H o N S BI UK D" 1 BINNENLAND. FEUILLETON WOENSDAG 23 MAART M21 14e JAARGANG Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Parlementair*» kroniek. Binnenlandsch Nieuws. De wetlergevondesi dochter No. 142 1 Abonnementsprijs; Vnnr huiten Alkmaar•4-0U Mef Geïllustreerd Zondagsblad f 0.50 hooger. TalafArtin» ADMINISTRATIE No. 433 i£ieroon. redactie no. 033 rp.vallan tnt aan hartrat van f 500.f i Advertentieprijs: Van 15 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25; Reclames per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod bij voor uitbetaling per plaatsing f 0.60. lOO.—f 200,-. f 100,f 60,—f 35,—, f 15,—. Aan alle De suppletoire oorlogsbegrooting voor 1918. De ongezouten critiek op de militaire administratie, die de Minister van Oor log in de zitting der Tweede Kamer van Vrijdag jj. heeft moeten aanhooren, mo ge hem uiterlijk al onibewogen gelaten hebben, in zijn binnenste moet het liem wel alles behalve aangenaam te moede zijn geweest. Wat toch was het geval? Eerst m Fe bruari 1921 had de heer Pop, de Kamer een suppletoire begrooting aangeboden voor het dienstjaar 1918, een begrooting waaronder het" eindcijfer grijnsde van oijim 22 millioen. Deze achterstallige, reeds gedane uitga ven, sloegen op 1918, het jaar waarop we nog diep in de mobilisatie-ellende verzonken lagen, maar waarin indertijd door alle partijen de noodige credielen waren gevoteerd I Reeds in het Voorloopig Verslag kwam de mededeehng voor, dat het vele leden alleronaangeinaamst had gfetroffen, dat deze suppletoire begroeting ruim twee jaren na het verstrijken van het tijdvak, waarvoor deze 22 millioen hebben moe ten strekken, bij de Kamer is ingediend. Het budgetrecht der Kamer is hier wie kan het ontkennen? vrijwel tot 'n doode letter geworden. En looit, wie kan in ernst, dus vrij van demagogische pro- paganda-motieven, volhouden, dat in dien abnormalen tijd -"nauwkeurige raming mo gelijk was?' Wat verder de late indiening betreft, de Regeering heeft voldoende ge motiveerd, waarom liet wenscbalijk was te wachten, tot zij definitieve cijfers aan de Staten-Generaal kon overleggen. En het op het eerste gezicht inderdaad schrikwekkende cijfer van haast 22 milli- oen, wordt wel wat aannemelijker, wan neer mén weet, dat bijna 14 millioen op rekening komt van de kostwinnersver goedingen, die verhoogd werden op voor stel van den socialist K. ter Laan (de zelfde, die moord" en brand schreeuwde over deze suppletoire) en 5 millioen aan koffie, thee en peulvruchten uit de mili taire voorraden aan de burgerbevolking werd afgestaan. En de oodzaak vanhet tekort? De Mi nister wist het niet te zeggen. De inrich ting der "comptabiliteit aan dit departe ment maakt het onmogelijk alles te overzien. Alle inlichtingen die gevraagd zijn in het Voorloopig Verslag, zijn afge poeierd met de mededeeling dat het niet wel mogelijk is die te geven. Natuurlijk maakt zoo iets de Kamer korzelig en ach terdochtig en zij uitte dit bij monde van de Commissie van Rapporteurs, die voor stelde 'n enquête te houden. De Minister was zoo verstandig, zich daartegen niet te verzetten, al verklaarde hij aan de noodzakelijkheid er van te twijfelen. Hij liet de zaak geheel aan de Kamer over, verklaarde zich bereid alle inlichtingen te verstrekken en het resul taat van het in te stellen onderzoek met vertrouwen te geanoet te zien. Trouwens op den heer Pop valt nick de blaam, dat hij de gewraakte uitgaven deed. Hjj was toen nog geen minister. Maar men verweet hom, dat hij trachtte de uilgaven goed te