KITftM n MM 1Z18B4 a CREDIEtVEBEEKIGIHfi 1853
BINNENLAND.
FEUILLETON
No. 163
ZATERDAG 16 APRIL 1921
14e JAARGANG
Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: KSSffSfa»4"
Fa. W. APPEL Jr.
öHMtC - ASSOCIATIE
Kapitaal en Reserven f 19.500.000
Direct.: K VAM MIENES. Jr.
Parlementaire kroniek
2 Zandhfad 10 Cts.
VAN BEB PUTT BE VLAM
EINDHOVEN.
Actie tegen de Arbeidswet.
weergevonden doehter
Binnenlarsdsoh Nieuws,
NOORDERBANK,
HOORN,
crediet
in Rekenirg-courant en tegen
accept.
I 1
Abonnementsprijs;
Per kwartaal voor Alkmaar f 2.—
Voor buiten Alkmaar f 2.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.50 hooger.
Advertentieprijs:
Van 1—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25; Reclames
per regel f Ü.75; Rubriek .Vraag en aanbod bij voor
uitbetaling per plaatsing f 0.60.
Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot ee'
bedrag van f 500,—, f 400—, f 200—, f tOO,—f 60,—f 35—, f 15,—.
Kantoor ALKMAAR. 8REEDSTRAAT 11
Cmrrespondentsohap HQOiï?!.
GROOTE NOORD 140
Crsdietan, Deposito's, Aan- ®n Verkoop van Effecten.
ALLE BANKZAKEN.
De interpellaties van de heeren Sannes en
Henri Hermans
De partijen in <le veenstreken waren aan 't
onderhandelen; er viel dus af te wachten,
wat 't resultaat dier onderhandelingen zou
zijn. Waartoe diende dan die breed opge
zette interpellatie van den heer Sannes?
Dat de heer Van Rijzewijk verklaarde dit
niet in te zien, is heel begrijpelijk, wan
neer men niet in aanmerking neemt, dat
zoowel de socialisten als de communisten,
kwesties als herrie in de veenstreken, gre
tig aangrijpen om reclame voor hun partij
te maken, mitsgaders er politieke munt
uit te slaan.
Bij de interpellatie van den heer Sannes
heeft het aan de gebruikelijke schimpscheu
ten op het kapitalisme, waarmee de socia
listen iedereen vervelen, niet ontbroken.
De socialist deed het op min of meer fat
soenlijke, de communist Wijnkoop op zijn
bekende rumoerige wijze.
Op den aandrang van den interpellant,
dat de Regeering door toeslag op de loonen
den toestand d'er veenarbeiders verbetert,
heeft minister Aalberse, evenals in zijn
antwoord op de schriftelijke vraag van mr.
Sannes, met een besliste weigering geant
woord. Waar moeten, zoo. vroeg de Minis
ter, de miflioenen voor een dergelijken toe
slag vandaan komen? Bovendien zou een
feitelijke loonsverlaging daardoor slechts
bedriegelijk weggemoffeld worden.
Zooals men weet, bestaat de mogelijk
heid, dat de partijen, verveners en veen
arbeiders, onderling tot overeenstemming
zullen komen. De minister sprak de hoop
uit, dat ze daarin mogen slagen. En, zoo
voegde hij er aan toe, indien dit niet het
geval mocht zijn, zal ik verder zien en
afwachten.
Inderdaad, heel verstandig geredeneerd
was het antwoord van den minister op den
Bevredigend voor den interpellant,
aandrang naar spoedige en in ruime mate
verschaffing van werk. De minister stel
de vast, dat, met de krachtige en gewaar
deerde medewerking van den Commissa
ris der Koningin in Drente, op het gebied
der werkverschaffing in de veenstreken
reeds veel gepresteerd is. Ter bevordering
van een nog krachtiger actie in deze rich
ting, overweegt de Regeering de aanstel
ling van een regce rings vertegenwoordiger,
die spoedig maatregelen kan treffen en
algemeen toezicht kan houden. Aanleg van
wegen en van kanalen, ontginning en be-
bossching zijn wel de voornaamste midde
len, waardoor de gelegenheid tot het ver
richten van prodnetieven arbeid wordt
vermeerderd. In het bijzonder zal de hand
geslagen moeten worden aan ontginningen
op groote schaal. De minister deelde me
de, dat deze gedecentraliseerd geregeld zul
len worden onder leiding van, uit verve
ners en arbeiders, samengestelde commis
sies, welke door landbouwers technisch
zullen worden voorgelicht. Dat deze des
kundige voorlichting bij ontginning on
misbaar is, is later in den middag nog eens
terecht nadrukkelijk betoogd door den heer
Weitkamp, die er aan herinnerde, dat on
oordeelkundige ontginningen geidvermor-
sing beteckent.
