ESPR0N6EN BINNENLAND. lied adres hoeiiwerk FEIJEiS, aat 59 - Alkmaar HANDEN re Ü©©ps „ONS BLAD" Bureau: HOF 6 ALKMAAR. - Telefoon Binnenlandsch Nieuws, Opvoeding tot eerbied. EERSTE KAMER. TWEEDE KAMER. pond. voor BIJ ILLIJKE PRIJZEN.' ruime WONING met aan hetZeglis. Nan met 5 April.aanvaard worden. 3400.Hypotheek be- rr* zoo goed als NIEUWE 7G, Clarissenbuurt. Om- Mei leeg, voor t'3500. bijna nieuwe BUKGER- ÈG met ERVE en VRIJE L Kort bij het Station, woning bevat: beneden Voorkamer, Achterkamer, n Keuken; boven mooie Imer. ZoWer met bescho- r. Voorts Plaats, Tuin |e Steeg. Slechts voor Ier geriefelijke WONING, Maart te aanvaarden, Lde caug, twee Kamers, Slaapkamertje en-Zol- Eorts Plaats en Tuintje ichts f'2700.— waarvaii-f ■ek verstrekt kan worden, op den besten stand van r staande S1GAREN- tegen zeer aannemelijke uimo WINKEL en OUB- WONING met ERVE, Irceel is spoedig of latei ■aarden. WOON- en WINKEL- ■(hoekhuis) op de Laat, :n daarachter staand PAK- bet uitgang aan de Bloem- prijs i 45UÜ.waarvan Ials hypotheek geves in blijven tegen matige Dit perceel leent zich ;r voor een melk- of Hierszaak. ■prachtig RENTENIERS- mot voor- en achtertuin, Blvennemerstraatweg, Hei- Bit perceel kan spoedig ■d worden. ■tst gelden voor particu- ■bn v.oor de Oranje-Nassau- ■eekbank, 's Gravenhage. Kkerd huizen, koopmans- en en inboedels tegen Khade, bij soliede maat- Bjen en tegen lage premies, ■baal tarief voor inwonende Kn welke overal verzekerd Kt'hun goederen en ge-' Kappen, alsmede voor Kis, instrnmenten en invevr- K van vereenigingen. JOH. WEIJUNÖ. gd Makelaar in I Assurantiën-Hypotheken igracht 114, Alkmaar. No. 129 MAANDAG 1 MAART 1921 14e JAARGANG NOORD-HOLLANDSCH j -EEj Abonnementsprijs; Per kwartaal voor Alkmaar 2. Voor buiten Alkmaarf 2.50 Met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.50 hooger. ADMINISTRATIE No. 433 1 REDACTIE No. 633 Advertentieprijs: Van 1—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25; Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod bij voor uitbetaling per plaatsing f 0.60. Wie de jeugd liefheeft, haat den alcohol. Deze spreuk geeft aan, hoe het behoort te zijn, niet hoe het wer kelijk is. Zoodra het een feit geworden zal zijn, dat wie de jeugd liefheeft, den alcohol haat, is Nederland rijp voor StaatsverbodWant dan zou ongeveer iedereen den alcohol haten. Iedereen houdt immers van de jeugd, en wie den alcohol haat, wil hem gaar ne uit het land jagen. Maar dat is de verre toekomst muziek waarnaar wüniet al te lang mogen luisteren, omdat er op het oogenblik nog zoo veel te werken is. Het is er nog ver van af, dat wie de jeugd liefheeft, den alcohol haat. Hoe' komt dat Omdat men de waar heid nog niet kent, of omdat de waar heid vaag gekend nog niet tot liet hart gesproken heeft, nog geen levende waanieid is geworden. Zoo lang de waarheid iemand nog niet in het hart brandt, zoolang is zij waar deloos voor het leven. Voor de drankbestrijding is het dus van het zwaarste gewicht om bij zoo- velen als maar eenigszins mogelijk is', de waarheid te doen leven, dat wie de jeugd liefheeft, dentalcohol moet haten En dit temeer, omdat de liefde voor de jeugd bij velen de eenige plaats is, waar zij nog treibaar zijn. Wij willen hier slechts op één van de vele motieven de aandacht vesti gen, die'de volwassenen ui-t liefde voor de jeugd moete-n voeren tot haai tegen den alcohol. Zeker, het laatste woord is nog niet gesproken over het lijden van