Oost-Duitser speelde voor postbode en kreeg 20 jaar 't Heet allemaal Papoea, maar 't verschil is enorm Vietminh-aanval mislukt in Indo-China Naar de primitiefste uithoek van het primitiefste land Zaterdag 27 Februari 1954 Pagina 9 Ontbering en ellendeomdat hij brieven meenam naar West-Berlijn Rebellen hebben zich teruggetrokken Op verkenning in ISieutv-Guinea JEUGDDAGEN BIJ LAND EN LUCHTMACHT Brandkast open gesneden BUIT: f3500.— Een gevangene in de Sovjetunie BERLIJN, Februari 1954. „De beklaagde wordt wegens economische spionnage tot 20 jaar tuchthuis veroordeeld". Dit oordeel sprak op 19 Maart 1951 de voorzitter van het Sowjet-Russische militaire tribunaal in Weimar uit over de handelsreiziger in knopen, Van der Klooster, die vier maanden van tevoren 's nachts door ambtenaren van de N.K.W.D. van zijn bed was gelicht onder beschul diging voor de directeur van een knopenfabriek in het Thüringse plaatsje, Schmölen, brieven mee naar West-Berlijn te hebben geno men. „Maakt U zich niet ongerust, Uw man komt zo weer terug", hadden de Sowjets in de blauwe limousine met lopende motor de radeloze mevrouw Van der Klooster destijds gezegd, toen zij haar man tussen zich in meenamen. „We gaan maar even naar het politiebureau in het dorp". Zij maanden hem aan zich koest te houden en stootten hem twee revolvers in de ribben om hun bevel meer kracht bij te zetten. Dan ging het in razende vaart niet naar het politiebureau in Schmölen, maar recht naar de N.K.W.D.- gevangenis in de Russische stadswijk van Gera. Voor de handels reiziger Van d.er Klooster was een „tochtje" begonnen, dat op 31 dagen na precies drie jaar zou duren en hem langs meer oorden van menselijk leed zou voeren dat hij ooit had kunnen dromen. In Gera was de ontvangst al lerminst vriendelijk. Men stiet de nog verbouwereerde arrestant de keldertrappen van een villa af, nadat hij nog kluchtig had gezien, hoe een soldaat met een bajonet op het geweer door de gang op en neer kuierde. Het rook er vies en smerig. Blijkbaar was dit donkere hol al meer malen voor dergelijke doelein den gebruikt en waren er geen sanitaire inrichtingen aanwezig. Enkele ogenblikken later schoof de soldaat op de gang hem een emmer met koolsoep binnen. .Honger?" De arrestant schud de het hoofd. Koolsoep beteken de voor hem het einde Hij was zwaar maaglijdend. Soldaat en arrestant verstonden elkaar wel. iswaar niet direct, maar ze wer den het toch spoedig eens. De soldaat kreeg de soep De arres tant enkele in krantenpapier gewikkelde sigaretten. Eventjes later vloog, de deur van de kel der open. Het eerste verhoor begon, het begin van een einde loze reeks met onveranderlijk en steeds dezelfde vragen, telkens npniuw herhaald door telkens andere ondervragers in telkens andere kamers van telkens an dere gevangenissen. Een num mer was in de N.K.W.D.-molen gekomen. Dat het er ooit weer "itkwam, kan de jonge Van der Klooster eigenlijk nu nog niet begrijpen. Onschuldig geval. Het hele geval, waarvoor hij maandenlang aan de tand werd gevoeld zag er aanvankelijk nog al onschuldig uit. Het ging over meenemen van brieven naar West-Berlijn voor zijn baas, die in Schlömen een knopenfabriek had. Deze was gelijktijdig voor zitter van de plaatselijke afde ling der liberale partij en had zijn vertegenwoordiger herhaal delijk gevraagd een paar brieven mee te nemen wanneer deze naar West-Berlijn moest. Van der Klooster had hier geen been in gezien teminder omdat het meenemen van brieven voor vrienden en kennissen in die dagen de gewoonste zaak van de wereld was. Zo speelde hij voor postbeambte, zo dikwijls hij het treintje naar de viersectorenstad nam Had hij kunnen vermoe den dat 't Sowjetrecht voor der gelijke gevallen in wet nummer 58 met elf paragrafen voorziet, die elk tien jaar zwaar zijn? Dit alles en nog veel meer trachtte hij de N.K.W.D.