KITftM n MM 1Z18B4 a CREDIEtVEBEEKIGIHfi 1853 BINNENLAND. FEUILLETON No. 163 ZATERDAG 16 APRIL 1921 14e JAARGANG Bureau: HOF 6, ALKMAAR. - Telefoon: KSSffSfa»4" Fa. W. APPEL Jr. öHMtC - ASSOCIATIE Kapitaal en Reserven f 19.500.000 Direct.: K VAM MIENES. Jr. Parlementaire kroniek 2 Zandhfad 10 Cts. VAN BEB PUTT BE VLAM EINDHOVEN. Actie tegen de Arbeidswet. weergevonden doehter Binnenlarsdsoh Nieuws, NOORDERBANK, HOORN, crediet in Rekenirg-courant en tegen accept. I 1 Abonnementsprijs; Per kwartaal voor Alkmaar f 2.— Voor buiten Alkmaar f 2.50 Met Geïllustreerd Zondagsblad f 0.50 hooger. Advertentieprijs: Van 1—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25; Reclames per regel f Ü.75; Rubriek .Vraag en aanbod bij voor uitbetaling per plaatsing f 0.60. Aan alle abonné's wordt op aanvrage gratis een polis verstrekt, welke hen verzekert tegen ongevallen tot ee' bedrag van f 500,—, f 400—, f 200—, f tOO,—f 60,—f 35—, f 15,—. Kantoor ALKMAAR. 8REEDSTRAAT 11 Cmrrespondentsohap HQOiï?!. GROOTE NOORD 140 Crsdietan, Deposito's, Aan- ®n Verkoop van Effecten. ALLE BANKZAKEN. De interpellaties van de heeren Sannes en Henri Hermans De partijen in <le veenstreken waren aan 't onderhandelen; er viel dus af te wachten, wat 't resultaat dier onderhandelingen zou zijn. Waartoe diende dan die breed opge zette interpellatie van den heer Sannes? Dat de heer Van Rijzewijk verklaarde dit niet in te zien, is heel begrijpelijk, wan neer men niet in aanmerking neemt, dat zoowel de socialisten als de communisten, kwesties als herrie in de veenstreken, gre tig aangrijpen om reclame voor hun partij te maken, mitsgaders er politieke munt uit te slaan. Bij de interpellatie van den heer Sannes heeft het aan de gebruikelijke schimpscheu ten op het kapitalisme, waarmee de socia listen iedereen vervelen, niet ontbroken. De socialist deed het op min of meer fat soenlijke, de communist Wijnkoop op zijn bekende rumoerige wijze. Op den aandrang van den interpellant, dat de Regeering door toeslag op de loonen den toestand d'er veenarbeiders verbetert, heeft minister Aalberse, evenals in zijn antwoord op de schriftelijke vraag van mr. Sannes, met een besliste weigering geant woord. Waar moeten, zoo. vroeg de Minis ter, de miflioenen voor een dergelijken toe slag vandaan komen? Bovendien zou een feitelijke loonsverlaging daardoor slechts bedriegelijk weggemoffeld worden. Zooals men weet, bestaat de mogelijk heid, dat de partijen, verveners en veen arbeiders, onderling tot overeenstemming zullen komen. De minister sprak de hoop uit, dat ze daarin mogen slagen. En, zoo voegde hij er aan toe, indien dit niet het geval mocht zijn, zal ik verder zien en afwachten. Inderdaad, heel verstandig geredeneerd was het antwoord van den minister op den Bevredigend voor den interpellant, aandrang naar spoedige en in ruime mate verschaffing van werk. De minister stel de vast, dat, met de krachtige en gewaar deerde medewerking van den Commissa ris der Koningin in Drente, op het gebied der werkverschaffing in de veenstreken reeds veel gepresteerd is. Ter bevordering van een nog krachtiger actie in deze rich ting, overweegt de Regeering de aanstel ling van een regce rings vertegenwoordiger, die spoedig maatregelen kan treffen en algemeen toezicht kan houden. Aanleg van wegen en van kanalen, ontginning en be- bossching zijn wel de voornaamste midde len, waardoor de gelegenheid tot het ver richten van prodnetieven arbeid wordt vermeerderd. In het bijzonder zal de hand geslagen moeten worden aan ontginningen op groote schaal. De minister deelde me de, dat