loord -Hollandsch Dagblad. TWEEDE BLAD Woensdag 13 April 1921. Een juiste motie. Rechtszaken Ingezonden stukken Do ralgemeeue vergadering van lo R. K. Rijkskieskringorganisatie .Helder", Zaterdagmiddag te Alk- naar gehouden, is om wat er iij die gelegenheid over de veel /esproken bedrijfsraden-kwestie i3 in t midden gebracht en om wat ei* on slotte in een motie werd uit gedrukt x to belangrijk, dan dat ,vij daaraan niet alsnog een Korte ïabeschouwing zouden wijden. Reeds geruimen tijd vóór dat deze vergadering gehouden werd, was het luidelijk, dat de al dan niet juiste >pvatlingen betreffende le de bedrijfsraden zelf, 2e de wensclielijkheid van opne ming van den bedrijfsraden-eisoh. in >ns staatsprogram, 3e de wijze, waarop deze eiseh op fat program moest komen, en in welken, vorm, met welke urgentie, bet was duidelijk, herhalen wij, lat de al dan niet juiste opvattin gen omtrent al deze (en nog meer dere) dingen, welke de laatste maan den in den lande tot veel geschrijf en gewrijf aanleiding gegeven had den, ook in onzen Rijkskieskring van lieht'lijk enerveerenden invloed waren geweest. Uit het oog verliezend de groote zaak, waarover wij het vrijwel alle maal roerend ëèns zijn dat n.l. Ie oplossing der sociale kwestie be werkstelligd moet worden door mid- iel van bedrijfsradenorganisatie, zoo :poedig mogelijk ook in publiekrech- telijken zin ging men min of meer redetwisten over bijkomstig heden. Hoe 't zoo gekomen ls 'i In zeer prijzenswaardige voortva rendheid liet Prof. Veraart eenige maanden geleden, toen hij zich mo menteel teleurgesteld voelde over het) feit, dat er met de bedrijfsraden »p dat tijdstip nog niet zooveel be reikt was, als hij gewenscht had, •le klacht hooren: dat do voorstrij- ilers der bedrijfsraden-idee tot dan toe niet de gewensohte medewer king van alle (Boomsche) zijden ondervonden hadden.... Er moest meer drang, meer dwang komen ten goede: publiekrechtelijke regeling zou de kroon op 't werk kannen zetten.. Dat lokte een enkelen ietwat re actionair gezinden uit zijn tent,... Ttegen te groote voortvarendheid 9rden niet alleen (en dit geschied- ,iO zeer iereekt) ernstige bezwaren geopperd, doch tevens ging men ln :1e waarschuwing tegen te groote voortvarendheid zóó ver, (en dit ge schiedde zeer ten onrechte), dat men sr blijk van gaf, do bedrijfsraden- idee een minder goed hart ioo te dragen. Deze overdrijving lokte overdrij ving van den anderen kant uit: on der de voorvechters der bedrijfsra- ien-gedachte won de meening veld, lat „men" van bedrijfsraden-organl- satie niet meer weten wilde, dat ,,men" terugkrabbelen wilde.... Vandaar dat de vaders der be- lrijfsraden-gedachte tóen opeens ySpijkers met koppen" wilden slaan, een publiekrechtelijke regeling .an ons economisch leven als het ware uit den grond wilden stam pen,,... om toch maar te voorkomen, lat er door traineering niets van de zaak komen zou. Vandaar de dóórgedreven, voor het oogenblik te vèr gaande Haag- iche motie, vandaar de tamelijk scherpe, in persoonlijke aanvallen ontaardende djsoussie's over de kwes tie Nu waren er in onzen kieskring blijkens de stemmen, die er ter vergadering opgingen voorstan ders van de Haagsche, zoowel als van de Bossche motie, voorstan ders ook van het Hoornsohe stand punt, dat de beide motie's zonder meer van de agenda afgevoerd moesteii worden. Prof. Veraart sprak; en hadden vij verwacüt, dat hij geleerd door de jongste geschiedenis zich te vreden zou stellen met een krach tige opwekking lot medewerking aan ion uithouw