-beambten aan hun verstand te brengen op zijn tocht, van de ene gevangenis, naar de andere. Kon hij weten, wat er in de brieven stond? Wist hij wat de geadresseer den deden? De N.K.W.D.-beamb ten schimpten en tierden slechts zelden. Zij glimlachten sarcas tisch met glinsterende oogjes en boden hem „papirosji" aan. „Jij niks weten?" Goed, wij alles we ten Jij vijf jaren tuchthuis! Daarbij bleef het tot de eerste zitting in het tribunaal van Wei- mar. Daar kwamen er in enke le minuten nog eens vijftien bovenop, omdat de voorzitter van mening was dat de beklaag de twee paragrafen van wet nummer 58 had overtreden. F.n tweemaal tien is nu eenmaal twintig en geen vijf, zoals de N.K.W.D.-officieren in Gera had den gezegd. Een goede maand later stond Van der Klooster weer voor een rechtbank van het Rode Leger maar ditmaal in Berlijn,, waar heen hij zo dikwijls was gegaan om zijn moeder in Tegel te be zoeken en een paar brieven af te geven. Een vonkje hoop gloei de hier nog een ogenblik op, toen Van der Klooster in de beklaagdenbank van de militaire rechtbank in Berlijn-Lichten- berg zijn vroegere chef uit Schlömen en de dokteres van het plaatsje ontdekte. Wie zou den beter dan zij de Sowjet- rechters kunnen bewiizen dat hij onschuldig was? In één opzicht werd Van der Kloosters opti misme bewaarheid. De direc teur van de knopenfabriek ont lastte hem volkomen in het kor te kruisverhoor. Van de andere kant had hij zich echter weer eens in de mentaliteit der Sow- jetreehters vergist. Twee dood straffen een voor de directeur en voor de dokteres en dan slechts 20 jaar voor Van der Klooster Terwijl de dokteres op een brancard uit de rechtszaal naar de dodencel werd gedra gen. werd Van der Klooster naar een reusachtige cel gevoerd, waa- zich minstens 100 gevangenen bevonden. Zoals hij spoedig zou merken, waren het allen on vrijwillige Ruslandreizigers, die een verblijfsvergunning voor 10 tot 25 jaar op zak hadden. Het was de 26ste April 1951. Enkele dagen later stond deze triestige groep op het afgesloten perron van het Berlijnse station AVühlheide. Enkele speciaal voor lange gevangenistransporten ge bouwde wagons reden voor. Een oud locomotiefje werd er voor gespannen. En zo begon de reis met onbekende be stemming naar het verre Rusland. De tweede étappe was begonnen. Vijf maanden koolsoep, alleen in Lichtenberg door "dieetkost afgewisseld hadden Van der Klooster echter geen goed ge daan. Hij was sterk vermagerd en ondervoed. Het vermoeiende transport met slechte verpleging naar de Sowjet-Unie had de rest gedaan. In Brest-Litowsk aan de Sowjet-Russische grens aangekomen, moest hij totaal uitgeput uit de gevangeniswagen worden gedragen en m een zie kenhuis worden gebracht. Bij een lengte van 1.78 meter woog hij toen nog slechts 80 pond.. Het duurde maanden alvcirens hij in letterlijke zin werd ge schikt bevonden vervoerd te wor den en hiermede begon een tocht langs een reeks gevangenissen, steeds op zoek naar zijn lot genoten uit Lichtenberg, die dpstüds na twee dagen opont houd in Brest-Litowsk waren doorgereisd. Door tal van gevan genissen. In Wolochda, ongeveer 2000 km ten Noorden van Moskou, haalde hij hen eindelijk in. Vrijwel zon der