Oost-Duitser speelde voor
postbode en kreeg 20 jaar
't Heet allemaal Papoea,
maar 't verschil is enorm
Vietminh-aanval mislukt
in Indo-China
Naar de primitiefste uithoek
van het primitiefste land
Zaterdag 27 Februari 1954
Pagina 9
Ontbering en ellendeomdat hij brieven
meenam naar West-Berlijn
Rebellen hebben zich teruggetrokken
Op verkenning in ISieutv-Guinea
JEUGDDAGEN BIJ LAND
EN LUCHTMACHT
Brandkast open
gesneden
BUIT: f3500.—
Een gevangene in de Sovjetunie
BERLIJN, Februari 1954. „De beklaagde wordt wegens
economische spionnage tot 20 jaar tuchthuis veroordeeld". Dit oordeel
sprak op 19 Maart 1951 de voorzitter van het Sowjet-Russische
militaire tribunaal in Weimar uit over de handelsreiziger in knopen,
Van der Klooster, die vier maanden van tevoren 's nachts door
ambtenaren van de N.K.W.D. van zijn bed was gelicht onder beschul
diging voor de directeur van een knopenfabriek in het Thüringse
plaatsje, Schmölen, brieven mee naar West-Berlijn te hebben geno
men. „Maakt U zich niet ongerust, Uw man komt zo weer terug",
hadden de Sowjets in de blauwe limousine met lopende motor de
radeloze mevrouw Van der Klooster destijds gezegd, toen zij haar
man tussen zich in meenamen. „We gaan maar even naar het
politiebureau in het dorp". Zij maanden hem aan zich koest te
houden en stootten hem twee revolvers in de ribben om hun bevel
meer kracht bij te zetten. Dan ging het in razende vaart niet naar
het politiebureau in Schmölen, maar recht naar de N.K.W.D.-
gevangenis in de Russische stadswijk van Gera. Voor de handels
reiziger Van d.er Klooster was een „tochtje" begonnen, dat op 31
dagen na precies drie jaar zou duren en hem langs meer oorden
van menselijk leed zou voeren dat hij ooit had kunnen dromen.
In Gera was de ontvangst al
lerminst vriendelijk. Men stiet
de nog verbouwereerde arrestant
de keldertrappen van een villa
af, nadat hij nog kluchtig had
gezien, hoe een soldaat met een
bajonet op het geweer door de
gang op en neer kuierde. Het
rook er vies en smerig. Blijkbaar
was dit donkere hol al meer
malen voor dergelijke doelein
den gebruikt en waren er geen
sanitaire inrichtingen aanwezig.
Enkele ogenblikken later schoof
de soldaat op de gang hem een
emmer met koolsoep binnen.
.Honger?" De arrestant schud
de het hoofd. Koolsoep beteken
de voor hem het einde Hij was
zwaar maaglijdend. Soldaat en
arrestant verstonden elkaar wel.
iswaar niet direct, maar ze wer
den het toch spoedig eens. De
soldaat kreeg de soep De arres
tant enkele in krantenpapier
gewikkelde sigaretten. Eventjes
later vloog, de deur van de kel
der open. Het eerste verhoor
begon, het begin van een einde
loze reeks met onveranderlijk en
steeds dezelfde vragen, telkens
npniuw herhaald door telkens
andere ondervragers in telkens
andere kamers van telkens an
dere gevangenissen. Een num
mer was in de N.K.W.D.-molen
gekomen. Dat het er ooit weer
"itkwam, kan de jonge Van der
Klooster eigenlijk nu nog niet
begrijpen.
Onschuldig geval.
Het hele geval, waarvoor hij
maandenlang aan de tand werd
gevoeld zag er aanvankelijk nog
al onschuldig uit. Het ging over
meenemen van brieven naar
West-Berlijn voor zijn baas, die
in Schlömen een knopenfabriek
had. Deze was gelijktijdig voor
zitter van de plaatselijke afde
ling der liberale partij en had
zijn vertegenwoordiger herhaal
delijk gevraagd een paar brieven
mee te nemen wanneer deze naar
West-Berlijn moest. Van der
Klooster had hier geen been
in gezien teminder omdat het
meenemen van brieven voor
vrienden en kennissen in die
dagen de gewoonste zaak van de
wereld was. Zo speelde hij voor
postbeambte, zo dikwijls hij het
treintje naar de viersectorenstad
nam Had hij kunnen vermoe
den dat 't Sowjetrecht voor der
gelijke gevallen in wet nummer
58 met elf paragrafen voorziet,
die elk tien jaar zwaar zijn? Dit
alles en nog veel meer trachtte
hij de N.K.W.D.-beambten aan
hun verstand te brengen op zijn
tocht, van de ene gevangenis, naar
de andere. Kon hij weten, wat
er in de brieven stond?
