Een landhuis, bewoond wordende door de familie van eenen Malbos, waarönder een zwangere vrouw en twee wolfpinders, die in da»huur wer ken, zyn van kant gebragt en vermoord; niets is door de booswichten gefpaard de tachtigjarige grysaard en de zuigeling beide zyn ontzield; alle de bewoners van het huis gefneuveld zyndeblyft de misdaad nog buiten ontdekking; men vermoed dat ze in het valleii van den avond is gepleegd. De grootmoeder, die federt lang niet uit het bed kon komen, is in hetzelve ontzield; de anderen zyn in den kelder of in deftallen ver moord; men heeft hen allen gevonden met de handen opden rug gebon den; het werktuig fchynt een fcheermes te zyn geweest; allen waren de keel afgefneden, tot zelfs het onnozele kind aan de borst; een jongeling ademde nog, toen men hem vond; ondanks alle de heelkunde, ftierf hy twee uuren daarna. De moordenaars hadden alle de deuren geflotenea liet blykt dat dit gruwelituk weinige uuren te voren was bedreven. Brusskl de?i 8 December. Sedert enige dagen zyn weder enige gees- tclyke geflichtenvan beiderlei kunne, geledigd, in het departement van de Dyle. Allen hebben de bons gewygerd en tegen geweld geprotesteerd. Overal heeft men de militaire magt moeten gebruiken, om de monniken te dwingen tot het verlaten hunner woningen; de capucynen van Leuven hebben zich vooral doen uitmunten door hunne hardnekkigheid; een de tachement troupes heeft hen in het binnenfte des kloosters gaan opzoe ken, en op flraat gebragt. Aldaar heeft de Gardiaan uitgeroepen Ik be tuig, en protesteer voor den hemel, dat wy door oyermagt worden •verdreven; dat ik en myue broeders capucynen blyven, dat wy voor den godsdienst lyden, en des noods gereed zyn om er martelaars voor te worden. Ka dit gezegde, vielen alle de capucynen op hunne knieën, en ontvingen de benedïetie door hunnen gardiaan. Dit aandoenlyk en godsdienstig toneel viel voor in tegenwoordigheid van eene verbazende menigte ingezetenen. Den ii December. .Nieuwe zwarigheden fchynen "zich tegen bet flui ten van eenen wapenltillland, tusfenen de oorlogende mogenhedenin Jtaliön en in Duitschland, optedoen en decze zwarighedenfebynen min der van wegens de franfche regeering, dan van het kabinet van Weenen tc komen. Brieven van goederhand, uit het hart van het duitfche Ryk, melden, dat de keizer geenzins zyne toeflemming wil geven aan eenige voorftellen van wapenfchorsflng, ten zy alvorens de blokkeering van Man tua opgeheven, het fort kehl ingenomenen de bruggenhoofden van Hun- «ingen en Neuwied verlaten zullen zyn. Hfctvafc ligt uie deze pretenfiën nog geen einde a~n liet bloedvergieten te zien. In der daad, de toewying van de hongaarfche natie, het'emgelfche goud, en de belaften van Rus land geven aan het huis van Oostenryk eene houding van kloekmoedig heid welke menna eenen veldtocht die gantseh ltaliën heeft wegge nomen, niet van hetzelve verwachtte. B A T A A F S C II E REPUBLICQi Alkmaar den iS December. Kittdelyk heeft men, betreffende het overlyden van de keizerin van Rusland en de verandering der regecring van dat ryk, nadere berichten ontvangen. De keizerin was zints èenigea tyd gekweld mes gezwollen voeten, en nam eenige medieynomdiezwel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollandsche Courant | 1796 | | pagina 2