oponthoud ging het dan verder naar het mg noordelijker gelegen kamp Walkoeta. waar het hele transport einde Aug. juist voor het begin dier ijskoude sneeuwregens aankwam. Wal koeta ligt in de onherbergzaam ste streken der Sowlet-Unie. De zomer duurt er slechts twee maanden. Voor de rest van het jaar volgen sneeuwregens en sneeuwstormen elkaar onafge broken op. In de winter daalt de temperatuur tot 50 graden beneden nul en reikt de sneeuw dikwijls tot aan de daken der houten barakken, 's Morgens 11 uur komt de zon op, maar om half twee na de middag moet men het licht alweer opsteken. Gebrek aan brandstof heeft men in dit noor delijkst gelegen N.K.W.D.-kamp echter niet, want het staat boven op dikke lagen beste anthraciet. Er kan dus gestookt worden. Tot 1949 was het regime in. het kamp van Walkoeta uitzon derlijk slecht. Daarna kwamen er echter geleidelijk aan enkele verbeteringen. De gevangenen, die allen in de omliggende mij nen tewerk zijn gesteld, mochten voortaan pakjps ontvangen en de Russen mochten eens per maand een brief naar huis schrij ven. De kampleiding richtte zelfs winkels in. waar de gevangenen wat extra's konden kopen. Dit systeem was heel handig uitge dacht. Wie zijn productienorm had vervuld, mocht van zijn maandsalaris 100 roebel houden en voor dit bedrag in de kamp- winkel kopen. Wie deze norm echter niet. vervulde, bleef van dit voorrecht verstoken, wat na tuurlijk evenzeer gold voor bon die om een of andere reden niet in staat waren om te wer ken. Vpry»d«ïrpri p- Voor het tweede sneeuw- en regenseizoen in Walkoeta werd Van der Klooster gespaard. Hij weet nu nog niet. hoe dat zo plotseling kwam. Vast in zijn herinnering gegrift staat echter de dag van de 4e September 1952, toen hij onverwacht zijn boeltje moest pakken en op transport werd gesteld naar de gevangenis van het plaatsje Wladimir onge veer 180 km ten Oosten van Moskou. Een week later kwam hij er aan. Van der Klooster kon in het begin zijn ogen niet ge loven. Wladimir was geen kamp zoals Walkoeta of een tuchthuis zoals Lichtenberg maar een mo dern huis van bewaring, dat blijkbaar als hoofdkwartier dien de van de „verenigde naties der gevangenen in de Sowjet-Unie." Het was van alle comfort voor zien. De cellen, voor zestien per sonen berekend, waren groot en luchtig. De keuken was met de modernste snufjes uitgerust, ter wijl het hospitaal een goed ge outilleerd ziekenhuis evenwaar dig was. Iedereen werd er uiterst correct behandeld. Alleen contact met de buitenwereld was uitgesloten. In Wladimir zaten geen ille gale brievenbestellertjes zoals hij. maar gewezen hoge militai ren en ambtenaren: Russen, Tsjechen, Zuid-Slaven. Oosten rijkers. Turken, Grieken. Korea- nen, Japanners en vooral Duit sers. De handelsreiziger in. kno pen uit het dorpje Schmölen zat in Wladimir in een cel tesamen met gewezen Duitse gezanten, met hei gewezen hoofd van poli tie uit Frankfort, met maarschalk Schörner en admiraal Voss be nevens talriik" prominenten uit bet brume tiidnerk Hier wprden atratepLchp pi finnen uitgewerkt, bog» diqnic.cip^ gnvnprrl nver de entwikkeling ir. Duitsland en in dit verband toekomstplannen ge vormd. Anderen hielden zich echter zoals een technisch ingenieur, met knutselwerk bezig, prutsten cigarettenaanstekers in elkaar of schilderden speelkaarten. Toch was er nog enig verschil in de behandeling van de gevangenen van Wladimir. Dit bemerkte Van der Klooster echter pas, toen hij uit het hospitaal was ontslagen en in een nieuwe cel gestopt. Hier zaten alleen