Het tarief van steunverleening aan de
werklooze veenarbeiders, dat door den
heer Sannes zeer veel te laag werd ge
acht, zal door de Regeering wellicht wor
den herzien.
Maar al deze toezeggingen konden niet
verhinderen, dat bij repliek, de interpel
lant een motie voorstelde, waarin werd
aangedrongen op het ontwerpen van een
publiekrechtelijke regeling van het veen-
bedrijf, in samenwerking met de provinci
ale en gemeentelijke overheden en in over
leg met de werkgevers en werknemers.
David Wijnkoop wilde natuurlijk voor
den concurrent in politieke propaganda
niet onderdoen, hem integendeel overtref
fen. Daarom diende hü een motie in ten
einde o.m. aan de werklooze veenarbeiders
een minimumu-uitkeering van 30 per
week toe te kennen en de militaire poli
tie uit de veenstreken terug te roepen!
De communistische afgevaardigde, door
den interpellant Sannes daartoe zeer na
drukkelijk uitgenoodigd, heeft omtrent de
houding welke de veenarbeiders bij revo-
lutionnair standpunt in dat geschil behoo-
ren aan te nemen, betoogd, dat het doei
van hem en van zijn partijgenooten ook
thans, zooals altijd, is, „sterking van het
verzet", hetwelk tegen liet kapitalisme
„spontaan" uit de ondervonden ellende
voortspruit. De branden noemde de heer
Wijnkoop wanhoopsdaden, die bij niet
aanmoedigt. Hij ging hierbij zelfs zoover,
om te beweren, dat ook in „De Tribune"
niet tot gewelddaden was aangespoord;
de redactie had slechts geschreven, dat de
communisten deze daden begrijpen, doch
de arbeiders daarin niet sterken!
Welke waarde aau deze Wijnkopiaan-
sche beweringen te hechten is, begrijpt eik
verstandig mensch.
De discussies hadden overigens weinig
om 't lijf. De heer Weitkamp vermaakte de
Kamer door communisten en socialisten,
op zijn leuke wijize, in de maling te ne
me n, de heer Smccnk raadde den jongen
veenarbeiders aan, om maar een ander
valk te kiezen, daar de turf er tocih nooit
bovenop komt, en de heer Zylstra drong
terecht aan op betere bescherming van de
ordelijke arbeiders en burgers.
De moties van do heeren Sannes en
Wijnkoop werden verworpen, zooals te
verwachten was.
Eerlijk gezegd, zou het o.i, Wenacheiijk
zijn geweest, dat ook dé lieer Hermans
zijn interpellatie over de arbeidsvoorwaar.
den der mijnwerkcis nu niet aan de orde
ihad gosleüld. Zijn verzoek om te interpel
leer en had hij 5 April ingediend. Sindsdien
zijn de partijen tot overeceiistemming go-
komen en zullen de bestaande contracten
tot 1 Juni a.s. gecontinueerd worden.
Daarna zal men opnieuw gaan onderhan
delen.
Intosschen ontving deze inleroeöant op
zijn eerste en voornaamste vraag een ge
heel bevredigend antwoord van Minister
van IJsselsteyn. De bewindsman verzeker
de toch, da' een 1 Juni a.s. eventueel
noodzakelijk gebleken loonsverlaging niet
dan zeer geleidelijk zal worden ingevoerd.
Naar aanleiding- van den wensch van den
interpellant, dat met werkvensdhaffing
voor werklooze mijnwerkers zoodra ïno-
gelijik wordt begonnen met den aanleg van
Alle drukwerken zonder uitzondering.
VRAAGT PRIJS.
tramwegen en het graven van kanalen in
Limburg, -werd hij door minister- Van
IJsselsteyn naar diens ambtgenoot van
Arbeid verwezen, onder wien de werk
verschaffing ressorteert.
