H
o
N
S
BI
UK
D"
1
BINNENLAND.
FEUILLETON
WOENSDAG 23 MAART M21
14e JAARGANG
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. -
Parlementair*» kroniek.
Binnenlandsch Nieuws.
De wetlergevondesi dochter
No. 142
1
Abonnementsprijs;
Vnnr huiten Alkmaar•4-0U
Mef Geïllustreerd Zondagsblad f 0.50 hooger.
TalafArtin» ADMINISTRATIE No. 433
i£ieroon. redactie no. 033
rp.vallan tnt aan hartrat van f 500.f i
Advertentieprijs:
Van 15 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25; Reclames
per regel f 0.75; Rubriek „Vraag en aanbod bij voor
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
lOO.—f 200,-. f 100,f 60,—f 35,—, f 15,—.
Aan alle
De suppletoire oorlogsbegrooting
voor 1918.
De ongezouten critiek op de militaire
administratie, die de Minister van Oor
log in de zitting der Tweede Kamer van
Vrijdag jj. heeft moeten aanhooren, mo
ge hem uiterlijk al onibewogen gelaten
hebben, in zijn binnenste moet het liem
wel alles behalve aangenaam te moede
zijn geweest.
Wat toch was het geval? Eerst m Fe
bruari 1921 had de heer Pop, de Kamer
een suppletoire begrooting aangeboden
voor het dienstjaar 1918, een begrooting
waaronder het" eindcijfer grijnsde van
oijim 22 millioen.
Deze achterstallige, reeds gedane uitga
ven, sloegen op 1918, het jaar waarop
we nog diep in de mobilisatie-ellende
verzonken lagen, maar waarin indertijd
door alle partijen de noodige credielen
waren gevoteerd I
Reeds in het Voorloopig Verslag kwam
de mededeehng voor, dat het vele leden
alleronaangeinaamst had gfetroffen, dat
deze suppletoire begroeting ruim twee
jaren na het verstrijken van het tijdvak,
waarvoor deze 22 millioen hebben moe
ten strekken, bij de Kamer is ingediend.
Het budgetrecht der Kamer is hier
wie kan het ontkennen? vrijwel tot 'n
doode letter geworden. En looit, wie kan
in ernst, dus vrij van demagogische pro-
paganda-motieven, volhouden, dat in dien
abnormalen tijd -"nauwkeurige raming mo
gelijk was?' Wat verder de late indiening
betreft, de Regeering heeft voldoende ge
motiveerd, waarom liet wenscbalijk was
te wachten, tot zij definitieve cijfers aan
de Staten-Generaal kon overleggen. En
het op het eerste gezicht inderdaad
schrikwekkende cijfer van haast 22 milli-
oen, wordt wel wat aannemelijker, wan
neer mén weet, dat bijna 14 millioen op
rekening komt van de kostwinnersver
goedingen, die verhoogd werden op voor
stel van den socialist K. ter Laan (de
zelfde, die moord" en brand schreeuwde
over deze suppletoire) en 5 millioen aan
koffie, thee en peulvruchten uit de mili
taire voorraden aan de burgerbevolking
werd afgestaan.
En de oodzaak vanhet tekort? De Mi
nister wist het niet te zeggen. De inrich
ting der "comptabiliteit aan dit departe
ment maakt het onmogelijk alles te
overzien. Alle inlichtingen die gevraagd
zijn in het Voorloopig Verslag, zijn afge
poeierd met de mededeeling dat het niet
wel mogelijk is die te geven. Natuurlijk
maakt zoo iets de Kamer korzelig en ach
terdochtig en zij uitte dit bij monde van
de Commissie van Rapporteurs, die voor
stelde 'n enquête te houden.
De Minister was zoo verstandig, zich
daartegen niet te verzetten, al verklaarde
hij aan de noodzakelijkheid er van te
twijfelen. Hij liet de zaak geheel aan de
Kamer over, verklaarde zich bereid alle
inlichtingen te verstrekken en het resul
taat van het in te stellen onderzoek met
vertrouwen te geanoet te zien.
Trouwens op den heer Pop valt nick
de blaam, dat hij de gewraakte uitgaven
deed. Hjj was toen nog geen minister.
Maar men verweet hom, dat hij trachtte
de uilgaven goed te praten.