Grieken. Tur ken -en Oostenrijkers. Opzien barender was echter, dat deze horloges droegen en over geld beschikten. Vooral dit laatste was normaal een zwaar vergrijp. Bovendien wisten deze te ver tellen, dat een amnestie voor de deur stond. Een der Oostenrij kers had dit nieuwtje weten bin nen te smokkelen. Van dei- Klooster wist niet, wat hij er van denken moest. En nog ster ker raakte hij de koers kwijt, toen hij tegen het middageten zijn gevangenisplunje moest in leveren en in ruil daarvoor bur gerkleren ontving. De komende weken waren, ondanks alle voor delen en gemakken, een ware kwelling. Vrijwel dag en nacht werd er over gesproken, wie wel onder de amnestie zou vallen. De geringste verbetering in de behandeling werd nauwkeurig geregistreerd. Men kreeg lakens, kussens en een echt kapok bed. Men mocht iedere week een bad nemen. Maar het belangrijkste was toch, dat de kapper op eèn goede morgen niet meer het haar der gevangenen kaal schoor Dit was een gunstig teken. En men had zich niet vergist. Einde Juli werd de gevangenen 's morgens om vijf uur de me dedeling gedaan, dat zij Wladi mir voorgoed gingen verlaten. Het nieuwe reisdoel heette Rje- binsk. Om acht uur zaten de ge lukkigen reeds in een grote „Stalinprinski", een trein met tien wagons van de geheime po litie, waarin voor 1400 gevan genen plaats is. Binnen een et maal kwam het transport in het repratiëringskamp van Rjebinsk <•00 km ten Noord-Oosten van Moskou aan. Het kamp heette ..Tsjerbakow" en bestond uit 'n croot aantal barakken.waarin alle denkbare nationaliteiten waren nndereebraoht. Hier maakte Van der Klooster ook voor het eerst kennis met Belgen die in Noveimher jongstleden werden gerepatrieerd, Rjebinsk zou nog een taaie dobber worden voor allen, die nog slechts van een gedachte waren bezield: „Naar huis!" Vrijwel alle gevangenen hadden jarenlang zeer zwaar moeten werken. Hier was niets te doen. Men wist met zijn tijd geen raad. Bovendien nam niemand enig initiatief, omdat de repatriërings commissie al begin Juli had laten merken, dat iedere dag kon wor den vertrokken. De gevangenen werd gevraagd, of zij zich te beklagen hadden. Zii werden uit stekend gevoed doch het, verlos sende wom-d werd maar niet ge sproken. Om de zenuwslopende tiid te doden, organiseerde men ten einde raad schaaktourneoien. Er werd in bet geheim gekaart. Men timmerde een kamporkest met drie saxofoons en twaalf violen in elkaar. Oostenrijkers hrarli tm oen revue ten tonele, tprwiil Honvair'e danseurs een ballet opvoerden Naar huis. Toen het dieptepunt in de stemming was overwonnen en ieder er zich eigenlijk al in schikte voorlopig in Rjebinsk te blijven, viel dan toch de lang verwachte beslissing. Men mocht naar huis. Op 15 October jongst leden ging dit nieuwtje door het hele kamp. Twee dagen later zaten sommigen reeds in de.trein naar Berlijn. Ze zouden spoedig gevolgd worden door Zwitsers, Belgen, Fransen en Noren. Ieder kreeg brood, vlees, suiker en tabak als reisproviand mede. Wie niet tot deze gelukkigen behoor de, werd naar Wladimir overge bracht. Want „Tsjerbakow" moest geheel ontruimd worden om er een Russisch gevangen kamp van te maken. Wat onze gewezen handelsrei ziger in knopen, die in 1951 twintig jaar Rusland kreeg, om dat hij in strijd met de wet voor postbode had gespeeld, nu van plan is? „Ik blijf voorlopig bij mijn schoonouders in Berlijn." Maar zijn charmante vrouw laat hem niet uitspreken. „Hij moet eerst maar eens op zijn gemak komen," zegt zij stralend. „Ik ben veel te blij, dat