loord -Hollandsch
Dagblad.
TWEEDE BLAD
Woensdag 13 April 1921.
Een juiste motie.
Rechtszaken
Ingezonden stukken
Do ralgemeeue vergadering van
lo R. K. Rijkskieskringorganisatie
.Helder", Zaterdagmiddag te Alk-
naar gehouden, is om wat er
iij die gelegenheid over de veel
/esproken bedrijfsraden-kwestie i3 in
t midden gebracht en om wat ei*
on slotte in een motie werd uit
gedrukt x to belangrijk, dan dat
,vij daaraan niet alsnog een Korte
ïabeschouwing zouden wijden.
Reeds geruimen tijd vóór dat deze
vergadering gehouden werd, was het
luidelijk, dat de al dan niet juiste
>pvatlingen betreffende
le de bedrijfsraden zelf,
2e de wensclielijkheid van opne
ming van den bedrijfsraden-eisoh. in
>ns staatsprogram,
3e de wijze, waarop deze eiseh op
fat program moest komen, en in
welken, vorm, met welke urgentie,
bet was duidelijk, herhalen wij,
lat de al dan niet juiste opvattin
gen omtrent al deze (en nog meer
dere) dingen, welke de laatste maan
den in den lande tot veel geschrijf
en gewrijf aanleiding gegeven had
den, ook in onzen Rijkskieskring
van lieht'lijk enerveerenden invloed
waren geweest.
Uit het oog verliezend de groote
zaak, waarover wij het vrijwel alle
maal roerend ëèns zijn dat n.l.
Ie oplossing der sociale kwestie be
werkstelligd moet worden door mid-
iel van bedrijfsradenorganisatie, zoo
:poedig mogelijk ook in publiekrech-
telijken zin ging men min of
meer redetwisten over bijkomstig
heden.
Hoe 't zoo gekomen ls 'i
In zeer prijzenswaardige voortva
rendheid liet Prof. Veraart eenige
maanden geleden, toen hij zich mo
menteel teleurgesteld voelde over
het) feit, dat er met de bedrijfsraden
»p dat tijdstip nog niet zooveel be
reikt was, als hij gewenscht had,
•le klacht hooren: dat do voorstrij-
ilers der bedrijfsraden-idee tot dan
toe niet de gewensohte medewer
king van alle (Boomsche) zijden
ondervonden hadden....
Er moest meer drang, meer dwang
komen ten goede: publiekrechtelijke
regeling zou de kroon op 't werk
kannen zetten..
Dat lokte een enkelen ietwat re
actionair gezinden uit zijn tent,...
Ttegen te groote voortvarendheid
9rden niet alleen (en dit geschied-
,iO zeer iereekt) ernstige bezwaren
geopperd, doch tevens ging men ln
:1e waarschuwing tegen te groote
voortvarendheid zóó ver, (en dit ge
schiedde zeer ten onrechte), dat men
sr blijk van gaf, do bedrijfsraden-
idee een minder goed hart ioo te
dragen.
Deze overdrijving lokte overdrij
ving van den anderen kant uit: on
der de voorvechters der bedrijfsra-
ien-gedachte won de meening veld,
lat „men" van bedrijfsraden-organl-
satie niet meer weten wilde, dat
,,men" terugkrabbelen wilde....
Vandaar dat de vaders der be-
lrijfsraden-gedachte tóen opeens
ySpijkers met koppen" wilden slaan,
een publiekrechtelijke regeling
.an ons economisch leven als het
ware uit den grond wilden stam
pen,,... om toch maar te voorkomen,
lat er door traineering niets
van de zaak komen zou.
Vandaar de dóórgedreven, voor
het oogenblik te vèr gaande Haag-
iche motie, vandaar de tamelijk
scherpe, in persoonlijke aanvallen
ontaardende djsoussie's over de kwes
tie
Nu waren er in onzen kieskring
blijkens de stemmen, die er ter
vergadering opgingen voorstan
ders van de Haagsche, zoowel als
van de Bossche motie, voorstan
ders ook van het Hoornsohe stand
punt, dat de beide motie's zonder
meer van de agenda afgevoerd
moesteii worden.