deze gedecentraliseerd geregeld zul len worden onder leiding van, uit verve ners en arbeiders, samengestelde commis sies, welke door landbouwers technisch zullen worden voorgelicht. Dat deze des kundige voorlichting bij ontginning on misbaar is, is later in den middag nog eens terecht nadrukkelijk betoogd door den heer Weitkamp, die er aan herinnerde, dat on oordeelkundige ontginningen geidvermor- sing beteckent. Het tarief van steunverleening aan de werklooze veenarbeiders, dat door den heer Sannes zeer veel te laag werd ge acht, zal door de Regeering wellicht wor den herzien. Maar al deze toezeggingen konden niet verhinderen, dat bij repliek, de interpel lant een motie voorstelde, waarin werd aangedrongen op het ontwerpen van een publiekrechtelijke regeling van het veen- bedrijf, in samenwerking met de provinci ale en gemeentelijke overheden en in over leg met de werkgevers en werknemers. David Wijnkoop wilde natuurlijk voor den concurrent in politieke propaganda niet onderdoen, hem integendeel overtref fen. Daarom diende hü een motie in ten einde o.m. aan de werklooze veenarbeiders een minimumu-uitkeering van 30 per week toe te kennen en de militaire poli tie uit de veenstreken terug te roepen! De communistische afgevaardigde, door den interpellant Sannes daartoe zeer na drukkelijk uitgenoodigd, heeft omtrent de houding welke de veenarbeiders bij revo- lutionnair standpunt in dat geschil behoo- ren aan te nemen, betoogd, dat het doei van hem en van zijn partijgenooten ook thans, zooals altijd, is, „sterking van het verzet", hetwelk tegen liet kapitalisme „spontaan" uit de ondervonden ellende voortspruit. De branden noemde de heer Wijnkoop wanhoopsdaden, die bij niet aanmoedigt. Hij ging hierbij zelfs zoover, om te beweren, dat ook in „De Tribune" niet tot gewelddaden was aangespoord; de redactie had slechts geschreven, dat de communisten deze daden begrijpen, doch de arbeiders daarin niet sterken! Welke waarde aau deze Wijnkopiaan- sche beweringen te hechten is, begrijpt eik verstandig mensch. De discussies hadden overigens weinig om 't lijf. De heer Weitkamp vermaakte de Kamer door communisten en socialisten, op zijn leuke wijize, in de maling te ne me n, de heer Smccnk raadde den jongen veenarbeiders aan, om maar een ander valk te kiezen, daar de turf er tocih nooit bovenop komt, en de heer Zylstra drong terecht aan op betere bescherming van de ordelijke arbeiders en burgers. De moties van do heeren Sannes en Wijnkoop werden verworpen, zooals te verwachten was. Eerlijk gezegd, zou het o.i, Wenacheiijk zijn geweest, dat ook dé lieer Hermans zijn interpellatie over de arbeidsvoorwaar. den der mijnwerkcis nu niet aan de orde ihad gosleüld. Zijn verzoek om te interpel leer en had hij 5 April ingediend. Sindsdien zijn de partijen tot overeceiistemming go- komen en zullen de bestaande contracten tot 1 Juni a.s. gecontinueerd worden. Daarna zal men opnieuw gaan onderhan delen. Intosschen ontving deze inleroeöant op zijn eerste en voornaamste vraag een ge heel bevredigend antwoord van Minister van IJsselsteyn. De bewindsman verzeker de toch, da' een 1 Juni a.s. eventueel noodzakelijk gebleken loonsverlaging niet dan zeer geleidelijk zal worden ingevoerd. Naar aanleiding- van den wensch van den interpellant, dat met werkvensdhaffing voor werklooze mijnwerkers zoodra ïno- gelijik wordt begonnen met den aanleg van Alle drukwerken zonder uitzondering. VRAAGT PRIJS. tramwegen en het graven van kanalen in Limburg, -werd hij door minister- Van IJsselsteyn naar diens ambtgenoot van Arbeid verwezen, onder wien de werk verschaffing ressorteert. Over bet antwoord hem door den Mi nister op zijn drie andere vragen gegeven, was de heer Hermans minder tevreden. Het treffen van maatregelen, waardoor aan de contactcommissie de bevoegdheid wordt verleend, om inzage te nemen van Beroemde „SEGSKgHG" [Fornuizen Holi. IJzermayazijn v/h. ld. DE WILD. Alkmaar, Laat over de Boterstraat. ecenomisch leven zoowel als in al oude gebpiiken en gewoonten zóó diep ingrijpt.