aandoening nen dan genezen, e voeding met een kgehalte liter te gebruiken, door te dragen, door te lichaamsbeweging, somloop bevordert it seizoen 1 of 2 5—15 minuten te de Philips „Infra- lien kan Philips srijs 37.50), een :enen voor de be- o.a. wonden, kneu- kingen en spier- Zaterdag 30 Januari 1954 Pagina 9 WEST-BRABANT, Januari. Een geheimzinnigere! die het beroep van „helderziende" uitoefent, verklaart, dat hij de Ignatiusvloed voorzien heeft. Hij doet verstandiger die bewe ring niet te herhalen voor de bewoners van het rampgebied, die nu nog, een voljaar later, leven tussen ruïnes, bergen wrakhout en de dagelijkse herinneringen aan een verdriet dat zo groot is als de zee. Er is misschien maar één man die een voorgevoel had van wat er gebeuren zou. Hij is geen helder ziende, maar burgemeester. Burgemeester Cor v. d. Hooft, van Willemstad, die als oud-stuurman ter Koopvaardij oor heeft voor de wind en de kracht van het water kent. Hij waagde er een evacuatie op, omdat hij niets wagen wilde tegen de natuurelementen. In zijn gemeente worden slechts een paar slachtoffers betreurd. Maar enkele kilometers verder, in Fijnaart, in Heiningen, is de wereld voor 75 mensen vergaan in een tweede zondvloed. Het gehucht Heiningen be staat niet meer. „Ilk zou er ook niet meer terug gaan, al zou ik kunnen" zegt moeder Nuiten, die nu in een nieuwe wooniwijk in het gespaarde deel van Fjj- naaxt woont met haar gezin van twaalf kinderen. „Ik zou er geen uur rust hebben. Als je dat alle maal hebt meegemaakt...." Er moet iets gaande zijn Haar buren zijn verdronken. Een van de zoons van de land bouwersfamilie, enkele meters verder de polder in, heeft zich drijvend op een ledikant, kun nen redden. De enjge van het „Ik ben nooit bang geiweest van storm," zegt moeder Nuiten. Dat had ons ongeluk wel kun nen betekenen, want het water stond al in buis toen ik pas wakker werd. Vroeg in de och tend, om een uur of vier, dacht ik de kinderen te horen, die he neden sliepen in de huiskamer. Ik wilde opstaan, maar toen ik goed luisterde hoorde ik dat het mensen waren die over de dijk liepen. Ik sliep weer in, al woei het vreselijk. Van storm was ik niet bang. Als het nu onweer ge weest wasMaar een uur of drie later boorde ik een auto op de dijk. Toen werd ik toch nieuwsgierig. „Er moest iets gaande zijn", dacht ik. „Wie heeft het. ooit beleefd dat hier Zondagsochtends vroeg auto's over de dijk rijden.... 7 Toen ik beneden kwam, stond het water al in de huiskamer. Ik schrok zoals ik nog nooit ge schrokken ben. Het land stond blank. Het water kwam al tot de Kwartiersedijk, waar wij te- geaan woonden. Wie had hier ooit water gezien? Ik rende he lemaal vanstreek naar boven en trommelde de anderen wakker. De grote jongens waren bijna niet uit bed te krijgen. Ze mop perden, want ze waren die avond laat naar bed gegaan en zulke jongens hebben veel slaap nodig. „Het water staat al tegen de dijk!" riep ik. Maar ze dachten dat ik hen voor do gek hield. De hele wereld staat blank We kleedden ons snel aan en maakten ons gereed om weg te gaan. Een politieman, die met een motor over de dijk reed, zei dat we snel vertrekken moesten. „De hele wereld staat blank" zei hij. Hij was de eerste die kwam waarschuwen. Een heleboel ge zinnen waren al vertrokken, maar niemand had er aan gedacht om ons te waarschuwen. Ik kleedde de kinderen goed aan, nam wat kleren mee.Je weet niet wat je doet in zulke ogenblikken. Je wilt nog zoveel mogelijk meenemen, maar je denkt er niet 'bij na wat je pakt. Grijpt wat je voor de voeten komt. Onze Koos had een bun deltje stropdassen bij zich, Rien had de wekker gepakt. Toen we weggingen was het een uur of half zeven. Het water stond al zo hoog dat het over de dijk heen spoelde. Om er bij neer te vallen Moeder Nuiten weet geen woorden te vinden om de ang stige, afmattende tocht te be schrijven dwars door de