Prof. Veraart sprak; en hadden
vij verwacüt, dat hij geleerd door
de jongste geschiedenis zich te
vreden zou stellen met een krach
tige opwekking lot medewerking aan
ion uithouw der bedrij fsr aden-ge-
'lachte, opdat zoospoedigmoge-
k de plannen rijp zouden zijn om
m behoorlijk vasten vorm een punt
to gaan uitmaken van ons Roomsch
Staatsprogram, het bleek ons met
eenigo teleurstelling, dat Prof. Ver
aart een pleidooi -kwam houden voor
ao „sterke" Haagsche motie, terwijl
■Ir. Eomans als rasecht jioliti-
Sus uadeelen van motie's-m-
e^n-zin in Kot licht stelde en op
po.itieko gronden alle dergelijke mo
tie s ontraadde.
Toen is het bestuur van den kies
kring voor den dag gekomen met
sen miotic, welke wij in de. o-egeven
omstandigheden de mee.st wenschelij-
Ice, ja, de eenig juiste vonden,
"en motie, n.l., waarin aan den Al-
gemeenen Pond van R, R. Centrale
Eieskringorg anisatie's in Nederland
A-ordt verzocht overleg te ple
gen met het bestuur van den. R.
k. Cent.raten Raad van Bedrijven
betreffende de vraag: In hoeverre
het gewenscht is, of de publick'rceh-
toliike VoUi^e, bedrijfeoirga- .1
nisatie al of niet op het R. K.
Staatsprogram moet worden geplaatst,
en daarna overleg te plegen met
andere politieke partijen.
En Pioï Veraart èn Mr. Bomans
konden zich met deze inotie ver
een 1 gen en met verreweg de groot
ste meerderheid werd de motie
aangenomen.
Wat wij heel gelukkig yindem
Voor wat betreft dezen kieskring,
is de kwestie' thans1 weer gelieel zui
ver gesteld; gelijk de Bossche Wet
houder Krijgsman, kort geleden nog
in ons blad schreef: de voorman
nen der bedrijfsraden-idee en de po
litieke leiders moeten nog eens ge
moedelijk over de kwestie praten!
en dat is thans h"et uitgespro
ken verlangen [vgn de kieskring-or
ganisatie „Helder".
't Is zooals Mr. Bomans ter verga
dering zeide: er bestaat geen
diepgaand meeningsverschilmet
een en Hetzelfde groote doel voor
oogen, kan en zal men gemakkelijk
tot overeenstemming komen, doch het
moet geschieden op degelijke wijze,
langs den geëigenden weg.
Politieke leiders en economische
voorlichters staan, liier in werkelijk
heid heusch niet- zoo ver van el
kaar af, als sommigen het willen
doen voorkomen.
Elkander even beter begrijpen, van
de eene zijde de politieke vereisch-
ten in deze inzien, en van de andere
zijde de goed-bedoelde voortvarend
heid waardeeren en de „overzijde"
zoo noodig -te- overtuigen van de „te-
groot-heid"' der voortvarendheid.
Dan zijn we, waar we voorloopig
wezen moeten:.
Om eensgezind- in het gewenschte
tempo krachtig te ijveren voor de
verwezenlijking der'schboine bedrijfs-
raden-gedadite.
'~ABR"RECHTBANK TE ALKMAAR.
Zitting van Dinsdag' 12 April.
NIEUWE ZAKEN.
Opzettelijke brandy
stichting en val"
sohe opgave in een
authentieke acte.
(Vervolg).
Bekl. stond verstomd over een
dergel like handelwijze van een die
naar der wet, en meende eerst, dat
bekl. dronken was. Get zegt, dat
get. dronken was. Get zegt, dat
te laag verzekerd was.
Bekl. heet dit liegen, de veld
wachters zijn gemeen opgetreden
en braakten allerlei beleedigende
brutaliteiten uit. De Veldwachter
Pool zegde tegen bekl. „Ge kunt
beter uw Vader of Moeder ver
moorden dan uw huis in brand
steken" en nadien tot den tweeden
veldwachter „gieef hem maar aan,
ik ga toch weg van de politie, gij
kunt wel getuigen". Get. Middel-
berg ontkent dat dergelijke uit
drukkingen gebezigd werden, of
schoon men toch krachtig opge
treden is. Bekl. bekent, dat hii de
lamp toen hij de jas van den zol
der haalde aldaar echter gelaten
heeft. Tusschen giet. en bekl. ont
spint zich een woordenwisseling
over het feit of men al of niet de
brand van in de verte zien kon,
Rechter Muller zegt, blijkens
verklaringen van get. dat, bii de
vorige brand verschillende verze
kerde goederen door bekl. uit het
perceel verwijderd werden, en dat
de houding der veldwachters in dit
licht bezien volstrekt niet laakbaar
is
Get. Dirk Pool, assuradeur, des
tijds veldwachter, was in die laat
ste hoedanigheid b. d. brand aan
wezig. Get. wist toevallig dat de
rijwielen van bekl. verzekerd wa
ren, maar gebaarde het niet te we
ten en informeerde er naar. Bekl.
