„In deze genadevolle nacht"...
PASEN leeft voort!
Paasviering in oude
glorie hersteld
PAASJUBEL
Het nieuwe vuur
De Paaskaars
„Lumen Christi'
Een engel in een wit gewaad
Die troostend voor Maria staat
Als afgezant van God
Een zacht gebaar, verbijsterend woord
Een vinger naar de hemelpoort
Als lofzang op de spot
Hij is niet hier, Hi| is gegaan
In glorie en met macht belaan
Gelouterd is Uw lot
Een engel in een wit gewaad
Die heden troostend voor ons staat
Als afgezant van God
5 H. L.
„Petrus temidden
van het volk"
rJlcicil nu de l
Laden
azuin óct
Goede Vrijdag
in Rome
Zaterdag 17 April 1954
PASEN is een feest van jubel om
het wonder van -de verrijzenis van
Christus, die leed en stierf, om
ons met de Vader te verzoenen.
Pasen leert ons weer de diepe
betekenis en de grote rijkdom
van de liturgie, die niet genoeg
tot beleving en medeviering kan
worden aanbevolen.
Hij is verrezen, zoals Hij gezegd
heeft, klonk het uit de mond van
de engel tot de vrouwen, die aan
net graf kwamen en die het ledig
vonden.
Hij is verrezen in de naeht,
„die de duisternis van de zonde
heeft verdreven". De naoht, die,
zoals het in het prachtige „Exsul-
tet" in de avondlijke Paaswake
woi-dt gezongen, „over heel de
aarde al degenen, die in Christus
geloven, in de genade herstelt".
Het is de naoht, waarin Chris
tus zegevierend verrijst en waar
van geschreven staat, dat hij zal
worden, „helder als de dag".
Christus is verrezen, de liturgie
jubelt het uit, op de avond en in
de nacht van Paas-Zaterdag en
ze zet die jubel voort op de Paas
zondag.
Christus is verrezen en wij zijn
door de verlossing tot een nieuw
leven gekomen. Hoe schel steekt
het licht van de Paas-jubel af te
gen het duister van de moderne
wereld, die het nieuwe leven
schijnt te willen vernietigen door
de verschrikkelijke uitwassen van
een overspannen techniek, die
zich afwendt van God en de
leer van de gestorven en weer
verrezen Christus.
Maar toch wordt in het Paas-
offer de zegen der verlossing af
gebeden over allen, die moeten
meehelpen, de verlossing vrucht
baar te maken voor alle mensen,
voor allen, die de mensheid lei
den. Voor de Paus en de Bisschop
pen, voor alle priesters, en voor
„heel het toegewijde volk".
En dan ook voor allen, die re
geren, opdat zij hun gedachten
mogen richten op rechtvaardig
heid en vrede, want „de vrucht
van het lichtb estaat in al wat
goed en rechtvaardig en waar is".
Zo ligt het in ons vermogen, te
zorgen, dat de jubel over het
Paas-wonder het tempeest van de
z.g. wonderen der moderne tech
niek zal blijven overstemmen,
d.w.z. dat niet de vernietiging,
maar het leven overwint om
Christus' wille.
Want „zijn getuigenis is waar",
Hij is de Weg, de Waarheid en
het Leven. Christus heeft zijn
Godheid bewezen door Zijn ver
rijzenis. En de bewijzen van Zijn
verrijzenis-uit-eigen-kracht, heeft
Hij ten overvloede achtergelaten.
Maria zag het graf van de le
vende Christus en de glorie van
de Verrezene, zingt de Kerk in
de Sequentia en „zij zag de en
gelen als getuigen, de zweetdoek
en het linnen". En Petrus was
getuige van de vele wonderen van
zijn verrezen Heer. De leerlingen
op de weg naar Emmaus hebben
Hem herkend aan het breken van
het Brood.
De Verrijzenis van Christus
staat vast. Zij is een even groot
wonder als historisch feit, dat
Zijn goddelijke zending bewijst.