der bedrij fsr aden-ge- 'lachte, opdat zoospoedigmoge- k de plannen rijp zouden zijn om m behoorlijk vasten vorm een punt to gaan uitmaken van ons Roomsch Staatsprogram, het bleek ons met eenigo teleurstelling, dat Prof. Ver aart een pleidooi -kwam houden voor ao „sterke" Haagsche motie, terwijl ■Ir. Eomans als rasecht jioliti- Sus uadeelen van motie's-m- e^n-zin in Kot licht stelde en op po.itieko gronden alle dergelijke mo tie s ontraadde. Toen is het bestuur van den kies kring voor den dag gekomen met sen miotic, welke wij in de. o-egeven omstandigheden de mee.st wenschelij- Ice, ja, de eenig juiste vonden, "en motie, n.l., waarin aan den Al- gemeenen Pond van R, R. Centrale Eieskringorg anisatie's in Nederland A-ordt verzocht overleg te ple gen met het bestuur van den. R. k. Cent.raten Raad van Bedrijven betreffende de vraag: In hoeverre het gewenscht is, of de publick'rceh- toliike VoUi^e, bedrijfeoirga- .1 nisatie al of niet op het R. K. Staatsprogram moet worden geplaatst, en daarna overleg te plegen met andere politieke partijen. En Pioï Veraart èn Mr. Bomans konden zich met deze inotie ver een 1 gen en met verreweg de groot ste meerderheid werd de motie aangenomen. Wat wij heel gelukkig yindem Voor wat betreft dezen kieskring, is de kwestie' thans1 weer gelieel zui ver gesteld; gelijk de Bossche Wet houder Krijgsman, kort geleden nog in ons blad schreef: de voorman nen der bedrijfsraden-idee en de po litieke leiders moeten nog eens ge moedelijk over de kwestie praten! en dat is thans h"et uitgespro ken verlangen [vgn de kieskring-or ganisatie „Helder". 't Is zooals Mr. Bomans ter verga dering zeide: er bestaat geen diepgaand meeningsverschilmet een en Hetzelfde groote doel voor oogen, kan en zal men gemakkelijk tot overeenstemming komen, doch het moet geschieden op degelijke wijze, langs den geëigenden weg. Politieke leiders en economische voorlichters staan, liier in werkelijk heid heusch niet- zoo ver van el kaar af, als sommigen het willen doen voorkomen. Elkander even beter begrijpen, van de eene zijde de politieke vereisch- ten in deze inzien, en van de andere zijde de goed-bedoelde voortvarend heid waardeeren en de „overzijde" zoo noodig -te- overtuigen van de „te- groot-heid"' der voortvarendheid. Dan zijn we, waar we voorloopig wezen moeten:. Om eensgezind- in het gewenschte tempo krachtig te ijveren voor de verwezenlijking der'schboine bedrijfs- raden-gedadite. '~ABR"RECHTBANK TE ALKMAAR. Zitting van Dinsdag' 12 April. NIEUWE ZAKEN. Opzettelijke brandy stichting en val" sohe opgave in een authentieke acte. (Vervolg). Bekl. stond verstomd over een dergel like handelwijze van een die naar der wet, en meende eerst, dat bekl. dronken was. Get zegt, dat get. dronken was. Get zegt, dat te laag verzekerd was. Bekl. heet dit liegen, de veld wachters zijn gemeen opgetreden en braakten allerlei beleedigende brutaliteiten uit. De Veldwachter Pool zegde tegen bekl. „Ge kunt beter uw Vader of Moeder ver moorden dan uw huis in brand steken" en nadien tot den tweeden veldwachter „gieef hem maar aan, ik ga toch weg van de politie, gij kunt wel getuigen". Get. Middel- berg ontkent dat dergelijke uit drukkingen gebezigd werden, of schoon men toch krachtig opge treden is. Bekl. bekent, dat hii de lamp toen hij de jas van den zol der haalde aldaar echter gelaten heeft. Tusschen giet. en bekl. ont spint zich een woordenwisseling over het feit of men al of niet de brand van in de verte zien kon, Rechter Muller zegt, blijkens verklaringen