ZWITSERSE BLOUSES
Het gazon
kantgarnering
modellen
Deze -week in de tuin
vol fleur en
kleur
ZATERDAG 24 APRIL 1954
Wanneer men een tuin wil hebben, die voor
honderd procent is „afgewerkt", dan mag
een gazon daar niet in ontbreken. Een grasveld,
of het nu enkele vierkante meters groot is dan
wel afmetingen heeft, welke aan een park doen
denken, geeft aan de tuin dadelijk een veel rusti
ger karakter. De wens van velen gaat dan ook
uit naar een gazon, dat in de meeste stadstuinen
uiteraard bescheiden van omvang kan zijn. De
grootste puzzle is dikwijls, waar het grasveldje zal
komen te liggen. Een goede raad daarom; leg het
bij voorkeur niet op een plaats, waar bomen of ge
bouwen de zonnestralen onderscheppen; het
resultaat zal daar in de meeste gevallen slechts
pover zijn. Het mooiste gazon ligt in de volle zon,
al mag er op enkele uren van de dag natuurlijk
gerust wat schaduw op vallen.
Vaak wordt er over de aanleg van een gazon
wel erg gemakkelijk gedacht. Men denkt met.een
paar handen graszaad al klaar te zijn, maar wie
zo te werk gaat, zal weinig succes boeken. Gras
dient niet als eon soort onkruid te worden be
schouwd. Er is wel degelijk een behoorlijke grond
bewerking nodig alvorens de zaden aan de schoot
der aarde kunnen worden toevertrouwd. Om te be
ginnen wordt de grond behoorlijk diep gespit en
flink bemest, bij voorkeur met stalmest. Immers
een gazon moet jaren meegaan; hoe ouder het is,
des te mooier wordt het, althans, wanneer 't steeds
goed verzorgd wordt. Bij het klaar maken van de
grond moet het onkruid met wortel en tak worden
verwijderd, want wanneer dit gespuis in 'n aange
legd gazon optreedt, is het zeer lastig het de baas
te worden zonder de grasmat schade toe te bren
gen. Om dit te voorkomen, verdient het aanbeve
ling na de grondbewerking dit tuingedeelte enkele
weken braak te laten liggen. Eventueel nog aan
wezige onkruiden zullen dan opkomen, of de zaden
zullen ontkiemen, zodat deze gemakkelijk kunnen
worden weggeschoffeld, liefst op een zonnige
dag.
Het zaaien geschiedt daarentegen bij een voch
tige atmosfeer. Elke grondsoort vraagt een be
paald soort gras en ook de ligging (veel of weinig
zon, hoog terrein of vochtig polderland) moet in
aanmerking worden genomen. Elke .goede zaad
handelaar kan inlichtingen verschaffen omtrent
het te kiezen graszaad. Voordat het wordt uitge
zaaid moet de grond worden gerold om de bij het
spitten ontstane gaten te dichten. Tenslotte wordt
de grond gelijk geharkt, waarbij tevens de boven
ste laag wordt losgemaakt.
Na het zaaien (per honderd vierkante nieter
twee tot vier kilo zaad) wordt het zaad voorzich
tig (bijv. met een hark) onder gewerkt, waarna
de grond wordt gerold of met plankjes onder de
schoenen of klompen aangedrukt. Tegen de vogels
worden er zwarte draden over het ingezaaide ga
zon gespannen. By grotere oppervlakten kan teer
door het zaad worden gemengd. Htn.
De kledingindustrie
in het bergenland
heeft zich langzaam
maar zeker ontwik
keld en thans is zij
van niet te onder
schatten betekenis,
speciaal wat betreft
de export. Ook in ons
eigen land is dit goed
merkbaar. Zie nVaar
naar de etalages van
voorname modezaken.
«v Bij blouses en jersey
kledingstukken prijkt
menigmaal het kaartje „Zwitserse import".
Weliswaar zijn de prijzen niet mals, maar daar
staat tegenover dat er kwaliteit geleverd wordt.
Zwitserland presenteert blouses van uitzon
derlijke stoffen en coupe. Kantgarneringen
zijn daarbij zeer geliefd. Begrijpelijk, want er
zijn weinig landen in Europa, die dergelijke
fraaie kantsoorten weten te vervaardigen.
Vooral de Sankt-Gallen grove kwaliteiten zijn
zeer bekend. Zelfs bij de sportieve blouses,
waaronder toch zeker wel het model met de
wijde boothals gerekend mag worden, (zie de
foto) treft men dergelijke versieringen aan.
Het tweede model van het geklede genre
heeft wat meer kantmotiefjes op het voorpand.