zegde, dat de rijwielen niet ver
zekerd waren, waarop get hem
zegde, dat dit een onwaarheid
was, daarop draaide bekl. bii zeg
gend, dat het mogelijk was, dat ze
toe hverzekerd waren. Bekl. heeft
tegenover get. volgehouden, dat
zijn eigendom betrekkelijk laag
verzekerd was.
Get. H. Smit, werkster te Apel
doorn (voorheen Nieuwe Niedorp)
vroeger in dienst van bekl. zegt,
dat bekl. tegenover haar wel eens
opschepte over zijn kronen bezit.
Get. heeft ten huize van bekl. wel
eens een groote mandflesch-petro-
leum bemerkt, op den zolder ston
den nooit ramen open. De vrouw
van bekl, was gewoonlijk erg ze
nuwachtig en oorzaak daarvoor
zal, aldus get. wel geweest zijn
de onbestendige levenswijze en de
speculatieve nijgingen van haar
man.
Bekl. hield een kat, die echter
nooit op den zolder kwam op den
zolder bevonden zich geen brand
stoffen. Bekl. zegt, dat een bus pe
troleum op den zolder stond, get
houdt vol van niet. Bekl. zegt, dat
hii twee manden-flesschen vol pe
troleum bezat, op den zolder stond
een Mst met turf en briketten. Get
zegMat zij nooit voor brandstoffen
op den zolder geweest is, maar dat
zii toch elke-week op den zolder
kwam.
Get. P. v. Eeten landbouwer te
Nieuwe Niedorp, heeft licht zien
schijnen door een van de boven
vensters van den achter zolder,
toen de brand nog niet aan den
gang was n.l. te 6.45 uur. Te 8 uur
hoorde giet., dat er brand ontstaan
was in de woning van bekl
Get lWL Rens, landpouwer te
Barsingerhorn, woont aan den
overkant van bekl. De woningen
zijn ongeveer 'n 15 tal meter van
elkander Verwijderd get. heeft be
merkt dat er in den beginne blau
we vlammen uit die woning van
bekl. sloegen. Get. zegt, dat ver
teld werd, dat het perceel van
bekl. zóó hoog verzekerd was, dat
het vast heelemaal zou verbranden,
men gaf hem den goeden raad ziin
eigen erf ook wat hooger te Ver
zekeren, omdat brand niet uitblij
ven kon, en omdat de perceelen
7.00 dicht bii elkaar lagen.
Get. J. Kouwenberg is tijdens
den brand langs de woning van
bek!, gekomen. Bekl. zegt, dat get.
langs den kant van waar hii be
weert gekomen te zijn, den brand
onmogelijk bemerken kon.
Get. B. Poldervaart, arbeider te
Oude Niedorp stond 's avonds bii
de woning van bekl. te praten,
prijsuitdeeling zou plaatsgrijpen
voor de jongens die aan de hard
rijderij, ingericht door bekl. had
den deelgenomien, bekl. is na eeni
ge minuten naar binnen gegaan,
omdat de jongens op zich lieten
wachten, get. hoorde toen eenig
gestommel en gerucht alsof er te
gen iets aangeschopt werd, bekl.
kwam1 daarna buiten en reed weg
per fiets ami een boodschap te
doen. Later is get. op verzoek van
bekl. bij hem in huis geweest, het
scheen hem toen of hij boven licht
bemerkte, bekl. heeft daarop een
jas aangietrokken en is met get.
weggegaan, maar stak eerst met
een snelle beweging een pakje in
een zijner zakken. Samen met bekl.
is giet. toen naar een café gegaan,
waar zii wat gebruikten, toen zii
weer buiten kwamen, keek in die
richting zijner woning, even later
bleek de woning van bekl. in
van zijn woning' gekeken heeft,
hii stak een sigaar aan. De
president merkt op, dat bekl. on
rustig was en voortdurend vroeg
naar de jongens die hun prijzen
maar niet halen kwamen, ziin on
gerustheid was deze van iemand
die wat op het geweten heeft.