van get. dat, bii de vorige brand verschillende verze kerde goederen door bekl. uit het perceel verwijderd werden, en dat de houding der veldwachters in dit licht bezien volstrekt niet laakbaar is Get. Dirk Pool, assuradeur, des tijds veldwachter, was in die laat ste hoedanigheid b. d. brand aan wezig. Get. wist toevallig dat de rijwielen van bekl. verzekerd wa ren, maar gebaarde het niet te we ten en informeerde er naar. Bekl. zegde, dat de rijwielen niet ver zekerd waren, waarop get hem zegde, dat dit een onwaarheid was, daarop draaide bekl. bii zeg gend, dat het mogelijk was, dat ze toe hverzekerd waren. Bekl. heeft tegenover get. volgehouden, dat zijn eigendom betrekkelijk laag verzekerd was. Get. H. Smit, werkster te Apel doorn (voorheen Nieuwe Niedorp) vroeger in dienst van bekl. zegt, dat bekl. tegenover haar wel eens opschepte over zijn kronen bezit. Get. heeft ten huize van bekl. wel eens een groote mandflesch-petro- leum bemerkt, op den zolder ston den nooit ramen open. De vrouw van bekl, was gewoonlijk erg ze nuwachtig en oorzaak daarvoor zal, aldus get. wel geweest zijn de onbestendige levenswijze en de speculatieve nijgingen van haar man. Bekl. hield een kat, die echter nooit op den zolder kwam op den zolder bevonden zich geen brand stoffen. Bekl. zegt, dat een bus pe troleum op den zolder stond, get houdt vol van niet. Bekl. zegt, dat hii twee manden-flesschen vol pe troleum bezat, op den zolder stond een Mst met turf en briketten. Get zegMat zij nooit voor brandstoffen op den zolder geweest is, maar dat zii toch elke-week op den zolder kwam. Get. P. v. Eeten landbouwer te Nieuwe Niedorp, heeft licht zien schijnen door een van de boven vensters van den achter zolder, toen de brand nog niet aan den gang was n.l. te 6.45 uur. Te 8 uur hoorde giet., dat er brand ontstaan was in de woning van bekl Get lWL Rens, landpouwer te Barsingerhorn, woont aan den overkant van bekl. De woningen zijn ongeveer 'n 15 tal meter van elkander Verwijderd get. heeft be merkt dat er in den beginne blau we vlammen uit die woning van bekl. sloegen. Get. zegt, dat ver teld werd, dat het perceel van bekl. zóó hoog verzekerd was, dat het vast heelemaal zou verbranden, men gaf hem den goeden raad ziin eigen erf ook wat hooger te Ver zekeren, omdat brand niet uitblij ven kon, en omdat de perceelen 7.00 dicht bii elkaar lagen. Get. J. Kouwenberg is tijdens den brand langs de woning van bek!, gekomen. Bekl. zegt, dat get. langs den kant van waar hii be weert gekomen te zijn, den brand onmogelijk bemerken kon. Get. B. Poldervaart, arbeider te Oude Niedorp stond 's avonds bii de woning van bekl. te praten, prijsuitdeeling zou plaatsgrijpen voor de jongens die aan de hard rijderij, ingericht door bekl. had den deelgenomien, bekl. is na eeni ge minuten naar binnen gegaan, omdat de jongens op zich lieten wachten, get. hoorde toen eenig gestommel en gerucht alsof er te gen iets aangeschopt werd, bekl. kwam1 daarna buiten en reed weg per fiets ami een boodschap te doen. Later is get. op verzoek van bekl. bij hem in huis geweest, het scheen hem toen of hij boven licht bemerkte, bekl. heeft daarop een jas aangietrokken en is met get. weggegaan, maar stak eerst met een snelle beweging een pakje in een zijner zakken. Samen met bekl. is giet. toen naar een café gegaan, waar zii wat gebruikten, toen zii weer buiten kwamen, keek in die richting zijner woning, even later bleek de woning van bekl. in van zijn woning' gekeken heeft, hii stak een sigaar aan. De president