andere polder over een smal veldpad met haar man en twaalf kinde ren. Het stormen was nog steeds niet opgehouden. De wind sloeg dwars over het pad met venijrtige vlagen, alsof hij ons persé heb ben wilde. De kleine kinderen huilden en we kwamen bijna niet vooruit. Het huis van mijn zwager waar wij heen trokken was een goeie drie kilometer verder. Maar om daar te komen! Gerard werd met zijn fiets on dersteboven gegooid door de wind. Johan viel in het prikkel draad. De kleine kinderen die ik aan de hand had struikelden her haaldelijk. Het was om er bij neer te vallen. Maar we moesten vooruif. Achter ons kwam het water al aan. Afgebeuld en moe zielen we bij onze zwager bin nen. Het leek wel of de tocht uren geduurd had. We waren doodop. We dankten de hemel dat we eindelijk konden uitrusten en veilig waren. Op dat ogenlblik is de achter gevel weggeslagen uit ons huis aan de dijk, hoorden we later. Kort daarna is de hele woning weggezakt in de golven. We hadden niets meer dan een fiets, een bundeltje stropdassen, een wekker en de kleren die we aan hadden. Maar zoiets realiseer je je niet, want je bent al zo blij dat je gered bent Tehuis vol liefde Bijna drie maanden heeft het gezin Nuiten onderdak gehad in het Missiehuis van de fathers van Mill Hill te Roosendaal. Een hele zaal was aan hen afgestaan. Moeder Nuiten vertelt het met tranen in de ogen, „Wat die voor ons gedaan hebben Enkele maanden geleden, toen wij nog eens op visite waren geweest bij de paters, wilde Joke, die 2 jaar is, niet mee terug. „Ik wil naar buis!" riep zij en zij wilde naar boven gaan, naar de zaal waar wij maanden ge woond hadderi". In de huiskamer hangt een grote portret-combinatie van kiekjes uit die tijd, die een pe riode van geluk was, omdat zij geholpen werden uit liefde, en helemaal onbaatzuchtig. Op het nieuwe buffet staan foto's van de fathers en van de zusters. Drie weken nadat de stormen uitgewoed waren is het gezin nog eens gaan kijken op de Kwartiersedijk. Op de plaats waar het huis gestaan had, was een gaping. Niets vonden zij er van terug. „Nog geen kopje", zegt moeder Nuiten. Alleen een oud aardappelmandje en de bok van de wringerOok de zes tien konijnen waren verdronken. Maar nu wonen zij in een fijn huis in een nieuwe wijk. „Ons oude huis haalt er niet bij", vin den zij trots. Het is groter en gerieflijker dan het kleine dijk- woninkje, waar alleen maar een huiskamer en een zolder was. Hier, in de Julianastraat zijn be halve de huiskamer 3 slaapka mertjes en een badkamer. Het is nog niet veel voor veertien mensen, maar het is toch al heel behoorlijk. Er is in het gezin nog meer veranderd door de ramp. Vader Nuiten, die altijd landarbeider geweest is, bij alle wisselvallig heid van dat beroep, heeft nu een vaste betrekking bij Philips in Roosendaal. Mien, die 15 is, kan nu naar de huishoudschool en zij doet er uitstekend haar best. Het gezin is de watersnood materieel wel weer te boven. Iedereen heeft geweldig geholpen, zegt moeder Nuiten en zij krijgt weer tranen in haar ogen als zij rond kijkt naar de mooie spulle tjes in haar woning. Maar vergeten kan zij de el lende van die rampzalige Zondag ochtend niet. „Daar kom je niet overheen. Misschien slijt het op de duur, maar als het hard waait word ik weer zo hang als toen. Ik lig er hele nachten wakker van. Je doet er niets tegen. Je kunt het niet vergeten En het liefst zou ik hier hele maal weg willen, ver weg uit de buurt van de dijken", 'zucht zij. MAANDAG is het een jaar geleden. Er groeit al weer gras op de nieuwe dijken en in de polders waar toen het water binnen viel. En over de herinneringen van velen is een web gegroeid van vergeten. Maar wie het geweld van storm en water zó aan leven en veiligheid heeft zien vreten, huivert nog bij de herinnering. Er zijn er nog die midden in de nacht wakker schrikken met een kreet, zoals toen, één jaar geleden, toen