Zooals van die zijde gebruikelijk is,
waren sociaal- en vrijzinnig-democraten,
revolutionairen en christen-democraat
hiermee volstrekt niet tevreden. Zij wilden
de suppletoire begrooting afstemmen. Wa
re dit geschied, dan zou men een anderen
Min'stepwie dan ook hebben zien
optreden, die precies dezelfde begrooting
zou indienen, want het geld is in 1918
uitgegeven en blijft uitgegeven en niet
onder het bewind van den tegenwoord-igen
Minister van Oorlog. De heer Ketelaar
maakte door een interruptie duidelijk,
waar het eigenlijk om te doen was: die
opvolger zou dan het gebeurde in 1918
moeten afkeuren 1
Het was intusschen niet alleen van
Links, maar ook van Rechts, dat gewel-
digd gesputterd werd, tegen de onverant
woordelijke wijze, waarop aan het depar
tement van oorlog wordt huis gehouden.
Daar was de anti-rev. heer Duymaer van
Twist, die er over klaagde, dat sedert
September de Kamer nu reeds voor de
derde maal door het Oorlogsmindsterie
voor een voldongen feit werd geplaatst
_ep de Minister haar dfe mogelijkheid af
snijdt om voldoendé' te oordeelen over de
gemotiveerdheid der intusschen reeds ge
dane uitgaven. Daar was de christelijk-
historische heer Schokking, die er op wees,
dat aan oorlog maar niets ten goede ver
anderde. En hij eindigde zijn scherpe
critiek met te zeggen, dat dit nu maar
eens uit moest wezen.
Het heeft ons dan ook allerminst ver
wonderd, dat de motie der commissie van
Rapparteurs, waarin om een enquête ge
vraagd werd, zonder hoofdelijke stem
ming door de Kamer werd aangenomen.
Men was het echter niet eens over de
vraag, of reeds nu, voordat de resultaten
van zoo'n onderzoek bekend waren, de
suppletoire begrooting mocht worden
aangenomen. „Natuurlijk niet," meende
<ls. Kruyt en hij stelde bijgevolg voor, de
verdere behandeling van de suppletoire
begrooting uit te stellen. Mr. Marchant
had reeds eerder iets dergelijks verdedigd
en zelfs de mogelijkheid aangeroerd, dat
zoo'n nader onderzoek tot toepassing van
de wet op de ministerieele verantwoorde
lijkheid zou leiden. „Wat dan nog?"
werd hierop van de andere zijde aange
voerd.
t>e motie-Kruyt viel met 35 tegen 28
stemmen; de Linkerzijde en de onvermij
delijke heer A. P. Staalman stemden voor.
De suppletoire oorlogsbegrooting werd on
middellijk daarop met 42 tegen 22 stem
men aangenomen. Met Rechts stemden
voor de heeren Treub, Ter Hall, De Kan
ter en Van Rappard; de tegenstanders be
hoorden, met uitzondering natuurlijk van
den heer A. F. Staalman, tot de linker
zijde.
Tot 5 April is de Kamer op vacantie
gegaan.
EEN AFZONDERLIJK KAARTJE VAN OPPER-SILEZIë.
HOE KRIJGEN WE DEN TIJD OM.
We knippen uit de „Limb. Koerier;"
„Zich nuttig bezig houden buiten de
eigenlijke dagtaak hebben vele arbei
ders nooit geleerd.
En nu de 45-urige werkweek plotse
ling is ingevoerd stellen ze zich de vraag
Hoe krijgen we den tijd om
Reeds veel is er over dat onderwerp
geschreven en uit den treure wordt
herhaald inniger gezinsleven, cursus
sen, lectuur, kunst, sport, volkstuinen,
enz. enz.
Prachtig
Maar wat komt er van terecht in de
praktijk
Of lieverwat is er tot nu toe van te
recht gekomen Laten we toch ons
zelf geen blinddoek voor de oogen doen
Er wordt ontzettend veel tijd vermorst
verluierd, verbioscoopt, stuk geslagen.
Daar moet absoluut verandering in
komen, of de Arbeidswet hoe goed
ook bedoeld wordt een ramp voor
de arbeiders. Want blijft men bijna uit
sluitend den negatieven kant beschou
wen der wet minder werken zon
der de positieve bedoeling na te streven
den mensch, den moreelen mensch
in den arbeider tot ontplooiing te
brengen, dan moet noodzakelijker
wijze het zedelijk peil der bevolking
dalen.
