COURANT;
Ao. 1797. No. 33.
NOORDHOLLANDSCHE
GELTKHEIDVETHEID, BROEDERSCHAP.
Van Maandag den 14 Augustus.
FRANSCHE REPUBLIC Q.
Parys den 4 Augustus. Naar mate dat wy vorderen, fchynt het#
dat wy het einde der vyqndelykheden van buiten, en der ftaatkun-
dige twisten van binnen meer en meer zig zien verwyderen. Dezer da
gen zeide mendat de vrede met Oostenryk volkomen gefloten was
nu zegt men weder, dat de onderhandelingen z\n afgebroken, en dac
de oorlog op nieuw zal beginnen. Al deeze gerugtcn fchynen evenzeer
van grond ontbloot te zyn. De onderhandelingen worden zo wel met
den Keizer als met Engeland voordgezet; maar zy fchvnen ongelukkiglyk
met traagheid voorategaan, doordien, naar alle waarfchynlykheidhet
huis van Oostenryk wel wilde zien, hoe Engeland zal handelen, en het
dit ryk niet onaangenaam zou zynzyne zaak aan die van Oostenryk te
binden, al ware het alleen om den febyn te hebben van nog op het vaste
land heerfchappy te voeren. Men denkt egter, dat alle zwaV'igheden wei
uit den weg geruimd zullen wordenen dat menzonder weder handge
meen te worden, eenen vrede zal fluiten, welke Voor de magtigfte Mo-
genheden van Europa hoogstnoodzaak'lyk is.
GROOT-B RITTANJE.
Londen den 4 Augustus. Verfcheiden Schepen hebben order om
naar de Vloot van lord St. Vincent, voor Kadix, te flevcnen. Er wor
den nog dagelyks vonnisfen regen de oproerige Vlotelingen uitgefproken.
Een Mufikant van het Schip Sandwich, is met honderd'geesfelilagen op
den rug vrygekomenhy begeleide gewoonlvk den berugten Parker met
mufiek, als'hy in de Admiraliteit* Boot de rebellifche Vloot rond roeide.
Toen lord Northesk hein gebood God fave the King te fpeelen, antwoor-
de hy, onder verfcheide andere fler e uitdrukkingen: „dat is een al te oud
droog dingik bekommer my niets o<wr koningen &f koninginnen^Men zegt
dat de wapening te Brest, op 't oog heeft,' om de Engelfche Vloot van
voor Texel weg te lokken, en de iiollandlche daar door tot het uitlo
pen in ftaat te Hellen.
HET DERDE JAAR DER BATAAFSCHE VRYHEID.