Get P. Ootjers, landbouwer te
Nieuwe Niedorp, heeft de brand
gezien in het beginstadium, toen
waren de vlammen blauw, later
werden ze wit. Volgens deze get
waaide het niet hard, het viel giet.
bijzonder op, dat de ramen, die
anders nooit open waren thans al
len tegelijk openstonden.
De Verdediger vraagt aan get.
of men al fietsende van Moerbeek
naar Winkel persé de brand zou
moeten zien.
Get. meent dat dit niet het geval
is als men rechtuit blijft kijken,
mien moet zich omkeeren om het te
bemerken, langs een klein gedeelte
van dezen weg is het echter mo
gelijk de brand ter zijde te zien, n.
1. het stukje vanaf de School tot
de Moerbeek.
Get. J. Lindeboom:, .werkster te
Winkel, fietste den avond van den
brand van Moerbeek naar Winkel,
zii reed voorbij bekl. die naast zijn
fiets liep, geen licht op had en
keek in de richting zijner woning.
Get. heeft haar weg gevolgd, even
verder sprak zij met een persoon
die haar vertelde, dat er brand
ontstaan was in de woning van
bekl. Get. is toen terug gereden
in de richting waar zii bekl. ge
zien had, en in het donker ont
moette zii een man die pre
cies dezelfde gestalte had, en de
zelfde slappe hoed droeg als bekl.
en ook een fiets- aan de ihand, voort
duwde, giet. riep hemi toe. dat er
brand was, maar de man ant
woordde niet of bromde wat bin-
nenmonds naar get. Bekl. bekent hii
heeft get. ontmoet maar keek niet
naar zijn woning, hii stak een si
gaar op. Get. zegt bekl. volstrekt
geen sigaar op stak, en wel dege
lijk den indruk wekte op den uit
kijk te staan.
Get. T. Lindeboom heeft bekl.
gezien den avond van den brand,
hii was heel anders dan gewoon
lijk en scheen zeer gehaast te zijn.
Bekl. zegt. dat hij altijd wat ze
nuwachtig was. daarin ligt 'niets
ongewoons.
Get. D. Mul, winkelier te Win
kel heeft bekl. nabij het postkan
foor ontmoet met een fiets zonder
licht aan de hand, toen scheen het
huis reeds te branden. Get. dacht
eerst aan bekl. te vragen, waar
het brandde, maar zegt het dan
maar liever niet gedaan te hebben.
Het O. M. vraagt aan get. waarom
hij het dan maar liever niet
wenschte te vragen, want „het is
toch duidelijk dat daarvoor een
geldige reden was". Get. geeft toe,
dat er een geldige reden moest
zijn maar kan verder niet .op deze
vraag antwoorden.
Get K. Bart, kastelein te Nieu
we Niedorp, zegt, dat get. dien
avond uit zijn café direct weer
weg is gegaan terwijl hij andere
avonden bleef biljarten, bekl. deed
ongewoon en vluchtig.
Get. A. Appel, winkelier te Nieu
we Niedorp, verklaart dat bekl. bii
haar in den winkel geweest is om
sigaren te koopen, hii is rookend
weggegaan.
Gel Ca. Dam is ziek en dien
tengevolge niet verschenen.
Get. S„ Baars, arbeider te Nieuwe
Niedorp, heeft den avond van den
brand met bekl. gesproken, bekl. is
later een tiental minuten met de jon
gens die aan de hardrijderij had
den deelgenomen, boven èn huis ge
weest en daarna weer bulten gegaan.
In huis werden cigaretten opgesto
ken, bekl. maande de jongens aan,
v-ooradhtig met het vuur te zijn. Be
kl. leek ietwat gehaast.
Get. J. Pool, petroleumventer te
Winkel, heeft aan bekl. geregeld pe
troleum verkócht om twee en soms
drie mand-flesschen te vullen1.
Bekl. heeft de. staten opgemaakt
der goederen, die door de brand ver
nield werd, men heeft vervolgens het
zelfde gevraagd aan de echtgenoote
van bekl., daaruit blijkt echter, dat
geen enkle post klopt; de posten van
bekl. zijn allen aanmerkelijk' hooger
en meer uitgebreid. De president
meent, dat ook hier iets niet in den
haak is.