Wist hij wat de geadresseer
den deden? De N.K.W.D.-beamb
ten schimpten en tierden slechts
zelden. Zij glimlachten sarcas
tisch met glinsterende oogjes en
boden hem „papirosji" aan. „Jij
niks weten?" Goed, wij alles we
ten Jij vijf jaren tuchthuis!
Daarbij bleef het tot de eerste
zitting in het tribunaal van Wei-
mar. Daar kwamen er in enke
le minuten nog eens vijftien
bovenop, omdat de voorzitter
van mening was dat de beklaag
de twee paragrafen van wet
nummer 58 had overtreden. F.n
tweemaal tien is nu eenmaal
twintig en geen vijf, zoals de
N.K.W.D.-officieren in Gera had
den gezegd.
Een goede maand later stond
Van der Klooster weer voor een
rechtbank van het Rode Leger
maar ditmaal in Berlijn,, waar
heen hij zo dikwijls was gegaan
om zijn moeder in Tegel te be
zoeken en een paar brieven af
te geven. Een vonkje hoop gloei
de hier nog een ogenblik op,
toen Van der Klooster in de
beklaagdenbank van de militaire
rechtbank in Berlijn-Lichten-
berg zijn vroegere chef uit
Schlömen en de dokteres van
het plaatsje ontdekte. Wie zou
den beter dan zij de Sowjet-
rechters kunnen bewiizen dat hij
onschuldig was? In één opzicht
werd Van der Kloosters opti
misme bewaarheid. De direc
teur van de knopenfabriek ont
lastte hem volkomen in het kor
te kruisverhoor. Van de andere
kant had hij zich echter weer
eens in de mentaliteit der Sow-
jetreehters vergist. Twee dood
straffen een voor de directeur
en voor de dokteres en dan
slechts 20 jaar voor Van der
Klooster Terwijl de dokteres op
een brancard uit de rechtszaal
naar de dodencel werd gedra
gen. werd Van der Klooster naar
een reusachtige cel gevoerd, waa-
zich minstens 100 gevangenen
bevonden. Zoals hij spoedig zou
merken, waren het allen on
vrijwillige Ruslandreizigers, die
een verblijfsvergunning voor 10
tot 25 jaar op zak hadden. Het
was de 26ste April 1951.
Enkele dagen later stond
deze triestige groep op het
afgesloten perron van het
Berlijnse station AVühlheide.
Enkele speciaal voor lange
gevangenistransporten ge
bouwde wagons reden voor.
Een oud locomotiefje werd er
voor gespannen. En zo begon
de reis met onbekende be
stemming naar het verre
Rusland. De tweede étappe
was begonnen.
Vijf maanden koolsoep, alleen
in Lichtenberg door "dieetkost
afgewisseld hadden Van der
Klooster echter geen goed ge
daan. Hij was sterk vermagerd
en ondervoed. Het vermoeiende
transport met slechte verpleging
naar de Sowjet-Unie had de
rest gedaan. In Brest-Litowsk
aan de Sowjet-Russische grens
aangekomen, moest hij totaal
uitgeput uit de gevangeniswagen
worden gedragen en m een zie
kenhuis worden gebracht. Bij
een lengte van 1.78 meter woog
hij toen nog slechts 80 pond..
Het duurde maanden alvcirens
hij in letterlijke zin werd ge
schikt bevonden vervoerd te wor
den en hiermede begon een tocht
langs een reeks gevangenissen,
steeds op zoek naar zijn lot
genoten uit Lichtenberg, die
dpstüds na twee dagen opont
houd in Brest-Litowsk waren
doorgereisd.
Door tal van gevan
genissen.