stumperds in drinkersgezinnen, over toen mende criminaliteit onder de jeugü, over erfelijke neiging tot drinken en over nog meer van zulke ellendige gevolgen van drankmis bruik. Maar thans wordt niet op zulke groote en voor iede_r terstond waar neembare nadeelen van het drank gebruik de aandacht gevestigdop meer verborgen schadelijke gevolgen voor het godsdienstig-zedelijk leven zal hier gewezen worden. Er zijn paedagogen, die de geheele opvoeding willen laten bestaan in het ontwikkeien en aankweeken van eer bied. Goed verstaan is deze gedachte zeer juist en zeer vruchtbaar. Inder daad kan alles daartoe terug gebracht worden en geeft deze gedachte een vruchtbare eenheid in de groote ver scheidenheid der middelen en wegen ter opvoeding. Er moet zijn eerbied voor hetgeen boven den mensch is, voor God voor hetgeen ons gelijk is, den naaste; voor hetgeen onder ons is, de natuur en tegelijk daarmee moet de eerbied voor ons zelf bevorderd en gevorderd worden. Daarmede zal iedere opvoeder zich kunnen vereenigen. Maar dan moet het niet moeilijk meer valiètt dezelfde öpvöeders uit liefde voor de jeugd te brengen tot haat jegens den alcohol, want als er iets duidelijk is of ten minste spoedig duidelijk kan gemaakt worden, dan is het de waarheid, dat het alcoholgebruik den eerbied onder mijnt op velerlei manieren. Alcohol wekt de neiging het verhe vene naar heneden te halen, het groote triviaal te maken, alles wat boven het allcdaagsche staat met loog van spot en schimp te begieten. Wie dit niet gelooft, moet 's avonds maar eens een half uur gaan luisteren in de kroeg, de deftige en de goor®. Iedere zielzorger weet, dat daar het meest wordt afgebroken, wat hij met zoo ontzaglijk vee1! moeite heeft opge bouwd. Bij hoeveel jongelieden is daar de eerbied weggespoeld voor godsdienst en priesters V De eerbied voor den naaste. Het is voor de opvoeders een zeer moeilijke taak, bij de kinderen, en vooral bij de rijpere jeugd eerbied voor den naaste aan te kweeken. Laat maar eens een misvormde over de straat gaan, wan neer de jeugd de school uitstormt. En hoe gedragen zich oudere jongens en meisjes, wanneer zich een misdeelde in hun gezelschap bevindt Maar nog afgezien van misvormden of nfisdeeiden, hoe weinig eerbied heeft de jeugd gewoonlijk voor vol wassenen en voor bejaarde menschen. Hoe noodzakelijk is opvoeding tot eerbied, tot naleving van het groote gebod der naastenliefde. Maar houdt dan ook zoo lang mogelijk den drank buiten het leven der jeugd, want drank maakt spotziek, twistziek, brutaal, zelfzuchtig. Dringend noodig is het vvejweten zeker, dat alle christelijke opvoeders dit zullen beamen dat onze jongens en jonge mannen worden opgevoed tot .eerbied .yoor het vrouwelijk ge slacht. De gelukzalige Henricus Suzo ging eens voor een arme vrouw, welke hij op straat ontmoette, eerbiedig op zij, waardoor hij zelf in het vuil der straat moest stappen. Toen die arme vrouw hem hare verwondering daarover te kennen gaf, antwoordde hij„Mijn zuster, ik heb de gewopnte alle vrou wen te eeren, omdat zij mij de Moeder Gods in de gedachte roepen." Kunnen wij de jonge lieden ook al niet tot zulk een hoogen eerbied voor de vrouw opvoeren, eerbied voor de vrouw moet hun in alle geval worden geleerd. Wanneer de christen-opvoeders bij dit pogen duurzaam succes willen heb ben, dan zullen zij er ook naar moeten streven den alcohol zoover mogelijk uit de omgangsgebruiken van de jon gelui, zelfs van de