fchoten. In verfcheiden wyken waren gevegten voorgevallen, die aan ve len het leven gekost hebben, onder anderen aan zekeren Doriavan de familie van dezen naameen woedende Jacobyndie aan het hoofd der oproerigen was. Men zegt, dat onder de dooden eenige Franfchen zyn gevonden; men heeft reden te geloven, dat nieuwe republikeinen van Milaan, het jacobynsch vergift te Genua zyn komen blazen. Een brief uit diezelfde Stad, van den 25 Mey, geeft de volgende by. zonderheden op van de fchrikkelyke gebeurenisft n', van welken Genua Eet toneel is geweest: Lombardifclie zendelingen, doldriftige revolu tionairen, namen zederd eenigen tyd alle gelegenheden waar om het ge meen tot opftand opterokkenenen afgryzen voor ae regeering inteboe- zemen. De Senaat had alle voorzichtigheidalle bekwaamheid alle waakzaamheid nodig, om de uicwerkmg van deezen (noden aanleg tegen te gaan, welke des te gevaarlyker was, wyl deeze boze lieden openlyk verfpreidden dat zy door de Franfchen onderfteund waren. Den zilte berscen hunne ontwerpen van oproer uit; twee van hunne hoofden wer den op last der regeering gevat. Aanftonds verzamelden hunne hulpben den zich, liepen naar den Senaat, en eischten met groot gefchreeuw de vryheid der gevangenen. De Senaat antwoordde hundat redenen van itaat dezen maatregel van flrengheid noodzaaklyk maakten, dat dezelve die weldra algemeen bekend zou maken en dat alle goede burgers er de iioodzaaklykheid van zouden bevroeden. Die antwoordwel verre van de oproerigen ce voldoen, vervoerde hen toe eene nieuwe woede; zv be- gaven zich in menigte naar den franfchen minister Faypoult, en verzog- ten van hem de tusfehenkomst en voorfpraak voor hunne vrienden. Deze antwoordde, dat hy éyne goede dienscen ten hunnen voordeele'zoude aanwenden. Nu vol vertrouwen, liepen zy naar den fchouwburg be- ftormden de deurenbraken ze open en dreven er al de burgers uit. Des anderen daags begaven zich de muitelingenmet het aanbreken van den dag, weder by den burger Faypoulthy was afwezend; toen werden zy toomloos; zy zetten de iombardifche cocardeop, liepen naar de haven fielden alle de galeiboeven in vryheid, hetzelve doende met de gevan genen in de tugt- en gevangenhuizen en nu met zulk een bende van boos- doenders verfterktbegaven zy zich naar het hertoglyk paleis. De Doge bad den tyd van zich te bergen; maar veertien van de norabelfle Raads- heerendie in hunne handen vielenwerden in Rukken gehouwenen hunne hoofden op pieken rondgedragen. In deeze yslyke oroftandighëid gaf de Senaat het niet op maar bleef Itandvastig, en wanhoopte niet. Eenige jonge Raatteheeren gingen de -•werklieden van de haven beproeven, en dezelve wegens zo veele yslyk- heden verontwaardigd vindende, deden zy wapens aan dezelve geven, vereenigden hen met eenige getrouwe foldaaten, en trokken cegen de op roerigen op; deeze de lugt van den aanval gekregen hebbende, hadden zich !terk verfchanst, en ontvongen de aanvallers nietfchrootvuur; m ar eindelyk, na een bloedig gevecht, hun opperhoofd en aanvoerer, Philip ijoria, gedood zynde, namen zy de vlucht, bet llagveld bedekt mee hunne öcoden verlatende.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollandsche Courant | 1797 | | pagina 2