COURANT;
NOORD HOLLANDSCHE
GELYKHEIDVETHEIDBROEDERSCHAP.
Ao. 1797. No. 41.
Van Maandag den 9 October.
GROOT- BRITTANJE.
Londen den 27 September. Voorleden Zondag kwam er een Fransch
Officier, noch twee Heeren by zich hebbende, met een postchais
in deze Stad aan, brengende brieven uit Frankryk voor ons Gouverne
ment, doch van derzelver inhoud is niets uitgelekt. Ond'ertusfchea
gaat de fpraakdat de ware reden van Lord Malmesbury's terugkomst is
toetefchryven aan de vraaghem door de Franfche Commjsfarisfen ge
daan: „Of hy met de nodige volmagt voorzien ware, om ;|an Frankryk:
en deszelvs Bondgenoten terug te geven alle de Conquestendie door
Engela'nd op hen gemaakt zyn? en zoo ja, dat zy dan gereed waren*
om op dien grond over de verdere voorwaarden in onderhandeling te tre
den."— Dan Lord Malmesbury hier op ten antwoord gegeven hebbende
dat zyn last zo ver niet ftrekte, hadden zy hem beduid, dat het nood*
zaaklyk was zich van zodanigen last te voorzien. De heer Pit en zy-
ne party in het kabinet, wil men, dat zeer geneigd zyn om den britfehen
Gezant van zulk een last te voorzien en diensvolgens de onderhandelin
gen te doen hervatten; doch dat de Hertog van Portland, de Graaf Spen
cer en de Heer Windham zich er flerk tegen verzet hebben. Wat hier
van ook wezen mag, zeker is het dat Mr. Vick, een van 's Koninasbo-
den, met depêches naar Parys gezonden Is, en reeds Zondag morge&n tea
4 uuren te Calais is aangeland.
Londen den 1 October. Mr. Vick, de Koningsbode, die naar Frank
ryk was afgevaardigdis van Calais alhier terug gekomenhy was voor
nemens geweest, om, ingevolge zyn last, zyne depêches naar Parys te
brengen; dan, te Calais komende, wilde deMunicipaliteitvan die plaats
niet toelaten, dat er iemand anders dan de bode aan land zoude komen,
daar hem gevraagd werd naar zyn paspoort, doch hy er geen by zich heb
bende, namen zy zyne brieven aan, met verzekering van die naarParvs
te zullea zenden, maar belastten hem terfiond terug te keeren.
HET DERDE JAAR DER BATAAFSCHE VRYHEID.