geheele samen leving terug te dringen. Het behoeft immers niet meer bewezen te worden, dat het drank gebruik op de jongelieden o zoo spoe dig zedelijke remmen loslaat, die niet losgelaten mogen worden. En dan denken we nog niet eens aan grove vormen van ontucht, maar wel aan woorden en gebaren, die een fatsoenlijk, christelijk opgevoed meis je hinderen, kwetsen. Moeten de christen-opvoeders dan niet uit liefde voor de jeugd den alco hol haten Zoo zouden wij kunnen doorgaan en aantoonen, hoe ook de eerbied voor de natuur en de eerbied voor zich zelf moeten aangekweekt worden, en zouden wij daaraan ook weer kun nen toevoegen, dat de drank dien eer bied bedreigt, verhindert, en dat de opvoeders ook om die reden den alko- hol moeten haten uit liefde voor de jeugd. We achten het echter "overbodig daarover breeder uit te weiden, de, ware opvoeders kunnen thans die ge dachten "Wel voor zichzelf verwerken. Dat hopen we juist met het slechts kort aanstippen van onze gedachten over „de opvoeding tot eerbied" en het drankmisbruik te bereiken, dat de opvoeders daarover eens nadenken, ernstig en eerlijk, ook ai voorzien, zij daarbij tot een persoonlijk niet gewenschte maar toch ware conclusie te moeten komen. En als wij de hoop uitspreken, dat de opvoeders over de ze waarheden eens zullen nadenken, dan richten onze verlangens zich dezen keer heel bijzonder tot de leiders en opvoeders van de Roomsche Inter naten en tot de leeraren-opvoeders van Roomsche H. B. S. en gymnasium. Waarom heel bijzonder tot hen Omdat de drankbestrijding tot heden veel minder waardeering gevonden heeft bij hen dan bij de leeken-onder- wijzers van de lagere school, en zij dus hun bijzondere aandacht ook eens op de drankbestrijding dienen te ves tigen. Wat nog te meer te wenschen is, omdat de jongelieden der Roomseh- internaten en dï Studenten van gyme naslum en H. B. S. door hun groote ontwikkeling later invloed zuilen uit oefenen in de kringen, waar zij zullen geplaatst worden. Men denke toch niet, dat er in die kringen, waaruit die jongelui voort komen en waarin zij moeten verkeeren geen alcoholisme bestaat. Wie dat denkt, kent öf die kringen öf het alcoholisme niet. Die zelfde leeraren zullen wel onder vonden hebben, hoe moeilijk het is juist dat soort jongelui tot eerbied op te voeden. Wanneer zij die jongelui werkelijk tot eerbied willen opvoeden, laten zij dan met alle kracht en alle tact de drankbestrijding onder hun leerlingen bevorderen.Daarmee zal een der groot ste vijanden van den eerbied worden lamgeslagen, en zullen de jongelui, die zich toch ergens voor begeesteren willen, een ideaal krijgen, waarvoor zij zich met voordeel kunnen warm maken. Dit goede woord vinde een goede plaats. P. MAR*IUS LAMERS, O. F. M. Vergadering van 4 Maart. Aan de orde is de begrooting van het ZUIDERZEEFONDS 1921. De heer MENDELS, S. D. A, P., vraagt waarom de Zuiderzeeraad geen advies aan den Minister heeft gegeven. Spr. dringt aan op voorzichtigheid bij de uitgaven voor het Zuiderzeefonds. Spr. geeft in overweging de werken voorloopig stil te leggen. Hij is van mee ning dat de Kamer deze begrooting niet mag aannemen. De heer SMEENGE, U. L., acht- het ge sprokene door den heer Mendels niet rechtvaardig. Een goed gedocumenteerd advies eischt grondige voorbereiding, Spr. meent dat uitstel der werken on mogelijk is. MINISTER KöNIG sluit zicli aan bij het betoog van den heer Smeenge. De Zuiderzeeraad heeft reeds een aanvang ge