@e Regeering lieeft zich bij 'de behandeling dezer wet van den beginne af geplaatst op het stand punt, dat ongetwijfeld het productie- vraagstuk een economisch vraag-, i is van het grootste belang, maar dat het toch slechts een onderdeel is van de bedrijfsresultaten, kon de minister met J direct loezesracn. niet alleen, omdat daar-! Veel algemeener vraagstuk, hoe direct toezeggen, niet alleen, omdat daar mede over de belangrijke vraag van «c dezeggenseüiap een verstrekkende beslis- j hygiënische welvaart van sing zou worden genomen, maar oök, oan-1 kan bevorderen. men de godsdienstige, zedelijke en ons volk dat met het oog op de particuliere mijnen wijziging der mijnwet daarvoor noodiig zou zijn. Evenmin zou Z.Exc. locgeven aan den wensch van den interpellant, dat tot be spoediging van een herziening van het mijnreglement worde volstaan met het ad vies van de contactcommissie, aangevuld met een vertegenwoordiger van het staats toezicht. Het advies van dien HoogenRaaö van Arbeid meende de minister in geen geval daarbij ie kunnen missen. Ook kon Minister Van IJsselsteyn zich niet vereenigen met de instelling van een ciisdsfonda waaruit werklooze mijnarbei ders zouden worden gesteund, op de wij ze als bij de werkloozemiilkeering. En een en ander vond de iruterpellan' aanleiding tot het voorstellen van een mo tie, waarin hij zijn wemsehen ten aanzien van do bevoegdheid der contactcommissie tot inzage der bedrijfsresultaten, ei: van «en crisisfonds «ader vervatte. Aan de discussies over deze aangelegen heid werd deelgenomen door de heerer Als een geschikt middel lot bevorde ring van het godsdienstige, zedelij ke en hygiënische welvaart van ons volk is deze wet met overgroote meer derheid door de Staten-GeneraaL aan genomen. En daarom, om wille van de verheven motieven, welke on ze volksvertegenwoordigers tot het aanvaarden der wet hebben bewogen moet de Minister van Arbeid bij de toepassing waken tegen het sabo teeren door links of rechts. Waken tegen de arbeiders, die de wet hebben gevraagd om een hooger I0011 te bedingen, en dan later over- werkvergtmniugen eischen, om nóg meer geld te verdienen, ten einde hun matericele begeerten in nog ruimere mate te kunnen bevredigen, al gaat dit meestal slechts ten koste van de godsdienstige, zedelijke en hygiënische welvaart, die de arbeidswet wil be- De Jonge, Smcenl;, Wijnkoop en Van dei- vo™<"'<'11- Weerden. De socialistische jonkheer D, i J Waken tegen de patroons, die van Jonge, vreesde dat de minister die hei Arbeidswet willen afkomen, met grip j^leade&ijklh-eid" brj looDisverla^'v niet nauwkeurig bepaalde, de mijnwer kers tenslotte toöli tot de slachtoffers der nieuwe regeling zou maken. David Wijnkoop was natuurlijk aller minst bevredigd en beschouwde de thans, voorloopig bereikte overeenstemming reeds als een. nederlaag der arbeiders, die, naar zijn oordeel, den strijd hadden moe ten volhouden. Een juister standpunt nam de heer Smeenk in. Deze achtte een loons verlaging vrijwel onvermijdelijk. Doch juist deze onvermijdelijkheid legt z.i. aan de directies den plicht op, om omtrent bet bedrijf en resultaten er