ik hem weer bij me heb." En de wat bleke 5-jarige zoon die het bescheiden huis aan de rand van Berlijn komt binnen- huppelen, zegt met nadrukkelijke trots: „Dit is mijn vader!" Hij heeft het al zijn speelkameraad jes al verteld en vader moet zich nu overal laten zien ten teken, c'at hij werkelijk uit de verre Sowjet-Unie bij moeder en zoon Jan is teruggekomen. SAIGON, 26 Febr. De 308ste divisie van de Vietminhtroepen, die de élite van de rebellen vormt, heeft het offensief tegen Loeang Prabang, de hoofdstad van Laos en tegen de Franse voorpost Moeong Sai opgegeven, aldus is vandaag door het Franse hoofdkwartier meegedeeld. De Vietminhtroepen hebben zich in Noordelijke richting in het oerwoud teruggetrokken en de 308ste divisie hergroepeert zich momenteel ten Noorden van de rivier de Bac. Een Franse zegsman heeft meegedeeld dat de Vietminh grote verliezen heeft geleden tijdens hun offensief in Laos en noemde hun aftocht „een grote defensieve overwinning voor de Fransen". Franse verkenningspatrouilles hebben verschillende posten, die tijdelijk in handen van de vijand zijn geweest, weer bezet en ver schillende opslagplaatsen van de communisten gevonden. De zegs man wees er op, dat dit de vierde maal is in vijf maanden tijds, dat de rebellen genoodzaakt zijn zich terug te trekken. Volgens een andere mededeling hebben gisteren hevige gevechten plaats gevonden op het plateau in de buurt van Lapit, 16 kilo meter ten Noorden van Pleikoe. Beide partijen leden vrij zware verliezen. De strijd ontbrandde toen een Franse colonne werd aangevallen door een Vietminh-bataljon. On middellijk rukten Franse verster kingen aan en met tanks, artil lerie en vliegtuigen werd de vijand bestookt. De Fransen deelden mede, dat de Vietminh-rebellen wanhopig vochten en dat enkele Vietminh- strijders er zelfs in slaagden de Franse tanks te beklimmen om granaten naar binnen te gooien. (Van onze speciale verslaggever) SJOEROE. Het tvas 12 December 1953. Merauke lag in het vuur van een wildgeworden tropenzon. Schel licht ver brijzelde op de tr.oerassige vlakte tvaar het vroegere icoon- centrum werd weggebombardeerd, op de grauwe verlaten haven en op het stoffige groen, waaronder de nieuwe neder zetting zich trachtte schuil te houden. Een paar uur tevoren was de Dakota voorbij gebruld met verlofgangers en de post. Eerst over twee treken zou er weer verbinding zijn met de buitenwereld. Er was dus even tijd een stapeltje paperassen door te zien in afwachting van wat er aan mogelijkheden zich zou voordoen, om na de reis naar het Muju-gebied langs een andere plek de Zuidkust van Nieuiv Guinea op nieuw binnen te glippen. Die mogelijkheden zijn niet tal rijk. Alles hangt af van een paar gouvernementsbootjes, die de op voer van levensmiddelen en an dere noodzakelijke levensbehoef ten naar de kustplaatsen en de post in het binnenland moeten verzorgen. Het zijn er zo weinig, dat als er een uitvalt en dat gebeurt herhaaldelijk die op voer voor weken en maanden stop staat en er gebrek komt op de missiestaties en de bestuursposten. Zoiets deed zich nu weer voor, omdat een onervaren, bemanning kans had gezien een spiksplinter nieuw rivierslepertje op een boom te laten lopen met een ver bogen as als resultaat. Er was nu weer een ander slepertje no dig om het eerste uit de rimboe weg te peuteren en dat was veel meer pech dan het scheepvaart wezen aan Nieuw Guinea's Zuid kust verdragen kan. Maar daar stond dan toch een opgetogen pastoor Hoetooer in de deuropening met de mededeling, dat