praten. Zooals van die zijde gebruikelijk is, waren sociaal- en vrijzinnig-democraten, revolutionairen en christen-democraat hiermee volstrekt niet tevreden. Zij wilden de suppletoire begrooting afstemmen. Wa re dit geschied, dan zou men een anderen Min'stepwie dan ook hebben zien optreden, die precies dezelfde begrooting zou indienen, want het geld is in 1918 uitgegeven en blijft uitgegeven en niet onder het bewind van den tegenwoord-igen Minister van Oorlog. De heer Ketelaar maakte door een interruptie duidelijk, waar het eigenlijk om te doen was: die opvolger zou dan het gebeurde in 1918 moeten afkeuren 1 Het was intusschen niet alleen van Links, maar ook van Rechts, dat gewel- digd gesputterd werd, tegen de onverant woordelijke wijze, waarop aan het depar tement van oorlog wordt huis gehouden. Daar was de anti-rev. heer Duymaer van Twist, die er over klaagde, dat sedert September de Kamer nu reeds voor de derde maal door het Oorlogsmindsterie voor een voldongen feit werd geplaatst _ep de Minister haar dfe mogelijkheid af snijdt om voldoendé' te oordeelen over de gemotiveerdheid der intusschen reeds ge dane uitgaven. Daar was de christelijk- historische heer Schokking, die er op wees, dat aan oorlog maar niets ten goede ver anderde. En hij eindigde zijn scherpe critiek met te zeggen, dat dit nu maar eens uit moest wezen. Het heeft ons dan ook allerminst ver wonderd, dat de motie der commissie van Rapparteurs, waarin om een enquête ge vraagd werd, zonder hoofdelijke stem ming door de Kamer werd aangenomen. Men was het echter niet eens over de vraag, of reeds nu, voordat de resultaten van zoo'n onderzoek bekend waren, de suppletoire begrooting mocht worden aangenomen. „Natuurlijk niet," meende <ls. Kruyt en hij stelde bijgevolg voor, de verdere behandeling van de suppletoire begrooting uit te stellen. Mr. Marchant had reeds eerder iets dergelijks verdedigd en zelfs de mogelijkheid aangeroerd, dat zoo'n nader onderzoek tot toepassing van de wet op de ministerieele verantwoorde lijkheid zou leiden. „Wat dan nog?" werd hierop van de andere zijde aange voerd. t>e motie-Kruyt viel met 35 tegen 28 stemmen; de Linkerzijde en de onvermij delijke heer A. P. Staalman stemden voor. De suppletoire oorlogsbegrooting werd on middellijk daarop met 42 tegen 22 stem men aangenomen. Met Rechts stemden voor de heeren Treub, Ter Hall, De Kan ter en Van Rappard; de tegenstanders be hoorden, met uitzondering natuurlijk van den heer A. F. Staalman, tot de linker zijde. Tot 5 April is de Kamer op vacantie gegaan. EEN AFZONDERLIJK KAARTJE VAN OPPER-SILEZIë. HOE KRIJGEN WE DEN TIJD OM. We knippen uit de „Limb. Koerier;" „Zich nuttig bezig houden buiten de eigenlijke dagtaak hebben vele arbei ders nooit geleerd. En nu de 45-urige werkweek plotse ling is ingevoerd stellen ze zich de vraag Hoe krijgen we den tijd om Reeds veel is er over dat onderwerp geschreven en uit den treure wordt herhaald inniger gezinsleven, cursus sen, lectuur, kunst, sport, volkstuinen, enz. enz. Prachtig Maar wat komt er van terecht in de praktijk Of lieverwat is er tot nu toe van te recht gekomen Laten we toch ons zelf geen blinddoek voor de oogen doen Er wordt ontzettend veel tijd vermorst verluierd, verbioscoopt, stuk geslagen. Daar moet absoluut verandering in komen, of de Arbeidswet hoe goed ook bedoeld wordt een ramp voor de arbeiders. Want blijft men bijna uit sluitend den negatieven kant beschou wen der wet minder werken zon der de positieve bedoeling na te streven den mensch, den moreelen mensch