maakt met de instelling van een nauw keurig onderzoek. De heeren MENDELS en SMEENGE 're- pliceeren. Na dupliek van den MINISTER wordt het ontwerp z. h. s. aangenomen. Bij het wetsontwerp tot steunverleening aan de STOOMVAARTMAATSCHAPPIJ ZEE LAND. moakt de heer SLINGENBERG, V. D„ be zwaar tegen de wijze van steunverleening en de manier waarop de belangen van den staat worden* gewaarborgd. Spr. is in beginsel bereid tot steun aan de Zeeland, doch tegen overneming van de aandeden van spoorwegmaatschappijen. Hij geeft den Minister in overweging het ontwerp voorloopig terug te nemen. De heer FOKKER, U. L. verdedigt het ontwerp. De heer GILISSEN, R. K. deelt de be zwaren van den heer Slingenberg. MINISTER VAN IJSSELSTEYN vér- klaart, geen gebruik te zullen maken V. n zijn bevoegdheid om de overplaatsing o ;r „Zeeland" te verhinderen wanneer het wetsontwerp wordt verworpen, uitstel aeAt hij niet mogelijk. De heer SLINGENBERG dient een mo tie in, waarbij de regeering wordt uilge- noodigd, nadere onderhandelingen met de- maatschappij te voeren. De heer VAN DER FELTZ, V.1D., Js tegen de motie uit grondwettelijke over weging. Na dupliek trekt de heer SLINGEN BERG zijn motie in. Hierna wordt het wetsontwerp zond T hoofdelijke stemming aangenomen. STAATSBEGROOTING. De heer VAN EMBDEN, V.-D., zijn re ;e vervolgend, wenscht een onderzoek na. r de ontwikkeling van kartel- en trustvo J- ming. 4 Mevr. POTHUIS, S. D. A. P., dringt aan op afschaffing van kindertoeslag, uitbrei ding Van moederschapszorg en verminde ring van bewapening. De heer VAN HOUTEN, U. T.. behoud van de kapitalistische productie wijze. In do Arbeidswet moet meer soepel heid worden gebracht Vergadering van 4 Maart. ELEOTRIOITEïTSV OORZIENINGK Aan de orde zijn de stemmingen. De motie-van Beresteyn, luidende De Kamer, van oordeel, dat een algemeene regeling noodzakelijk is om de electriciteitsvoor- ziening met de geringste kosten voor allo deelon van het land te verzekeren, dat de Kamer nog niet beschikt over de noodige gegevens om thans reeds vast te stellen, dat het gestelde doel door mono poliseering der electriciteitsproductie m handen van één gecentraliseerd bedrijf het best is te jjereiken, noodigt de Regoering uit het aanhan gige wetsontwerp in nadere overweging te nemen, en gaat over tot de orde van den dag. De heer BRAAT (pl. partij) zal na de verklaring van den Minister tegen deze motie stommen. De heer VAN RAVESTEYN (0. P.) zegt dat zijn fractie tegen het wetsont werp zal stemmen, omdat de wijzigingen hebben afgevoerd van de richting der socialisatie. Do heer SOHOKKING (O. H.) zal véór de motie stemmen. Do heer KOLTHEK (S. P.) zal vóór het wetsontwerp en tegen deze motie stemmen. Hij ziet in het ontwerp een poging om in den cliao3 der voorziening verbetering te brengen. De motie-van Beresteyn wordt aan genomen met 47 tegen 38 stemmen. Tegen de sociaal-democraten en de heeren Kuipers, v. d, Bilt, Nolens, Dekkers, Engels, de Mural t, Braat, Otto, Kolthek, Van Dijk, Haazevoet, Van de Laar, Lely, Kolkman, v. Ryc- kevorsel, v. Vuren, Bogaerts, Henri Hermans cn de .Voorzitter-. Vóór stemden de heeren: Wester man, de Wyckerslooth, v. Sasse v, Ys- selt, Slulemeyer, Bulten, Swane, v. Groenendael, Juten, Reymer, Arts, de Groot, Ter Hall, Abr. Staalman, A, P. Staalman, v. Doorn, Rink, de Kamter en de anti-revolutionnaieren, de chris- telijk-historischein, vrijzinnig-democra ten, vrij-liberalen en de communisten, t De