merkt op, dat bekl. on rustig was en voortdurend vroeg naar de jongens die hun prijzen maar niet halen kwamen, ziin on gerustheid was deze van iemand die wat op het geweten heeft. Get P. Ootjers, landbouwer te Nieuwe Niedorp, heeft de brand gezien in het beginstadium, toen waren de vlammen blauw, later werden ze wit. Volgens deze get waaide het niet hard, het viel giet. bijzonder op, dat de ramen, die anders nooit open waren thans al len tegelijk openstonden. De Verdediger vraagt aan get. of men al fietsende van Moerbeek naar Winkel persé de brand zou moeten zien. Get. meent dat dit niet het geval is als men rechtuit blijft kijken, mien moet zich omkeeren om het te bemerken, langs een klein gedeelte van dezen weg is het echter mo gelijk de brand ter zijde te zien, n. 1. het stukje vanaf de School tot de Moerbeek. Get. J. Lindeboom:, .werkster te Winkel, fietste den avond van den brand van Moerbeek naar Winkel, zii reed voorbij bekl. die naast zijn fiets liep, geen licht op had en keek in de richting zijner woning. Get. heeft haar weg gevolgd, even verder sprak zij met een persoon die haar vertelde, dat er brand ontstaan was in de woning van bekl. Get. is toen terug gereden in de richting waar zii bekl. ge zien had, en in het donker ont moette zii een man die pre cies dezelfde gestalte had, en de zelfde slappe hoed droeg als bekl. en ook een fiets- aan de ihand, voort duwde, giet. riep hemi toe. dat er brand was, maar de man ant woordde niet of bromde wat bin- nenmonds naar get. Bekl. bekent hii heeft get. ontmoet maar keek niet naar zijn woning, hii stak een si gaar op. Get. zegt bekl. volstrekt geen sigaar op stak, en wel dege lijk den indruk wekte op den uit kijk te staan. Get. T. Lindeboom heeft bekl. gezien den avond van den brand, hii was heel anders dan gewoon lijk en scheen zeer gehaast te zijn. Bekl. zegt. dat hij altijd wat ze nuwachtig was. daarin ligt 'niets ongewoons. Get. D. Mul, winkelier te Win kel heeft bekl. nabij het postkan foor ontmoet met een fiets zonder licht aan de hand, toen scheen het huis reeds te branden. Get. dacht eerst aan bekl. te vragen, waar het brandde, maar zegt het dan maar liever niet gedaan te hebben. Het O. M. vraagt aan get. waarom hij het dan maar liever niet wenschte te vragen, want „het is toch duidelijk dat daarvoor een geldige reden was". Get. geeft toe, dat er een geldige reden moest zijn maar kan verder niet .op deze vraag antwoorden. Get K. Bart, kastelein te Nieu we Niedorp, zegt, dat get. dien avond uit zijn café direct weer weg is gegaan terwijl hij andere avonden bleef biljarten, bekl. deed ongewoon en vluchtig. Get. A. Appel, winkelier te Nieu we Niedorp, verklaart dat bekl. bii haar in den winkel geweest is om sigaren te koopen, hii is rookend weggegaan. Gel Ca. Dam is ziek en dien tengevolge niet verschenen. Get. S„ Baars, arbeider te Nieuwe Niedorp, heeft den avond van den brand met bekl. gesproken, bekl. is later een tiental minuten met de jon gens die aan de hardrijderij had den deelgenomen, boven èn huis ge weest en daarna weer bulten gegaan. In huis werden cigaretten opgesto ken, bekl. maande de jongens aan, v-ooradhtig met het vuur te zijn. Be kl. leek ietwat gehaast. Get. J. Pool, petroleumventer te Winkel, heeft aan bekl. geregeld pe troleum verkócht om twee en soms drie mand-flesschen te vullen1. Bekl. heeft de. staten opgemaakt der goederen, die door de brand ver nield werd, men heeft vervolgens het zelfde gevraagd aan de echtgenoote van bekl., daaruit blijkt echter, dat