De waarheid van die zending, de
waarheid van die leer. „De ver
rijzenis van Christus is dan ook
de grondslag van ons geloof in
Hem".
Zo Christus niet was verrezen,
dan was onze prediking ijdel,
ijdel ook ons geloof. Maar Chris
tus is verrezen, zijn prediking
is niet ijdel en ons geloof is
waar. En allen, die in Hem ge
loven, zullen deelachtig worden
aan Zijn verlossingswerk.
Maar dat moeten wij, als leven
de leden van de Kerk, dan helpen
voortzetten. De blijde jubel van
Pasen is geen feit voor één dag.
Hij moet voortdurend van de da
ken verkondigd worden, door het
vuur en het licht en de kracht
van een waarachtig chrisetelijk
leven!
VOOR DE DERDE MAAL wordt dit jaar algemeen in onze kerken
de grote Paasviering gehouden in de avond (hier vroeger, daar later)
van Paaszaterdag. Het herstel van de Paasnachtwake in haar oor
spronkelijke betekenis (Paasvigilie, vigilie is nachtwake) voert ons
terug naar de nachtelijke viering van het feest, gelijk de oude liturgie
dat kende. Er is echter nog meer gebeurd, behalve dat de tijd van
de plechtigheden is verschoven van Zaterdagmorgen naar Zaterdag
nacht. De oude Paasnachtwake was de viering van Christus' verrij
zenis, maar later werden de doopplechtigheden daartussen gevoegd
en dit kreeg zulk een belangrijke plaats, dat de eigenlijke viering,
de Verrijzenis, uit het oog werd verloren. Het doopfeest kreeg de
eerste plaats, vooral toen om practische redenen de verplaatsing
naar de Zaterdagmorgen geschiedde, het eigenlijke Verrijzenisfeest
werd verplaatst naar de Zondagmorgen
Met het herstel van de Paas
nachtwake is, op order van Z.H.
de Paus zelf, niet altijd bereikt,
dat de plechtigheid plaats had op
de tijd, waarop dit eigenlijk be
hoort, maar Hij heeft er ook
weer duidelijk een Verrijzenis-
viering van gemaakt. Zij zal
daardoor aan betekenis en kracht
winnen. Die betekenis en die
kracht zeggen ons. dat wij met
Pasen Christus' Verrijzenis en
onze mede-verrijizenis vieren.
De Paasnachtplechtigheden be
ginnen met de wijding van het
nieuwe vuur. Buiten de donkere
kerk is vuur uit een vuursteen
geslagen. De priester trekt met
zijn assistenten de donkere nacht
in. om dit nieuwe vuur te wij
den. Het vuur. een teken van
waakzaamheid. Bij een vuur
wordt gewaakt. God waakt. In
de nacht, waarin Hij de Joden
ontvperde uit Egypte. gingÉ Hij
ze vóór in een vuurzuil. Christus
is ons komen ontvoeren aan de
zonde. „Ik ben als een licht in de
wereld gekomen, opdat niemand,
die in Mij gelooft, in duisternis
blijft", zegt Hij bij St. Joannes.
De vroegere drietand-kaars, op
de rietstok. is verdwenen, de
vuurzuil zelf zal ons voorgaan.
„Het waarachtige Licht, dat alle
mensen verlicht". Dit is de Paas
kaars in deze nacht: geheiligd
teken van aanwezigheid van de
verrijzende Christus. Hoe vaak
heeft Hij zich het Licht genoemd!
De Paaskaars, het symbool van
de verrezen Christus, is het mid
delpunt van de plechtigheden in
deze Paasnachtwake. Buiten de
Kerk gewijd en ontstoken aan
het nieuw gewijde vuur. wordt
deze brandende paaskaars de
donkere kerk binnengedragen en
langzamerhand worden dan de
kaarsen der aanwezigen aan deze
paaskaars ontstoken, totdat heel
de kerk vol licht is. Telkens
weer een indrukwekkend ogen
blik, deze bijzondere ceremonie,
vol diepzinnige kracht!