Minister van Waterstaat, de heer KöNIG, vi-aagt thans schorsing der beraadslaging. Hiertoe wend besloten. Daarna 'werden verschillende klei ne wetsontwerpen zonder hoofdelijke stemming aangenomen. i HERZIENING! DER ONGEVALLENWET, i De heer DUIJS, SDA-P-, juicht de indiening toe, doch kondigt enkele amendementen aan ter verdere ver betering. De heer SMEENR, A-R.,* vraagt spoed met -het opnemen van den land bouw in de ongevallenverzekering. De Minister van Arbeid, de heer AAXB.ERSBi beioogt, dat yfevschiUfiade wenschen, welke verder gaan dan het ontwerp, aan de orde kunnen ko men bij de algemeene herziening der 'sociale wetten. Voor voortzetting v;in den bijslag op de rente, vervalt z. i, de grond. Het amendement van de Commissie van Rapporteurs betreffende ruimere omschrijving van het begrip „bedrijfs ongeval", wordt door den Minister ontraden. MISVERSTAND Paler F. Hendriclis S.J. schrijft ons: In drie tempo's werd het gerucht makende communiqué van den R. K, C. R, v. B. tot zijn werkelijke waarde, beter gezegd tot zijn betrekkelijke on beduidendheid teruggebracht. De suggestieve voorstelling was, dat daar vijftien mannen hadden verga derd, die na „uitvoex-ige besprekingen" „met algemeene stemmen" hadden be sloten zich solidair te verklaren met de motie van den rijkskieskring Den Haag en de actie goed te kernen, die bewerken moest, dat deze motie ook in andere rijkskieskringen, werd aan genomen. Dit maakte indruk op velen. I. Maai- deze indruk verminderde aanstonds door de scherpe verklaring van den secretaris-penningmeester van dc-n R. K„ G. R. v. B* Dr. K. Deckers, te 's Gravenhage, die niets meer of minder mededeelde? dan dat hij abso luut niet voor deze beide punten had gestemd, daar hij niet enkel afwezig was, toen deze punten wei-den behan deld, maar dat hij ook „deze actie van den R. It, C. R. v. B. zeer zal betreu ren. Ik kan n.l. in het huidig ontwik kelingsstadium der bedrijfsorganisatie noch met de actie als zoodanig, noch met de Haagsche motie instemmen." Krasser misverstand is wel moei lijk denkbaar; achter zoo'n misver stand zet het gezond verstand een vraagteeken !Met naam en toenaam werd immers Dr. L, Deckers, Secretaris-Penming- meester in het communiqué genoemd. li4. De iwetxie veeg niet den. mouw over den indruk van het communiqué werd gegeven door de „Gelderlander" van Maandag 28 Februari. Deze re kende uit, dat ter vergadering, tegen vijf vrijgestelden der werklieden, slechts één, hoogstens twee vertegen woordigers der werkgevers aanwezig waren; daar, gelijk het „Patroons- blad" 26 Jan. 1921 opmerkte, Pref, Veraart, „thans geheel buiten eenige directe aanraking met welke Katho lieke Vakorganisatie ook staat", be hoort hij zeker niet tot het R. K, Vak bureau. Er kwam dus enkel geen ge schil, daar ééne partij overwegend vertegenwoordigd was, en van het grootsche cijfer 15 rest nog enkel de indruk eener gemakkelijk te verklaren partijstemming. Dit mis versland is niet zoo kwaadaardig als het eerste, maar wel grotesker. III. Ten slofte komt thans 3 Maart een veeg, waardoor van den indruk niets overblijft. „Het spreekt van zelf heet het, dat, van die 15 geest driftig voorstemmende mannen, noch de adviseerende leden noch Prof. Aen- genent hebben voorgestemd! De ver melding van him namen was dus al weer een suggestief misverstand?! Prof. Aengenent heeft zich zelfs, ver nemen wij nu, tegen de bedoelde actie uitgesproken! Het is werkelijk een toer om aan zulk een