in den arbeider tot ontplooiing te brengen, dan moet noodzakelijker wijze het zedelijk peil der bevolking dalen. Het zedelijk peil onzer arbeiders!' Konden onze brave Katholieke wer kers eens overtuigd worden, welk een zegen het zou zijn voor hen zelf, voor hun gezin, voor hun omgeving, voor hun organisatie, voor de gansche maat schappij, als zij hun arbeidersleven eens ten volle plantten in den vrucht baren bodem der Katholieke Kerk Om maar eens iets te noemenals zij 's morgens voor ze naar hun werk trekken, eens eerst de H.Mis bijwoonden en nog beter ter H. Tafel naderden. Is dat nu een onbereikbaar ideaal Waarom het werk zoo indeelen, dat men een langen avond vrij heeft en niet een langen morgen Zijn er geen bedrijven, die zich uit stekend leenen tot een andere indeeling van den dag dan de gebruikelijke? Zijn er geen katholieke patroons die gaarne hun arbeiders te gemoet zouden komen, wanneer ze den wensch uitten 's morgens eerst ter kerk te gaan Er ligt hier een prachtig veld braak. Maar dan moeten onze arbeiders het ook zelf willen. Dan moeten zij ook werkelijk in hun ne standorganisatie ernstig en gemeend dat groote godsdienstige belang op den voorgrond brengen en zich de luxe verschaffen der zielde dagelijksche H. Mis met zoo mogelijk de H. Com munie. Gelukkig Nederland, met zijn diep ingrijpende sociale wetten, als onze arbeiders onze Roomsche arbeiders dien kant uit wilden Een godsdienstig volk is een krachtig volk."- R.-K. KAMERCENTRALE LEIDEN. In de zaal van het R.-K. Votksbondsge bouw te Leiden, vergaderde Zaterdag de R.-K. Kamercentrale in jaarvergadering. De voorzitter, de heer A. J. Oostdam, te Leiden, opende de vergadering met een kort openingswoord, waarna mededeeling geschiedde van eenige ingekomen stukken, w.o. ook de motie Den Haag over het opnemen van het bedrijfsradenstelsel in het R.-K. Program. Op voorstel van het bestuur werden de besprekingen hiervoor verschoven tot de raadvraag. Verder werd kennis gegeven van het bedanken als bestuurslid van den heer B. Loerakker te Hillegom. De reservelijst gaf als opvolgenden, twee met gelijk stem mental, n.l. de heeren v. d. Mee- te Noordwijk en Spend el te Leiden, waarover het lot zal beslissen, en dat daarop de heer v.d. Meer als bestuurslid aanwees, die de functie aannam en aan vaardde. De secretaris deed tnog mededeeling, dat 16 secretarissen in gebreke waren ge bleven de toegezonden vragenlijst in te vullen en terug te sturen, en 22 plaatselijke k'esvereenigingen de vrouwen nog niet bewerkt hadden om Md van de kiesver- eentging te worden. Dit mocht wel eens anders worden meende de voorzitter, anders weten de kiesvereenigingen niet waarover zij te be schikken hebben, als straks de verkiezin gen voor de deur staan. De heer v. Berkel, Gouda, secretaris, las notulen en jaarverslag. Het ledental be droeg thans 12.400 mannenlijke en 5500 vrouwelijke kiezers. Hierna gaf de heer de Beer, Alfen, ver slag als penningmeester, waarbij als ont vangsten genoemd een bedrag van 750.48 terwijl de uitgaven, (alle uitgaven waren nog niet gedaan), van 'dien aard zijn, dat een batig saldo aanwezig zal zijn. De commissie tot nazien der rekening 1919-1920 rapporteerde de in de orde be vinding, adviseerde tot goedkeuring en werd tot nazien der rekening 1920-1921 weder aangewezen. Aan de orde kwam thans de benoeming van afgevaardigden naar de Alg. Verg. van den Alg. Bond van R.