van de arbei ders volledig in te lidbten en hen op alle andere wijzen een juist inzicht in den toe stand van het bedrijf bij te brengen. Dat loonsverlaging inderdaad onvermijdelijk^ zou zijn, werd door dr. Van der Waerden echter ontkend. T^en de motie van den interpellant op perde de minister tenslotte het bezwaar, dat over een zoo belangrijke aangelegen heid als de medezeggenschap der arbei ders in. de bedrijven niet incidenteel mag worden beslist. Wel verklaarde hij zich bereid, om bij de mijndireclies aan te drin gen, op meerdere openbaarmaking der be drijfsgegevens tegenover de arbeiders waarop de heer Hermans zijn motie introk. De Arbeidswet is niet tot stand ge komen, om aan de Regeering het twij felachtig genoegen te verschaffen, tel kens weer de imdividueele vrij heid. van patroons en arbeiders te moe ten beperken. Om hoogere motieven werd deze sociale maatregel getrof fen, die als een nieuwigheid in ons Do Naar het Fransch' yan P.AOUL DE NAVERY, bewerkt door Nabij Mezières ia 'a herberg kwam de eerslc gedachte aan de misdaad bij d'e mannen op. Denzelfden avond werd Dolores door hen naar een woud gevoerd en daar verlaten in de hut van een kolenbrander. De aanwezig- beid in die streek van een bende roo- vers, die in den geheelen omtTek ge vreesd waren, verklaarde de plotse linge verdwijning van Cabarou en zijn medeplichtige. Zij die hen het laatst gezien hadden, Marianou de moe der van Laurent, en Janiotte, de eige nares van de herberg, geloofden des te eer dat de roevers hen vermoord hadden, daar zij dien eigen nacht een tiental reizigers hadden uitgeplunderd. Dolores slapend in de hut achterge laten, ontwaakte vol schrik dat zij al leen was. Zij riep, maar kreeg geen tntwoord. God jbewaajde het kind, dat ten doode gewijd was, het leefde van vruchten en bessen... Later kwam het van 't Ai-dennenwoud in de bosschen van Songy, waar wij het gevonden hebben. Dat alles lijkt mij zoo helder als de dag, het is mijn dochter... Geef my mijn mantel en mijn sluier. „Wat wilt gij gaan doen?" vroeg Etiennette." „Naar mijn dochter snellen, haar in mijne armen drukken, en dan met haar tot haar vader gaan en hem zeggen: Humbert, ik heb den moed om u te rug te zien pas gevonden, toen ik u uwe dochter kon teruggeven. „Wat spreekt gij van graaf Hum- bert, Flavienne?" „Hij ook leeft, maar in de eenzaam heid voor God en den naaste. Hü leeft maar is gestorven voor de wereld, die hem niets meer kon aanbieden. Hij leeft, maar roept onder tranen om Dolores en Flavienne. „En gü hebt dat geheim gehouden, zeido Etiennette verwijtend." „Ik wist dat de ure zou komen om u alles te zeggen." „Waar bevindt graaf Humbert zich thans?" „Hebt gij ooit in Parijs, hporen spre- meer te produoeeren, doch veel al om. een lager uurloon te kunnen betalen en dan op hun beurt door langer werktijden met lager uurloo- nen den uitstekenden socialen maatre gel der Arbeidswet: de bevordering van de moreele en physieke volkswel vaart, tot een wassen neus te maken. Na dit alios te hebben voorop gesteld, treedt do „Tijd" in een critiek op de houding van hot oud-liberalo Haagsehe blad ds „Nieuwe Ort." tegen do Arbeids wet, een bonding die een actie er tegen genoemd mag worden; een actie die trouwens niet tot bet beoogde dool kan leiden. Het Amsterdamscke orgaan schrijft o.m. „Wanneer de redactie van het oud- liberale blad met ons Katholieken wil opkomen voor 'n soepele toepassing van de Arbeidswet, zóódanig, dat vitale be langen onzer nationale industrie er niet door geschaad worden, dan behoort elko poging om wantrouwen te verwekken of <e