opeenstapeling van misver standen te gelooven! "Wie lanceerde dan toch dat com muniqué!?. F. IIENDRICHS S,J. Nederland en de ontwerp-verdra- gen en aanbevelingen van Washington. Volgens de bepalingen van het vredes verdrag, inzake de Internationale Arbeids organisatie, heeft in de maanden October en November 1919 te Washington de eer ste der Internationale Arbeidsconferenties plaats gehad, welke ten doel hebben 't op stellen van regels op het gebied van het internationale arbeidsrecht, hetzij in den vorm van ontwerp-verdragen, of van aan bevelingen. De leden der Internationale Organisatie van den Arbeid, waartoe ook Nederland behoort, krachtens zijn toetreding tot het Volkenbond verdrag, zijn aan de door de Conferentie opgestelde verdragen en aan bevelingen niet rechtsreeks gebonden, docti zij zijn verplicht deze binnen ander half jaar na het sluiten van de conferentie aan de bevoegde macht voor te leggen. De Conferentie te Washington stelde de zes volgende óntwerp-verdragen op: 1. Ontwerp-verdrag, betreffende be perking *an den arbeidsduur in nijver heidsondernemingen tot 8 uur per dag en 48 uur per week. Het ontwerp heeft geen betrekking op handel en landbouw, terwijl de uitwerking van bepalingen voor de -scheepvaart ter zee en op binnenlandsche waterwegen werd overgelaten aan eene naderende conferentie (gehouden le Ge- nua is Juni-JaU 1920R, - - v 2. Ontwerp-verdrag, betreffende de werkloosheid, dat de oprichting beoogt van publieke bureaux voor kostelooze ar beidsbemiddeling (arbeidsbeurzen). 3. Ontwerp-verdrag, betreffende den ar beid van vrouwen, voor cn na hare beval ling. Volgons dit ontwerp-verdrag mogen vrouwen, werkzaam in nijverheids- of handelsondernemingen, geen arbeid vcr- richjen gedurende 6 weken na hare be valling en hebben zij het recht, haren arbeid neer te leggen, op vertoon van een geneeskundige verklaring, dat liare beval ling waarschijnlijk binnen zes weken zal plaats hebben.'Gedurende den tijd, dat zij afwezig zijn, hebben zij aanspraak op een in ieder land nader tc bepalen uitkeering, die voldoende moet zijn voor het onder houd van moeder en kind onder goede hygiënische omstandigheden. Daarenboven heeft de vrouw recht op kostelooze behandeling door een genees kundige of een vroedvrouw. 4-5. Ontwerp-verdragen, houdende ver bod van nachtarbeid van vrouwen en jeugdige personen, in nijvei-hcidsonderne- mingen. 6. Ontwerp-verdrag, betreffende verbod van arbeid van kinderen beneden 14 jaar in nijverheidsondernemingen. Bovendien heeft de conferentie van Washington een zestal „aanbevelingen" opgesteld, betreffende de werkloosheid, wederkeerigheid van behandeling van bui- tenlandsche arbeiders, de voorkoming van miltvuur, de bescherming van vrouwen en kinderen tegen Ioodvergiftiging, de in stelling van een stadsgezondheidsdienst cn het verbod van gebruik, van witten' phos phor in de lucifersfabricage. De sluiting der Conferentie had officieel plaats op 27 Januari 1920, zoodat de ter mijn van een jaar, waarbinnen als regel de ontwerp-verdragen cn aanbeveling aan de bevoegde macht moesten worden voor gelegd, op 27 Januari j.l. verstreken is. Daar echter de ontwerp-verdragen mede toepasselijk zullen zijn voor de koloniën, voor zoover de plaatselijke omstandighe den in de koloniën daarvoor geen beletsel vormen; >vas voorafgaand overleg ;n e t de koloniale autoriteiten noodig. Met het oog daarop was het voor de Nederlandsche Re- gcering niet mogelijk, die