-K. Kieskring- organisatie'®, waarvoor werden aangewe zen de heeren Verwey te Noordwijk, Wilmer te Leiden en Spendel te Leiden; en tot plaatsvervangers de heeren Murk te Hillegom, de Bruin, Zoeterwoude en Boekraad te Ledden. Zcmder discussie werd de contributie bepaald op 5 ct. per lid, met het uitzicht van volgend jaar zeker niet minder. Thans kwam in bespreking de motie- Zoeter woude, welke luidde als volgt: De Algemeene Vergadering der R.-K. Kamer-Centrale Leiden, van oordeel, dat de huidige Christelijke Regeering in be slissende oogenblikken moet kunnen steu nen op de R.-K. Tweede Kamer-leden; gezien het feit, dat bij de stemming over de moties Otto en Ossendorp, die door de Regeering onaannemelijk waren verklaard, drie R.-K. Kamerled-en wegens bet vervullen eener wethoudersfunctie ontbraken, waardoor de motie-Otto siechts met één stem meerderheid werd verwor pen; spreekt haar afkeuring over de afwe- Op bovenstaand kaartje kan men den toestand aan de Duitsche Oostgrens nagaan en ziet men de provincie Opper-Sil-ezië, waarover de volksstemming gisteren be-. slist heeit. zigheid dezer leden uit en gaat over tot de orde van den dag. Het Bestuur beveelt aanneming dezer motie aan, doch wenscht het woord „af keuring'' te doen vervangen door .leedwe zen." Noordwijk, Hillegom en nog enkele andere afgevaardigden vinden afkeuring het. juiste woord en betoogen, dat het absenteisme zoo groote afmetingen heeft aangenomen, dat men op zijn partij niet kan rekenen en veroordeelen het combi neeren van zulke functies schadelijk en niet toelaatbaar. Bij stemming ging de vergadering met de door het bestuur voorgestelde wijzi ging accoord, hiermede uitsprekende het onvereenigbaar achten van Kamerlid en Wethoudersfunct-ie. In behandeling kwam nu het rapport van de Reglements-Commissie, welk rap port reeds toegezonden was. De regle- ments-commissie was saamgesteld uit de heeren A. Th. Bader te Warmond, W. v. <1. Laan te Voorhout, J. C. Rietveld te Gouda, P. Warmerdam te Lisse en Th. B. J. Wilmer te Leiden, waarvan de laatste als voorzitter was gekozen en te vens rapporteur In een bestuursvergadering is met al gemeene stemmen besloten te adviseeren om de stemming in één keer te doen ge schieden, terwijl het door de meerderheid der Commissie geadviseerde stelsel, even eens met algemeene stemmen, is verwor pen. Het Bestuur beveelt aanneming aan vau de in sub I genoemde wijze van stem ming. De heer Wilmer gaf een uitvoerige toe lichting, zich als minderheid in de Com missie nog steeds aan het stelsel van meerdere malen stemmen houdend, doch subsidiair zich verklarend vóór het voor stel der meerderheid een stemming in ééns, met gelijktijdige aanwijzing (echter zonder vermenigvuldigingscijfer) van de rangorde. bij de hierop volgende bespreking werden nog meerdere stelsels (door de commissie reeds direct ter zijde gesteld) aanbevolen, verklaard en verdedigd, waar- Naar het Fransch van RAOUL DE NAVERY, bewerkt door L M. VAN P1NXTEREN, R. K. Pr. „Het hotel van den graaf is nabij het koninklijk paleis. ,Goed succes!" „■Wanneer moet ik u rekenschap geven van mijne zending?" „Zoodra gij jets van belang ontdekt zult hebben." Grand-Hunier vulde zijn zakken met Zilvergeld, groette cn verliet het hotel Epinoy om te'gaan zieu in welke her berg hij de bedienden van graaf Cané- los zou afwachten. „Ik zou liever op de liaaienjacht gaan," bromde hij tussrihen zijn tanden; maar op bevel van mijn officier zal Ui handelen," Mevrouw de Flessjgny had dien dag liet den moed zich bij E tiermette ie begeven. Zij leed te veef om niet de behoefte aan eenzaamheid te gevoelen. Voor het eerst misschien kwamen de liefkozingen van het