De kaars wordt niet meer als
vroeger, als een dode waskolom
door de kerk naar voren gedra
gen en halverwege het Exsultet
ontstoken aan het gewijde vuur
dat op de drietand werd meege
bracht. Neen, het Licht zelf zal
schijnen in de duisternis. Gete
kend met Alpha en Omega en
het huidige jaartal, als boven
duur en tijd verheven. Getooid
met de wierookkorrels om ons
de vijf heilige wonden in het ver
heerlijkt herrezen Lichaam te
tonen. Zo wordt daarbuiten reeds
de Paaskaars. Christus, ontsto
ken. En op de drempel van de
donkere kerk vat de priester, de
kaars ontstekend, heel het mys
terie van de Paasnacht in één
wens samen: „Het Licht van de
verrijzende Christus verdrijve de
duisternis van haat en geest".
Het duister kan verdwijnen, het
Licht verdrijft het duister van
dood en zonde.
Een ontroerend ogenblik is het,
als de priester met de brandende
Paaskaars de kerk binnentreedt,
en de diaken, als een heraut
vooraf gaat, met de juichkreet:
„Lumen Ohristi". Hier is het
Licht van Christus! Heel het volk
valt op de knieën in de richting
van dat licht en zingt eenparig:
„Deo Gratias". God zij dank. En
als eerste ontsteekt de priester
zijn eigen kaars aan het bran
dende licht van de paaskaars in
handen van de diaken.
De verovering van het duister
gaat voort. Halverwege de kerk
opnieuw de roep van de diaken:
Lumen Christi". hier is het Licht
van Christus. Opnieuw klinkt het
Deo Gratias, uit alle monden. En
heej de stoet van assistenten ver
dringt zich rond de Paaskaars
met de eigen nog dode kaarspit.
Het licht plant zich voort en de
optocht gaat verder tot het pries
terkoor. Een laatste roep van de
diaken: Lumen Christi. hier is
het Licht van Christus! Een laat
ste jubelend Deo Gratias. En wij
allen, die in de kerk een kaars in
handen hebben, ontvangen nu
hetzelfde licht op de kaarspit en
alle lampen in de kerk ontvlam
men. Het duister is verdreven,
de zonde overwonnen, het Licht
heeft gezegevierd.
DE PAASVIERING is geen simpel
jaargetijde van een groot gebeu
ren, geen loutere herdenking van
Christus' verrijzenis. Pasen leeft
vóórt! Door te sterven en te ver
rijzen heeft Christus de mensheid
verlost. Pasen wordt herhaald en
hernieuwd, telkens wanneer een
mens door de Doop uit zonde en
dood wordt herboren, tot nieuw,
eeuwig, goddelijk leven. Elke ge
doopte is één met Christus, één
met Zijn dood, begrafenis en ver
rijzenis. „Want met Hem", schreef
Sint Paulus, „met Hem zijt gij
door het Doopsel begraven, met
Hem zijt gij ook verrezen door
het geloof in de almacht van God,
die Hem uit de doden heeft op
gewekt".
DE VIERING van het Paasfeest is sinds enige jaren in al
haar glorie hersteld. Wij weten, dat het evangelie verhaalt,
hoe de vrouwen, voor het aanbreken van de dag naar het
graf gingen en dat een engel hun toen mededeelde, dat Jezus
reeds verrezen was! De fantasie van onze tekenaar heeft dit
op deze bladzijde in beeld gebracht. „Weest niet bevreesd,
want ik weet, dat gij Jezus zoekt, Die gekruisigd is. Hij
is niet meer hier, want Hij is verrezen, zoals Hij gezegd
heeft"Het is een jaarlijks weerkerende vreugde, dit
Evangelie te horen voorlezen, het evangelie met het verhaal
van de verrijzenis van JezusChristus is verrezen! Zijn
verrijzenis, zegt Augustinus, is de getuigenis van Zijn dood,
„maar de dood van Christus betekent het doden van de
vrees". Laten wij niet bang zijn te sterven, want Christus
is voor ons gestorven, laten wij gerust sterven, in de hoop
op het eeuwig leven, want Christus is verrezen, opdat wij
zouden verrijzen. Zoals wij de Geboorte vieren in de nacht,
zo vieren wij ook de Verrijzenis nu weer in de nacht. De
nacht, „dat de steen werd afgewenteld en de prikkel aan
de dood werd ontnomen." De viering van de Paasnacht-wake
met de aansluitende viering van het Paas-offer geeft ons
de gelegenheid, de diepe zin van de liturgie volop te beleven.