versterken achterwege te blijven. Do wijze, waarop deze actie thans in het Haagsehe blad wordt gevoerd, versterkt bet wantrouwen bij de arbeiders, aan wio ap alle tonen door do sociaal-demosraten wordt voorgezongen, dat do zoogenaamde „reactie" 'n georganiseerden aanval doet can de loonen te drukken en den werk tijd te verlengen. Tegelijk wordt door do „Nieuwe Courant" wantrouwen gewekt bij de werkgevers tegen den Minister van Arbeid, die van ambtswege ver plicht is, te waken voor de behoorlijke toepassing dezer wet. Zoolang de kringen, waarvan het oud- liberalo blad do tolk wil zijn, zich niet kunnen opwerken tot de erkenning, dat de Arbeidswet door do overgroote meer derheid van onze volksvertegenwoordi ging werd goedgekeurd, als een middel om de godsdienstige, zedelijke en hy- giönischo welvaart van ons volk te be vorderen, zullen zij zelf de schuld dra gen, dat ook naar ernstige argumenten voor een soepele toepassing der wet slechts met wantrouwen wordt geluisterd. NEDERLAND EN BELGIE. Hervatting der onderhandelingen1 Men meldt uit Brussel aan de ..N. R. Ct."; Een lid van het Belgische Kabinet, dat wij gevraagd heblxm naar een m»|* lijke hervatting van de besprekingen met Nederland, lieeft ons geantwoord, dat deze kwestie op het oogenblik een .punt van overweging uitmaakt voor de Bel gische régeering. De Malaria-Commissie voor Noord-Ilolinad. Hel jaarverslag over 1920. In het Ned. Tijdschr. v. Geneesk. komt het jaarverslag voor, dat de Malaria-com missie voor Noord-Holland aan den mi nister van Arbeid hoeft uitjebra. ht. In de eerste plaati worden beschou wingen gewijd aan de verblijf plaats der malaria-nuggea of anopheles ab vo'was- sen insect. Voor de bestrijding is vooral de verblijfplaats gedurende den winter van belang, omdat men 's zomers de anopheles dddr vindt, waar mensch of dier voor bloodzuigen en water voor eierlegging op niet te grooten afstand te vinden is on dat boteekent voor N.- Holland vrijwel overal. Voor de winter zijn de paardenstallen het meest van belang. Echter niet alle paardenstallen bevatten evenwel anopheles. In Amster dam b.v. die in het centrum der stal en ten Noorden en Westen ervan de minste. Opyallend was het feit, dat de koestallen bjjna geen anophele3 bovatten, te meer, omdat uit huiteulandsclie mededeelingen hekend is, dat daar do koostallen wel een groote rol spelen. De commissie kreeg den iud.uk dat onze anopheles d n voor keur aan het paard geeft. Een andere reden is, dat de koestallen meestal zeer vochtig zijn. Verder biijvon de koeien in de onderzochte streek tot eind Octo ber of half November in de weide. Een karakteristiek verschil blijkt te bestaan tusschen malariamuggen, de ano pheles, en do gewone muggen, do culice3 n.l. dit, dat do culicos 's winters in de kelders fo vinden zijn en de anopheles op den zolder. Wat de middelen tot ontmueging van stallen en lniizcn aangaat, de commissi is or van overtuigd, dat borcolcing en uit- zwaveling slechts in uitzonderingsgeval len in aanmerking komen. Hot glas met een petroleumwat in do huizen, do bak metprelroloumdotten in do stallen 13 een der eenvoudigste, overal en door ieder 1 toe te passen middelen. Als tweede mil- del wordt genoemd de stofzuiger, overal waar elootriciteit besohikbaar is 'n vlug en rein middel. Door haar onderzoekingen Ï3 de com missie in haar meoning versterkt, dat een systematische larvenbestrijding on doenlijk is. Hot is onmogelijk, alle wa teren, waarin de larven voorkomen, gron dig te behandelen. In uitzonderingsge vallen kan in dit opzicht toch wel op- ALKMAAR Verstrekt getreden