Get. H, Smit krijgt verlof te ver
trekken én legt er alvorens wegj te
gaan "nogmaals nadruk' op, dat de
petroleumbussen niet boven ^tonden.
Het O. M. gelooft, dat zijn taak wer
kelijk niet moeilijk zal zijn, wat betreft
de bewijzen der schuld ran bekl. Deze
bekl, had er ontzettend veel belang bij,
dat alles tot 'den grond afbrandde. De
eerste maal is het hem voor den tvind
gegaan en heeft hij uitkeering naar
behooren ontvangen, de tweede maal
ten huize van zijn schoonbroeder ging
't ook naar wensoh, en daarom' liggen
voor de hand de conclusies die volgen.
Deze man was veel te hoog verzekerd,
had schulden en zag geen anderen
uitweg. Hij heeft zijn vrouw opzette
lijk uitgestuurd, de vrouw was bepaald
zenuwachtig vóór haiar vertrek. De me-
dedeelingen van de veldwachters, het
feit dat hij" een fietstochtje zonder lictht
ging doen en telkens omkeek, de om
standigheid, dat een der bezoekers bo
ven "licht 'bemerkte, zijn zoovele aan
wijzingen. Deze man had op zolder
niets te doen, maar kwaan er toch,
's winters houdt men angstvallig de
namen dicht, nij zet er 8 tegelijk open,
zijn dat geen zéér sterke aanwijzin
gen? De ontzettend hooge assurantie,
het Io£t dat de brand op zolder ont
stond, nadat bekl. er zoo gezegd een
jas weggehaald had, kan de eenige
aanleiding voor den brand geweest zijn;
dat eenige jongelui in zijn huis een si
garetje gerookt hebben, kon geen brand
op zolder veroorzaken. Spr. neemt aan,
dat het bewijs geleverd is en eischt
DRIE JAAR GEV.STRAF. (Applaus op
de publieke tribune.)
Bekl. zegt, dat hij het niet moesl
doen om zijn finantieele positie te red
den, ook om zijn principe zon hij nei
niet doen.
Mr. Huizinga, de verdediger, wijdt
allereerst een woord aan do ten laste
gelegde vaischheid in de notarieele acte.
Spr. staat nog altijd op het standpunt
dat 'n dergelijke acte absoluut niets
bewijst omtrent de juistheid van den
vermeiden koopprijs en staaft zijn mee-
uing door aanhaling van twee arres
ten van den Hoogen Raad, het 'eerste
van 13 Maart 1888,-Weekblad no. 5555,
het tweede van 24 December 1894, no.
6606. De notarieele acte bewijst 'niet,
dal de vermelde prijs betaald is, zij
bewijst alleen, dat een verbintenis aan
gegaan is inzake de overdracht; de fis
cus heeft niets aan deze onjuiste ver
melding. De dagvaarding is onjuist,
maar volgehouden wordt, dat door de
vermelding van een hoogeren koopprijs
bedrog mogelijk is met de hypotheek,
nooit gpat een bankinstelling zoo maar
klakkeloos op een koopprijsvermelding
in en het feit, dat de Alkmaarsche
Bank dit wel gedaan heeft, is slechts
een uitzondering die den regel beves
tigt, Spr. haalt een geval aan, dat zich
te Arnhem voorgedaan heeft en waar
uit de conclusie le trekken valt, dat
ook in het tegenwoordige geval vrij
spraak niet uitgesloten is.
Eén voor één zal pleiter tiians de
verklaringen der getuigen onderhanden
nemen. De verklaringen van get. de
Sonnavjlle zijn absoluut waardeloos,
want liij zegt bijv., dat als bekl. vrij
gesproken wordt, de Mij. de volle
f30.000 zal moeten uitbetalen; dit is
niet waar, dat doet geen enkele Maat
schappij. Ook de verklaringen van get.