ontwerp-verdra gen binnen den termijn van een jaar bij de bevoegde macht aanhangig te maken. De electriciteitsvoorziening. De Tweede Kamer heeft de motie-Van Berestyn-Marchant, den minister van Wa terstaat uitnoodigend het wetsonwerp betreffende de electriciteits-voorziening van het tand, in nadere overweging te nemen, aangenomen met 47 tegen 38 st. Op verzoek van minister König is de beraadslaging over het wetsontwerp hier na geschorst. ONDERWIJZERS IN MILITAIREN DIENST. Op de vragen van het lid der Tweede Kaïmcr, den heer Bulten, betreffende het vrijstellen van ondewijzers bij het lager onderwijs van werketijken militairen dienst en betreffende het bestemmen van onderwijzers voor kaderopleiding, heeft Minister Pop geantwoord: Zoowel de bepalingen der Milillcwet als de belangen san een militairen dienst verzetten zich er tegen om de onderwij zers bij het lager onderwijs van militaire dienstvervulling vrij te laten. Echter zul len verzoeken van onderwijzers om uit stel van eerste oefening dat voor ten hoogste 3 jaar kan worden verleend voor zoover mogelijk in gunstige over weging worden genomen. De verlengde diensttijd kan voor hen, die voor kadervorming worden bestemd*, niet worden gemist. Overwogen wordt in hoeverre in zeer bjjzondcre gevallen verschuiving van den verlengden diensttijd naar een ander tijd stip mogelijk zou zijn, voor zoover dit betreft bet tijdperk na de aanstelling tot onderoffcier. Tegen de tabaksbetasting. In ©en vergadering van de gezamenlijke organi saties in de sigaren-nijverheid is een motie aangenomen, waarin aan de Twee de Kamer met dien meesten aandrang wordt verzocht, het wetsonilwerp-tabaks- belaisting niet aan te nemen. HET LEVENSVÈRZEKEBING- ONTWERP. Het „Algem. Weekblad voor Levens verzekering'", wijdt een bespreking aan liet wetsontwerp, houdende voorschrif ten ten aanzien van levensverzekering maatschappijen, welke bijzondere voor ziening behoeven. Uitvoerig gaat hel blad de verschillen de bepalingen en haar be teekenis na en kom,t dan tot de conclusie, dat de groote fout van het ontwerp hierin is gelegen, dat er voor en over de verzekerden zal worden beslist, maar zonder hen. Inplaats van de voorgestelde regeling zou het „Weekblad" het veel aanbeve lenswaardiger gevonden hebb.en, indien liet wetsontwerp regelingen had voorge schreven, waarop de verzekerden hun vertegenwoordigers zouden kunnen kiezen en andere dan de door verzekerden ge kozen personen niet als hun vertegen woordigers konden worden aangemerkt. Voorts zou het blad gewenscht geacht hebben, dat de macht onder den deskun dige in hamden werd gesteld van de door de verzekerden gekozen vertegenwoordi gers. Aan dien, door de regeering aan gewezen deskundige, zou dan, evenals ten deele aan den rechter-commissaris in het ontwerp, het recht van veto moeten worden gegeven omtrent alle ten opziche der maasohappij en der verzekerden ge nomen beslissingen. Ook heeft het „Weekblad" ernstig be denking legen de afwezigheid van elk voorschrift tol onderzoek naar de oor zaken die tot den toestand hebben ge leid, welke bijzondere voorziening be hoeft. Hot is toch niet uilgesloten, dat in dit geval wanbeheer, nalatigheid of eenjg strafbaar feit in het spel is. Een imperatief voorschrift dient gegeven te worden dat ©en onderzóek naar bedoelde oorzaken gelast. STERKE STIJGING VAN SOMMIGE MISDRIJVEN. Terwijl in de eerste oorlogsjaren tot en met 1916, zoo lezen we in het jong ste no. onder Orimineele