worden. Zoo wijst het verslag erop, dat het aanbeveling zou verdienen, do slootschouw één maand to vervroe gen. De slootschoonmaak zou dan in Augustus plaats hebben, den tijd van den grootsten rijkdom aan larven. Do gaasprotectio is naar het inzicht der commissie ten onrechte in disere- diet geraakt, Een gedeeltelijke protectie is goed uitvoerbaar en van haar is ook wel effect to verwachten. Daarbij kan volstaan worden met slechts 66n der ra men in olko slaapkamer to voorzien, mits door de bewoners ervoor gezorgd wordt, dat éón uur vóór zonsondergang de deuron en do onbeschormde ramen der slaapkamer gesloten worden. Men zal echter ook zoo niet kunnen voor komen, dat toch enkele muggen overdag binnendringen, bij het vallen der sche mering zwermen dozo tegen de venstors en zijn daar gemakkelijk te dooden, of men moot ze 'a avonds voor het naar bed gaan even vangen, hetgeen weinig moeite geeft, omdat zij dan aan de zol dering hangen en daar met het glai met petroleum wel te bereiken zijn. Ton slotte zogt do commissie dat zij ia komen te staan voor belangrijke on opgeloste vraagstukken, die voor ons land mot de drooglegging dor Zuiderzee in het verschiet buitengewoon gewichtig zijn. Zij meent dan ook, dab zij haar werk nog niot als geëindigd mag beschou wen. HET OVERLIJDEN VAN DE EX-KEIZERIN. Naar uit Berlijn door het „Holl. Nwsb. gemeld wordt, heeft Woensdag in dc kerk te Potsdam een rouwdienst voor de overleden keizerin plaats gehad, waaraan prinsen en prinsess- van het koninklijk luds delnamen. Hofprediker dr. Vogel hield daarbij de preek. Ook in de gar nizoenskerk werd een rouwdienst ge houden, waarbij de prinsen Eilel Frie- drioh en Friedrioh Sigismund met huil celltgenóoten tegenwoordig waren, even als prinses Victoria Margaretha. Hel koninklijk huis wa<s hier vertegenwoor digd door de cchtgemoole van prins Oscar Het was Donderdag bijzonder druk in Doorn De „Msb." meldt, dat een zwei-rn Fraaisdhe en Engelschc journalisten, pers-fotografen en filmoperateurs met lvun langbeenige toestellen over het dorp en de omgeving van het kasteel neerge streken zijn, omdat men vermoedde dat nietlegenstaande de officieele berichten, welke nog uit de beste bron bevestigd werd-en, dat het stoffelijk overschot van de ex-keizerin eerst Zondag zal worden vervoerd, meenden dat deze gebeurtenis tocih 14 dezer zou plaats hebben. Tegen half negen was liet in liet dorp zwart van de meniscJien en auto's, waar van vele uit UtrPeilt en andere omliggen de plaatsen waren gekomen. Een hard nekkig gerucht liep dat Donderdagavond de overbrenging naar het station Maarn zou plaats hebben. Donderdagmiddag om drie uur heeft de ex-kroonprins in gezelschap van der hofmaarschalk Gontart per auto oen be zoek gebracht aan den rouwtrein, die aan het sta ion Maarn gereed staat. Deze trein bestaat uit twee bagage-wa gens en twee salon-rijtuigen. De eerste bagagewagen is ats lijkwagen ingericht en mei sparrengroen versierd. Donderdag zijn aan het kasteel te Doorn wederom tal van kransen afgege- kea over de schatmeesters der armen „Zonder twijfel." „Welnu onder dien naam verbergen zich markies Jacques en zijn echtge- noote. De grijsaard heeft hem vergif fenis geschonken, en belden brengen met abbé Régis hun leven door in ge bed en aalmoezen. Thans ben ik niet bang meer. Ik zal markies Jaques gaan opzoeken, en met Dolores aan de hand zal ik voor hem nederknielen. Hy be mint Humbert, hij bidt, hij kan dus geen haat meer voelen. Alle tranen van zijn zoon zijn op dat oude hart gevallen om het te verteederen. Waai de naastenliefde heerscht ontluikt ver