In Wolochda, ongeveer 2000 km
ten Noorden van Moskou, haalde
hij hen eindelijk in. Vrijwel zon
der oponthoud ging het dan
verder naar het mg noordelijker
gelegen kamp Walkoeta. waar
het hele transport einde Aug.
juist voor het begin dier ijskoude
sneeuwregens aankwam. Wal
koeta ligt in de onherbergzaam
ste streken der Sowlet-Unie. De
zomer duurt er slechts twee
maanden. Voor de rest van het
jaar volgen sneeuwregens en
sneeuwstormen elkaar onafge
broken op. In de winter daalt
de temperatuur tot 50 graden
beneden nul en reikt de sneeuw
dikwijls tot aan de daken der
houten barakken,
's Morgens 11 uur komt de
zon op, maar om half twee na
de middag moet men het licht
alweer opsteken. Gebrek aan
brandstof heeft men in dit noor
delijkst gelegen N.K.W.D.-kamp
echter niet, want het staat boven
op dikke lagen beste anthraciet.
Er kan dus gestookt worden.
Tot 1949 was het regime in.
het kamp van Walkoeta uitzon
derlijk slecht. Daarna kwamen
er echter geleidelijk aan enkele
verbeteringen. De gevangenen,
die allen in de omliggende mij
nen tewerk zijn gesteld, mochten
voortaan pakjps ontvangen en
de Russen mochten eens per
maand een brief naar huis schrij
ven. De kampleiding richtte zelfs
winkels in. waar de gevangenen
wat extra's konden kopen. Dit
systeem was heel handig uitge
dacht. Wie zijn productienorm
had vervuld, mocht van zijn
maandsalaris 100 roebel houden
en voor dit bedrag in de kamp-
winkel kopen. Wie deze norm
echter niet. vervulde, bleef van
dit voorrecht verstoken, wat na
tuurlijk evenzeer gold voor bon
die om een of andere reden
niet in staat waren om te wer
ken.
Vpry»d«ïrpri p-
Voor het tweede sneeuw- en
regenseizoen in Walkoeta werd
Van der Klooster gespaard. Hij
weet nu nog niet. hoe dat zo
plotseling kwam. Vast in zijn
herinnering gegrift staat echter
de dag van de 4e September 1952,
toen hij onverwacht zijn boeltje
moest pakken en op transport
werd gesteld naar de gevangenis
van het plaatsje Wladimir onge
veer 180 km ten Oosten van
Moskou. Een week later kwam
hij er aan. Van der Klooster kon
in het begin zijn ogen niet ge
loven. Wladimir was geen kamp
zoals Walkoeta of een tuchthuis
zoals Lichtenberg maar een mo
dern huis van bewaring, dat
blijkbaar als hoofdkwartier dien
de van de „verenigde naties der
gevangenen in de Sowjet-Unie."
Het was van alle comfort voor
zien. De cellen, voor zestien per
sonen berekend, waren groot en
luchtig. De keuken was met de
modernste snufjes uitgerust, ter
wijl het hospitaal een goed ge
outilleerd ziekenhuis evenwaar
dig was. Iedereen werd er
uiterst correct behandeld. Alleen
contact met de buitenwereld
was uitgesloten.
In Wladimir zaten geen ille
gale brievenbestellertjes zoals
hij. maar gewezen hoge militai
ren en ambtenaren: Russen,
Tsjechen, Zuid-Slaven. Oosten
rijkers. Turken, Grieken. Korea-
nen, Japanners en vooral Duit
sers. De handelsreiziger in. kno
pen uit het dorpje Schmölen zat
in Wladimir in een cel tesamen
met gewezen Duitse gezanten,
met hei gewezen hoofd van poli
tie uit Frankfort, met maarschalk
Schörner en admiraal Voss be
nevens talriik" prominenten uit
bet brume tiidnerk Hier wprden
atratepLchp pi finnen uitgewerkt,
bog» diqnic.cip^ gnvnprrl nver de
entwikkeling ir. Duitsland en in
dit verband toekomstplannen ge
vormd.
Anderen hielden zich echter
zoals een technisch ingenieur,
met knutselwerk bezig, prutsten
cigarettenaanstekers in elkaar
of schilderden speelkaarten. Toch
was er nog enig verschil in de
behandeling van de gevangenen
van Wladimir. Dit bemerkte Van
der Klooster echter pas, toen hij
uit het hospitaal was ontslagen
en in een nieuwe cel gestopt.