ik al over vijf dagen met de „Carst Ensz" zou kunnen ver trekken. Het schip zou Frederik Hendrikeiland aandoen, de Bene- den-Digoel opvaren tot Badeh en tenslotte meren voor Agats, de missiestatie van de pastoors Zeg waard en Welling. Daar zou ik dan o.a. Kerstfeest kunnen vie ren. Het was schokkend nieuws, spe ciaal schokkend omdat ik net een kersvers rapport had zitten lezen van pastoor G. Zegwaard, geda teerd 3 December 1953 en hande lend over de koppensnellerij en het kannibalisme in zijn naaste omgeving gedurende dé periode van 1 November 1952-1 Novem ber 1953. Pastoor Zegwaard had in dit rapport een kenschetsing gegeven van zijn a.s. parochianen, namelijk in dezer voege: „De algemene indruk van de Asmatters is, dat zij een gezond en sterk volk uitmaken. Hun struise robuustheid maakt op iedereen indruk. De Asmatter is zeer geslepen en sluw, een gebo- Smaken vevscltillenmacit een dine/ is zekev. ook op Nieiiic- komediant. Intrigeren is zijn Guinea kiezen de vrouwen de opschik waarvan zij denken dat levenskunst. Zijn oorlogen en hij haar het beste slaat. moorden zijn intens gemeen. Deze gemeenheid en listigheid zijn echter in zijn ogen deugd. De intelligentie is niet slecht, soms goed. Verder ging dit rapport over het uitmoorden van verzwakte dorpen, vrouwenroof, wraakge richt en het snellen, ook van vrouwen en kinderen en het ein digde met de volgende bereke ning: „ondanks verbetering van de toestand onder invloed van de Missie zijn er het laatste jaar in een kuststrook van 50 kilometer rond de Flamingobaai 85 mensen vermoord. Het is aannemelijk dat op deze manier minstens 1 tot 2 procent van .de bevolking werd uitgeroeidWe zouden een heel ander aspect van Nieuw Gui nea te zien krijgen. De inboorlingen van Nieuw Guinea warden Papoea's genoemd, waartegen overigens verscheide- nen van hen sterke gemoedsbe zwaren hebben. Het is in alle geval een verzamelnaam van een aantal van de meest uiteenlo pende stammen. Die verscheiden heid ligt in het uiterlijk, de taal, het karakter, d,e levensomstandig heden, de intelligentie, de gebrui ken en opvattingen. De neus van de Muju schuift vanonder een kort en vlak voorhoofd bedacht zaam vooruit en legt voorzichtig twee platte neusvleugels op een paar smal wegrondende wangen. Hij is als aankomend bergpapoea maar een licht manneke, naast de statige Marind van de Zuidkust, die met een zelfverzekerdheid van een Captain of industry, met zijn grote, trage body, met zijn klassiek gesneden gelaatstrekken waardig over het strand loopt. De Muju-er is bedrijvig, vanouds gewend te moeten ploeteren om aan de kost te komen. De Marind luiert in een grootse stijl, als wacht hij ongenaakbaar op het grote moment dat de Westerlin gen uit zijn land zullen wegdrui- len en hij zijn vroegere levens manier zal kunnen hernemen. Het propneusje van de man van Fre- derikseiland is een gezellig mid delpunt van een gezicht dat u graag goedmoedig toelacht. Hij weet met ruim 16 verschillende soorten klei een eetbaar gewas tot de hoogste prestaties op te jagen. Het grote volk der Agu's blijkt volgzaam, verlegen en bang zich belachelijk te maken. Een voedselprobleem kennen zij niet. Hun smalle koppen vindt men gemakkelijk terug in de verzame ling gesnelde schedels van de stevige Mappiërs, de koppensnel lers van reputatie. In tegenstel ling tot al deze sago-eters, heeft de bergpapoea van het hoge Mid dengebied knollen en groenten als hoofdvoedsel. Aan de pastoor vraagt hij de blaadjes van het brevier te mogen tellen, want dat is zijn 