Het zedelijk peil onzer arbeiders!'
Konden onze brave Katholieke wer
kers eens overtuigd worden, welk een
zegen het zou zijn voor hen zelf, voor
hun gezin, voor hun omgeving, voor
hun organisatie, voor de gansche maat
schappij, als zij hun arbeidersleven
eens ten volle plantten in den vrucht
baren bodem der Katholieke Kerk
Om maar eens iets te noemenals
zij 's morgens voor ze naar hun werk
trekken, eens eerst de H.Mis bijwoonden
en nog beter ter H. Tafel naderden.
Is dat nu een onbereikbaar ideaal
Waarom het werk zoo indeelen, dat
men een langen avond vrij heeft en
niet een langen morgen
Zijn er geen bedrijven, die zich uit
stekend leenen tot een andere indeeling
van den dag dan de gebruikelijke?
Zijn er geen katholieke patroons die
gaarne hun arbeiders te gemoet zouden
komen, wanneer ze den wensch uitten
's morgens eerst ter kerk te gaan
Er ligt hier een prachtig veld braak.
Maar dan moeten onze arbeiders
het ook zelf willen.
Dan moeten zij ook werkelijk in hun
ne standorganisatie ernstig en gemeend
dat groote godsdienstige belang op den
voorgrond brengen en zich de luxe
verschaffen der zielde dagelijksche
H. Mis met zoo mogelijk de H. Com
munie.
Gelukkig Nederland, met zijn diep
ingrijpende sociale wetten, als onze
arbeiders onze Roomsche arbeiders
dien kant uit wilden
Een godsdienstig volk is een krachtig
volk."-
R.-K. KAMERCENTRALE LEIDEN.
In de zaal van het R.-K. Votksbondsge
bouw te Leiden, vergaderde Zaterdag de
R.-K. Kamercentrale in jaarvergadering.
De voorzitter, de heer A. J. Oostdam,
te Leiden, opende de vergadering met een
kort openingswoord, waarna mededeeling
geschiedde van eenige ingekomen stukken,
w.o. ook de motie Den Haag over het
opnemen van het bedrijfsradenstelsel in
het R.-K. Program.
Op voorstel van het bestuur werden de
besprekingen hiervoor verschoven tot de
raadvraag.
Verder werd kennis gegeven van het
bedanken als bestuurslid van den heer B.
Loerakker te Hillegom.
De reservelijst gaf als opvolgenden, twee
met gelijk stem mental, n.l. de heeren v. d.
Mee- te Noordwijk en Spend el te Leiden,
waarover het lot zal beslissen, en dat
daarop de heer v.d. Meer als bestuurslid
aanwees, die de functie aannam en aan
vaardde.
De secretaris deed tnog mededeeling,
dat 16 secretarissen in gebreke waren ge
bleven de toegezonden vragenlijst in te
vullen en terug te sturen, en 22 plaatselijke
k'esvereenigingen de vrouwen nog niet
bewerkt hadden om Md van de kiesver-
eentging te worden.
Dit mocht wel eens anders worden
meende de voorzitter, anders weten de
kiesvereenigingen niet waarover zij te be
schikken hebben, als straks de verkiezin
gen voor de deur staan.
De heer v. Berkel, Gouda, secretaris,
las notulen en jaarverslag. Het ledental be
droeg thans 12.400 mannenlijke en 5500
vrouwelijke kiezers.
Hierna gaf de heer de Beer, Alfen, ver
slag als penningmeester, waarbij als ont
vangsten genoemd een bedrag van 750.48
terwijl de uitgaven, (alle uitgaven waren
nog niet gedaan), van 'dien aard zijn, dat
een batig saldo aanwezig zal zijn.
De commissie tot nazien der rekening
1919-1920 rapporteerde de in de orde be
vinding, adviseerde tot goedkeuring en
werd tot nazien der rekening 1920-1921
weder aangewezen.
Aan de orde kwam thans de benoeming
van afgevaardigden naar de Alg. Verg.
van den Alg. Bond van R.-K. Kieskring-
organisatie'®, waarvoor werden aangewe
zen de heeren Verwey te Noordwijk,
Wilmer te Leiden en Spendel te Leiden;
en tot plaatsvervangers de heeren Murk te
Hillegom, de Bruin, Zoeterwoude en
Boekraad te Ledden.