Hier zaten alleen Grieken. Tur
ken -en Oostenrijkers. Opzien
barender was echter, dat deze
horloges droegen en over geld
beschikten. Vooral dit laatste was
normaal een zwaar vergrijp.
Bovendien wisten deze te ver
tellen, dat een amnestie voor de
deur stond. Een der Oostenrij
kers had dit nieuwtje weten bin
nen te smokkelen. Van dei-
Klooster wist niet, wat hij er
van denken moest. En nog ster
ker raakte hij de koers kwijt,
toen hij tegen het middageten
zijn gevangenisplunje moest in
leveren en in ruil daarvoor bur
gerkleren ontving. De komende
weken waren, ondanks alle voor
delen en gemakken, een ware
kwelling. Vrijwel dag en nacht
werd er over gesproken, wie wel
onder de amnestie zou vallen.
De geringste verbetering in de
behandeling werd nauwkeurig
geregistreerd. Men kreeg lakens,
kussens en een echt kapok bed.
Men mocht iedere week een bad
nemen. Maar het belangrijkste
was toch, dat de kapper op eèn
goede morgen niet meer het
haar der gevangenen kaal schoor
Dit was een gunstig teken.
En men had zich niet vergist.
Einde Juli werd de gevangenen
's morgens om vijf uur de me
dedeling gedaan, dat zij Wladi
mir voorgoed gingen verlaten.
Het nieuwe reisdoel heette Rje-
binsk. Om acht uur zaten de ge
lukkigen reeds in een grote
„Stalinprinski", een trein met
tien wagons van de geheime po
litie, waarin voor 1400 gevan
genen plaats is. Binnen een et
maal kwam het transport in het
repratiëringskamp van Rjebinsk
<•00 km ten Noord-Oosten van
Moskou aan. Het kamp heette
..Tsjerbakow" en bestond uit 'n
croot aantal barakken.waarin
alle denkbare nationaliteiten
waren nndereebraoht. Hier
maakte Van der Klooster ook
voor het eerst kennis met Belgen
die in Noveimher jongstleden
werden gerepatrieerd,
Rjebinsk zou nog een taaie
dobber worden voor allen, die
nog slechts van een gedachte
waren bezield: „Naar huis!"
Vrijwel alle gevangenen hadden
jarenlang zeer zwaar moeten
werken. Hier was niets te doen.
Men wist met zijn tijd geen raad.
Bovendien nam niemand enig
initiatief, omdat de repatriërings
commissie al begin Juli had laten
merken, dat iedere dag kon wor
den vertrokken. De gevangenen
werd gevraagd, of zij zich te
beklagen hadden. Zii werden uit
stekend gevoed doch het, verlos
sende wom-d werd maar niet ge
sproken. Om de zenuwslopende
tiid te doden, organiseerde men
ten einde raad schaaktourneoien.
Er werd in bet geheim gekaart.
Men timmerde een kamporkest
met drie saxofoons en twaalf
violen in elkaar. Oostenrijkers
hrarli tm oen revue ten tonele,
tprwiil Honvair'e danseurs een
ballet opvoerden
Naar huis.
Toen het dieptepunt in de
stemming was overwonnen en
ieder er zich eigenlijk al in
schikte voorlopig in Rjebinsk te
blijven, viel dan toch de lang
verwachte beslissing. Men mocht
naar huis. Op 15 October jongst
leden ging dit nieuwtje door het
hele kamp. Twee dagen later
zaten sommigen reeds in de.trein
naar Berlijn. Ze zouden spoedig
gevolgd worden door Zwitsers,
Belgen, Fransen en Noren. Ieder
kreeg brood, vlees, suiker en
tabak als reisproviand mede. Wie
niet tot deze gelukkigen behoor
de, werd naar Wladimir overge
bracht. Want „Tsjerbakow"
moest geheel ontruimd worden
om er een Russisch gevangen
kamp van te maken.
Wat onze gewezen handelsrei
ziger in knopen, die in 1951
twintig jaar Rusland kreeg, om
dat hij in strijd met de wet voor
postbode had gespeeld, nu van
plan is? „Ik blijf voorlopig bij
mijn schoonouders in Berlijn."