geving en medelijden. Etiennette geleid mg naar myn doch ter. Mijn_ dochter! Zg Igkt mij geheel anders sinds ik haar dien naam kan geven. Maar ik heb haar toch altijd bemind. Herinnert gij u, dat zg van af het eerste oogenblik meer van mg scheen te houden dan van u? Dat was de natuur, die God in de harten van moeders en kinderen gelegd heeft. Eensklaps rees zg op van het bed. De geneesheer trad nader, en zeïde haar: „Ik zal u toestaan uit tc gaan als gij dezen drank genomen hebt." Flavienne glimlachte. „Ik zal thans alles doen wat gy wilt, al moest ik vergif drinken, ik ben bereid. Zg ledigde den drank in één teug en reikte den geneesheer de hand. Ik ben een slechte zieke, maar een goe de moeder. Gij zult mijn huisdokter worden, en mijne dochter verzorgen, die een weinig bleek wordt. Kom Etiennette, laat ons gaan. „Ik bedenk daar, antwoordde deze, dat de paarden zijn afgespannen." „Ja, zuster, zeide Antonin, maar mijn rgtuig wacht op het voorplein." De zeeofficier ondersteunde Mevr. de Flessigny, tewijl deze den trap af ging. Zoodra zij zich op weg bevond naar het kloster, bracht zij beide han den naar hare borst, haar hart bonsde. „Flavienne, vroeg Mevrauw d'Epi- noy, hebt gg nooit gehoord wat er na den dood der strandroovers van Pen- mark geworden is van het kind dat u in den nacht van de ramp opnam? „De pastoor van Penmark, wiens hulp zg inriep op den dag toen haar grootvader verinoord werd, gaf haar een brief voor abbé Régis, en raadde haar aan zog spoedig mogelijk die ge vloekte plaats te verlaten. Follé Avo nie volgde dien raad, zocht den aal moezenier op, en bracht twee jaren door in dit klooster van gewijde maagden, dat liij bestuurt. Op zekeren dag kwam een groote dame, wier kind gestorven was, naar het klooster en vroeg zuster Praxedis voor haar de ongelukkigste har er pen- sioDfljren uit te kiezen. Telle Avainc werd do-or de overste aangewezen en de dochter der Kermars is thans door haar aangenomen en een rijke en gelukkige erfgename. Misschien zou het meer wreed dan dankbaar zijn haar te herinneren, dat ik haar het le ven verschuldigd ben, zij zou dan de bloedige tooneelen weder voor hare oogen zien die zij zonder twijfel tracht te vergeten. Bovendien reist zij met ha re weldoenster, en abbé Régis heeft sinds meer dan een jaar geen tijding meer van haar gehad. „Uwe fijnge\ oelig'hedi raadt u het bes te, mevrouw, hernam de zeeoffieier. Laat dat arme kind het vorledene ver geten." Flavienne zag uil het portierraam en zeide: Daar is het klooster, ik ga mijn dochter. ;ter,ugzieu." Zij opende het portier voordat het rijtuig stilhield. Antonin sprong er uit om haar de hand te reiken. De portierster scheen zeer verbaasd toen zij mevrouw d'Epinoy en haar vriendin zag. „Kan ik zuster Praxedis spreken, vroeg Flavienne." De portierster trok aan een bel,die zich binnen het huis deed hooren,en voerde de bezoekers in een spreekver trek. Nog kort geleden had een menig te van meer nieuwsgierig dan god vruchtige bezoekers het huis gevuld, maar reeds was alles er weder in de keurigste orde. Een minuut later trad do overste binnen Flavienne ijlde lat haar. „Mijn dochter! riep zij haar toe breng inij mijn dochter. Gij kent haar niet." Dat meisje door ellendelingen in de bosschen, te midden der wolven alleen gelaten, is mijne Dolores,die ik troosteloos beweende en door een won der van God heb truggevonden. Hoe zeide zuster Praxedis, het wil de meisje, heden onder den naam van Maria Le blanc gedoopt." Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noord-Hollandsch Dagblad : ons blad | 1921 | | pagina 1