Over bet antwoord hem door den Mi
nister op zijn drie andere vragen gegeven,
was de heer Hermans minder tevreden.
Het treffen van maatregelen, waardoor
aan de contactcommissie de bevoegdheid
wordt verleend, om inzage te nemen van
Beroemde „SEGSKgHG"
[Fornuizen Holi. IJzermayazijn v/h.
ld. DE WILD. Alkmaar,
Laat over de Boterstraat.
ecenomisch leven zoowel als in al
oude gebpiiken en gewoonten zóó diep
ingrijpt.@e Regeering lieeft zich bij
'de behandeling dezer wet van den
beginne af geplaatst op het stand
punt, dat ongetwijfeld het productie-
vraagstuk een economisch vraag-, i
is van het grootste belang, maar dat
het toch slechts een onderdeel is van
de bedrijfsresultaten, kon de minister met J
direct loezesracn. niet alleen, omdat daar-! Veel algemeener vraagstuk, hoe
direct toezeggen, niet alleen, omdat daar
mede over de belangrijke vraag van «c
dezeggenseüiap een verstrekkende beslis- j hygiënische welvaart van
sing zou worden genomen, maar oök, oan-1 kan bevorderen.
men de godsdienstige, zedelijke en
ons volk
dat met het oog op de particuliere mijnen
wijziging der mijnwet daarvoor noodiig zou
zijn. Evenmin zou Z.Exc. locgeven aan den
wensch van den interpellant, dat tot be
spoediging van een herziening van het
mijnreglement worde volstaan met het ad
vies van de contactcommissie, aangevuld
met een vertegenwoordiger van het staats
toezicht. Het advies van dien HoogenRaaö
van Arbeid meende de minister in geen
geval daarbij ie kunnen missen.
Ook kon Minister Van IJsselsteyn zich
niet vereenigen met de instelling van een
ciisdsfonda waaruit werklooze mijnarbei
ders zouden worden gesteund, op de wij
ze als bij de werkloozemiilkeering.
En een en ander vond de iruterpellan'
aanleiding tot het voorstellen van een mo
tie, waarin hij zijn wemsehen ten aanzien
van do bevoegdheid der contactcommissie
tot inzage der bedrijfsresultaten, ei: van
«en crisisfonds «ader vervatte.
Aan de discussies over deze aangelegen
heid werd deelgenomen door de heerer
Als een geschikt middel lot bevorde
ring van het godsdienstige, zedelij
ke en hygiënische welvaart van ons
volk is deze wet met overgroote meer
derheid door de Staten-GeneraaL aan
genomen. En daarom, om wille
van de verheven motieven, welke on
ze volksvertegenwoordigers tot het
aanvaarden der wet hebben bewogen
moet de Minister van Arbeid bij
de toepassing waken tegen het sabo
teeren door links of rechts.
Waken tegen de arbeiders, die de
wet hebben gevraagd om een hooger
I0011 te bedingen, en dan later over-
werkvergtmniugen eischen, om nóg
meer geld te verdienen, ten einde hun
matericele begeerten in nog ruimere
mate te kunnen bevredigen, al gaat
dit meestal slechts ten koste van de
godsdienstige, zedelijke en hygiënische
welvaart, die de arbeidswet wil be-
De Jonge, Smcenl;, Wijnkoop en Van dei- vo™<"'<'11-
Weerden. De socialistische jonkheer D, i J Waken tegen de patroons, die van
Jonge, vreesde dat de minister die hei Arbeidswet willen afkomen, met
grip j^leade&ijklh-eid" brj looDisverla^'v
niet nauwkeurig bepaalde, de mijnwer
kers tenslotte toöli tot de slachtoffers der
nieuwe regeling zou maken.
David Wijnkoop was natuurlijk aller
minst bevredigd en beschouwde de thans,
voorloopig bereikte overeenstemming
reeds als een. nederlaag der arbeiders, die,
naar zijn oordeel, den strijd hadden moe
ten volhouden. Een juister standpunt nam
de heer Smeenk in. Deze achtte een loons
verlaging vrijwel onvermijdelijk. Doch
juist deze onvermijdelijkheid legt z.i. aan
de directies den plicht op, om omtrent
bet bedrijf en resultaten er van de arbei
ders volledig in te lidbten en hen op alle
andere wijzen een juist inzicht in den toe
stand van het bedrijf bij te brengen. Dat
loonsverlaging inderdaad onvermijdelijk^
zou zijn, werd door dr. Van der Waerden
echter ontkend.