wilde meisje, haar ongelegen, en toen de dag ten einde liep wikkelde zij zich in een zwarten mantel en begaf zich naar de kerk van O. L. Vrouw. Die kerk scheen gebouwd om aan de menschelijke smarten schuilplaats en verlichting te geven. De lamp voor het Allerheiligste straalde een zwakken glans uit en vergulde geheimzninig de voorwerpen rondom het altaar. Vage wierookgeuren zweefden er, vermengd met den geur van het waslicht Groote schaduwen speelden rondom de kolom men. In de kapellen en in het midden schip zag men slechts ondujdelijk de op den grond neergeknielde gedaanten. He.t eenige gerucht, dat men vernam, was het dof gemurmel der gebeden of de ingehouden zuchten eener bedroefde ziet De grootste smart kon zich uiten in de duisternis, die het tabernakel om ringde. De Engelen bogen zwijgend over de getrouwe zielen nector, verzamelden hunne gebeden én zuchten en boden ze als offer aan den God der armen en lijdenden. Flavienne viel op haie kn:eëi\ Hare smarten aan God bekennend vroeg zij Hem om kracht omi zo te dragen, „Vergeef- mij," zoo bad zij, „de fout die ik beging door mij L\sschen eeu op ten slotte een stemming uitmaakte, dat niet meerdere malen, doch in ééns zou worden gestemd. De vergadering had nu nog te beslissen over het systeem, of dat van het bestuur voorgesteld, of dat van de reglementscomr missie. Het bestuursvoorstel is, wie de meeste stemmen verkrijgt is no. 1 en vervolgens 2, 3 enz. De commissie stelt voor, met de aan duiding 1,2 enz. te stemmen, Al|f stemmen tellen voor l stem, doch als eenmaal is vastgesteld, wie door de meeste stemmen is gekozen, wordt aan de hand van de ie, 2e enz., de rangorde vast gesteld. De commissieleden verdedigden nog na der toelichtend 't stelsel, tegen afbrekende critiek, waarbij vooral-de hr. v.d. Laan, met sprekende cijfers het bruikbare en doelmatige van het stelsel aantoonde,, dat in de practijk zeker gunstig zal werken. De voorzitter meende dat het te inge wikkeld was en beval de aanneming van he: stelsel door het bestuur geadviseerd aan, waarna in stemming gebracht, het bestuursvoorstel aangenomen werd met 88 tegen 58 stemmen. Het reglement zal nu in geheel met in- lassching van dit stelsel worden saam- gesteld. Tegen het bestuursvoorstel, de gewone bestuursverkiezingen, die dit jaar moeten plaats vinden, uit te stellen tot na de ver kiezingen van 1922, verklaarde zich nie mand. waarom dit aldus werd aangeno men. Bij de hierop volgende rondvraag werd besproken de motie den Haag,, die men niet, althans minder aannemelijk oor deelde, gezien de omstandigheden en be roering erdoor ontstaan, dan de gematigde motie-'s-Hertogenbosch, welke door den heer Wilmer verdedigd werd e daarop bestolen aan deze adbaesie te betuigen. Door de afgevaardigde vau Noordwij- ke/hout, werd de voorzitter gevraagd hoe deze in de zaak van door voorkeur stemmen gekozen raadsleden in hun plaats, een advies kon geven als deze ge geven had. De voorzitter gaf een verklaring, dat zijn advies berust had op de kieswet zelf en vader en zijn zoon te stellen. Gij kas tijdt mij en wil fnjj onderwerpen. Heb medelijden piet mij, o Heer!" Langzamerhand bedaarde de onrust van ftaar hart. De kalmte van het Gods huis omringde haar, zij gevoelde de tegenwoordigheid van God„ de hoop keerde nog wel niet terug iu hare ziel, maar zij' vond moed om het kruis tc dragen, waaronder zij zoo even nog bijna bezweek. Toen zij opstond iwas haar gang vaster. Toen zij de kerk ver liet, raakte eene hand haar mantel aan Zij keerde zich om en zag in de sche