Het is wel bekend, dat kant gemaakt
wordt van katoen. Dit materiaal geeft niet
alleen het mooiste effect, maar is ook solide,
zowel wat betreft het dragen als het wassen
en strijken.
Ook bij het kant tracht men de allernieuwste materialen te verwerken, zoals bij voorbeeld
nylon voor de ragfijne soorten.
Op de foto staat verder nog een tailleur afgebeeld van jersey materiaal. Door zijn grote een
voud van lijn, speciaal wat betreft de mouwinzet is het zo elegant.
Zwitserland weet wei, dat eenvoud het kenmerk, van het ware is!
RIET
Schoonmaak in Washington
(Advertentie)
"iTSTe zullen ons nog niet
lrt een imprimé'tje op
ons gemak voelen. Het is
nog kil genoeg voor een
wollen japonnetje thuis en
al schijnt het lentezonnetje,
toch zullen we buiten, uit
zonderingen daargelaten,
zeker nog een jas nodig
hebben.
Wat dunkt u bijv. van de
witte flauschjas met zwart
dessin, die langs de randen zwart werd afgebiesd? Ze
zal ons ook verder in het seizoen nog goede diensten kun
nen bewyzen. Of zweert u bij een tailleur? We geven u
geen ongelijk. Voorjaar en tailleur horen nu eenmaal bij
elkaar. Hebt u misschien nog een goed klassiek pak, of was
u van plan dit keer een modieuze boxsuit van tweed aan
te schaffen? Het aardige van zo'n pak is, dat het slank
maakt en tegelijkertijd sportief en gekleed aandoet. In
beide gevallen kunt u er trouwens.lenteachtig uitzien, want
het pak zult u kunnen verjongen en verlevendigen door
een leuke nieuwe blouse, een fleurig voorjaarsdopje, een
kleurige shawl of een corsage van echte voorjaarsbloemen.
Ook door een paar aardige zomerschoentjes en eventuele
handschoenen wordt het effect direct veel zonniger.
Maar we zijn nog niet uitgepraat. U weet allicht, dat de
couturiers dit seizoen erg sterk zijn geweest in het ont
werpen van japonnen met bijpassende mantels. Deze laatste
In lengte variërend van bolero tot lang. Maggy Rouff ont
wierp bijv. het ensemble van grijze wollen stof. Het oe-
staat uit een ceintuurloze japon met geknepen taille en
plooigroepen aan voor- en achterzijde van de rok plus een
losvallende, niet al te wijde mantel.
Of ligt een deux-pièces u beter? Dan is er een vlot, pakje
in moderne snit, waarin duidelijk de tulplijn valt te her
kennen: Het is vervaardigd van een wollen fantasiestof,
een witte ondergrond met grijs en zwarte ruitfiguurtjes.
De opslagen van de 7/8 mouwen zijn met zwart afgeboord,
evenals de voorpanden.
Rauwkost
Zanik: ,.Is het werkelijk waar, dat
rauwkost goed voor de ogen is"
Dokter: „Ja, natuurlijk. Hebt U
wel eens een koe gezien met een
bril op?"
Nooit meer katten in mijn cock=
pit!" Ja, dat schreeuwde ik, na
het bezoek aan tante Aag met
Pasen. Zoals jullie weet, was Frederik mee
geweest. Nu is die kat een ideaal dier om
mee op reis te nemen. Hij windt zich nooit
over iets op, bemoeit zich niet met dingen
die hem niet aangaan, kijkt onderweg rus*
tig naar de wolken en veroorzaakt geen
last, in wat voor opzicht ook. Hij is erg
gesteld op tante Aag, en tante Aag op
hem, dat hebben jullie wel gemerkt
„Die kat is een voor
naam dier," zei tante Aag
goedkeurend toen Frede
rik met zijn glanzend
zwarte vel en zijn grote
snorren onbeweeglijk op
dg leuning van haar stoel
zat.
„Geen wonder! De kat
van een kardinaal!" zei
Stan trots
„Heel wat anders dan
Bertus van buurman,"
ging tante door. „Dat vind
ik toch zo'n onbehouwen
beest. Dat zit zich de hele
dag maar te krabben, en
hij loopt zo klosserig, en
hij dieft alles wat los en
vast is."
„Frederik dieft nóóit!"
riepen we in koor.
Kort en goed toen we
eindelijk in de cockpit
klommen, bleek het, dat
we onze voorbeeldige Fre
derik vergeten hadden.
Stap rende met zijn lange
benen gauw naar het
huisje van tante Aag en
kwam met Frederik on
der zijn arm terug. „Fre
derik zat al voor het hek
.e wachten," vertelde hij.