T^en de motie van den interpellant op
perde de minister tenslotte het bezwaar,
dat over een zoo belangrijke aangelegen
heid als de medezeggenschap der arbei
ders in. de bedrijven niet incidenteel mag
worden beslist. Wel verklaarde hij zich
bereid, om bij de mijndireclies aan te drin
gen, op meerdere openbaarmaking der be
drijfsgegevens tegenover de arbeiders
waarop de heer Hermans zijn motie introk.
De Arbeidswet is niet tot stand ge
komen, om aan de Regeering het twij
felachtig genoegen te verschaffen, tel
kens weer de imdividueele vrij
heid. van patroons en arbeiders te moe
ten beperken. Om hoogere motieven
werd deze sociale maatregel getrof
fen, die als een nieuwigheid in ons
Do
Naar het Fransch'
yan P.AOUL DE NAVERY,
bewerkt door
Nabij Mezières ia 'a herberg kwam de
eerslc gedachte aan de misdaad bij
d'e mannen op. Denzelfden avond
werd Dolores door hen naar een woud
gevoerd en daar verlaten in de hut
van een kolenbrander. De aanwezig-
beid in die streek van een bende roo-
vers, die in den geheelen omtTek ge
vreesd waren, verklaarde de plotse
linge verdwijning van Cabarou en
zijn medeplichtige. Zij die hen het
laatst gezien hadden, Marianou de moe
der van Laurent, en Janiotte, de eige
nares van de herberg, geloofden des
te eer dat de roevers hen vermoord
hadden, daar zij dien eigen nacht een
tiental reizigers hadden uitgeplunderd.
Dolores slapend in de hut achterge
laten, ontwaakte vol schrik dat zij al
leen was. Zij riep, maar kreeg geen
tntwoord. God jbewaajde het kind, dat
ten doode gewijd was, het leefde van
vruchten en bessen... Later kwam het
van 't Ai-dennenwoud in de bosschen
van Songy, waar wij het gevonden
hebben. Dat alles lijkt mij zoo helder
als de dag, het is mijn dochter... Geef
my mijn mantel en mijn sluier.
„Wat wilt gij gaan doen?" vroeg
Etiennette."
„Naar mijn dochter snellen, haar in
mijne armen drukken, en dan met haar
tot haar vader gaan en hem zeggen:
Humbert, ik heb den moed om u te
rug te zien pas gevonden, toen ik u
uwe dochter kon teruggeven.
„Wat spreekt gij van graaf Hum-
bert, Flavienne?"
„Hij ook leeft, maar in de eenzaam
heid voor God en den naaste. Hü leeft
maar is gestorven voor de wereld, die
hem niets meer kon aanbieden. Hij
leeft, maar roept onder tranen om
Dolores en Flavienne.
„En gü hebt dat geheim gehouden,
zeido Etiennette verwijtend."
„Ik wist dat de ure zou komen om
u alles te zeggen."
„Waar bevindt graaf Humbert zich
thans?"
„Hebt gij ooit in Parijs, hporen spre-
meer te produoeeren, doch veel
al om. een lager uurloon te kunnen
betalen en dan op hun beurt door
langer werktijden met lager uurloo-
nen den uitstekenden socialen maatre
gel der Arbeidswet: de bevordering
van de moreele en physieke volkswel
vaart, tot een wassen neus te maken.
Na dit alios te hebben voorop gesteld,
treedt do „Tijd" in een critiek op de
houding van hot oud-liberalo Haagsehe
blad ds „Nieuwe Ort." tegen do Arbeids
wet, een bonding die een actie er tegen
genoemd mag worden; een actie die
trouwens niet tot bet beoogde dool kan
leiden.
Het Amsterdamscke orgaan schrijft o.m.