het water als een plunderaar binnenstormde. Onze verslaggever heeft dezer dagen de plaatsen bezocht die de gesel van het water gevoeld hebben. Op deze pagina vindt U enkele aspecten van de omvangrijke ramp, maar evenzoveel verblijdende tekenen van herstel x hoop op de toekomst. Wij hadden naar Nieuw Vossemeer en Halsteren kunnen gaan, naar Klundert en Willemstad, naar Zeeland, we zouden overal dat beeld van een gestaag bouwen aan de toekomst gevonden hebben. En in al die plaatsen kleine witte kruisen met de namen van hen die niet teruggekeerd zijn uit de zondvloed. De 1794 voor wie wij in deze dagen van herdenking bidden, dat God hen opgenomen heeft in Zijn woonplaats. OUDE TONGE, Januari. Op een stil stuk van een nieuwe dijk- arm even buiten de kom van Oude Tonge ligt een massagraf. Er liggen wat vergane slierten van bloemen en kransen over de rulle aarde. De wind slaat er fel overheen en heneden springt het water venijnig omhoog tegen het talud van de grote tombe, waarin zijn slachtoffers begraven liggen. Het aantal inwoners van het kleine dorp daar beneden is ten opzichte van 1 Januari 1953 ge daald met 462 mannen, vrouwen en kinderen. Er liggen er 299 onder de schaduw van het ijle witte kruis, dat op de grens van dijk en water staat. Driehonderdnegen doden in totaal over 1953. Ruim 10 pro cent van de bevolking. Bijna net zoveel, 294, hebben hun heil elders gezooht. Maar er is noch tans ■woningnood in Oude Tonge. Niet door de vestiging van 73 nieuwe ingezetenen. Er zijn nog 120 inwoners geëvacueerd. Het water heeft tweehonderd huizen verzwolgen. Er is gebrek aan woningen in het dorpje aan de Krammer. De tweehonderd huizen, die het wa ter meegenomen heeft, waren niet allemaal wankele krotten. Er waren er bij, en het gemeente bestuur van Oude Tonge is aan een kant blij dat het ze kwijt is, maar het water heeft ook een vrij nieuwe woonwijk verwoest, de Julianastraat, de School straat en de Josefdreef, die pas circa 35 jaar -geleden gereed ge komen zijn, Toen de zee het dorp overviel waren er 14 hui zen in aanJbouw. Men moest er practisdh weer opnieuw mee be ginnen. In de week waarin de ramp herdacht wordt zullen ze waarschijnlijk bewoond kunnen worden. Dat zijn de eerste van de 204, die men nu met man en macht uit de grond stampt. Het eerste resultaat van, de snelle oplossing van. het woningprobleem in het geteisterde dorp. Als de andere 190 gereed zijn is dat kwaad uit de kleine wereld van Oude Tonge. „We hebben het onder de knie" Het is vrij snel gegaan. „We mogen niet klagen'", zegt de ge meente-secretaris, die een nuch ter man is. Hij spreekt rustig en zonder ophef, imaar die kalmte geeft de cijfers waar hij het over heeft een bijzondere dramatiek. We hebben het onder de knie. Het gaat gestaag voort met de oplbbuw, zegt hü zonder het zo direct te formuleren. „Er was eerst nogal wat tegen stand", zegt hij. De mensen wil den hun grond niet kwijt. Je zit hier met 10 eigenaars. De ge meente zelf had geen vierkante meter grond. We hebben alles moeten onteigenen wat we voor ons nieuwe uitbreidingsplan nb- dig hadden. Dat is in totaal 8 hectare. Daarmee is de woning bouw voor de eerste jaren wel veilig 'gesteld. Die bouw van nieuwe huizen komt hier voor namelijk neer op de gemeente. Er is natuurlijk wel mogelijkheid voor particuliere bouw. Maar er is hier beroerd weinig animo. Aan de rand van het dorp, bij het tramstation, waar de zond vloed alles ondersteboven ge ramd heeft, verrijst een klein dorp van mooie houten woningen op een betonnen voet. Het zijn er 24, een formidabel geschenk -uit Ziweden. Een fraaie partij in het uitbreidingsplan. „Half Miaart zullen ze waarschijnlijk gereed zijn", meent de 'gemeente-secre taris. In de nabijheid van de voormalige Julianastraat momen teel een kamp van woonwagens. Er loopt een- heel legertje werk lieden rond en die hebben hun hand-en waarlijk