COURANT;
Ao. 1798. No. 25«
NOORDHOLLANDSCHE
CELYKHEID, VRYHEID t BROEDERSCHAP.
Van Maandag den 18 Juny.
het vierde jaar der bataafsche vryheid.
BATAAF SCHE RE-PUBLICQ.
Den Haag den 13 Juny. De volgende gewichtigegebeurenisfenzyn
gisteren hier voorgevallen. Na dar eenige Leeden van de Socië
teit der Vrienden van de Confticudeuit hoofde van het Feest den vori»
gen avond aan den Generaal Daandeh gegevenen het tekenen van een
Declaratoir, waren in arrest gefteld, waar onder de burgers rompe uun
Meerdervoort en Kretsmar in de Kasfeleny van den Hove, en eenige ande
re in hunne huizen, vergaderden de beide Kamers als naar gewoonte
wanneer de eerfte onder anderen, by een Decreet, het commando der
Armée aan den Franfchen Generaal en Chef ontnam, het Wetgevend
Lichaam zyne zittingen permanent verklaardeen deszelfs geheele Lyf- -
wacht, te weten het 3de Battaillon der ifte halve Brigade en een Esca-
dron Cavallerie op het Binnenhof deed onder de wapens komen, gelyk
er ook aan de Nationaale Garde en Burgers-Kanonniers bevel gegeven
was om zich gereed te houden. Des namiddags ten vyf uuren nam hec
Guarnifoen dezer Plaats, te weten: het ifte Battaillon der 3de halve Bri
gade en de 5 Compagniën der 6de halve Brigade, welkelaatflen den zelf
den morgen alhier binnengerukt warenbenevens de overige Escadrons
Bataaffche Cavallerie, de wapens op, posteerende zich het eerfte der
gemelde Battaillons voor deszelfs Cafernen in het Voorhout, terwyl het
andereaan wiens hoofd zich de Generaal Daandels bevond voor het
gewezen Logement van Rotterdam, na het Horèl van den Minister van
Oorlog post vatte terwvl het Regiment Waldek zich op den Vyverberg
fchaajde, waarna de Generaal een gedeelte der Grenadiers van de 6de
halve' Brigade fchuins tegen over het voormalig logement van Amftel-
dam, thans nog het verblyf van het Uitvoerend Bewind, plaatfte» en
met het overige gedeelte met de fabel in de vuist de trappen van hec
logement opvloog, alwaar hy den gewezen Directeur van Langen,, die
echter, zo men zegt, nog een pistool op hem wilde losfendeed in ar
rest neemen, en naar het H rrèl van den Minister van Oorlog overbren
gen, waar na men het verblyf des Bewinds. waar van de toegangen in-
wsfcheu behoorlyk bezet waren j met alle oplettendheid onderzogt, or$