„Wanneer de redactie van het oud-
liberale blad met ons Katholieken wil
opkomen voor 'n soepele toepassing van
de Arbeidswet, zóódanig, dat vitale be
langen onzer nationale industrie er niet
door geschaad worden, dan behoort elko
poging om wantrouwen te verwekken of
<e versterken achterwege te blijven. Do
wijze, waarop deze actie thans in het
Haagsehe blad wordt gevoerd, versterkt
bet wantrouwen bij de arbeiders, aan wio
ap alle tonen door do sociaal-demosraten
wordt voorgezongen, dat do zoogenaamde
„reactie" 'n georganiseerden aanval doet
can de loonen te drukken en den werk
tijd te verlengen. Tegelijk wordt door do
„Nieuwe Courant" wantrouwen gewekt
bij de werkgevers tegen den Minister
van Arbeid, die van ambtswege ver
plicht is, te waken voor de behoorlijke
toepassing dezer wet.
Zoolang de kringen, waarvan het oud-
liberalo blad do tolk wil zijn, zich niet
kunnen opwerken tot de erkenning, dat
de Arbeidswet door do overgroote meer
derheid van onze volksvertegenwoordi
ging werd goedgekeurd, als een middel
om de godsdienstige, zedelijke en hy-
giönischo welvaart van ons volk te be
vorderen, zullen zij zelf de schuld dra
gen, dat ook naar ernstige argumenten
voor een soepele toepassing der wet
slechts met wantrouwen wordt geluisterd.
NEDERLAND EN BELGIE.
Hervatting der onderhandelingen1
Men meldt uit Brussel aan de ..N. R.
Ct."; Een lid van het Belgische Kabinet,
dat wij gevraagd heblxm naar een m»|*
lijke hervatting van de besprekingen met
Nederland, lieeft ons geantwoord, dat
deze kwestie op het oogenblik een .punt
van overweging uitmaakt voor de Bel
gische régeering.
De Malaria-Commissie voor
Noord-Ilolinad.
Hel jaarverslag over 1920.
In het Ned. Tijdschr. v. Geneesk. komt
het jaarverslag voor, dat de Malaria-com
missie voor Noord-Holland aan den mi
nister van Arbeid hoeft uitjebra. ht.
In de eerste plaati worden beschou
wingen gewijd aan de verblijf plaats der
malaria-nuggea of anopheles ab vo'was-
sen insect. Voor de bestrijding is vooral
de verblijfplaats gedurende den winter
van belang, omdat men 's zomers de
anopheles dddr vindt, waar mensch of
dier voor bloodzuigen en water voor
eierlegging op niet te grooten afstand
te vinden is on dat boteekent voor N.-
Holland vrijwel overal. Voor de winter
zijn de paardenstallen het meest van
belang. Echter niet alle paardenstallen
bevatten evenwel anopheles. In Amster
dam b.v. die in het centrum der stal en
ten Noorden en Westen ervan de minste.
Opyallend was het feit, dat de koestallen
bjjna geen anophele3 bovatten, te meer,
omdat uit huiteulandsclie mededeelingen
hekend is, dat daar do koostallen wel
een groote rol spelen. De commissie kreeg
den iud.uk dat onze anopheles d n voor
keur aan het paard geeft. Een andere
reden is, dat de koestallen meestal zeer
vochtig zijn. Verder biijvon de koeien
in de onderzochte streek tot eind Octo
ber of half November in de weide.
Een karakteristiek verschil blijkt te
bestaan tusschen malariamuggen, de ano
pheles, en do gewone muggen, do culice3
n.l. dit, dat do culicos 's winters in de
kelders fo vinden zijn en de anopheles
op den zolder.
Wat de middelen tot ontmueging van
stallen en lniizcn aangaat, de commissi
is or van overtuigd, dat borcolcing en uit-
zwaveling slechts in uitzonderingsgeval
len in aanmerking komen. Hot glas met
een petroleumwat in do huizen, do bak
metprelroloumdotten in do stallen 13 een
der eenvoudigste, overal en door ieder 1
toe te passen middelen. Als tweede mil-
del wordt genoemd de stofzuiger, overal
waar elootriciteit besohikbaar is 'n vlug
en rein middel.
Door haar onderzoekingen Ï3 de com
missie in haar meoning versterkt, dat
een systematische larvenbestrijding on
doenlijk is. Hot is onmogelijk, alle wa
teren, waarin de larven voorkomen, gron
dig te behandelen. In uitzonderingsge
vallen kan in dit opzicht toch wel op-
ALKMAAR
Verstrekt
getreden worden. Zoo wijst het verslag
erop, dat het aanbeveling zou verdienen,
do slootschouw één maand to vervroe
gen. De slootschoonmaak zou dan in
Augustus plaats hebben, den tijd van den
grootsten rijkdom aan larven.