Statistiek van liet Centraal Bureau van Statistiek, de cijfers der andere criminaliteit dan smokkelhau- del nog niet of niet noemenswaard stegen, namen in de tweede periode van den oorlog, toen do economische crisis zich hier te lande sterk deed gevoelen, ook andere misdrijven belangrijk toe, gelijk dit in tijden van crisis steeds pleegt te geschioden. Toch valt hierbij te onderscheiden. In do oorlogsjaren zijn do misdrijven tegen het leven en de ernstige zededelikten niét toegenomen, voor een deel zelfs gedaald, en de veroordeelingen wegens mishande ling, vernieling, en meer dergelijke ruw- heidsdelikten zijn positief verminderd (in 1914 werden wegens eenvoudige en ge kwalificeerde mishandeling veroordeeld 3.087 personen, in 1918: 1.601). Gestegen is echter de economische cri minaliteit:. het aantal veroordeelden we gens eenvoudigen diefstal bedroeg in 1914: 2.093, in 1916: 2.790, in 1918:5.670, het aantal veroordeelden wegens gekwa- lificeerden diefstal in 1914: 848, in 1916: 1.102, in 1918: 8.261; het aantal gevallen van heling in 1914: 211, in 1916: 351, in 1918: 908. Daarnaast staat dan de speciale oor- logseriminaliteit; hieronder hebben wij niet alleen den smokkelhandel te verstaan, doch ook verscheiden andere groepen van fei ten. Wij noemen de volgende cijfers: Veroordeelden wegens smokkelhandel: 1914: 28, 1916 8.570, 1918: 14.263. Verboden terugkeer in een, in staat van beleg verklaard gebied19141, 1916 126, 1918: 307. Overtreding dor Distribuf iewet1916 14, 1918: 3.827. Bij de beoordeeling van de cijfers om trent smokkelhandel houde men in het oog, dat hieronder niet mede begrepen zijn duizenden buitenlandscho kinderen die hij verstek door den Nederlandscher rechter wegens smokkelhandel werden ver oordeeld, doch tegen wie die straf nooit werd ten uitvoer gelegd. R.K. West-Fricsclie Landdag. Dit jaar zal de Katholieke Landdag voor West-Friesland worden gehouden te Bo- venkarspel, en wel op Maandag 23 Mej a.s. 'Twee eminente sprekers zullen be handelen als onderwerp „Het Gezag". De wethouder te Wormerveer en de telefoon. De minister van Binnenland sche Zaken heeft, ook namens den mi nister van Justitie geantwoord op de vragen van het Eerste Kamerlid, den heer Mendels, in zake weigering aan een wethouder dezer gemeente van het ver zoek om aansluiting van de telefoon ten sfadlhuize aldaar aan het telefoonnet Daaruit blijlkt, dat op 18 Januari 1.1. tij dens «en gerechtelijk onderzoek ten raad- huize, op last van den betrokken rechter lijken ambtenaar, in het belang van liet welslagen van dat onderzoek, de telefo nische toestellen voor de gemeentedien sten werden uitgeschakeld1. De electriciteitsvoorziening in fiederland. De Minister van Waterstaat zal ver moedelijk, daartoe bekomen machtiging van H. M. de Koningin, het wetsontwerp betreffende de electriciteitsvoorziening in Nederland intrekken. (II. Corr.) EEN NEDERLANDSCII INITIATIEF. Naar de ',,N. Crt." v-erncesnt, is op 25 Februari ie Washington onder voorzit terschap van den Handelsaltaché mr. Aiidre'ae een confi-cntie gehouden, waar op de consulaire ambtenaren te New- York, Boston, Philadelphia, Baltimore, Norfolk, Newport-News en Pittsburgh aanwezig waren en welke belegd was met heizelfde doel als waarvoor op 9 c-n 10 November 1920 te Chicago een soortge lijke bijeenkomst plaats heeft gevonden, namelijk ter bespreking van verschillen de economische onderwerpen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 5