Zcmder discussie werd de contributie
bepaald op 5 ct. per lid, met het uitzicht
van volgend jaar zeker niet minder.
Thans kwam in bespreking de motie-
Zoeter woude, welke luidde als volgt:
De Algemeene Vergadering der R.-K.
Kamer-Centrale Leiden, van oordeel, dat
de huidige Christelijke Regeering in be
slissende oogenblikken moet kunnen steu
nen op de R.-K. Tweede Kamer-leden;
gezien het feit, dat bij de stemming
over de moties Otto en Ossendorp, die
door de Regeering onaannemelijk waren
verklaard, drie R.-K. Kamerled-en wegens
bet vervullen eener wethoudersfunctie
ontbraken, waardoor de motie-Otto siechts
met één stem meerderheid werd verwor
pen;
spreekt haar afkeuring over de afwe-
Op bovenstaand kaartje kan men den toestand aan de Duitsche Oostgrens nagaan en
ziet men de provincie Opper-Sil-ezië, waarover de volksstemming gisteren be-.
slist heeit.
zigheid dezer leden uit en gaat over tot
de orde van den dag.
Het Bestuur beveelt aanneming dezer
motie aan, doch wenscht het woord „af
keuring'' te doen vervangen door .leedwe
zen."
Noordwijk, Hillegom en nog enkele
andere afgevaardigden vinden afkeuring
het. juiste woord en betoogen, dat het
absenteisme zoo groote afmetingen heeft
aangenomen, dat men op zijn partij niet
kan rekenen en veroordeelen het combi
neeren van zulke functies schadelijk en niet
toelaatbaar.
Bij stemming ging de vergadering met
de door het bestuur voorgestelde wijzi
ging accoord, hiermede uitsprekende het
onvereenigbaar achten van Kamerlid en
Wethoudersfunct-ie.
In behandeling kwam nu het rapport
van de Reglements-Commissie, welk rap
port reeds toegezonden was. De regle-
ments-commissie was saamgesteld uit de
heeren A. Th. Bader te Warmond, W.
v. <1. Laan te Voorhout, J. C. Rietveld te
Gouda, P. Warmerdam te Lisse en Th.
B. J. Wilmer te Leiden, waarvan de
laatste als voorzitter was gekozen en te
vens rapporteur
In een bestuursvergadering is met al
gemeene stemmen besloten te adviseeren
om de stemming in één keer te doen ge
schieden, terwijl het door de meerderheid
der Commissie geadviseerde stelsel, even
eens met algemeene stemmen, is verwor
pen.
Het Bestuur beveelt aanneming aan vau
de in sub I genoemde wijze van stem
ming.
De heer Wilmer gaf een uitvoerige toe
lichting, zich als minderheid in de Com
missie nog steeds aan het stelsel van
meerdere malen stemmen houdend, doch
subsidiair zich verklarend vóór het voor
stel der meerderheid een stemming in
ééns, met gelijktijdige aanwijzing (echter
zonder vermenigvuldigingscijfer) van de
rangorde.
bij de hierop volgende bespreking
werden nog meerdere stelsels (door de
commissie reeds direct ter zijde gesteld)
aanbevolen, verklaard en verdedigd, waar-
Naar het Fransch
van RAOUL DE NAVERY,
bewerkt door
L M. VAN P1NXTEREN, R. K. Pr.
„Het hotel van den graaf is nabij het
koninklijk paleis. ,Goed succes!"
„■Wanneer moet ik u rekenschap
geven van mijne zending?"
„Zoodra gij jets van belang ontdekt
zult hebben."
Grand-Hunier vulde zijn zakken met
Zilvergeld, groette cn verliet het hotel
Epinoy om te'gaan zieu in welke her
berg hij de bedienden van graaf Cané-
los zou afwachten.
„Ik zou liever op de liaaienjacht
gaan," bromde hij tussrihen zijn tanden;
maar op bevel van mijn officier zal
Ui handelen,"
Mevrouw de Flessjgny had dien dag
liet den moed zich bij E tiermette ie
begeven. Zij leed te veef om niet de
behoefte aan eenzaamheid te gevoelen.
Voor het eerst misschien kwamen de
liefkozingen van het wilde meisje, haar
ongelegen, en toen de dag ten einde liep
wikkelde zij zich in een zwarten mantel
en begaf zich naar de kerk van O. L.