Wij hebben de betekenis van deze viering in haar voor
naamste punten op deze pagina nog eens tot beter begrip
toegelicht en uiteengezet. Laat deze viering, ons door gedurfd
Pauselijk initiatief weer in al zijn rijkdom teruggeschonken,
voor velen van ons de „verlangde nacht" zijn, waarin wij God
danken voor Zijn Zoon, Die Hij ons zond, en voor Zijn
liefde, die Hem Zijn enige Zoon niet deed sparen, om ons te
kunnen vrijkopen en verlossen. Vieren wij deze nacht met de
ingetogen blijdschap, die het geloof in de verrijzenis en de
verlossing ons schenkt.
Wie gedoopt wordt, sterft aan de
zonde, herrijst als een nieuw schep
sel in het leven der genade. „Zijn
we met Christus gestorven, dan ge
loven wij ook, dat wij met Hem zul
len leven," schreef Sint Paulus naar
Rome, toen hij bij Sint Jan de eigen
woorden van Christus vernomen had:
„Zo iemand niet geboren wordt uit
water en geest, kan hij niet ingaan in
het koninkrijk Gods."
Midden op het priesterkoor wordt
een vat met water geplaatst, dit ge
schiedt dus niet meer, als voorheen,
in de hoek van de kerk bij de doop
kapel. Straks wordt het naar de
doopvont gebracht, maar ten aan-
schouwe van allen en in de nabijheid
van de paaskaars wordt het gewijd.
En terwijl het water wordt klaarge
zet, wordt ter voorbereiding de lita
nie van Alle Heiligen aangeheven,
die immers ook eens, als wij, kinde
ren Gods geworden zijn door het
Doopsel, kinderen van één stam, van
één familie, die heiligen en strijden
den samenbindt in Christus.
Het water der wedergeboorte.
In één grote prefatie, een groot
danklied, zingt de priester nu de lof
van God, die ons het doopwater
schonk en die door dit water een
nieuw volk de kerk heeft geschapen.
Het water, tot wassing geschapen en
tot afwassing van de oude zonden
schuld herschapen.
Krachtiger dan het natuurlijk wa
ter, waarover Gods Geest zweefde
vóór de schepping, sterker dan het
water van de zondvloed, levenskrach
tiger dan het water, dat Mozes sloeg
uit de rots voor het dorstige volk,
rijker aan genade dan het water,
waarmede Johannes doopte in de
Jordaan. Nieuw water is hier aange
bracht en de priester gaat het wijden.
Hij bidt er Gods Geest over af, maakt
met de hand een kruis in het water
omdat het een hemels geslacht moge
voortbrengen. Hij raakt het aan met
de rechterhand, opdat het heilig zij,
onbesmet, vrij van elke invloed van
de boze en gezuiverd van alle slecht
heid. Driemaal zegent hij het water,
bij de levende, de ware en de heilige
God. Hij strooit het uit in de vier
windrichtingen, want over heel de
aarde is het doopsel uitgestort en
alle volkeren zijn tot de wederge
boorte door het water geroepen.
Driemaal ademt hij een kruis over
het water opdat het, behalve de na
tuurlijke reiniging, ook de kracht
krijge tot zuivering van onze zielen.
Driemaal hoger zingend, laat hij drie
maal dieper de Paaskaars neer in het
water, opdat de kracht van de H.