Ik startte, en toen begon
de misère.
„Je moet de dingen
mensen en dieren inbe
grepen -- nooit te hard
prijzen," zeg ik altijd,
„daar komen ongelukken
van." En dat bleek nu
ook weer Zo rustig als
Frederik anders was, zo
vervelend gedroeg hij
zich op deze terugreis
Hij liep mauwend de
cockpit rond, krabde
zich. dat zijn zwarte ha
ren i.n de rondte vlogen,
snuffelde aan alle voor
werpen. en klauwde met
zijn nagels in mijn broeks
pijpen, Mijn vriendelijk
Paashumeur begon er be
slist onder te lijden. Ik
snauwde tegen Stan:
„Hou dan beest bij je!" en
Stan, die waarschijnlijk te
veel Paasbrood gegeten
had. snauwde terug in 't
Pools, Koos plaagde:
„Wat doen we hier ook
met een kat! Laten we
dat konijn Wimpie ne
men!" Gelukkig kwam op
cfat moment Froukje hin-
nen met lever
„Lekker," dacht ik,
„zo n hartig hapje na al
dat zoete krentenbrood."
en ik legde een broodje
naast mij neer
Toen ik er één se
conde later in wilde
bijten, was het verdwe
nen
„Zeg eens! wie van jul
lie heeft mijn br.
begon ik verontwaardigd
Maar toon zag ik het al.
Het was Frederik. Hij
met
De Amerikaanse regeringsge
bouwen moeten beter worden
schoongemaakt. Deze waarschu
wing heeft de federale schoon
maakdienst gekregen van voor
zitter John Phillips van de finan
ciële commissie van het Huis
van Afgevaardigden. Phillips
vertelde, dat bij een onderzoek
gebleken was, dat werksters rus
tig aan het slapen waren of
slechts wat in de gebouwen klun
gelden".
Volgens hem zijn de overheids
gebouwen in Washington zo sme
rig, dat sommige regeringsinstan
ties het personeel zijn eigen ka
mers laat schoonmaken.
Dat was he laatste
strootje. Ik schreeuwde:
„Nooit meer katten in
mijn cockpit! Wat een
dier' Dat beest komt niet
uit het Vaticaan, maar
uit een van de smerigste
achterbuurten van S'am-
boel! Smijt hem er uit!"
„Dan toch zeker aan
een parachute?" vroeg
Koos vriendelijk. En
Froukje. die dacht, dat wij
het méénden, barstte in
boze tranen uit over zo
veel wreedheid. Stan
schold tegen mij in het
Pools en pakte zijn lieve
Frederik op. En toen zei
hij heel verbaasd in het
Nederlands: „Maar dal is
Frederik niet! Hij heeft
geen wit plekje onder
zijn kin."
.Wie is "het dan? En
waar is Frederik?" riepen
Koos en Froukie tegelijk.
Hei antwoord kwam su
biet Koos ving een be
richt on uit Rnkkumer-
nog.
FREDERIK HIER, BER-
versje, had zij ook nog
een gezellig knutselwerk
je Voor kinderen, die
niet tè veel van pinda's
houden, zei zij.
X-
Kunstje
tje stoken is in een
schuur of bij een hooi
berg! Tussen twee haak
jes: je moet die aardig
heid ook niet uithalen
in bos en hei. In verge
lijking met andere lan
den is Nederland héél,
héél karig bedeeld met
bossen en heidevelden.
Daarom moeten we er
erg zuinig op zijn. anders
krijgen we in de toe
komst geen kans meer in
de vacantie „naar bui
ten" te trekken!
En hier is dan het luci
fers-raadsel. Ik vind het
moeilijk En iullie?
Leg dit figuur met 20
lucifers Verplaatst nu 9
lucifers zó dat er vier
vierkanten overblijven.
De oplossing
Hebben jullie de op
lossing van de Paaskui-
ken-Puzzie gevonden?
Hier is ze:
De arme Koos schiet
er vandaag bij in. Maar
volgende week zal hij de
schade wel inhalen, zegt
hij. Hij seint jullie veel
groeten, tezamen met
Froukje, Stan, Frederik
en
PILOOT.
7
r vwitsprlanrl! Land van duizend herinner
ringen aan zonnige vacanties in de bergen
en droombeelden van sneeuwvlakten en al»
penhutten. Het is intussen niet alleen het
natuurschoon, dat het land zo aantrekkelijk
maakt. Ook van de bevolking gaat een grote
bekoring uit. Het grootste deel
slijt haar leven in de rustieke
dorpen langs de berghellingen
en in de dalen. Het zijn dczclf»
de mensen, die met hun n\y-
vere en artistieke inslag veel
hebben bijgedragen om Zwit
serland op een
vooraanstaande
plaats als mode*
centrum te bren=
gen.