geen enkle post klopt; de posten van bekl. zijn allen aanmerkelijk' hooger en meer uitgebreid. De president meent, dat ook hier iets niet in den haak is. Get. H, Smit krijgt verlof te ver trekken én legt er alvorens wegj te gaan "nogmaals nadruk' op, dat de petroleumbussen niet boven ^tonden. Het O. M. gelooft, dat zijn taak wer kelijk niet moeilijk zal zijn, wat betreft de bewijzen der schuld ran bekl. Deze bekl, had er ontzettend veel belang bij, dat alles tot 'den grond afbrandde. De eerste maal is het hem voor den tvind gegaan en heeft hij uitkeering naar behooren ontvangen, de tweede maal ten huize van zijn schoonbroeder ging 't ook naar wensoh, en daarom' liggen voor de hand de conclusies die volgen. Deze man was veel te hoog verzekerd, had schulden en zag geen anderen uitweg. Hij heeft zijn vrouw opzette lijk uitgestuurd, de vrouw was bepaald zenuwachtig vóór haiar vertrek. De me- dedeelingen van de veldwachters, het feit dat hij" een fietstochtje zonder lictht ging doen en telkens omkeek, de om standigheid, dat een der bezoekers bo ven "licht 'bemerkte, zijn zoovele aan wijzingen. Deze man had op zolder niets te doen, maar kwaan er toch, 's winters houdt men angstvallig de namen dicht, nij zet er 8 tegelijk open, zijn dat geen zéér sterke aanwijzin gen? De ontzettend hooge assurantie, het Io£t dat de brand op zolder ont stond, nadat bekl. er zoo gezegd een jas weggehaald had, kan de eenige aanleiding voor den brand geweest zijn; dat eenige jongelui in zijn huis een si garetje gerookt hebben, kon geen brand op zolder veroorzaken. Spr. neemt aan, dat het bewijs geleverd is en eischt DRIE JAAR GEV.STRAF. (Applaus op de publieke tribune.) Bekl. zegt, dat hij het niet moesl doen om zijn finantieele positie te red den, ook om zijn principe zon hij nei niet doen. Mr. Huizinga, de verdediger, wijdt allereerst een woord aan do ten laste gelegde vaischheid in de notarieele acte. Spr. staat nog altijd op het standpunt dat 'n dergelijke acte absoluut niets bewijst omtrent de juistheid van den vermeiden koopprijs en staaft zijn mee- uing door aanhaling van twee arres ten van den Hoogen Raad, het 'eerste van 13 Maart 1888,-Weekblad no. 5555, het tweede van 24 December 1894, no. 6606. De notarieele acte bewijst 'niet, dal de vermelde prijs betaald is, zij bewijst alleen, dat een verbintenis aan gegaan is inzake de overdracht; de fis cus heeft niets aan deze onjuiste ver melding. De dagvaarding is onjuist, maar volgehouden wordt, dat door de vermelding van een hoogeren koopprijs bedrog mogelijk is met de hypotheek, nooit gpat een bankinstelling zoo maar klakkeloos op een koopprijsvermelding in en het feit, dat de Alkmaarsche Bank dit wel gedaan heeft, is slechts een uitzondering die den regel beves tigt, Spr. haalt een geval aan, dat zich te Arnhem voorgedaan heeft en waar uit de conclusie le trekken valt, dat ook in het tegenwoordige geval vrij spraak niet uitgesloten is. Eén voor één zal pleiter tiians de verklaringen der getuigen onderhanden nemen. De verklaringen van get. de Sonnavjlle zijn absoluut waardeloos, want liij zegt bijv., dat als bekl. vrij gesproken wordt, de Mij. de volle f30.000 zal moeten uitbetalen; dit is niet waar, dat doet geen enkele Maat schappij. Ook de verklaringen van get. II. Smit zijn zonder beteekenïs, of lie ver van heel veel beteekenis, maar dan in tegenovergestelden zin als door haar bedoeid is. Wie brand wil stichten haalt zich geen bende jongens in huis en brengt ze zeker niet boven, terwijl op de zoider