niet in de zak ken. De funderingen voor de 165 nieuwe woningen,, die daar ver rijzen moeten, zijn ibjjna a-lle ge legd. In Mei zullen de eerste be woners zich daar kunnen instal leren in een gloednieuw huis, verwacht men. De laatste huizen zullen in November zéker klaar zijn. Meer systeem Zo wordt Oude Tonge opge bouwd. In het ontwerp voor de uitbreiding zijn in de Jozefdreef, waar alle woningen verdwenen waren toen de zee terug treek, 18 kleine 'boerderijtjes geprojecteerd. In de Schoolstraat, die daarop aansluit, stonden eerst boerde rijen en woningen kriskras door elkaar, zoals in zoveel dorpen. Er wordt nu maar systeem in gebracht. De woningen krijgen elders een plaats, in de School straat komen de boerderijen. De -gemeente Haarlem, die Oude Tonge -geadopteerd heeft, heeft met technische adviezen spontaan meegewerkt aan de opstelling van het plan, aan de uitvoering ervan en aan de zware opruimingswerk zaamheden, die er aan voorafge gaan zijn. De dijk imponeert Op het land rond Oude Tonge gaat de boer weer rond. Hij kijkt uit over de 'grote nieuwe dijk, die van Herki-ngen tot Galathea loopt en dat geeft hem een rustig gevoel. Deze dijk imponeert. Het is een stoer monument van kracht en beveiliging. Veiligheid, dat is het wat de bewoners van het eiland er toch weer naar toe gedreven heeft. Maar dat begrip veiligheid heeft sinds de ramp een nieuwe dimensie gekregen. Sinds de nieuwe dijk er ligt. Het is niet meer uitsluitend de veilig heid tegen de wereld die de boer van Oude Tonge op zijn eiland vindt. Maar weer en alleen als het stormt begint hij te twijfelen^ al zal hij het niet zeggen vei ligheid tegen het water, de vijand wiens wreedheid hij nu heeft lenen kennen. Alweer een jaar geleden. Vijftig procent van de winter tarwe zal waarschijnlijk geoogst kunnen worden. In het voorjaar zal hij proberen bieten te zaaien en aardappels te poten op zijn grond. Hij is bedacht op tegen vallers. Maar is een boer dat niet altijd? Maar hij gaat voor uit, want ook zijn akker moet weer de grond worden waarop hij vertrouwen kan. (Van een onzer redacteuren) SlNDS de ramp van 1 Februari 1953 is het Nederlandse volk er zich van bewust geworden, dat niet alleen de verdediging tegen gevaren uit het Oosten een noodzakelijkheid is, maar evengoed de verdediging tegen gevaren die uit het Westen dreigen. Nadat onze Eerste Kamer zopas, wat het eerste betreft, de conse quenties heeft aanvaard, zal de regering waarschijnlijk binnenkort ook ten aanzien van die tweede noodzakelijkheid een beslissing moeten nemen. Het verschil is alleen, dat de uitgaven in de militaire sector behalve verzekering van de veiligheid geen enkel rendement op leveren, terwijl een afdoende beveiliging tegen onze Westelijke vijand de zee zeer grote en aanwijsbare economische baten zal geven in de vorm van landaanwinning en verhoogde landbouw- opbrengsten. Belangrijke neven voordelen Hoewel de Delta-commissie, die kort na de watersnood is in gesteld, haar advies met betrek king tot de zeegaten nog niet heeft ingediend, staat het toch wel vast, dat dit advies zal uit gaan van twee mogelijkheden: ófwel het verhogen van de be staande dijken tot zulk een ni- veaq dat zij ook de zwaarste stormen kunnen doorstaan, óf wel het dichten van de openin gen in onze kustlijn en daarmee het radicaal buitensluiten van de zee. Men mag er wel van uitgaan, dat de Delta-commissie de laat ste oplossing zal aanbevelen. De kosten daarvan zouden niet zo veel verschillen met die van een generale dijkverhoging. Belangrijke nevenvoordelen als landaanwinning, bestrijding der verzilting, een betere zoet watervoorziening e.d. zijn er aan verbonden en tenslotte heeft ■men het in de hand voorzienin gen te treffen, die ten volle rekening houden met het feit, dat de zeespiegel rijst terwijl de bodem daalt (ongeveer 25 cm per eeuw). De eenvoudigste oplossing De oplossing, welke