mering een man, die dioor zijn langen grijzen baard zeer oud scheen. Ellen dige lompen vormden zijn bleeding. „Ik heb honger," zeide hij haar. De toon zijner stem verried een zoo snerpende pijn, dat Flavienne een on beschrijflijk medelijden met hem ge voelde. Een kreet van schrik uitte zjj, toen zij ontdekte dat zij bare beurs ver geten had. „Het spijt mij." zeide zij, „dat ik op het oogenblik niets bij mij heb, maar ik woon hier dicht bij; kom naar het hotel Epinoy en vraag naar mevrouw "de Flessjgny ik zal voor. u doen wat ik kan." „Mevrouw de Flessjgny," herhaalde de bedelaar, „dien naam zal en kan ik nooit vergeten." De jonge vrouw begaf zich naar huis en gaf bevel den bedelaar bij haar te doen komen. Weldra verscheen hij aan de deur van haar salon. „Kom binnen," zeide zij. „De toon van uwe stem heeft mij gelroften, mij dach,t 'dat uw ongeluk meer dan een voorbijgaande hulp verdiende. Spreek dus. Misschien dat "ik nog iets meer voor u kan doen dan u iets geven om in uw eerste behoeften te Voo-r- 4en." „Gij noemt u mevrouw de Fles- signy," antwoordde de bedlaar op ont roerden toon, en gij vraagt wat gij kunt doen om mij te helpen. Misschien js wat thans gebeurt een wonder der Voorzienigheid, die ik lam»; geloochend heb en waaraan ik thans moet ,£eloo- ven. Zie mij aan, mevrouw, zie hoe kaal mijn hoofd, hoe grijs mijn baard, hoe gerimpeld mijn voorhoofd is en toch ben ik pas 75 jaar, ja de leeftijd waar in men sterk, dapper en lier ifj, als men ten minste niet evenals ik levend in een graf is opgesloten geweest." „Verklaar, ju nader," zeide Flavienne „en dank God die u o£ mijn weg plaatste om u te helpen en te troos ten.'" „Gij hebt geleden," antwoordde de bedelaar, „gij lijdt nog,... Zij, die des avonds kerken bezoeken, zijn de be droefden... zij hebben de schaduw en de stilte noodig om te weenenDaar om heb ik ook, toen ik niet meer kon van vermoeidheid, mijn toevlucht tot het kerkportaal genomenDroefheid steumt de ziel tot medelijden." „Hoe komt het," vroeg mevrouw u<. Flessigny, „dat gij zulke lompen draagt, terwijl toch uw taal een opvoeding ver raadt, die u in staat zou stellen ecnig bedrijf uit te oefenen?" „Dat zal ik u aanstonds zeggen, mevrouw. Mag jk u eenige vragen doen 1" „Ja, als mijne antwoorden u van dienst kunnen zijn." „Mij, of anderen," antwoordde de bedelaar. „Zijt gij de echlgenoote van graaf umbert de Flessigny?" „Ja," antwoordde Flavienne, met een vreemd voorgevoel. „Hebt gij op het Konii.g.seialnd ge woond „Ja," antwoordde zij .wederom. Zij vestigde een angsügen blik op den bedelaar, die de hand langs zijn met zweet bedekt voorhoofd streek. „De Voorzienigheid!" riep hij uit, „de Voorzienigheid „O," zeide Flavienne, „kunt gij, die het linoingseiland en den naam van echtgenoot kent, mij ook zeggen wat er van hem geworden is?" De bedelaar leunde tegen den schoor steen, hij was doodsbleek geworden. „Ik dacht er niet aan," zedie zij daarop en vulde een glas wijn, dat zij hem aanbood, maar dat hij weigerde. „Ik weet niet waar uw echtgenoot is... maar gij hebt een dochter..." „Dolores!" riep zij uit, „mijn zoo beminde Dolores!" „fiebt gij er hooit tijding van geliad?h „Zij is omgekomen bij de schipbreuk vau de Terrible." „Ja," mompelde de bedelaar, „dat moest gij wel denken." „Lk moest liet wel denkeu?" her haalde Flavienne, „maar is het dan niet waar? Zou mijne dochter uit storm cn doo dgered zijn?" De bedelaar sidderde en zijn stem ging biina in gereutel over. [Wordl ueruoladl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1