het vuur zou aan den gang zijn. De houding van bekL tegenover de brutale veldwachters is te verkla ren en is ook heeiemaal niet verkeerd uit te leggen als men in aanmerking neemt, dat bekl, voor de politie direct verklaarde naar waarheid. Bekl. zou zijn vróuw uitgestuurd hebben om in Amsterdam te logëeren, dit is niet waar, zij is alleen gegaan op verzoek van juffrouw Peper, die zich gedurende den nacht eenzaam gevoelde. Een wettig bewijs voor de schuld van bekl. is niet te leveren, waarom pleiter hoopt, dat de rechtbank bekl. van de hem ten laste gelegde feiten zal vrij spre ken. Het O. M. repliceert, de beslissingen van den Hoogen Raad door den ver dediger aangenaaid geven niet meer den polsslag van den tijd weer, schade kon ontstaan, want een feit blijft hef toch, dat de Alkmaarsche Bank door de valscho opgave der koopsom mis leid is geworden en krediet verleend, heeft, al wil men het dan nog een uitzondering noemen. De verdediger dupliceert en acht niet het minste wettig bewijs voor brand stichting geleverd. Mijnheer de Redacteur, Door de Tweede Kamer der Sta- teii-Generaal zijn in behandeling ge nomen de Wetsontwerpen betreffen de de finaneteele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten. De besturen der groote steden drin gen op de aanneming van hét voor stel van Jh'r. de Geer c.s., omdat dit alleen niet wat hét bedrag be treft, maar ook' in andere opzjchteri voor hunne gemeenten hét meest zal opbrengen,. Ongeveer 40 millioen valt dan (s jaars te verdeelen. De nood is groot; naar Wordt be weerd kunnen de ingezetenen der groote steden geen hooger bedrag aan gemeentebelastingen meer op brengen, terwijl het crediet - is on dermijnd. Het Rijk moet bijspringen. Dit bëteek'ent, dat ook #ij, die bui ten de steden wonen (dus de plat telanders) moeten bijdragen en niet onbelangrijk ook. Stel, dat de 40 millioen wordt ge vonden Qwr verüooging der Rijks- inkomstenbelasting, dan zal elke aan geslagene, wijl liet totaal dier belas ting wordt geschat op ongeveer 85 millioen, zijn aanslag met pl.tn. 50 piCf. zien stijgen. Dat het de bedoe ling is', de plattelanders te laten be talen, ,is duidelijk genoeg! door de autoriteiten uitgesproken. I11 de Haagsdhe Post van 13 No vember 1920, werd onder liet hoofd: „Nieuwe belastingvormen" o.a. te kennen gegeven, dat het platteland bij aanneming van het groote amen dement De Geer zich het bloed zou zien aftappen om de geweldige slo- kops, die groote steden heeten, te voeden. Het ingediende Wetsontwerp komt vrijwel met Hét hier bedoelde amen dement overeen. Uitlatingen, als hier boven aangehaald, openen de oogen en het is geen wonder, dat deze be langrijke Zaak herhaaldelijk' ijs bespro ken door vertegenwoordigers van plattelandsche gemeenten, o.a. door d'e gemeentebesturen Van Zijlpie, Nieu we^ Niedorp, Winkel en Wieringer- waard. Zij zijn van gevoelen: 1. dat de gemeenten behoeven1 in de eerste plaats een voldoend cre diet en dat ter verkrijging van' cre- dietw aardigheid noodig ?al zijn een vertrouwenwekkend bestuur en 2. dat, uitgaande van het beginsel dat de kapitaalkradh,tigen d,e finan cieel Zwakken behooren te steunen, inderdaad het Rijk de gemeenten dient tegemoet komen èn! die kosten, welke zijn gedaan in algemeen Rijks lang, echter niet van zoo verre strek king, dat het steunen ten behoeve van sociale verbeteringen in de groote gemeenten zal glaan ten kost van de ontwikkeling op sociaal gebied ten plattelande. Besloten werd zich' met onderstaand adres tot de Volksvertegenwoordi