Do gaasprotectio is naar het inzicht
der commissie ten onrechte in disere-
diet geraakt, Een gedeeltelijke protectie
is goed uitvoerbaar en van haar is ook
wel effect to verwachten. Daarbij kan
volstaan worden met slechts 66n der ra
men in olko slaapkamer to voorzien,
mits door de bewoners ervoor gezorgd
wordt, dat éón uur vóór zonsondergang
de deuron en do onbeschormde ramen
der slaapkamer gesloten worden. Men
zal echter ook zoo niet kunnen voor
komen, dat toch enkele muggen overdag
binnendringen, bij het vallen der sche
mering zwermen dozo tegen de venstors
en zijn daar gemakkelijk te dooden, of
men moot ze 'a avonds voor het naar
bed gaan even vangen, hetgeen weinig
moeite geeft, omdat zij dan aan de zol
dering hangen en daar met het glai met
petroleum wel te bereiken zijn.
Ton slotte zogt do commissie dat zij
ia komen te staan voor belangrijke on
opgeloste vraagstukken, die voor ons land
mot de drooglegging dor Zuiderzee in
het verschiet buitengewoon gewichtig zijn.
Zij meent dan ook, dab zij haar werk
nog niot als geëindigd mag beschou
wen.
HET OVERLIJDEN VAN DE
EX-KEIZERIN.
Naar uit Berlijn door het „Holl. Nwsb.
gemeld wordt, heeft Woensdag in dc
kerk te Potsdam een rouwdienst voor de
overleden keizerin plaats gehad, waaraan
prinsen en prinsess- van het koninklijk
luds delnamen. Hofprediker dr. Vogel
hield daarbij de preek. Ook in de gar
nizoenskerk werd een rouwdienst ge
houden, waarbij de prinsen Eilel Frie-
drioh en Friedrioh Sigismund met huil
celltgenóoten tegenwoordig waren, even
als prinses Victoria Margaretha. Hel
koninklijk huis wa<s hier vertegenwoor
digd door de cchtgemoole van prins Oscar
Het was Donderdag bijzonder druk in
Doorn De „Msb." meldt, dat een zwei-rn
Fraaisdhe en Engelschc journalisten,
pers-fotografen en filmoperateurs met
lvun langbeenige toestellen over het dorp
en de omgeving van het kasteel neerge
streken zijn, omdat men vermoedde dat
nietlegenstaande de officieele berichten,
welke nog uit de beste bron bevestigd
werd-en, dat het stoffelijk overschot van
de ex-keizerin eerst Zondag zal worden
vervoerd, meenden dat deze gebeurtenis
tocih 14 dezer zou plaats hebben.
Tegen half negen was liet in liet dorp
zwart van de meniscJien en auto's, waar
van vele uit UtrPeilt en andere omliggen
de plaatsen waren gekomen. Een hard
nekkig gerucht liep dat Donderdagavond
de overbrenging naar het station Maarn
zou plaats hebben.
Donderdagmiddag om drie uur heeft de
ex-kroonprins in gezelschap van der
hofmaarschalk Gontart per auto oen be
zoek gebracht aan den rouwtrein, die
aan het sta ion Maarn gereed staat.
Deze trein bestaat uit twee bagage-wa
gens en twee salon-rijtuigen. De eerste
bagagewagen is ats lijkwagen ingericht en
mei sparrengroen versierd.
Donderdag zijn aan het kasteel te
Doorn wederom tal van kransen afgege-
kea over de schatmeesters der armen
„Zonder twijfel."
„Welnu onder dien naam verbergen
zich markies Jacques en zijn echtge-
noote. De grijsaard heeft hem vergif
fenis geschonken, en belden brengen
met abbé Régis hun leven door in ge
bed en aalmoezen. Thans ben ik niet
bang meer. Ik zal markies Jaques gaan
opzoeken, en met Dolores aan de hand
zal ik voor hem nederknielen. Hy be
mint Humbert, hij bidt, hij kan dus
geen haat meer voelen. Alle tranen
van zijn zoon zijn op dat oude hart
gevallen om het te verteederen. Waai
de naastenliefde heerscht ontluikt ver
geving en medelijden.