Vrouw.
Die kerk scheen gebouwd om aan de
menschelijke smarten schuilplaats en
verlichting te geven. De lamp voor het
Allerheiligste straalde een zwakken
glans uit en vergulde geheimzninig de
voorwerpen rondom het altaar. Vage
wierookgeuren zweefden er, vermengd
met den geur van het waslicht Groote
schaduwen speelden rondom de kolom
men. In de kapellen en in het midden
schip zag men slechts ondujdelijk de op
den grond neergeknielde gedaanten. He.t
eenige gerucht, dat men vernam, was
het dof gemurmel der gebeden of de
ingehouden zuchten eener bedroefde
ziet De grootste smart kon zich uiten
in de duisternis, die het tabernakel om
ringde. De Engelen bogen zwijgend over
de getrouwe zielen nector, verzamelden
hunne gebeden én zuchten en boden ze
als offer aan den God der armen en
lijdenden. Flavienne viel op haie kn:eëi\
Hare smarten aan God bekennend vroeg
zij Hem om kracht omi zo te dragen,
„Vergeef- mij," zoo bad zij, „de fout
die ik beging door mij L\sschen eeu
op ten slotte een stemming uitmaakte, dat
niet meerdere malen, doch in ééns zou
worden gestemd.
De vergadering had nu nog te beslissen
over het systeem, of dat van het bestuur
voorgesteld, of dat van de reglementscomr
missie.
Het bestuursvoorstel is, wie de meeste
stemmen verkrijgt is no. 1 en vervolgens 2,
3 enz.
De commissie stelt voor, met de aan
duiding 1,2 enz. te stemmen,
Al|f stemmen tellen voor l stem, doch
als eenmaal is vastgesteld, wie door de
meeste stemmen is gekozen, wordt aan de
hand van de ie, 2e enz., de rangorde vast
gesteld.
De commissieleden verdedigden nog na
der toelichtend 't stelsel, tegen afbrekende
critiek, waarbij vooral-de hr. v.d. Laan,
met sprekende cijfers het bruikbare en
doelmatige van het stelsel aantoonde,, dat
in de practijk zeker gunstig zal werken.
De voorzitter meende dat het te inge
wikkeld was en beval de aanneming van
he: stelsel door het bestuur geadviseerd
aan, waarna in stemming gebracht, het
bestuursvoorstel aangenomen werd met
88 tegen 58 stemmen.
Het reglement zal nu in geheel met in-
lassching van dit stelsel worden saam-
gesteld.
Tegen het bestuursvoorstel, de gewone
bestuursverkiezingen, die dit jaar moeten
plaats vinden, uit te stellen tot na de ver
kiezingen van 1922, verklaarde zich nie
mand. waarom dit aldus werd aangeno
men. Bij de hierop volgende rondvraag
werd besproken de motie den Haag,, die
men niet, althans minder aannemelijk oor
deelde, gezien de omstandigheden en be
roering erdoor ontstaan, dan de gematigde
motie-'s-Hertogenbosch, welke door den
heer Wilmer verdedigd werd e daarop
bestolen aan deze adbaesie te betuigen.
Door de afgevaardigde vau Noordwij-
ke/hout, werd de voorzitter gevraagd
hoe deze in de zaak van door voorkeur
stemmen gekozen raadsleden in hun
plaats, een advies kon geven als deze ge
geven had.
De voorzitter gaf een verklaring, dat zijn
advies berust had op de kieswet zelf en
vader en zijn zoon te stellen. Gij kas
tijdt mij en wil fnjj onderwerpen.
Heb medelijden piet mij, o Heer!"
Langzamerhand bedaarde de onrust
van ftaar hart. De kalmte van het Gods
huis omringde haar, zij gevoelde de
tegenwoordigheid van God„ de hoop
keerde nog wel niet terug iu hare ziel,
maar zij' vond moed om het kruis tc
dragen, waaronder zij zoo even nog
bijna bezweek. Toen zij opstond iwas
haar gang vaster. Toen zij de kerk ver
liet, raakte eene hand haar mantel aan
Zij keerde zich om en zag in de sche
mering een man, die dioor zijn langen
grijzen baard zeer oud scheen. Ellen
dige lompen vormden zijn bleeding.
„Ik heb honger," zeide hij haar.