ging te wenden en de Regeering met den inhoud daarvan in kennis te stellen. i Aan de Tweede Kamer der Staten Generaal. Ondergeteekenden hebben de eer zich met het volgende tot U te welf den: De Dagelijkscbe Besturen der groo te steden: Amsterdam, Rotterdam, U- trecht, Groningen1, Arnhem, Nijmegen, Leiden, Tilburg en Dordrecht, heb ben zich andermaal ter zake van de regeling der financiëele verhouding tusschen (Rijk én Gemeenten tot U gewend. Zij spreken een besliste voorkeur uit voor het ontwerp De Geer c.s., boven het Regeeringsontwerp en wel, omdat het, wat betreft de mate van liulp, die het beoogt, veel meer te gemoet'komt aan hun verlangen, ter wijl èn door het hoogere maximum percentage van yerhoogiing èn door de schaal waarnaar de verhooging wordt toegekend de zwaargt belaste gemeenten het meest gebaat zullen zijn en voorts bij aanneming ervan de weigever in de noodzakelijkheid 'komt om binnenkort een meer af doende regeling te treffen. Aangedrongen wordt op een spoe dige afdoening dezer aangelegenheid. Bij beschouwing der beide wets ontwerpen wordt door ondergeteeken den de stellige indruk verkregen, dat het verheffen van een der ontwerpen tot wet z'al leiden tot groote onbillijk heid. Volgens het Regeeringsontwerp zulten ongeveer 250 van de UOO ge meenten profile eren, terwijl volgens het voorstel van de Kamerleden Jhr. de Geer c.s., hoewel door het beschik baar stellen van 40 inplaats van 10 millioen, meer Gemeenten een ver hoogde uitkeering zullen genieten (echter niet in een goede verhouding tot hetgeen de ingezetenen meer aan belasting hebben op te brengen) over 't algemeen de door het Rijk ver leende gelden zullen vloeien in de kassen der gemeenten met groote be volkingscentra. Dit zou toch onge twijfeld tengevolge hebben, dat liet platteland belangrijk izou moeten bij dragen in de kosten der steden. Naar de meaning van onderge- teelcenden dient dit te vvordyii voorkomen, tWel is waar is de belastingdruk in de steden grooter, doch dit mag geen reden zijn om het platteland te doen bijdragen. De stad biedt door haar bedrijven, inrichtingen voor onderwijs, ziekenhuizen enz. zooveel voordeelen en genot aan haar ingezetenen, welke de platte landers moeten missen, dat de ver houding in belastingdruk zeer goed is gewettigd. Met groote bezwaren gaat liet dikwijls nu reeds voor de uitge strekte plattelandsche gemeenten gepaard een bedrijf van eenige be teekenis 00 te richten en tot Ver-, betering pp sociaal gebied' te gé« raken. Door velen wordt urgent geacht de kleine gemeenten op te heffer, omdat men ze niet bii machte oor deelt te voldoen aan de eischen voor ontwikkeling en tevens niet in staat de ambtenaren behoorlijk te salarieercn. Wanneer nu van die gemeenten of eigenlijk van de ingezetenen dier gemeenten, wat in zekeren zin op hetzelfde neerkomt, worden ge vorderd hoogere belastingen ten bate der in vele opzichten zoo bui< tengewoon boven haar bevoor rechte steden, als een bijdrage in' de door deze wel voldoende ver hoogde salarissen en in de on geacht de kosten tot stand ge-, brachte of nog te brengen verEe< teringen van allerlei aard ten ge* rieve harer ingezetenen, dan zul-' Ien de plattelandsche gemeenten.