Maar zijn charmante vrouw laat
hem niet uitspreken. „Hij moet
eerst maar eens op zijn gemak
komen," zegt zij stralend. „Ik
ben veel te blij, dat ik hem weer
bij me heb."
En de wat bleke 5-jarige zoon
die het bescheiden huis aan de
rand van Berlijn komt binnen-
huppelen, zegt met nadrukkelijke
trots: „Dit is mijn vader!" Hij
heeft het al zijn speelkameraad
jes al verteld en vader moet zich
nu overal laten zien ten teken,
c'at hij werkelijk uit de verre
Sowjet-Unie bij moeder en zoon
Jan is teruggekomen.
SAIGON, 26 Febr. De 308ste
divisie van de Vietminhtroepen,
die de élite van de rebellen
vormt, heeft het offensief tegen
Loeang Prabang, de hoofdstad
van Laos en tegen de Franse
voorpost Moeong Sai opgegeven,
aldus is vandaag door het Franse
hoofdkwartier meegedeeld.
De Vietminhtroepen hebben
zich in Noordelijke richting in
het oerwoud teruggetrokken en
de 308ste divisie hergroepeert
zich momenteel ten Noorden van
de rivier de Bac. Een Franse
zegsman heeft meegedeeld dat de
Vietminh grote verliezen heeft
geleden tijdens hun offensief in
Laos en noemde hun aftocht „een
grote defensieve overwinning
voor de Fransen".
Franse verkenningspatrouilles
hebben verschillende posten, die
tijdelijk in handen van de vijand
zijn geweest, weer bezet en ver
schillende opslagplaatsen van de
communisten gevonden. De zegs
man wees er op, dat dit de vierde
maal is in vijf maanden tijds, dat
de rebellen genoodzaakt zijn zich
terug te trekken.
Volgens een andere mededeling
hebben gisteren hevige gevechten
plaats gevonden op het plateau
in de buurt van Lapit, 16 kilo
meter ten Noorden van Pleikoe.
Beide partijen leden vrij zware
verliezen.
De strijd ontbrandde toen een
Franse colonne werd aangevallen
door een Vietminh-bataljon. On
middellijk rukten Franse verster
kingen aan en met tanks, artil
lerie en vliegtuigen werd de
vijand bestookt.
De Fransen deelden mede, dat
de Vietminh-rebellen wanhopig
vochten en dat enkele Vietminh-
strijders er zelfs in slaagden de
Franse tanks te beklimmen om
granaten naar binnen te gooien.
(Van onze speciale verslaggever)
SJOEROE. Het tvas 12 December 1953. Merauke lag in
het vuur van een wildgeworden tropenzon. Schel licht ver
brijzelde op de tr.oerassige vlakte tvaar het vroegere icoon-
centrum werd weggebombardeerd, op de grauwe verlaten
haven en op het stoffige groen, waaronder de nieuwe neder
zetting zich trachtte schuil te houden. Een paar uur tevoren
was de Dakota voorbij gebruld met verlofgangers en de post.
Eerst over twee treken zou er weer verbinding zijn met de
buitenwereld. Er was dus even tijd een stapeltje paperassen
door te zien in afwachting van wat er aan mogelijkheden
zich zou voordoen, om na de reis naar het Muju-gebied
langs een andere plek de Zuidkust van Nieuiv Guinea op
nieuw binnen te glippen.
Die mogelijkheden zijn niet tal
rijk. Alles hangt af van een paar
gouvernementsbootjes, die de op
voer van levensmiddelen en an
dere noodzakelijke levensbehoef
ten naar de kustplaatsen en de
post in het binnenland moeten
verzorgen. Het zijn er zo weinig,
dat als er een uitvalt en dat
gebeurt herhaaldelijk die op
voer voor weken en maanden stop
staat en er gebrek komt op de
missiestaties en de bestuursposten.
Zoiets deed zich nu weer voor,
omdat een onervaren, bemanning
kans had gezien een spiksplinter
nieuw rivierslepertje op een
boom te laten lopen met een ver
bogen as als resultaat. Er was
nu weer een ander slepertje no
dig om het eerste uit de rimboe
weg te peuteren en dat was veel
meer pech dan het scheepvaart
wezen aan Nieuw Guinea's Zuid
kust verdragen kan.