VTeen, we worden het nooit moe ons loflied te zingen over
de nieuwe lente, diie ons ieder jaar weer opnieuw in
verrukking brengt. Met dezelfde tedere gevoelens in ons
binnenste bekijken we weer het wonder der eerste ontbot-
tende knoppen, die de drang van de zich ontvouwende
blaadjes niet meer kunnen tegenhouden. Blij maken we
ons over de eerste ijle bloe
sems en de vrolijk getinte
erocusgrocpjes. We tooien
ons met gele narcissen en
blauwe druifjes. Geel en
blauw, dè kleuren welke on
verbrekelijk met de lente
zijn verbonden. Lente is het
feest der vernieuwing, in
ons huis, in onze garderobe
en in ons hart. Voorjaars
stemming overal! De natuur
heeft zich in voorjaarstoilet
gestoken en waarom ook
zouden wij haar voorbeeld
niet volgen.' Natuurlijk heb
ben wij vrouwen zo af en
toe graag iets nieuws, maar
in geen enkel jaargetijde
bekruipt ons een dergelijke
lust tot oen metamorphose
als juist in het voorjaar.
zat het in een hoek van
de cockpit op te smikke
len, en toen ik er iets van
zei, gromde hij tegen mij
als een tijger. Het was
geen ramp want Froukje
had nog meer broodjes
Maar wat er later ge
beurde was erger.
Ik zei tegen Stan:
„Wat maakt die motor
'och een verdacht geluid.
Hoor je het ook?" Maar
het was de motor niét.
Het was wéér Frederik
Hij was luchtziek
TUS VAN BUURMAN
VERMIST.
TANTE AAG
Stan had in de haast de
verkeerde kat meegeno
men.
Toen hebben we maar
weer koers gezet naar
Bokkumeroog en de onge
manierde Bertus aan
buurman terug gegeven,
Frederik was heel tevre
den over de ruil. Hij zit
weer in de cockpin en
staart dromerig naar de
wolken.
Pinda-mannetje
Je hebt maar twaalf
pinda's nodig om zo'n
leuk mannetje te maken
Voor zijn gezicht, han
den en voeten gebruik je
doppen, waar maar één
nootje in zit maar dat zie
je wei op de tekening.
Met een stevige naald en
draad naai je de pinda's
aan elkaar en bij de ein
den zorg je voor een dik
ke knoop In het gezicht
prik-je gaatje voor ogen
neus en mond en je geeftl
de pindaman nog een
mooi hoedje van karton
op. Dat wordt meteen
vastgehouden door het
lusje, waarmee je het
poppetje ergens aan kunt
hangen. Als je heel han
dig bent. kun je je pinda-
mannetje ook nog aan
kleden met een zijden
broekje en jasje.
Lirum larum
Froukje heeft gauw aan
tante Aag gevraagd, of ze
nog een aardig versje
wist, en tante Aag ant
woordde zeer toepasse
lijk:
Van lirum, larum lepel-
steel,
Kleine kinderen vragen
veel.
Vragen honderd keer
waarom
Waarom zijn de bogen
krom?
Waarom maakt de regen
nat?
Waarom is 't ijs zo glad?
Waarom is de suiker
zoet?
Waarom smaakt het zand
niet goed?
Waarom heeft de bok een
baard?
Waarom heeft de hond
een siaart?
Van lirum, larum, lepel-
steel,
Kleine kinderen vragen
veel.
Maar behalve dit plaag-
Als
vrolijke
voorjaars
bloemen?
Stan, die weer In het
beste humeur is, nu Fre
derik veilig terug is,
weet een kunstje met
lucifers voor jullie Mis
schien vinden jullie het
prekerig van me, als -ik
zeg: Dai is de enige goe
de manier om met lucifers
te spelen! Maar ik kan
woedend worden, als ik
voor de honderd zoveel
ste keer in de krant lees:
Kapitale boerderij in de
as gelegd. Paarden en
koeien verbrand. Kinde
ren speelden met lucifers.
Dan denk ik: al die
schade en ellende door
zo'n stom spelletje! Tja
als, het kleine kinderen
zijn die weten niet be
ter. Dan moeten de ou
ders zorgen, dat die peu
ters niet bij de lucifers
kunnen komen. Maar als
het giotere jongeps zijn.
nou, ie maakt mij niet
wijs dat dié niet weten,
hoe gevaarlijk dat vuur-