- die nu reeds door de daling der prijzen van landbouwproducten de mindere draagkracht der landbou wers gevoelen, vooral bii.verderen tegenslag nog moeilijker dan tot heden zich kunnen ontwikkelen en zlich tot nog groote re achterstel/ ling bii de steden gedoemd zijn. Hoogst ongewenscht zou liet zijn en in strijd met de werkelijke! democratie als de vooruitgang van het platteland op sociaal ge bied: door hooge belastingen ten behoeve der steden tot stilstand werd gebracht. Met het oog Jiierop zouden on dergeteekenden de aanneming zoo wel van het een als van het ander aangeboden wetsontwerp Zeer be/ treuren. Indien niettemin noodzakelijk wordt ge-ordeeld hetgeen ook zii beami 1 dat hét Rijk de ge meenten agemeen tegemoet komt in die ko~Jen,- veroorzaakt of noo dig gc kt ter uitvoering van wetten regeeringsvoorschriften rakende ,ret algemeen Rijksbelang, dan zal naar hun gevoelen her rechtvaardigste zijn, aan elke ge meente per inwoner een gelijk be drag toe te kennen. Do financieel zwakken zullen ik dit ffoval in zooverre extra worden' geholpen, dat in de voor deze uit- keeringen te heffen belasting, ziij, die de grootste draagkracht bezitten, het inoest hebben bij te dragen. Mpoht u van oordeel zijn, dat op deze wijze geen goede regeling is te treffen en vastgehouden mioet worden aan de grondslagen der wet van 24 Mei 1897, dan meenen oadergetea- kenden, dat het verteenen van Rijles Steun aan de gemeenten, zich niet' vorder mag uitstrekken, dan lo' de toegezegde 100 millioen uit de Cor tagswinstbeiasting en tot verkoaging tot een gelijk percentage der bij do artt. 1 tot en met 9 der bovenge noemde wet bedoelde uitkeeringen met ten hoogste 10 millioen met dien verstande, dat voortaan geen aftrek ingevolge art. 9 bis meer zal plaats hebben en met toevoe ging van een verhoogde uitkeering; a)3 tegemoetkoming in de salarissen van Burgemeesters, Secretarissen en Ambtenaren ter Secretarie. Beleefd verzoeken ondergeteeken den U het vorenstaande in ernstige overweging te willen nemen en do belangen van het platteland niet uit het oog te willen verliezen. 5 Maart 1921. Burg. en Weth. van Zij po (w.g.) J. de Moor Bui-g. (w.g.) J. A. de Boer, Secr. Burg. on Wetih. v. N.-Niedorp, (w.g.) P. Koopman, Burg. (w.g.) P. Haringhuizen, Secr, [Burg. on Weth. van Winkel (w.g.) J. Koomen, Burg. (w.g.) A. do Ridder, Secr. Burg. en Weth. v. Wieringerw. (w.g.) O. Haringhuizen, Burg (iv.g.) A. Dsz. Sleutel, Weth. De Regeering en do Tiweede Kamer moeten weten hoe de plattelandsoho gemeenten met hunne ingezetenen, in 't algemeen over deze voor hen zoo ernstige aange egenheid denken. Van groot belang zal het daarom zijn, dat gemeentebesturen, vereeni- gingen en particulieren zich met de.i m esten spoed in vrij we' g 'ijkten zin tol de VoJcsvcrlegenwoordiging wenden of aan deze adliaesie betui gen. Ten einde een en ander onder da, aandacht van belanghebbenden te brengen wordt aan do direction van' groo-bo en kleine plaatselijke bladen verzocht dit stuk in hunne couranten op te nemen. Namens de Besturen der geronnde gemeenten. G. HARINGHUIZEN, Burgemeester van Wieringerwaard Alkmaar, 12 April 1921. DE DURE MELK. Mijnheer de Redacteur, ni vraag mij af, Mijnheer de Redac teur, hoe het toch komt. dat dc melk lifer in AlkmiSar nog steeds zoo duin betaald moet worden. Naar ik van de boeren vernam, leve ren deze hun melk (en dan de echte, volle, melk) legen 13 cent de Liter, en wij, burgers, moeten er behoorlijk 19 ct. voor betalen (kort geleden nof 21 cU Voor den oorlog kreeg de niclksüjlei 2 ct. per kan, laat bij nu, waar. alles duurder geworden is, eens 4 ct, krijgen, dan kom ik met mijn be rekening toch nog niet verder, dan 13 -|- 4 17 ct. Waarom moeten wij nu nog die 2 ct. méér betalen? Zit 'ni dat in de gezegende melk- centrale?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 5