Maar daar stond dan toch een
opgetogen pastoor Hoetooer in de
deuropening met de mededeling,
dat ik al over vijf dagen met de
„Carst Ensz" zou kunnen ver
trekken. Het schip zou Frederik
Hendrikeiland aandoen, de Bene-
den-Digoel opvaren tot Badeh en
tenslotte meren voor Agats, de
missiestatie van de pastoors Zeg
waard en Welling. Daar zou ik
dan o.a. Kerstfeest kunnen vie
ren.
Het was schokkend nieuws, spe
ciaal schokkend omdat ik net een
kersvers rapport had zitten lezen
van pastoor G. Zegwaard, geda
teerd 3 December 1953 en hande
lend over de koppensnellerij en
het kannibalisme in zijn naaste
omgeving gedurende dé periode
van 1 November 1952-1 Novem
ber 1953. Pastoor Zegwaard had
in dit rapport een kenschetsing
gegeven van zijn a.s. parochianen,
namelijk in dezer voege:
„De algemene indruk van de
Asmatters is, dat zij een gezond
en sterk volk uitmaken. Hun
struise robuustheid maakt op
iedereen indruk. De Asmatter is
zeer geslepen en sluw, een gebo-
Smaken vevscltillenmacit een dine/ is zekev. ook op Nieiiic- komediant. Intrigeren is zijn
Guinea kiezen de vrouwen de opschik waarvan zij denken dat levenskunst. Zijn oorlogen en
hij haar het beste slaat. moorden zijn intens gemeen. Deze
gemeenheid en listigheid zijn
echter in zijn ogen deugd. De
intelligentie is niet slecht, soms
goed.
Verder ging dit rapport over
het uitmoorden van verzwakte
dorpen, vrouwenroof, wraakge
richt en het snellen, ook van
vrouwen en kinderen en het ein
digde met de volgende bereke
ning: „ondanks verbetering van
de toestand onder invloed van de
Missie zijn er het laatste jaar in
een kuststrook van 50 kilometer
rond de Flamingobaai 85 mensen
vermoord. Het is aannemelijk dat
op deze manier minstens 1 tot 2
procent van .de bevolking werd
uitgeroeidWe zouden een
heel ander aspect van Nieuw Gui
nea te zien krijgen.
De inboorlingen van Nieuw
Guinea warden Papoea's genoemd,
waartegen overigens verscheide-
nen van hen sterke gemoedsbe
zwaren hebben. Het is in alle
geval een verzamelnaam van een
aantal van de meest uiteenlo
pende stammen. Die verscheiden
heid ligt in het uiterlijk, de taal,
het karakter, d,e levensomstandig
heden, de intelligentie, de gebrui
ken en opvattingen. De neus van
de Muju schuift vanonder een
kort en vlak voorhoofd bedacht
zaam vooruit en legt voorzichtig
twee platte neusvleugels op een
paar smal wegrondende wangen.
Hij is als aankomend bergpapoea
maar een licht manneke, naast de
statige Marind van de Zuidkust,
die met een zelfverzekerdheid
van een Captain of industry, met
zijn grote, trage body, met zijn
klassiek gesneden gelaatstrekken
waardig over het strand loopt.
De Muju-er is bedrijvig, vanouds
gewend te moeten ploeteren om
aan de kost te komen. De Marind
luiert in een grootse stijl, als
wacht hij ongenaakbaar op het
grote moment dat de Westerlin
gen uit zijn land zullen wegdrui-
len en hij zijn vroegere levens
manier zal kunnen hernemen. Het
propneusje van de man van Fre-
derikseiland is een gezellig mid
delpunt van een gezicht dat u
graag goedmoedig toelacht. Hij
weet met ruim 16 verschillende
soorten klei een eetbaar gewas
tot de hoogste prestaties op te
jagen. Het grote volk der Agu's
blijkt volgzaam, verlegen en bang
zich belachelijk te maken. Een
voedselprobleem kennen zij niet.