Geest er over neerdale. Olie en
chrisma worden in het nieuw gewij
de water gestort. Dan volgt de zin
rijke vernieuwing van de doopbelof
ten. Wat wij als kind hebben ge
daan, bevestigen wij nu als volwas
senen: elke Paasnacht, elke hervie
ring van Christus' verrijzenis en van
het feest der verlossing. Wij vernicu
wen en bevestigen de aloude belof
ten, vervuld van de grootheid van
Gods genade. Daar sluit dan onmid
dellijk de nachtelijke Paasmis bij aan:
onder het luiden van de klokken
zingen allen het Gloria van Pasen.
IN DIE DAGEN STOND PETRUS
temidden van het volk en sprak:
Mannen, broeders, gij weet, wat
er na het doopsel, dat Johannes
gepreekt heeft, van Galilea af
door heel Judea is gebeurd. Hoe
God Jesus van Nazareth met de
Heilige Geest en met kracht heeft
gezalfd; hoe Hij weldoende rond
ging en allen genas, die door de
duivel werden beheerst, omdat
God met Hem was.
En wij, wij zijn getuigen van
alles, wat Hij gedaan heeft in het
land van de Joden en in Jeru
salem. Hem hebben ze aan het
kruis geslagen, en gedood; maar
God heeft Hem de derde dag op
gewekt, en Hem laten verschij
nen: niet aan heel het volk, maar
aan de getuigen, door God voor
beschikt: aan ons, die met Hem
gegeten hebben en gedronken na
Zijn verrijzenis uit de doden. En
ons heeft Hij de opdracht ge
geven, aan het volk te prediken
en te 'getuigen, dat Hij door God
is aangesteld als Rechter van
levenden en doden. Van Hem ge
tuigen al de profeten, dat ieder,
die in Hem gelooft, vergiffenis
van zonden verkrijgt door Zijn
Naam.
Dit Epistel, dat gelezen wordt op
Tweede Paasdag, is ontleend aan de
Handelingen der Apostelen (10 37-43).
De schrijver van de Handelingen is,
zoals blijkt uit de aanhef van het
boek. dezelfde als de schrijver van
het derde Evangelie, de Heilige Lucas
dus. We weten van hem. dat hij een
bekeerde heiden was, die tot de on
middellijke leerlingen van de Aposte
len behoorde en lange tijd Sint Paulus
op zijn Missiereizen vergezelde. Als
ooggetuige van vele van de verhaalde
gebeurtenissen en door zijn nauw con
tact met de jeugdige gemeente van
Jerusalem, waarborgt ons Sint Lucas
de historische betrouwbaarheid van
Het hoogtepunt van de Paas
wake is het glorievolle mo
ment, dat de diaken het „ex
sultet" zingt en daarna de
prefatie, als een lange pro
clamatie van de verlossing, de
eindelijke schulddelging door
een wonderlijk mysterie van
Gods liefde.
Midden op het Priesterkoor
staat nu de brandende Paaskaars
en haar licht trekt aller ogen.
Zij is het symbool van Christus
en de diaken zwaait het dampend
wierookvat rond dit symbool, om
het de hoogste eer te bewijzen.
Nu gaat die vreugde een uit
weg zoeken in het jubellied „Ex
sultet". „Laat nu de engelen
menigte der hemelen juichen,
laat nu de goddelijke .geheimen
blij weerklinken en laat nu de
heilbazuin schallen om de zege
praal van zulk een grote Koning.
Laat oo>k de aarde zich verheu-
zijn verhaal. Bovendien heeft het god
delijk karakter van zijn boek het
stempel "an goddelijke waarachtigheid
op het geïnspireerde werk gedrukt.
De tijd, waarin het boek geschreven
werd, valt waarschijnlijk niet lang na
de laatste verhaalde gebeurtenis, n.l.
na het tweejarig verblijf van Sint
Paulus te Rome, dus in de jaren 60-70:
meer zekerheid bezitten we niet.
Uit de hierboven weergegeven pas
sage vernemen wij, dat Sint Petrus de
kruisdood en de verrijzenis van Chris
tus onverschrokken heeft gepredikt.