Etiennette geleid mg naar myn doch
ter. Mijn_ dochter! Zg Igkt mij geheel
anders sinds ik haar dien naam kan
geven. Maar ik heb haar toch altijd
bemind. Herinnert gij u, dat zg van
af het eerste oogenblik meer van mg
scheen te houden dan van u? Dat was
de natuur, die God in de harten van
moeders en kinderen gelegd heeft.
Eensklaps rees zg op van het bed.
De geneesheer trad nader, en zeïde
haar:
„Ik zal u toestaan uit tc gaan als
gij dezen drank genomen hebt."
Flavienne glimlachte. „Ik zal thans
alles doen wat gy wilt, al moest ik
vergif drinken, ik ben bereid.
Zg ledigde den drank in één teug
en reikte den geneesheer de hand. Ik
ben een slechte zieke, maar een goe
de moeder. Gij zult mijn huisdokter
worden, en mijne dochter verzorgen,
die een weinig bleek wordt. Kom
Etiennette, laat ons gaan.
„Ik bedenk daar, antwoordde deze,
dat de paarden zijn afgespannen."
„Ja, zuster, zeide Antonin, maar mijn
rgtuig wacht op het voorplein."
De zeeofficier ondersteunde Mevr.
de Flessigny, tewijl deze den trap af
ging. Zoodra zij zich op weg bevond
naar het kloster, bracht zij beide han
den naar hare borst, haar hart bonsde.
„Flavienne, vroeg Mevrauw d'Epi-
noy, hebt gg nooit gehoord wat er na
den dood der strandroovers van Pen-
mark geworden is van het kind dat u
in den nacht van de ramp opnam?
„De pastoor van Penmark, wiens
hulp zg inriep op den dag toen haar
grootvader verinoord werd, gaf haar
een brief voor abbé Régis, en raadde
haar aan zog spoedig mogelijk die ge
vloekte plaats te verlaten. Follé Avo
nie volgde dien raad, zocht den aal
moezenier op, en bracht twee jaren
door in dit klooster van gewijde
maagden, dat liij bestuurt.
Op zekeren dag kwam een groote
dame, wier kind gestorven was, naar
het klooster en vroeg zuster Praxedis
voor haar de ongelukkigste har er pen-
sioDfljren uit te kiezen. Telle Avainc
werd do-or de overste aangewezen
en de dochter der Kermars is thans
door haar aangenomen en een rijke
en gelukkige erfgename. Misschien
zou het meer wreed dan dankbaar zijn
haar te herinneren, dat ik haar het le
ven verschuldigd ben, zij zou dan de
bloedige tooneelen weder voor hare
oogen zien die zij zonder twijfel tracht
te vergeten. Bovendien reist zij met ha
re weldoenster, en abbé Régis heeft
sinds meer dan een jaar geen tijding
meer van haar gehad.
„Uwe fijnge\ oelig'hedi raadt u het bes
te, mevrouw, hernam de zeeoffieier.
Laat dat arme kind het vorledene ver
geten."
Flavienne zag uil het portierraam
en zeide: Daar is het klooster, ik ga
mijn dochter. ;ter,ugzieu."
Zij opende het portier voordat het
rijtuig stilhield. Antonin sprong er uit
om haar de hand te reiken.
De portierster scheen zeer verbaasd
toen zij mevrouw d'Epinoy en haar
vriendin zag.
„Kan ik zuster Praxedis spreken,
vroeg Flavienne."
De portierster trok aan een bel,die
zich binnen het huis deed hooren,en
voerde de bezoekers in een spreekver
trek. Nog kort geleden had een menig
te van meer nieuwsgierig dan god
vruchtige bezoekers het huis gevuld,
maar reeds was alles er weder in de
keurigste orde. Een minuut later trad
do overste binnen Flavienne ijlde lat
haar. „Mijn dochter! riep zij haar toe
breng inij mijn dochter. Gij kent haar
niet." Dat meisje door ellendelingen
in de bosschen, te midden der wolven
alleen gelaten, is mijne Dolores,die ik
troosteloos beweende en door een won
der van God heb truggevonden.
Hoe zeide zuster Praxedis, het wil
de meisje, heden onder den naam van
Maria Le blanc gedoopt."
Wordt vervolgd)