Hun smalle koppen vindt men
gemakkelijk terug in de verzame
ling gesnelde schedels van de
stevige Mappiërs, de koppensnel
lers van reputatie. In tegenstel
ling tot al deze sago-eters, heeft
de bergpapoea van het hoge Mid
dengebied knollen en groenten
als hoofdvoedsel. Aan de pastoor
vraagt hij de blaadjes van het
brevier te mogen tellen, want dat
is zijn 'lust en zjjn leven. De kust-
papoea kan tot drie rekenen en
dan is drie nog: twee en een. De
Muju-er heeft een getalstelsei met
alle vingers en tenen, ellebogen
en andere knoken als grondslag.
Een Kapauko (bergpapoea) wil
wel twee dagen ingespannen naast
een naaimachine zitten kijken om
te zien hoe of zo'n ding nu eigen-
Onze speciale verslaggever, de Limburger J. Bertels is goede
vrienden met de gevreesde Asmatters, blijkens de foto die hij
ons zond.
lijk wel werkt. Toen een jongens
internaat aan de Zuidkust een
excursie naar een stoomboot had
gemaakt was de voornaamste al
gemene indruk niet meer dan:
„Wat een hoop ijzer!"
Op een afstand van nog geen
twintig kilometer kan men er
■talen horen spreken, welke geen
enkel verband met elkaar lijken
te hebben. Dit taal-onderscheid,
het lastig begaanbare terrein en
de onderlinge vijandschappen
hebben er toe meegewerkt, de
verschillen in stand te handhaven
en te verstevigen, zelfs tussen
groepen welke soms niet meer
dan enkele honderden of zelfs
maar enkele tientallen mensen
omvatten.
Ik zou dus nu in kennis komen
met de Asmatters, die een stam
vormen van naar schatting 30 tot
40 duizend man. In het bekende
boek over de ontdekking van de
Koningin Julianarivier van de
pastoors C. Meuwese en J. Ver-
sdhueren, zijn de meest spannen
de bladzijden aan hen gewijd.
Want de Manoeroe's, welke op
die pagina als de verwoedste
menseneters worden beschreven,
vormen een groep van de Asman-
stam en de rest van die stam is
niets beter.
Wie weet of die menseneterij
ook niet venband houdt met een
geslachtenlange honger naar dier
lijk voedsel.
In de Muju waren die bloedige
zaken weliswaar aan de orde van
de dag, maar op zichzelf staande
en het was niet duidelijk of hier
nog een sociale of. godsdienstige
motivering achter stak. Twintig
jaar Missie en bestuur hadden er
de scherpste kanten afgeslepen.
Nu lokte me een land dat mij een
aanblik zou opleveren van de
mens „in de natuurstaat", zoals
dat heet, in de primitiefste uit
hoek van het primitiefste land ter
wereld.
Het zou er nu dus écht van
komen.
's-GRAVENHAGE, 26 Febr.
Sedert 1953 worden bij de Kon.
Landmacht en de Kon. Lucht
macht op grote schaal jeugddagen
gehouden. Maandelijks zijn enige
duizenden scholieren van U.L.O.-
en ambachtsscholen een dag te
gast geweest bij tal van onder
delen. Thans is ook de Technische
Hogeschool bij deze jeugddagen
ingeschakeld.
Op Donderdag 4 Maart a.s. zul
len 130 hoogleraren, leden van de
wetenschappelijke staf en stu
denten een excursie maken naar
de Radio-Radar School te Deelen
en de L.U.A.-school te Ede. Bij
de deelnemers zullen zich o.m.
bevinden de rector magnificus,
de secretaris der Senaat en het
bestuur der Electrotechnische Ver
eniging.
DEVENTER, 26 Febr. In de
afgelopen nacht is een inbraak
gepleegd in het gebouw van de
Coöperatieve Stoomzuivelfabriek
te Colmschate in de gemeente
Diepenveen bij Deventer. Toen
de adjunct-directeur der fabriek
vanmorgen in zijn kantoor kwam,
vond hij daar de brandkast aan
de zijkant opengescheurd. Er was
uit de kast een bedrag van f 3500
gestolen in munt- en bankbiljet
ten. Bij onderzoek is aan de poli
tie gebleken, dat de inbraak ver
moedelijk in de nanacht is ge
pleegd na verbreking van een
ruitje in het kantoor. De inbre
kers hebben voor het openscheu
ren van de kast gebruik gemaakt
van een snijbrander, die zij te
voren hadden buitgemaakt door
inbraak in een nabij de fabriek
gelegen smederij.