II. Smit zijn zonder beteekenïs, of lie
ver van heel veel beteekenis, maar dan
in tegenovergestelden zin als door haar
bedoeid is. Wie brand wil stichten haalt
zich geen bende jongens in huis en
brengt ze zeker niet boven, terwijl op
de zoider het vuur zou aan den gang
zijn. De houding van bekL tegenover
de brutale veldwachters is te verkla
ren en is ook heeiemaal niet verkeerd
uit te leggen als men in aanmerking
neemt, dat bekl, voor de politie direct
verklaarde naar waarheid. Bekl. zou zijn
vróuw uitgestuurd hebben om in
Amsterdam te logëeren, dit is niet waar,
zij is alleen gegaan op verzoek van
juffrouw Peper, die zich gedurende den
nacht eenzaam gevoelde. Een wettig
bewijs voor de schuld van bekl. is
niet te leveren, waarom pleiter hoopt,
dat de rechtbank bekl. van de hem
ten laste gelegde feiten zal vrij spre
ken.
Het O. M. repliceert, de beslissingen
van den Hoogen Raad door den ver
dediger aangenaaid geven niet meer
den polsslag van den tijd weer, schade
kon ontstaan, want een feit blijft hef
toch, dat de Alkmaarsche Bank door
de valscho opgave der koopsom mis
leid is geworden en krediet verleend,
heeft, al wil men het dan nog een
uitzondering noemen.
De verdediger dupliceert en acht niet
het minste wettig bewijs voor brand
stichting geleverd.
Mijnheer de Redacteur,
Door de Tweede Kamer der Sta-
teii-Generaal zijn in behandeling ge
nomen de Wetsontwerpen betreffen
de de finaneteele verhouding tusschen
Rijk en Gemeenten.
De besturen der groote steden drin
gen op de aanneming van hét voor
stel van Jh'r. de Geer c.s., omdat
dit alleen niet wat hét bedrag be
treft, maar ook' in andere opzjchteri
voor hunne gemeenten hét meest zal
opbrengen,.
Ongeveer 40 millioen valt dan (s
jaars te verdeelen.
De nood is groot; naar Wordt be
weerd kunnen de ingezetenen der
groote steden geen hooger bedrag
aan gemeentebelastingen meer op
brengen, terwijl het crediet - is on
dermijnd. Het Rijk moet bijspringen.
Dit bëteek'ent, dat ook #ij, die bui
ten de steden wonen (dus de plat
telanders) moeten bijdragen en niet
onbelangrijk ook.
Stel, dat de 40 millioen wordt ge
vonden Qwr verüooging der Rijks-
inkomstenbelasting, dan zal elke aan
geslagene, wijl liet totaal dier belas
ting wordt geschat op ongeveer 85
millioen, zijn aanslag met pl.tn. 50
piCf. zien stijgen. Dat het de bedoe
ling is', de plattelanders te laten be
talen, ,is duidelijk genoeg! door de
autoriteiten uitgesproken.
I11 de Haagsdhe Post van 13 No
vember 1920, werd onder liet hoofd:
„Nieuwe belastingvormen" o.a. te
kennen gegeven, dat het platteland
bij aanneming van het groote amen
dement De Geer zich het bloed zou
zien aftappen om de geweldige slo-
kops, die groote steden heeten, te
voeden.
Het ingediende Wetsontwerp komt
vrijwel met Hét hier bedoelde amen
dement overeen. Uitlatingen, als hier
boven aangehaald, openen de oogen
en het is geen wonder, dat deze be
langrijke Zaak herhaaldelijk' ijs bespro
ken door vertegenwoordigers van
plattelandsche gemeenten, o.a. door
d'e gemeentebesturen Van Zijlpie, Nieu
we^ Niedorp, Winkel en Wieringer-
waard.
Zij zijn van gevoelen:
1. dat de gemeenten behoeven1 in
de eerste plaats een voldoend cre
diet en dat ter verkrijging van' cre-
dietw aardigheid noodig ?al zijn een
vertrouwenwekkend bestuur en
2. dat, uitgaande van het beginsel
dat de kapitaalkradh,tigen d,e finan
cieel Zwakken behooren te steunen,
inderdaad het Rijk de gemeenten
dient tegemoet komen èn! die kosten,
welke zijn gedaan in algemeen Rijks
lang, echter niet van zoo verre strek
king, dat het steunen ten behoeve
van sociale verbeteringen in de groote
gemeenten zal glaan ten kost van de
ontwikkeling op sociaal gebied ten
plattelande.
Besloten werd zich' met onderstaand
adres tot de Volksvertegenwoordi
ging te wenden en de Regeering
met den inhoud daarvan in kennis
te stellen. i
Aan
de Tweede Kamer der Staten
Generaal.