de Delta commissie favoriseert, spreekt niet enkel aan wegens de voor delen en omdat ze radicaal is, maar ze heeft ook de aantrek kelijkheid van het eenvoudige. Afsluiting van de zeegaten be tekent een werk over een lengte van niet meer dan 28 kilometer. Wordt deze oplossing terzijde geschoven, dan krijgt men te maken met het alternatief: ver hoging van alle zeewerende dij ken langs de gehele Westelijke „verdedigingslinie" en wellicht ook van een groot aantal rivier dijken en binnendijken. Men realisere zich eens wat dit betekent. Ons land heeft niet minder dan ruim 1500 kilometer zeeweringen, slaperdijken en buitendijken. Bovendien zijn er nog rond 1000 kilometer rivier dijken om ons tegen hoge vloe den uit het binnenland te be schermen en nog weer eens 4800 km andere waterkeringen. Het onderhoud daarvan legt zware lasten op de schouders van het Rijk, de polders en de water schappen. En niet overal denk aan Dordrecht, dat ten dele op de te la-ge dijken is gebouwd zal het eenvoudig zijn de dijken zonder meer te verhogen. Hoe het vroeger was Een land als het onze, waarvan een groot deel en juist het kost baarste deel niet of weinig boven de gemiddelde stand van het zeewater ligt, is dus wel bij zonder kwetsbaar. Nu is dit ook weer niet een ontdekking van de allerlaatste tijd! In zijn eeuwenlange wor steling met de zee heeft het Nederlandse volk genoegzaam ervaren hoe verraderlijk deze vijand toe kan slaan en hoe nodig het is in de verdediging niet te verslappen. Reeds in het Hunsingoër land recht zo genoemd naar een der kwartieren waarin de Gro ninger Ommelanden verdeeld waren heette het: „Wie zee- dyeken door steket, alsoo dat het solt water daerin lopet, dien sal men in dat selve gadt levendigh versmooren ende bedemmen". En een ordonnantie van graaf Philips van Bourgondië, d.d. 13 Maart 1425, bepaalde dat, indien heemraden bij het schouwen van dijken stukken aantroffen waar van het onderhoud niet was ge schied, zij terug zouden keren naar de naast gelegen herberg en daar zouden verblijven en teren tot de dij'k goed zou zijn gemaakt, op kosten van degene die daarvoor aansprakelijk was, met dien verstande dat. indien na een verblijf van acht dagen de dijk nog niet in orde was, het onderhoud zou worden aanbe steed en de goederen van de na latige in beslag zouden worden genomen, waarna daarvan hef viervoudige zou worden betaald van hetgeen het herstel had ge kost, alsmede van hetgeen er verteerd was! Het Hunsingoër landrecht be paalde zelfs, dat beschadiging van de dijken door wegneming van rijswerk zou worden ge straft met afkapping van een hand, vernieling van ankers en plankwerk aan de dijk mef de strop. „Een beschimmeld grapje" Er staan tegenwoordig geen galgen meer in Nederland en er worden geen handen meer ge kapt. Sedert Philips van Bour gondië zijn er enorme stukken land op de zee veroverd en met de beheersing van de zee staat Nederland heden ten dage model in de gehele wereld. Niettemin is de vraag kunnen rijzen of wij dat is ons volk en zijn overheid in het jongste verleden, dus laten wij zeggen de laatste halve eeuw, op water staatkundig gebied van voldoende waakzaamheid en voortvarend heid hebben blijk gegeven. Van de zijde van Waterstaat werd vorig jaar Mei verklaard, dat van serieuze tekortkomingen niet gesproken kon worden. De mogelijkheid van een calamiteit als die van 1 Februari werd be schouwd als „een beschimmeld grapje van lieden, die in een ivoren toren contact met de werkelijkheid hadden verloren". Daaraan terugdenkend, moet worden vastgesteld, dat het on mogelijk geachte niet enkel toch heeft plaats gegrepen, maar dat een ramp van deze omvang in de vooroorlogse jaren op grond van de toestand waarin de dijken toen al verkeerden, wel degelijk voor mogelijk werd gehouden. (Zie vervolg pagina 10)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1954 | | pagina 9