'lust en zjjn leven. De kust- papoea kan tot drie rekenen en dan is drie nog: twee en een. De Muju-er heeft een getalstelsei met alle vingers en tenen, ellebogen en andere knoken als grondslag. Een Kapauko (bergpapoea) wil wel twee dagen ingespannen naast een naaimachine zitten kijken om te zien hoe of zo'n ding nu eigen- Onze speciale verslaggever, de Limburger J. Bertels is goede vrienden met de gevreesde Asmatters, blijkens de foto die hij ons zond. lijk wel werkt. Toen een jongens internaat aan de Zuidkust een excursie naar een stoomboot had gemaakt was de voornaamste al gemene indruk niet meer dan: „Wat een hoop ijzer!" Op een afstand van nog geen twintig kilometer kan men er ■talen horen spreken, welke geen enkel verband met elkaar lijken te hebben. Dit taal-onderscheid, het lastig begaanbare terrein en de onderlinge vijandschappen hebben er toe meegewerkt, de verschillen in stand te handhaven en te verstevigen, zelfs tussen groepen welke soms niet meer dan enkele honderden of zelfs maar enkele tientallen mensen omvatten. Ik zou dus nu in kennis komen met de Asmatters, die een stam vormen van naar schatting 30 tot 40 duizend man. In het bekende boek over de ontdekking van de Koningin Julianarivier van de pastoors C. Meuwese en J. Ver- sdhueren, zijn de meest spannen de bladzijden aan hen gewijd. Want de Manoeroe's, welke op die pagina als de verwoedste menseneters worden beschreven, vormen een groep van de Asman- stam en de rest van die stam is niets beter. Wie weet of die menseneterij ook niet venband houdt met een geslachtenlange honger naar dier lijk voedsel. In de Muju waren die bloedige zaken weliswaar aan de orde van de dag, maar op zichzelf staande en het was niet duidelijk of hier nog een sociale of. godsdienstige motivering achter stak. Twintig jaar Missie en bestuur hadden er de scherpste kanten afgeslepen. Nu lokte me een land dat mij een aanblik zou opleveren van de mens „in de natuurstaat", zoals dat heet, in de primitiefste uit hoek van het primitiefste land ter wereld. Het zou er nu dus écht van komen. 's-GRAVENHAGE, 26 Febr. Sedert 1953 worden bij de Kon. Landmacht en de Kon. Lucht macht op grote schaal jeugddagen gehouden. Maandelijks zijn enige duizenden scholieren van U.L.O.- en ambachtsscholen een dag te gast geweest bij tal van onder delen. Thans is ook de Technische Hogeschool bij deze jeugddagen ingeschakeld. Op Donderdag 4 Maart a.s. zul len 130 hoogleraren, leden van de wetenschappelijke staf en stu denten een excursie maken naar de Radio-Radar School te Deelen en de L.U.A.-school te Ede. Bij de deelnemers zullen zich o.m. bevinden de rector magnificus, de secretaris der Senaat en het bestuur der Electrotechnische Ver eniging. DEVENTER, 26 Febr. In de afgelopen nacht is een inbraak gepleegd in het gebouw van de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek te Colmschate in de gemeente Diepenveen bij Deventer. Toen de adjunct-directeur der fabriek vanmorgen in zijn kantoor kwam, vond hij daar de brandkast aan de zijkant opengescheurd. Er was uit de kast een bedrag van f 3500 gestolen in munt- en bankbiljet ten. Bij onderzoek is aan de poli tie gebleken, dat de inbraak ver moedelijk in de nanacht is ge pleegd na verbreking van een ruitje in het kantoor. De inbre kers hebben voor het openscheu ren van de kast gebruik gemaakt van een snijbrander, die zij te voren hadden buitgemaakt door inbraak in een nabij de fabriek gelegen smederij.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1954 | | pagina 9