Ondergeteekenden hebben de eer
zich met het volgende tot U te welf
den:
De Dagelijkscbe Besturen der groo
te steden: Amsterdam, Rotterdam, U-
trecht, Groningen1, Arnhem, Nijmegen,
Leiden, Tilburg en Dordrecht, heb
ben zich andermaal ter zake van de
regeling der financiëele verhouding
tusschen (Rijk én Gemeenten tot U
gewend.
Zij spreken een besliste voorkeur
uit voor het ontwerp De Geer c.s.,
boven het Regeeringsontwerp en wel,
omdat het, wat betreft de mate van
liulp, die het beoogt, veel meer te
gemoet'komt aan hun verlangen, ter
wijl èn door het hoogere maximum
percentage van yerhoogiing èn door
de schaal waarnaar de verhooging
wordt toegekend de zwaargt belaste
gemeenten het meest gebaat zullen
zijn en voorts bij aanneming ervan
de weigever in de noodzakelijkheid
'komt om binnenkort een meer af
doende regeling te treffen.
Aangedrongen wordt op een spoe
dige afdoening dezer aangelegenheid.
Bij beschouwing der beide wets
ontwerpen wordt door ondergeteeken
den de stellige indruk verkregen, dat
het verheffen van een der ontwerpen
tot wet z'al leiden tot groote onbillijk
heid. Volgens het Regeeringsontwerp
zulten ongeveer 250 van de UOO ge
meenten profile eren, terwijl volgens
het voorstel van de Kamerleden Jhr.
de Geer c.s., hoewel door het beschik
baar stellen van 40 inplaats van 10
millioen, meer Gemeenten een ver
hoogde uitkeering zullen genieten
(echter niet in een goede verhouding
tot hetgeen de ingezetenen meer aan
belasting hebben op te brengen) over
't algemeen de door het Rijk ver
leende gelden zullen vloeien in de
kassen der gemeenten met groote be
volkingscentra. Dit zou toch onge
twijfeld tengevolge hebben, dat liet
platteland belangrijk izou moeten bij
dragen in de kosten der steden.
Naar de meaning van onderge-
teelcenden dient dit te vvordyii
voorkomen,
tWel is waar is de belastingdruk
in de steden grooter, doch dit mag
geen reden zijn om het platteland
te doen bijdragen. De stad biedt
door haar bedrijven, inrichtingen
voor onderwijs, ziekenhuizen enz.
zooveel voordeelen en genot aan
haar ingezetenen, welke de platte
landers moeten missen, dat de ver
houding in belastingdruk zeer
goed is gewettigd.
Met groote bezwaren gaat liet
dikwijls nu reeds voor de uitge
strekte plattelandsche gemeenten
gepaard een bedrijf van eenige be
teekenis 00 te richten en tot Ver-,
betering pp sociaal gebied' te gé«
raken.
Door velen wordt urgent geacht
de kleine gemeenten op te heffer,
omdat men ze niet bii machte oor
deelt te voldoen aan de eischen
voor ontwikkeling en tevens niet
in staat de ambtenaren behoorlijk
te salarieercn.
Wanneer nu van die gemeenten
of eigenlijk van de ingezetenen
dier gemeenten, wat in zekeren zin
op hetzelfde neerkomt, worden ge
vorderd hoogere belastingen ten
bate der in vele opzichten zoo bui<
tengewoon boven haar bevoor
rechte steden, als een bijdrage in'
de door deze wel voldoende ver
hoogde salarissen en in de on
geacht de kosten tot stand ge-,
brachte of nog te brengen verEe<
teringen van allerlei aard ten ge*
rieve harer ingezetenen, dan zul-'
Ien de plattelandsche gemeenten.-
die nu reeds door de daling der
prijzen van landbouwproducten de
mindere draagkracht der landbou
wers gevoelen, vooral bii.verderen
tegenslag nog moeilijker dan tot
heden zich kunnen ontwikkelen en
zlich tot nog groote re achterstel/
ling bii de steden gedoemd zijn.
Hoogst ongewenscht zou liet
zijn en in strijd met de werkelijke!
democratie als de vooruitgang
van het platteland op sociaal ge
bied: door hooge belastingen ten
behoeve der steden tot stilstand
werd gebracht.