Aan die verrijzenis, zo zegt de Apostel,
valt niet te twijfelen, want er zijn
getuigen, aan wie Hij verschenen is en
die met Hem gegeten en gedronken
hebben.
gen, nu zij door zulk een schit
tering bestraald wordt".
Heel de wonderbare geschie
denis onzer verlossing wordt hier
in één jubel uitgezongen. Heel
de geschiedenis van het heil,
voorafgefoeeld en als het ware
in de slachting van het Paaslam,
de uittocht uit de slavernij van
Egypte, de reddende tocht door
het water in het lichtspoor van
de vuurzuil. Dat is nu werkelijk
heid geworden in deze Paasnacht
van het Nieuw Verbond.
Dit „Exsultet" is de ouverture
van Pasen, de enthousiaste aan
kondiging der verlossing, een
lange jubelkreet, een grote uit
barsting van vreugde, die zelfs
van een „gelukkige schuld" durft
sprekennu ze door zulk
een goede en grote Verlosser
is weggenomen.
Alle geheimen der verlossing
in deze Paasnacht worden uitge
zongen en de zegen der verlos
sing opnieuw zingend afgebeden
over allen, die verantwoordelijk
zijn voor de voortgezette vrucht
baarheid der verlossing.
Dan treedt weer de stilte der
bezinning op. Als bevestiging
wat zo juist gezongen is, volgt
een „kleine bloemlezing" uit de
verhalen van de voorgeschiede
nis der verlossing, de vier lezin
gen uit het Oude Verbond, in-
plaats van de twaalf profetieën,
die vroeger werden gelezen om
de verzamelde gelovigen bezig te
houden, terwijl de doopleerlingen
werden voorbereid.
Nu een samenvatting, de eerste
lezing is de eerste bladzijde uit
de geschiedenis der mensheid,
het verhaal van de doortocht
door de Rode Zee, een der groot
se Messiasvoorspellingen, n.l. van
de profeet Isaias, en ten laatste
het aloude lied van de trouw aan
het vertoond met God, dat Mozes
aan Israel voorzong en leerde,
op de drempel van het beloofde
land.
VATICAANSTAD, 16 April
De lucht boven Rome was van
daag somber en bewolkt, betgeen
bijdroeg tot de sfeer van droef
heid rond de Goede Vrijdag. In
de St. Pieter namen duizenden
pelgrims uit vele landen aan de
plechtigheden deel.
Tijdens de kruisverering begaf
Federico Kardinaal Tedesohmi
zioh als eerste op blote voeten
naar het crucifix, dat op een kus
sen aan de voet van een zij-altaar
was neergelegd.
Tevoren had de Kardinaal de
gisteren geconsacreerde H. Hostie
genuttigd.
In vrijwel alle 500 kerken van
Rome vonden eveneens de plech
tigheden van de Goede Vrijdag
plaats.
Rome heeft nooit een groter
toevloed van pelgrims en touris-
ten gekend dan dit jaar.
Er zyn vele bedevaarten, grote
en kleine.
Speciaal uit Duitsland, Enge
land, Ierland, Frankrjjk, België
en Nederland. Ook zijn er duizen
den Noord- en Zuid-Amerikanen
in Rome. De hotels in de Eeuwige
Stad zitten geheel vol.
Op de Eerste Paasdag zal zich
een grote menigte voor de St.
Pieter verzamelen om de zegen
Urbi et Orbi van de H. Vader te
ontvangen.
Men hoopt, dat de Paus vol
gens zijn gewoonte zal spreken,
doch het is nog niet bekend, of
Hij dat, gezien Zijn recente ziekte,
inderdaad zal doen.
Vanmiddag vonden in de St.
Pieter en andere kerken de laat
ste Donkere Metten plaats.
Vanavond hielden de jeugd
afdelingen van de Katholieke Ac
tie op de Palatijnse heuvel in de
schaduw van het oude Colosseum
bij fakkellicht een kruisweg.