De toon zijner stem verried een zoo
snerpende pijn, dat Flavienne een on
beschrijflijk medelijden met hem ge
voelde. Een kreet van schrik uitte zjj,
toen zij ontdekte dat zij bare beurs ver
geten had.
„Het spijt mij." zeide zij, „dat ik op
het oogenblik niets bij mij heb, maar ik
woon hier dicht bij; kom naar het
hotel Epinoy en vraag naar mevrouw
"de Flessjgny ik zal voor. u doen wat
ik kan."
„Mevrouw de Flessjgny," herhaalde
de bedelaar, „dien naam zal en kan ik
nooit vergeten."
De jonge vrouw begaf zich naar huis
en gaf bevel den bedelaar bij haar te
doen komen. Weldra verscheen hij aan
de deur van haar salon.
„Kom binnen," zeide zij. „De toon
van uwe stem heeft mij gelroften, mij
dach,t 'dat uw ongeluk meer dan een
voorbijgaande hulp verdiende. Spreek
dus. Misschien dat "ik nog iets meer
voor u kan doen dan u iets geven
om in uw eerste behoeften te Voo-r-
4en."
„Gij noemt u mevrouw de Fles-
signy," antwoordde de bedlaar op ont
roerden toon, en gij vraagt wat gij kunt
doen om mij te helpen. Misschien js
wat thans gebeurt een wonder der
Voorzienigheid, die ik lam»; geloochend
heb en waaraan ik thans moet ,£eloo-
ven. Zie mij aan, mevrouw, zie hoe kaal
mijn hoofd, hoe grijs mijn baard, hoe
gerimpeld mijn voorhoofd is en toch
ben ik pas 75 jaar, ja de leeftijd waar
in men sterk, dapper en lier ifj, als
men ten minste niet evenals ik levend
in een graf is opgesloten geweest."
„Verklaar, ju nader," zeide Flavienne
„en dank God die u o£ mijn weg
plaatste om u te helpen en te troos
ten.'"
„Gij hebt geleden," antwoordde de
bedelaar, „gij lijdt nog,... Zij, die des
avonds kerken bezoeken, zijn de be
droefden... zij hebben de schaduw en
de stilte noodig om te weenenDaar
om heb ik ook, toen ik niet meer kon
van vermoeidheid, mijn toevlucht tot
het kerkportaal genomenDroefheid
steumt de ziel tot medelijden."
„Hoe komt het," vroeg mevrouw u<.
Flessigny, „dat gij zulke lompen draagt,
terwijl toch uw taal een opvoeding ver
raadt, die u in staat zou stellen ecnig
bedrijf uit te oefenen?"
„Dat zal ik u aanstonds zeggen,
mevrouw. Mag jk u eenige vragen
doen 1"
„Ja, als mijne antwoorden u van
dienst kunnen zijn."
„Mij, of anderen," antwoordde de
bedelaar. „Zijt gij de echlgenoote van
graaf umbert de Flessigny?"
„Ja," antwoordde Flavienne, met een
vreemd voorgevoel.
„Hebt gij op het Konii.g.seialnd ge
woond
„Ja," antwoordde zij .wederom.
Zij vestigde een angsügen blik op
den bedelaar, die de hand langs zijn
met zweet bedekt voorhoofd streek.
„De Voorzienigheid!" riep hij uit, „de
Voorzienigheid
„O," zeide Flavienne, „kunt gij, die
het linoingseiland en den naam van
echtgenoot kent, mij ook zeggen wat
er van hem geworden is?"
De bedelaar leunde tegen den schoor
steen, hij was doodsbleek geworden.
„Ik dacht er niet aan," zedie zij
daarop en vulde een glas wijn, dat zij
hem aanbood, maar dat hij weigerde.
„Ik weet niet waar uw echtgenoot
is... maar gij hebt een dochter..."
„Dolores!" riep zij uit, „mijn zoo
beminde Dolores!"
„fiebt gij er hooit tijding van geliad?h
„Zij is omgekomen bij de schipbreuk
vau de Terrible."
„Ja," mompelde de bedelaar, „dat
moest gij wel denken."
„Lk moest liet wel denkeu?" her
haalde Flavienne, „maar is het dan niet
waar? Zou mijne dochter uit storm cn
doo dgered zijn?"
De bedelaar sidderde en zijn stem
ging biina in gereutel over.
[Wordl ueruoladl