Met het oog Jiierop zouden on
dergeteekenden de aanneming zoo
wel van het een als van het ander
aangeboden wetsontwerp Zeer be/
treuren.
Indien niettemin noodzakelijk
wordt ge-ordeeld hetgeen ook
zii beami 1 dat hét Rijk de ge
meenten agemeen tegemoet komt
in die ko~Jen,- veroorzaakt of noo
dig gc kt ter uitvoering van
wetten regeeringsvoorschriften
rakende ,ret algemeen Rijksbelang,
dan zal naar hun gevoelen her
rechtvaardigste zijn, aan elke ge
meente per inwoner een gelijk be
drag toe te kennen.
Do financieel zwakken zullen ik
dit ffoval in zooverre extra worden'
geholpen, dat in de voor deze uit-
keeringen te heffen belasting, ziij, die
de grootste draagkracht bezitten, het
inoest hebben bij te dragen.
Mpoht u van oordeel zijn, dat op
deze wijze geen goede regeling is te
treffen en vastgehouden mioet worden
aan de grondslagen der wet van 24
Mei 1897, dan meenen oadergetea-
kenden, dat het verteenen van Rijles
Steun aan de gemeenten, zich niet'
vorder mag uitstrekken, dan lo' de
toegezegde 100 millioen uit de Cor
tagswinstbeiasting en tot verkoaging
tot een gelijk percentage der bij do
artt. 1 tot en met 9 der bovenge
noemde wet bedoelde uitkeeringen
met ten hoogste 10 millioen met
dien verstande, dat voortaan geen
aftrek ingevolge art. 9 bis meer
zal plaats hebben en met toevoe
ging van een verhoogde uitkeering;
a)3 tegemoetkoming in de salarissen
van Burgemeesters, Secretarissen en
Ambtenaren ter Secretarie.
Beleefd verzoeken ondergeteeken
den U het vorenstaande in ernstige
overweging te willen nemen en do
belangen van het platteland niet uit
het oog te willen verliezen.
5 Maart 1921.
Burg. en Weth. van Zij po
(w.g.) J. de Moor Bui-g.
(w.g.) J. A. de Boer, Secr.
Burg. on Wetih. v. N.-Niedorp,
(w.g.) P. Koopman, Burg.
(w.g.) P. Haringhuizen, Secr,
[Burg. on Weth. van Winkel
(w.g.) J. Koomen, Burg.
(w.g.) A. do Ridder, Secr.
Burg. en Weth. v. Wieringerw.
(w.g.) O. Haringhuizen, Burg
(iv.g.) A. Dsz. Sleutel, Weth.
De Regeering en do Tiweede Kamer
moeten weten hoe de plattelandsoho
gemeenten met hunne ingezetenen,
in 't algemeen over deze voor hen
zoo ernstige aange egenheid denken.
Van groot belang zal het daarom
zijn, dat gemeentebesturen, vereeni-
gingen en particulieren zich met
de.i m esten spoed in vrij we' g 'ijkten
zin tol de VoJcsvcrlegenwoordiging
wenden of aan deze adliaesie betui
gen.
Ten einde een en ander onder da,
aandacht van belanghebbenden te
brengen wordt aan do direction van'
groo-bo en kleine plaatselijke bladen
verzocht dit stuk in hunne couranten
op te nemen.
Namens de Besturen der geronnde
gemeenten.
G. HARINGHUIZEN,
Burgemeester van Wieringerwaard
Alkmaar, 12 April 1921.
DE DURE MELK.
Mijnheer de Redacteur,
ni vraag mij af, Mijnheer de Redac
teur, hoe het toch komt. dat dc melk
lifer in AlkmiSar nog steeds zoo duin
betaald moet worden.
Naar ik van de boeren vernam, leve
ren deze hun melk (en dan de echte,
volle, melk) legen 13 cent de Liter,
en wij, burgers, moeten er behoorlijk
19 ct. voor betalen (kort geleden nof
21 cU
Voor den oorlog kreeg de niclksüjlei
2 ct. per kan, laat bij nu, waar.
alles duurder geworden is, eens 4 ct,
krijgen, dan kom ik met mijn be
rekening toch nog niet verder, dan
13 -|- 4 17 ct.
Waarom moeten wij nu nog die 2
ct. méér betalen?
Zit 'ni dat in de gezegende melk-
centrale?